Toelichting bij COM(2015)5 - Toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2015)5 - Toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne. |
---|---|
bron | COM(2015)5 |
datum | 08-01-2015 |
·
Motivering en doel van het voorstel
De EU streeft naar een voortdurend hechtere relatie met Oekraïne, die verder gaat dan louter bilaterale samenwerking en geleidelijke politieke associatie en economische integratie omvat. Oekraïne is een belangrijk land zowel binnen het Europees nabuurschapsbeleid als binnen het Oostelijk Partnerschap. De EU heeft in 1998 een Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst met Oekraïne gesloten, dat het kader voor de samenwerking op alle grote hervormingsgebieden afbakent en de rechtsgrondslag voor de betrekkingen tussen de EU en Oekraïne blijft. De betrekkingen werden verder versterkt in november 2009, toen het kabinet van ministers van Oekraïne zijn goedkeuring hechtte aan de Associatieagenda EU-Oekraïne, die in 2011 werd geactualiseerd (in juni 2013 bekrachtigd door de Samenwerkingsraad EU-Oekraïne). Op 21 maart en 27 juni 2014 hebben de EU en Oekraïne een Associatieovereenkomst ondertekend, die tot een diepe politieke associatie en economische integratie tussen de EU en Oekraïne zal leiden. De Associatieovereenkomst heeft betrekking op een breed scala van gebieden zoals justitie, handel en sectorale samenwerking, waaronder energie, vervoer en milieu, en voorziet in gedetailleerde verplichtingen en termijnen die voor beide partijen veeleisend zijn.
De Oekraïense economie is in een diepe recessie terechtgekomen, die het gevolg is van reeds lang bestaande macro-economische onevenwichtigheden en structurele problemen. De situatie werd nog verergerd door het uitbreken van een gewapend conflict in het oosten, dat een zware tol eiste van de economie doordat heel wat productiecapaciteit verloren ging en het vertrouwen slonk. Naar aanleiding van massale protesten van de bevolking trad voormalig president Viktor Janoekovitsj af en werd in februari 2014 een hervormingsgezinde regering benoemd in Oekraïne. Die regering begon met een ambitieus programma voor macro-economische aanpassing en structurele hervormingen om het onhoudbare economische model van het land om te buigen en de weg te effenen voor duurzame groei op lange termijn. Dit programma werd ondersteund door een IMF-programma voor financiële bijstand van 17 miljard USD en aanzienlijke steun van andere internationale donoren.
Na de politieke verandering in februari 2014 werden in Oekraïne vrije en democratische presidents- en parlementsverkiezingen gehouden (respectievelijk op 25 mei en 26 oktober). Daarnaast trof de Oekraïense overheid in 2014 belangrijke maatregelen om de corruptie te bestrijden en de rechtsstaat te versterken. In december 2014 presenteerde de nieuw gevormde coalitieregering een ambitieus actieplan voor haar hervormingsagenda. Het is de bedoeling dat dat actieplan begin 2015 wordt gevolgd door een allesomvattende nationale hervormingsstrategie, waarin de maatregelen voor economische, politieke, gerechtelijke en bestuurlijke hervorming zijn vastgelegd die in 2015-2017 moeten worden getroffen om macro-economische stabiliteit op middellange termijn te waarborgen en de Associatieovereenkomst EU-Oekraïne ten uitvoer te leggen.
De hervormingsinspanningen van de overheid werden echter ernstig bemoeilijkt door het gewapende conflict in het oosten, toenemende handelsbeperkingen van Rusland en de escalatie van een geschil over aardgas tussen de twee landen. De economische recessie in Oekraïne is daardoor nog erger geworden dan aanvankelijk door de internationale donoren werd verwacht. Verwacht wordt dat de crisis zal blijven duren, aangezien Oekraïne waarschijnlijk ook in 2015 een inkrimping zal doormaken. Door het verlies van exportopbrengsten ten gevolge van het conflict in het oosten en de vertrouwenscrisis is de lokale valuta sterk gedevalueerd en zijn de internationale reserves uitgeput. In de huidige situatie heeft Oekraïne geen toegang tot internationale markten voor schuldpapier en wordt niet verwacht dat het op korte termijn opnieuw toegang daartoe zal krijgen. Daardoor is er een aanzienlijk aanvullend extern financieringstekort ontstaan.
