Toelichting bij COM(2014)671 - Ontwikkeling van de uitgaven uit het ELGF Alarmsysteem nr. 9-10/2014

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52014DC0671

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de ontwikkeling van de uitgaven uit het ELGF Alarmsysteem nrs. 9-10/2014 /* COM/2014/0671 final */


1.

INHOUDSOPGAVE


2.

1........... Inleiding........................................................................................................................ 3


3.

2........... Bestemmingsontvangsten voor het ELGF.................................................................... 3


4.

3........... Opmerkingen over de uitvoering van de ELGF-begroting 2014 (voorlopige cijfers).. 4


5.

4........... Feitelijke bestemmingsontvangsten voor het ELGF..................................................... 6


6.

5........... Conclusies..................................................................................................................... 6


Bijlage 1:| Besteding van de ELGF-kredieten tot en met 31.8.2014 (voorlopige cijfers)

Inleiding



In bijlage 1 wordt voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) een overzicht gegeven van de uitgaven die in de periode van 16 oktober 2013 tot en met 31 augustus 2014 werkelijk zijn verricht, en worden die uitgaven vergeleken met het uitgavenprofiel (indicator) dat is bepaald op grond van artikel 28 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van de Raad inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid[1].

7.

2. Bestemmingsontvangsten voor het ELGF


Op grond van artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 gelden de ontvangsten die voortvloeien uit de financiële correcties die worden opgelegd op grond van besluiten tot boekhoudkundige en conformiteitsgoedkeuring, uit onregelmatigheden en uit de opbrengsten van de melkheffing als bestemmingsontvangsten ter financiering van ELGF-uitgaven. Overeenkomstig die bepaling kunnen de bestemmingsontvangsten worden gebruikt voor de financiering van welke ELGF-uitgaven dan ook. Als een deel van deze ontvangsten niet binnen het begrotingsjaar wordt gebruikt, wordt dat deel automatisch overgedragen naar het volgende begrotingsjaar[2].

De ELGF-begroting 2014 bevat zowel de door de Commissie vastgestelde laatste ramingen van de middelen die nodig zijn om de verwachte uitgaven voor marktmaatregelen en rechtstreekse steun te financieren, en ramingen van de bestemmingsontvangsten die naar verwachting in de loop van het betrokken begrotingsjaar zullen worden geïnd, als het over te dragen saldo van de uit het voorafgaande begrotingsjaar beschikbare bestemmingsontvangsten. In haar voorstel voor de begrotingskredieten voor het ELGF voor 2014 heeft de Commissie de totale verwachte bestemmingsontvangsten in aanmerking genomen, met het verzoek om voor de begroting 2014 bij de berekening van het bedrag aan kredieten de geraamde bestemmingsontvangsten in mindering te brengen op de geraamde financieringsbehoeften. De begrotingsautoriteit heeft vervolgens de ELGF-begroting goedgekeurd, rekening houdend met de verwachte bestemmingsontvangsten.

Bij de opstelling van de begroting 2014 werden de beschikbare bestemmingsontvangsten door de Commissie op 1 464 miljoen EUR geraamd. Meer bepaald:

– werd verwacht dat in de loop van het begrotingsjaar 2014 bestemmingsontvangsten ten bedrage van 849 miljoen EUR zouden worden geïnd. De ontvangsten uit correcties in het kader van de conformiteitsgoedkeuring en uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden werden op respectievelijk 638 miljoen EUR en 165 miljoen EUR geraamd. De opbrengsten uit de melkheffing werden op 46 miljoen EUR geraamd;

– werden de van het begrotingsjaar 2013 naar het begrotingsjaar 2014 over te dragen bestemmingsontvangsten op 615 miljoen EUR geraamd.

De Commissie heeft deze aanvankelijk verwachte ontvangsten ten bedrage van 1 464 miljoen EUR in de begroting 2014 toegewezen aan twee regelingen. Meer bepaald:

– is 464 miljoen EUR toegewezen aan de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit, en

– is 1 000 miljoen EUR toegewezen aan de bedrijfstoeslagregeling.

Voor beide regelingen heeft de begrotingsautoriteit uiteindelijk kredieten ten belope van respectievelijk 285 miljoen EUR en 30 083 miljoen EUR goedgekeurd in overeenstemming met het voorstel van de Commissie. De som van de goedgekeurde kredieten en bovengenoemde bestemmingsontvangsten komt overeen met een totaalbedrag aan geraamde beschikbare kredieten van 749 miljoen EUR voor de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit en 31 083 miljoen EUR voor de bedrijfstoeslagregeling.

