Toelichting bij COM(2014)685 - Toetreding van Kroatië tot de Overeenkomst van 29 mei 2000 betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de EU en het protocol van 16 oktober 2001

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bij de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie van 2012[1] is een vereenvoudigde regeling ingevoerd voor de toetreding van Kroatië tot verdragen, overeenkomsten (en protocollen) die door de lidstaten zijn gesloten op grond van artikel 34 VEU (voorheen artikel K.3 VEU). Het is voortaan niet meer nodig te onderhandelen over en over te gaan tot de sluiting van specifieke protocollen (die anders door 28 lidstaten zouden moeten worden geratificeerd) betreffende de toetreding tot deze verdragen: in artikel 3, leden 4 en 5, van de Toetredingsakte wordt alleen bepaald dat Kroatië krachtens de Toetredingsakte toetreedt tot deze verdragen, overeenkomsten en protocollen.

Overeenkomstig artikel 3, leden 4 en 5, van de Toetredingsakte stelt de Raad daartoe besluiten vast waarin wordt bepaald op welke data deze verdragen in werking treden ten aanzien van Kroatië en waarin de als gevolg van de toetreding van deze lidstaat vereiste aanpassingen in deze verdragen worden aangebracht (dat omvat in elk geval de vaststelling van deze verdragen in de Kroatische taal, zodat deze versie 'gelijkelijk authentiek' is). Deze besluiten van de Raad worden aangenomen op aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement.

In bijlage I bij de Toetredingsakte zijn op het gebied van justitie en binnenlandse zaken zes verdragen, overeenkomsten en bijbehorende protocollen opgenomen.

Deze lijst bevat onder andere de Overeenkomst van 29 mei 2000, vastgesteld op basis van artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie alsook het Protocol van 16 oktober 2001, vastgesteld door de Raad overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie.

Deze aanbeveling van de Commissie voor een besluit van de Raad heeft ten doel overeenkomstig artikel 3, leden 4 en 5, van de Toetredingsakte de vereiste aanpassingen aan te brengen naar aanleiding van de toetreding van Kroatië tot de bovenvermelde overeenkomst en het bovenvermelde protocol.