In deze context is aanvullende officiële financiële bijstand nodig om de betalingsbalansbehoeften van Oekraïne op korte termijn te lenigen, onder meer de aanvulling van de internationale reserves, en om het hervormingsprogramma van de overheid te ondersteunen, met name voor de herstructurering van de energie- en de banksector. Tot slot maar daarom niet minder belangrijk is die steun nodig om het vertrouwen van investeerders op te krikken, wat van wezenlijk belang is om de economie van Oekraïne uiteindelijk opnieuw in de richting van duurzame groei te krijgen.
De Oekraïense overheid heeft de EU op 9 september 2014 om 2 miljard EUR macrofinanciële bijstand verzocht. Het verzoek om macrofinanciële bijstand werd op 15 december 2014 herhaald in een tweede schrijven. Gelet op die verzoeken en de economische situatie in Oekraïne, met name het feit dat er aanzienlijke aanvullende externe financieringsbehoeften zijn ontstaan, dient de Europese Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne van ten hoogste 1,8 miljard EUR in de vorm van leningen op middellange termijn.
De voorgestelde macrofinanciële bijstand moet Oekraïne helpen om een deel van zijn resterende aanvullende externe financieringsbehoeften in 2015 en begin 2016 in het kader van het lopende IMF-programma te dekken. Die aanvullende behoeften worden door het IMF op 15 miljard USD geraamd. Door de bijstand van de EU zou de economie ook op korte termijn minder kwetsbaar worden qua betalingsbalans en begroting, terwijl de aanpassings- en hervormingsprogramma's van de regering worden ondersteund met een passend pakket bijgaande beleidsmaatregelen dat met de Oekraïense overheid moeten worden overeengekomen in een memorandum van overeenstemming.
In deze context is de Commissie van oordeel dat aan de politieke en economische randvoorwaarden voor een macrofinanciële-bijstandsoperatie van het voorgestelde bedrag en de voorgestelde aard is voldaan.
·
Algemene context
Oekraïne is in een diepe recessie terechtgekomen, die het gevolg is van reeds lang bestaande economische en structurele problemen. De situatie werd nog verergerd door het gewapende conflict in het oostelijke deel van het land, waardoor niet alleen een deel van de productiecapaciteit van Oekraïne vernietigd werd maar ook het vertrouwen bij gezinnen en ondernemingen aanzienlijk slonk. De voorbije maanden werden broodnodige stabilisatiemaatregelen om de onevenwichtigheden te verminderen en de begrotings- en externe houdbaarheid te waarborgen, ten uitvoer gelegd, wat verder woog op de economische vooruitzichten op korte termijn. Er wordt dan ook verwacht dat het bbp in 2014 met ongeveer 7 % in reële termen zal krimpen.
Ondanks de sterke economische krimp en het voorzichtige beleid van de centrale bank blijft de inflatiedruk hoog als gevolg van de verzwakking van de valuta en een aanpassing van de gereguleerde prijzen (met name de tarieven van de nutsvoorzieningen). De inflatie op basis van de consumentenprijsindex steeg in november tot 21,8 % ten opzichte van een jaar eerder en zal in de nabije toekomst naar verwachting verder stijgen, wanneer het effect van de devaluatie van de valuta zich volledig doet gevoelen. Sinds de overstap op een zwevende wisselkoers in februari is de hryvnia bijna 50 % van zijn waarde ten opzichte van de USD verloren, wat ruim boven de aanvankelijke verwachtingen ligt. De verzwakking was bijzonder sterk in augustus en september, wat de centrale bank noopte tot een aantal administratieve maatregelen en valutacontroles, alsook enkele interventies op enkele wisselmarkten, waardoor de wisselkoers tijdelijk kon worden gestabiliseerd in de aanloop naar de parlementsverkiezingen van oktober. Tegelijkertijd hadden die maatregelen een negatief effect op de activiteiten van ondernemingen en leidden ze tot een snelle uitputting van de reeds lage internationale reserves. Na een lichte versoepeling van de administratieve controles is de valuta vanaf november sterk gedevalueerd.
Door de zwakke economische activiteit in combinatie met de hogere rente-uitgaven voor schulden in buitenlandse valuta ten gevolge van de sterke devaluatie van de valuta, en doordat in de oostelijke delen van het land heel wat belastingontvangsten verloren gingen, is het begrotingstekort in 2014 gestegen, ondanks een aantal bezuinigingsmaatregelen van de overheid[1]. Volgens recente prognoses van het ministerie van Financiën zal het begrotingstekort van de overheid voor heel 2014 oplopen tot 5,3 % van het bbp.