In bijlage 1, waarin de voorlopige uitvoering van de begroting 2014 voor de periode tot en met 31 augustus 2014 wordt weergegeven, gaat het bij de begrotingskredieten voor de sector groenten en fruit en de sector ontkoppelde rechtstreekse steun op artikelniveau om de goedgekeurde kredieten voor deze twee regelingen, respectievelijk 676,7 miljoen EUR en 38 252 miljoen EUR, waarbij geen rekening is gehouden met de voornoemde bestemmingsontvangsten. Als de aan deze sectoren toegewezen bestemmingsontvangsten worden meegeteld, bedragen de totale kredieten in de begroting 2014 1 140,7 miljoen EUR voor groenten en fruit en 39 252 miljoen EUR voor ontkoppelde rechtstreekse steun.

8.

3. Opmerkingen over de uitvoering van de ELGF-begroting 2014 (voorlopige cijfers)


Bijlage 1 geeft een overzicht van de voorlopige uitvoering van de begroting voor de periode van 16 oktober 2013 tot en met 31 augustus 2014. Dit uitvoeringsniveau wordt vergeleken met het uitgavenprofiel (indicator) dat is bepaald op grond van artikel 28 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Hieronder volgt voor bepaalde onderdelen van de begroting 2014 die de grootste verschillen tussen de werkelijke en de verwachte uitgaven te zien geven, een beknopte uiteenzetting van de oorzaken van die verschillen.

9.

3.1. Marktmaatregelen


De opname van begrotingskredieten voor interventies op de landbouwmarkten lag 67 miljoen EUR boven het niveau van de goedgekeurde begrotingskredieten waarop deze volgens de indicator op 31 augustus 2014 zou moeten liggen. Dit verschil is het netto-effect van de uitvoeringspatronen, vooral in de sectoren groenten en fruit, de sector wijn en de zuivelsector.

3.1.1. Groenten en fruit (+202,2 miljoen EUR ten opzichte van de goedgekeurde kredieten)

Wat de goedgekeurde kredieten betreft, hangt dit uitvoeringsniveau vooral samen met de uitgaven voor de regeling inzake de actiefondsen van de producentenorganisaties. Deze regeling wordt gefinancierd uit zowel de goedgekeurde begrotingskredieten als de bestemmingsontvangsten die in de begroting 2014 aan deze regeling zijn toegewezen (zie punt 2 voor meer informatie). Dit bestedingsniveau is het resultaat van de toepassing van de indicator voor de periode tot en met 31 augustus 2014 op de goedgekeurde begrotingskredieten, exclusief de bestemmingsontvangsten voor deze sector.

Een voetnoot * in de tabel met het overzicht van de uitvoering van de begroting (bijlage 1 – voorlopige cijfers) geeft aan wat de situatie zou zijn geweest als de indicator per 31 augustus 2014 was toegepast op de totale kredieten die naar raming voor de financiering van deze sector beschikbaar zullen zijn. Zoals in punt 2 is aangegeven, bestaat de totale financiering die naar raming voor deze sector beschikbaar zal zijn, uit de goedgekeurde begrotingskredieten (676,7 miljoen EUR) plus de aan deze sector toegewezen bestemmingsontvangsten (naar raming 464 miljoen EUR). Als de indicator dus was toegepast op de totale financiering van 1 140,7 miljoen EUR die naar raming voor deze sector beschikbaar zal zijn, zouden de uitgaven 127,6 miljoen EUR onder het indicatorniveau voor 31 augustus 2014 liggen, zijnde het netto-effect van enerzijds een versnelling van het tempo van de betalingen voor de regeling inzake actiefondsen voor producentenorganisaties en anderzijds een trager tempo van de betalingen voor de schoolfruitregeling en voor de steun die in het kader van de regeling voor voorlopige erkenning aan producentengroeperingen wordt verleend. In dit stadium is de Commissie van mening dat een zekere onderbesteding voor de schoolfruitregeling en de steun aan voorlopig erkende producentengroeperingen aan het einde van het begrotingsjaar kan worden verwacht. Zij blijft het bestedingsniveau van de kredieten voor de regelingen producentenorganisaties in het oog houden.