Daarnaast zorgde het noodlijdende olie- en gasbedrijf Naftogaz voor heel wat extra druk op de overheidsfinanciën in 2014. Dat bedrijf kampt van oudsher met grote exploitatieverliezen doordat de aardgasprijzen voor gezinnen en gemeentelijke nutsbedrijven door de overheid gereguleerd zijn en het bedrijf onder de kostprijs moet verkopen, en wordt algemeen niet efficiënt geleid. In 2014 werden de activiteiten van het bedrijf negatief beïnvloed door de sterke devaluatie van de hryvnia en doordat de aan Rusland verschuldigde achterstallen voor gas moesten worden gedekt (met inbegrip van de achterstallen die in 2013 waren opgelopen). De overheid moest daardoor in november een bedrag van 103 miljard UAH in Naftogaz injecteren, wat gelijkstaat met 6,8 % van het voorspelde bbp. Het globale begrotingstekort van Oekraïne in 2014, met inbegrip van het tekort van Naftogaz, zal dus naar verwachting tot bijna 12 % van het bbp oplopen, terwijl het tekort in 2013 6,7 % beliep en het IMF in april 2014 een tekort van 8,5 % voorspelde.
Het oplopende begrotingstekort en de sterke devaluatie van de lokale valuta hebben in combinatie met een aanzienlijke economische krimp tot een drastische verslechtering van de overheidsschuld van Oekraïne geleid. Eind oktober 2014 was de overheidsschuld opgelopen tot 63 % van het voorspelde bbp voor het jaar, een stijging met bijna 23 procentpunten ten opzichte van de overheidsschuld van 40,2 % van het bbp eind 2013.
Aan de externe kant heeft de devaluatie van de hryvnia in combinatie met de zwakke binnenlandse vraag bijgedragen tot een aanzienlijke aanpassing van de lopende rekening. Het tekort zal in 2014 naar verwachting tot ongeveer 4 % van het bbp dalen, terwijl het in 2013 9 % bedroeg, maar dit valt vooral toe te schrijven aan de sterke daling van de invoer[2]. Dit ging echter gepaard met grote financiële uitstromen in de particuliere sector, omdat het vertrouwen snel slonk in een omgeving die geopolitiek erg onzeker is[3]. De officiële financiering die vanaf mei 2014 werd verlengd, volstond niet om de kapitaalvlucht te compenseren. In de periode mei-december ontving Oekraïne in totaal ongeveer 9 miljard USD aan bruto officiële financiering, waarvan een groot deel werd gebruikt om vervallende schuld te dekken (zie de IMF-steun en andere donorbijstand tot 2014).
Door de dieper wordende economische recessie en de vertrouwenscrisis heeft de omvangrijke officiële financiële bijstand aan Oekraïne in 2014 niet volstaan om de voortdurende uitputting van de reserves een halt toe te roepen. In de eerste elf maanden van het jaar halveerden de reserves ten opzichte van hun niveau eind 2013 tot slechts 10 miljard USD. In december wordt een verdere aanzienlijke daling verwacht ten gevolge van betalingen voor gas (met inbegrip van de achterstallen die aan Rusland moeten worden betaald). Daardoor wordt momenteel verwacht dat de bruto internationale reserves van Oekraïne tegen eind 2014 tot 7 miljard USD zullen dalen, of ongeveer een maand van de voorspelde invoer van goederen en diensten in 2015.
Op 30 april 2014 keurde het IMF een stand-by-overeenkomst van twee jaar voor Oekraïne goed voor 10,976 miljard speciale trekkingsrechten (17 miljard USD of 800 % van het quotum van het land). De financiële bijstand van het IMF is aangevuld met aanzienlijke steun uit andere officiële en bilaterale bijstand (EU, VS, Japan, Canada). Ook andere internationale financiële instellingen, zoals de Wereldbank, de EBWO en de EIB, hebben hun activiteit beduidend opgeschroefd om de economische transitie van Oekraïne te ondersteunen.
Omdat de economische recessie dieper is dan verwacht en de kapitaaluitstromen ten gevolge van de vertrouwenscrisis groot zijn, zal Oekraïne in 2015 en begin 2016 echter aanzienlijke aanvullende financieringsbehoeften hebben. Die behoeften komen voornamelijk voort uit het feit dat de erg lage internationale resevers moeten worden aangevuld en de particuliere kapitaaluitstromen erg groot zijn. De aanvullende financieringsbehoeften worden geraamd op 15 miljard USD. De voorgestelde macrofinanciële bijstand zou 16,7 % van het totale aanvullende financieringstekort dekken.
·
Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied
Er is macrofinanciële bijstand aan Oekraïne toegekend bij drie afzonderlijke besluiten:
· Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne[4]
· Besluit nr. 388/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne[5]
· Besluit 2014/215/EU van de Raad van 14 april 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne[6]
·
Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU
De voorgestelde macrofinanciële bijstand is in overeenstemming met de toezegging van de EU de onmiddellijke economische en politieke transitie in Oekraïne te ondersteunen. De voorgestelde macrofinanciële bijstand is in overeenstemming met de leidende beginselen voor het gebruik van dit instrument, zoals het uitzonderlijke karakter ervan, politieke randvoorwaarden, complementariteit, conditionaliteit en financiële discipline.
De voorgestelde macrofinanciële bijstand sluit tevens aan bij de doelstellingen van het Europees nabuurschapsbeleid. Hij ondersteunt mee de doelstellingen van de Europese Unie van economische stabiliteit en economische ontwikkeling in Oekraïne en, meer in het algemeen, in de oostelijke Europese nabuurschap. Door de overheid te helpen bij haar inspanningen om een stabiel macro-economisch kader in te voeren en een ambitieus programma van structurele hervormingen ten uitvoer te leggen, draagt de voorgestelde bijstand ertoe bij dat de andere financiële bijstand van de EU aan het land, waaronder begrotingssteunmaatregelen, doeltreffender wordt. De voorgestelde macrofinanciële bijstand is ook een aanvulling op de bijstand van andere multilaterale en bilaterale donoren in het kader van het door de IMF ondersteunde economische programma.
De macrofinanciële bijstand van de EU zou een aanvulling vormen op het totaal van 1,565 miljard EUR aan subsidies dat kan worden gemobiliseerd in het kader van het Europees nabuurschapsinstrument, de nabuurschapsinvesteringsfaciliteit, het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede, en het onderdeel van de EU-begroting voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid over de periode 2014-2020, waarvoor in 2014 al 370 miljoen EUR is vastgelegd. Door de Oekraïense overheid te ondersteunen bij de totstandbrenging van een passend kader om op korte termijn het macro-economische beleid te hervormen en structurele hervormingen door te voeren, zou de macrofinanciële bijstand de meerwaarde van de totale EU-inbreng verhogen en het EU-optreden via andere financiële instrumenten, zoals de overeenkomst voor staatsopbouw en andere begrotingssteunmaatregelen, doeltreffender maken.
Oekraïne heeft belangrijke economische banden met de EU. De EU is één van de belangrijkste handelspartners van Oekraïne: ongeveer één derde van de buitenlandse handel van Oekraïne gaat naar de EU. In 2013 bedroeg de waarde van de Oekraïense invoer uit de EU 23,9 miljard EUR en die van de uitvoer 18,8 miljard EUR. Oekraïne is ook sterk afhankelijk van de EU wat buitenlandse directe investeringen en andere financiële stromen betreft. Op 27 juni 2014 hebben de EU en Oekraïne overeenstemming bereikt over de toekomstige oprichting van een diepe en brede vrijhandelszone (DCFTA). Dit zal bijdragen tot een verdere toename van de bilaterale handel in goederen en diensten en geleidelijk de handelsgerelateerde regels en normen van Oekraïne in overeenstemming brengen met die van de EU.
De transitie van Oekraïne is zeer moeilijk en het risico van economische instorting is niet geweken. De nieuwe regering heeft er zich echter publiekelijk toe verbonden betekenisvolle stappen te zetten op de weg naar politieke en economische hervormingen, teneinde de corruptie te bestrijden en de instellingen en mechanismen, met inbegrip van de rechtsstaat, te versterken. Het land is ook een programma van economische hervormingen aan het ontwikkelen, die erop gericht zijn de fundamenten te leggen voor een duurzaam groeimodel. Vorderingen ten aanzien van die doelstellingen en het hervormingsprogramma zullen van het allergrootste belang zijn om een succesvolle transitie mogelijk te maken.
Inhoudsopgave
·
Raadpleging van belanghebbende partijen
De macrofinanciële bijstand wordt toegekend als een integrerend onderdeel van de internationale steun voor de economische stabilisatie van Oekraïne. Bij de voorbereiding van dit voorstel voor macrofinanciële bijstand hebben de diensten van de Commissie overleg gepleegd met het IMF en de Wereldbank, die omvangrijke financieringsprogramma's aan het invoeren zijn. De Commissie heeft ook regelmatig contact gehad met de Oekraïense overheid.