3.1.2. Producten van de wijnbouwsector (−109,6 miljoen EUR)

Deze onderbesteding is toe te schrijven aan het tragere tempo van de betalingen door de lidstaten in vergelijking met het uitgavenprofiel van de voor de nationale wijnprogramma’s vastgestelde indicator. Op dit moment wordt ervan uitgegaan dat deze situatie van tijdelijke aard is, aangezien de lidstaten verwachten dat de uitgaven in de komende maanden sneller zullen verlopen.

3.1.3. Melk en zuivelproducten (−6,8 miljoen EUR)

Deze onderbesteding is toe te schrijven aan het tragere tempo van de betalingen door de lidstaten in vergelijking met het uitgavenprofiel van de voor de schoolmelkregeling vastgestelde indicator. Op dit moment wordt ervan uitgegaan dat deze situatie van tijdelijke aard is, aangezien de lidstaten verwachten dat deze regeling voor het einde van het begrotingsjaar volledig zal zijn uitgevoerd.

10.

3.2. Rechtstreekse steun


De opname van kredieten voor rechtstreekse steun lag 659,4 miljoen EUR boven het indicatorniveau op 31 augustus 2014.

3.2.1. Ontkoppelde rechtstreekse steun (+719,1 miljoen EUR in vergelijking met de goedgekeurde kredieten)

Wat de goedgekeurde kredieten betreft, hangt dit uitvoeringsniveau vooral samen met de uitgaven voor de bedrijfstoeslagregeling, die wordt gefinancierd uit zowel de goedgekeurde begrotingskredieten als de bestemmingsontvangsten die in de begroting 2014 aan deze regeling zijn toegewezen (zie punt 2 voor meer informatie). Dit bestedingsniveau is het resultaat van de toepassing van de indicator voor de periode tot en met 31 augustus 2014 op de goedgekeurde begrotingskredieten, exclusief de bestemmingsontvangsten voor deze sector.

Een voetnoot * in de tabel met het overzicht van de uitvoering van de begroting (bijlage 1 – voorlopige cijfers) geeft aan wat de situatie zou zijn geweest als de indicator per 31 augustus 2014 was toegepast op de totale kredieten die naar raming voor de financiering van de ontkoppelde rechtstreekse steun beschikbaar zullen zijn. Zoals in punt 2 is aangegeven, bestaat de totale financiering die naar raming voor de ontkoppelde rechtstreekse steun beschikbaar zal zijn, uit de goedgekeurde begrotingskredieten (38 252 miljoen EUR) plus de aan de ontkoppelde rechtstreekse steun toegewezen bestemmingsontvangsten (naar raming 1 000 miljoen EUR). Als de indicator dus was toegepast op de totale financiering van 39 252 miljoen EUR die naar raming voor de ontkoppelde rechtstreekse steun beschikbaar zal zijn, zou de geconstateerde overbesteding worden teruggebracht tot een onderbesteding van −279,9 miljoen EUR.

Op dit moment hebben de lidstaten reeds 99,2% van de voor 2014 geraamde ontkoppelde rechtstreekse steun betaald. De Commissie gaat er op dit moment van uit dat de beschikbare kredieten plus de bestemmingsontvangsten voldoende zullen zijn om aan de financieringsbehoeften voor dit artikel te voldoen en dat aan het einde van het begrotingsjaar een zekere onderbesteding te verwachten is.

3.2.2. Andere rechtstreekse steun (−59,3 miljoen EUR)

Deze onderbesteding van de goedgekeurde kredieten voor andere rechtstreekse steun ten opzichte van het uitgavenprofiel dat overeenstemt met de indicator voor de periode tot en met 31 augustus 2014 is het gevolg van het tragere tempo van de betalingen voor bepaalde regelingen in deze sector, in het bijzonder voor specifieke gekoppelde steun op grond van artikel 68. In dit stadium is de Commissie van mening dat een zekere onderbesteding aan het einde van het begrotingsjaar kan worden verwacht. Zij blijft het bestedingsniveau van de kredieten voor dit begrotingsartikel in het oog houden.

3.3. Audit van de landbouwuitgaven (+ 5,5 miljoen EUR)

Naast een bedrag van 6,8 miljoen EUR voor rechtstreekse betalingen voor monitoring en preventieve maatregelen is in de begroting 2014 een geraamd bedrag van 53,4 miljoen EUR opgenomen voor betalingen in verband met geschillenbeslechting. Op basis van de meest recente informatie zal de door lidstaten te betalen compensatierente voor de beslechting van geschillen hoger zijn dan in de begroting voor 2014 is voorzien. Bovendien verwacht de Commissie dat zij de lidstaten rond 20 miljoen EUR zal terugbetalen in verband met positieve besluiten tot goedkeuring van de rekeningen in hun voordeel. In dit stadium verwacht de Commissie voor de audit van de landbouwuitgaven een overbesteding van de kredieten van de begroting voor 2014.