·
Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid
De diensten van de Commissie hebben, met bijstand van externe deskundigen een operationele beoordeling van de kwaliteit en betrouwbaarheid van de financiële en administratieve procedures van Oekraïne uitgevoerd, waarvan het eindverslag in augustus 2014 is opgesteld.
·
Effectbeoordeling
De macrofinanciële bijstand en het bijbehorende economische aanpassings- en hervormingsprogramma zullen de financieringsbehoeften van Oekraïne op korte termijn helpen te verlichten en beleidsmaatregelen ondersteunen die erop gericht zijn de houdbaarheid van de betalingsbalans en de begroting op middellange termijn te versterken en meer duurzame groei in de hand te werken. De macrofinanciële bijstand zal met name de hervormingsinspanningen op de volgende gebieden ondersteunen: beheer van de overheidsfinanciën en corruptiebestrijding; belastingdienst; hervormingen in de energiesector, met inbegrip van versterking van het sociale vangnet om ervoor te zorgen dat de voortschrijdende intrekking van de subsidies voor de kleinhandelsenergieprijzen gericht wordt opgevangen; hervormingen van de financiële sector, en maatregelen ter verbetering van het ondernemingsklimaat.
·
Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)
De Europese Unie stelt Oekraïne macrofinanciële bijstand beschikbaar voor in totaal ten hoogste 1,8 miljard EUR in de vorm van leningen op middellange termijn. De bijstand zal bijdragen aan de dekking van de resterende externe financieringsbehoeften van Oekraïne in 2015-2016, zoals de Commissie die op basis van de ramingen van het IMF heeft vastgesteld.
Het is de bedoeling dat de bijstand in drie leningtranches wordt uitbetaald. De uitbetaling van de eerste tranche zal naar verwachting plaatsvinden midden 2015. De tweede tranche zou kunnen worden uitbetaald in het vierde kwartaal van 2015. De derde en laatste tranche zou beschikbaar kunnen worden gesteld aan het eind van het eerste kwartaal van 2016. De bijstand zal door de Commissie worden beheerd. Daarbij zijn met het Financieel Reglement strokende specifieke bepalingen ter preventie van fraude en andere onregelmatigheden van toepassing.
De Commissie en de Oekraïense overheid zouden een memorandum van overeenstemming overeenkomen, waarin de structurele hervormingsmaatregelen die met de voorgestelde macrofinanciële-bijstandsoperatie gepaard moeten gaan, onder meer qua timing en volgorde worden vastgelegd. Die maatregelen zullen de hervormingsagenda van de overheid, waaronder de relevante onderdelen van de bovengenoemde nationale hervormingsstrategie voor 2015-2017, en de tenuitvoerlegging van de Associatieovereenkomst EU-Oekraïne ondersteunen, en een aanvulling vormen op de programma's die met het IMF, de Wereldbank en andere multilaterale en bilaterale donoren zijn overeengekomen. Zoals doorgaans voor macrofinanciële bijstand zouden de uitbetalingen onder meer afhankelijk worden gesteld van bevredigende evaluaties in het kader van het IMF-programma en van het feit dat Oekraïne een beroep blijft doen op middelen van het IMF.
De Europese Commissie zal met de Oekraïense overheid consensus nastreven over de verwachte nationale hervormingsstrategie, om ervoor te zorgen dat de conditionaliteit die in het memorandum van overeenstemming voor de voorgestelde macrofinanciële-bijstandsoperatie moet worden overeengekomen, vlot ten uitvoer wordt gelegd. Die beleidsvoorwaarden zouden ervoor moeten zorgen dat enkele van de fundamentele tekortkomingen die de Oekraïense economie in de loop der jaren heeft opgebouwd, worden aangepakt. Mogelijke gebieden van conditionaliteit zouden in beginsel het volgende kunnen omvatten: beheer van de overheidsfinanciën en corruptiebestrijding; belastingdienst; hervormingen in de energiesector; hervormingen van de financiële sector, en maatregelen ter verbetering van het ondernemingsklimaat.
Het besluit om de volledige macrofinanciële bijstand in de vorm van leningen uit te betalen, wordt gerechtvaardigd door het ontwikkelingsniveau van Oekraïne (afgemeten aan het inkomen per hoofd van de bevolking). Het is tevens in overeenstemming met de behandeling die Oekraïne ten deel valt van de Wereldbank en het IMF.
·
Rechtsgrondslag
De rechtsgrondslag voor dit voorstel is artikel 212 van het VWEU.