11.

4. Feitelijke bestemmingsontvangsten voor het ELGF


De tabel in bijlage 1 geeft een overzicht van de per 31 augustus 2014 geïnde bestemmingsontvangsten, in totaal 1 669,1 miljoen EUR. Meer bepaald:

– bedroegen de ontvangsten uit de correcties op grond van de besluiten tot boekhoudkundige en conformiteitsgoedkeuring 769,6 miljoen EUR en de verwachting is dat daar tegen het einde van het begrotingsjaar nog bedragen bij zullen komen;

– bedroegen de ontvangsten uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden 141,3 miljoen EUR en is ook hier de verwachting dat daar tot het einde van het begrotingsjaar nog bedragen bij zullen komen;

– zijn de inkomsten uit de melkheffing inmiddels voor het grootste deel geïnd (ca. 48 miljoen EUR).

Tot slot zijn uiteindelijk bestemmingsontvangsten ten bedrage van 710,2 miljoen EUR van 2013 naar 2014 overgedragen. Dit bedrag is aanzienlijk hoger dan de aanvankelijk geraamde 615 miljoen EUR en is volledig besteed aan de betalingen waarvan in de begroting 2014 werd uitgegaan.

Het voor de financiering van ELGF-uitgaven beschikbare bedrag van de bestemmingsontvangsten bedraagt per 31 augustus 2014 dus 1 669,1 miljoen EUR en zal verder worden aangevuld met nieuwe bestemmingsontvangsten die naar verwachting tegen het einde van het begrotingsjaar zullen worden geïnd.

12.

5. Conclusies


Uit de voorlopige uitvoering van de ELGF-begroting 2014 voor de periode tot en met 31 augustus 2014 blijkt dat de maandelijkse vergoedingen aan de lidstaten ongeveer 728,2 miljoen EUR boven het uitgavenprofiel voor de uitvoering van de begroting op basis van de indicator liggen.

Aan bestemmingsontvangsten is al 1 669,1 miljoen EUR beschikbaar en er wordt voor 2014 nog gerekend op extra bedragen. Op dit moment is de Commissie van mening dat het bedrag aan bestemmingsontvangsten dat tegen het einde van het begrotingsjaar beschikbaar zal zijn, voldoende zal zijn voor de financiering van de actiefondsen voor producentenorganisaties, de bedrijfstoeslagregeling en de te verwachten betalingen in het kader van de audit van de landbouwuitgaven.

Bovendien wordt ervan uitgegaan dat de Commissie, afhankelijk van de uiteindelijke uitvoering van de kredieten van het begrotingsjaar 2014, de niet-benutte kredieten naar het begrotingsjaar 2015 zal overdragen en dat hiermee de landbouwers zullen worden vergoed die dan aan financiële discipline onderworpen zullen zijn. Deze overdracht kan niet meer bedragen dan 2% van de oorspronkelijke ELGF-kredieten voor acties in het kader van gedeeld beheer in 2014 en het bedrag aan financiële discipline waarmee voor het begrotingsjaar 2014 rekening is gehouden[3].

In dit stadium raamt de Commissie dat voor deze overdracht tegen het einde van het begrotingsjaar 2014 een bedrag van 874,7 miljoen EUR aan niet-vastgelegde kredieten beschikbaar zal zijn, wat met het maximum van 2% overeenstemt[4]. Het geraamde resterende overschot van het ELGF zal worden opgenomen in de nota van wijzigingen nr. 1 bij de ontwerpbegroting 2015.

[1] PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.

[2] In artikel 14 van Verordening (EU, EURATOM) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie is bepaald dat interne bestemmingsontvangsten slechts één jaar mogen worden overgedragen. Daarom worden deze bestemmingsontvangsten, met het oog op een gezond begrotingsbeheer, over het algemeen eerst gebruikt, vóór de goedgekeurde kredieten van het betrokken begrotingsartikel.

[3] Artikel 169 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie.

[4] Het voor de begroting 2014 in aanmerking genomen bedrag aan financiële discipline van 902,9 miljoen EUR was hoger dan het maximum van 2% van de oorspronkelijke ELGF-kredieten voor acties in gedeeld beheer in 2014; derhalve is het laatstgenoemde het referentiebedrag voor de overdracht.