·
Subsidiariteitsbeginsel
Het subsidiariteitsbeginsel is nageleefd aangezien de doelstelling de macro-economische stabiliteit op korte termijn in Oekraïne te herstellen, onvoldoende kan worden verwezenlijkt door de lidstaten alleen en derhalve beter door de Europese Unie kan worden verwezenlijkt. De belangrijkste redenen zijn de budgettaire beperkingen op nationaal niveau en de behoefte aan krachtige donorcoördinatie om de omvang en de doeltreffendheid van de bijstand zo groot mogelijk te maken.
·
Evenredigheidsbeginsel
Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: het beperkt zich tot het minimum dat vereist is om de doelstelling van macro-economische stabiliteit op korte termijn te verwezenlijken en gaat niet verder dan hetgeen voor dat doel nodig is.
Zoals de Commissie op basis van de ramingen van het IMF in het kader van de stand-by-overeenkomst heeft vastgesteld, komt het bedrag van de bijstand neer op 16,7 % van het geraamde aanvullende financieringstekort voor de periode 2015–Q1 2016. Dit aanzienlijke engagement wordt gerechtvaardigd door: het politieke belang van Oekraïne voor de stabiliteit in de Europese nabuurschap; de politieke integratie van het land met de EU, zoals die tot uiting komt in de Associatieovereenkomst tussen de twee partijen, die op 1 november 2014 voorlopig in werking is getreden, en de uitzonderlijk moeilijke situatie en de daaruit voortvloeiende grote financieringsbehoeften waarmee dit buurland van de EU momenteel wordt geconfronteerd.
·
Keuze van instrumenten
Projectfinanciering of technische bijstand zou niet geschikt of voldoende zijn voor de verwezenlijking van macro-economische doelstellingen. De belangrijkste meerwaarde van macrofinanciële bijstand in vergelijking met andere EU-instrumenten zou zijn dat hij de externe financiële druk snel verlicht en de totstandkoming van een stabiel macro-economisch kader, onder meer door de bevordering van een houdbare betalingsbalans- en begrotingssituatie, en een geschikt kader voor structurele hervormingen faciliteert. Doordat de totstandkoming van een passend algemeen kader voor macro-economisch en structureel beleid wordt gefaciliteerd, kan macrofinanciële bijstand de maatregelen die in Oekraïne in het kader van andere financiële instrumenten van de EU met een nauwere focus worden gefinancierd, doeltreffender maken.
De geplande bijstand zou worden verstrekt in de vorm van een lening en worden gefinancierd met behulp van een lening die de Commissie namens de EU zal opnemen. De kosten van de bijstand voor de begroting zullen gelijk zijn aan het bedrag van de voorziening dat uit begrotingsonderdeel 01 03 06 ("Voorziening van het Garantiefonds") in het Garantiefonds moet worden gestort en dat overeenstemt met 9 % van de uitbetaalde bedragen. In de veronderstelling dat de eerste en de tweede tranche van de lening ten belope van in totaal 1 200 miljoen EUR in 2015 zullen worden uitbetaald en dat de derde tranche van de lening ten belope van 600 miljoen EUR in 2016 zal worden uitbetaald, zal de voorziening van het Garantiefonds overeenkomstig de regels waaraan het Garantiefondsmechanisme onderworpen is, plaatsvinden in het kader van de begrotingen voor 2017 (108 miljoen EUR) en 2018 (54 miljoen EUR). Op basis van de momenteel beschikbare informatie over de verwachte totale voorzieningsbehoeften van het Garantiefonds zullen die aanvullende gevolgen voor de begroting ten dele worden gefinancierd door een hertoewijzing in de indicatieve financiële programmering voor 2017 en 2018 uit macrofinanciële bijstand (subsidies) (begrotingsonderdeel 01 03 02) en ten dele door gebruik te maken van de niet-toegewezen marge voor vastleggingen onder rubriek 4 van het meerjarig financieel kader. De indicatieve uitsplitsing van die financiering is als volgt:
miljoen EUR
|| 2018
Extra uitgaven:||
Voorziening van het Garantiefonds als gevolg van het voorstel (zie het financieel memorandum)| 54
Financieringsbronnen:||
Macrofinanciële bijstand (subsidies) 01.0302 Marge onder rubriek -50 -| -40 -14
·
Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling
Het voorstel bevat een vervalbepaling. De voorgestelde macrofinanciële bijstand zal beschikbaar worden gesteld gedurende tweeënhalf jaar vanaf de eerste dag na de inwerkingtreding van het memorandum van overeenstemming.