Toelichting bij COM(2015)67 - Inschakeling van arbeidscontractanten in 2012 en 2013

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

INHOUD

1. Inleiding 3

2. Ontwikkeling van het aantal arbeidscontractanten binnen de Commissie sinds 2004 4

3. Verdeling bij de Commissie naar sekse en functiegroep 5

4. Verdeling bij de Commissie naar nationaliteit 7

5. Verdeling bij de Commissie per dienst 17

5.1. Verdeling naar sekse en DG 18

5.2. Verdeling naar type contract 20

5.2.1. Arbeidscontractanten 3 bis 20

5.2.2. Arbeidscontractanten 3 ter 22

6. Verdeling bij de overige instellingen en agentschappen 24

6.1. Verdeling bij de overige instellingen 25

6.1.1. Verdeling naar sekse en functiegroep bij de overige instellingen 27

6.1.2. Verdeling naar nationaliteit bij de overige instellingen 28

6.2. Verdeling bij de agentschappen 29

6.2.1. Verdeling naar sekse en functiegroep bij de agentschappen 30

6.2.2. Verdeling naar nationaliteit bij de agentschappen 33


1. Inleiding

Met dit verslag wordt voldaan aan de statutaire verplichting die voortvloeit uit artikel 79, lid 3, van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (hierna 'RAA' genoemd), waarin het volgende wordt bepaald: "De Commissie legt jaarlijks een verslag voor over de inschakeling van arbeidscontractanten, met opgave van het aantal contractanten, het niveau en type van de ambten, het geografisch evenwicht en de begrotingsmiddelen per functiegroep". Het verslag bevat een gedetailleerd overzicht van de arbeidscontractanten (hierna "AC's" genoemd) die op 31 december 2012 en 31 december 2013 in dienst waren.

De begrotingsgegevens (die elk jaar aan het Begrotingscomité van de Raad worden overgelegd - Werkdocument, delen II en III) bevatten een overzicht van de AC's die bij de EU werkzaam zijn op het moment dat de ontwerpbegroting wordt ingediend (onder wie de AC's die zijn aangeworven op basis van bestemmingsontvangsten), dat wil zeggen het overzicht per 1 april van het jaar N-1 (waarbij N het jaar van de ontwerpbegroting is), de uitvoering van de begroting van het jaar N-2 en de kredietaanvragen met ramingen in voltijdsequivalenten voor het jaar N.

Dat verklaart dus eventuele verschillen in het aantal AC's tussen verschillende gegevensbronnen.

Dit verslag bevat de gegevens van alle Europese instellingen (inclusief de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO), die sinds 1 januari 2011 operationeel is) en alle agentschappen in de zin van het Statuut. De gegevens voor de Commissie zijn uitgebreider en betreffen ook het personeel dat vanuit de operationele en onderzoeksposten wordt gefinancierd, de administratieve bureaus, de delegaties, de vertegenwoordigingen en het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO).

In artikel 80 van de RAA wordt beschreven welke werkzaamheden AC's binnen een bepaalde functiegroep (hierna 'FG' genoemd) kunnen verrichten:

FunctiegroepRangWerkzaamheden
FG IV13-18Werkzaamheden van administratieve aard, advisering, werkzaamheden op taalkundig gebied en gelijkwaardige technische werkzaamheden, uitgevoerd onder toezicht van ambtenaren of tijdelijke functionarissen.
FG III8-12Uitvoerende werkzaamheden, werkzaamheden op redactioneel en boekhoudkundig gebied en gelijkwaardige technische werkzaamheden, uitgevoerd onder toezicht van ambtenaren of tijdelijke functionarissen.
FG II4-7Kantoor- en secretariaatswerkzaamheden, kantoorleiding en gelijkwaardige werkzaamheden, uitgevoerd onder toezicht van ambtenaren of tijdelijke functionarissen.
FG I1-3Handenarbeid en administratieve ondersteunende diensten, uitgevoerd onder toezicht van ambtenaren of tijdelijke functionarissen.


De categorie arbeidscontractanten werd in 2004 gecreëerd, in het kader van de hervorming van het Statuut. Sindsdien hebben AC's een nuttige bijdrage geleverd aan het werk van de instellingen. Tegen relatief geringe kosten verrichten zij ondersteunende administratieve werkzaamheden en zij brengen vaardigheden mee waarover de betrokken instelling niet altijd beschikt.

Dit geldt met name voor FG I, die sinds 2004 in de plaats is gekomen van categorie D voor ambtenaren. Sindsdien is (behalve bij het Parlement) geen enkel vergelijkend onderzoek georganiseerd voor bodes, chauffeurs en andere beroepen die kenmerkend zijn voor FG I. Sinds 2004 worden bij de Commissie alleen AC's van FG I voor dit type functie aangesteld; zij kunnen aanspraak maken op een contract voor onbepaalde tijd, mits is voldaan aan bepaalde voorwaarden die worden genoemd in de RAA en de algemene uitvoeringsbepalingen voor arbeidscontractanten.

2. Ontwikkeling van het aantal arbeidscontractanten binnen de Commissie sinds 2004

Eind 2012 bedroeg het totale aantal AC's voor alle instellingen en agentschappen voor het eerst meer dan 10 000. Ongeveer 60 % daarvan werkt bij de Commissie; in 2011 was dat twee derde. In absolute zin is het aantal AC's bij de Commissie min of meer gelijk gebleven; de relatieve daling hangt samen met de stijging van het aantal AC's bij de andere instellingen en agentschappen.

De verdeling over de instellingen en agentschappen wordt verderop geanalyseerd.

1.

De ontwikkeling sinds 2004 binnen de Commissie is als volgt:



De toename van het aantal AC's, dat zich nu heeft gestabiliseerd rond 6000 personen, kan enerzijds worden verklaard uit het feit dat hulpfunctionarissen (in 2003 nog bijna 3000) geleidelijk zijn vervangen door AC's voor ondersteunende taken (artikel 3 ter van de RAA), uit de vervanging van de voormalige categorie D door AC's (artikel 3 bis van de RAA), alsmede uit de omzetting van ambtenarenposten in kredieten voor AC's in de administratieve bureaus. Bovendien worden er AC's aangesteld als tijdelijke vervanging van statutair personeel (artikel 3 ter van de RAA).

Het aantal AC's is tot en met 2009 voortdurend toegenomen, waarna er in 2010 een lichte daling optrad, vooral doordat de resultaten van de nieuwe CAST-selectie 2010 op zich lieten wachten.

In 2011 lijkt er bij de Commissie sprake te zijn van een stabilisatie, als gevolg van twee tegengestelde effecten. Enerzijds heeft de oprichting van de EDEO ertoe geleid dat 277 AC's (die voor directoraat-generaal Relex werkten bij de centrale diensten in Brussel/Luxemburg en bij de delegaties) zijn overgeplaatst van de Commissie naar de EDEO1 en anderzijds heeft de Commissie in 2010-2011 275 nieuwe AC's aangeworven2. Zonder dit vertrek naar de EDEO zou het aantal AC's tussen 2010 en 2011 zijn gestegen met 4,6 %, dat wil zeggen met het gemiddelde percentage van 2008 en 2009.

In 2012 en 2013 is het aantal AC's licht gedaald (respectievelijk met 1 % en 2 %), vooral vanwege de algemene personeelsinkrimping en in afwachting van de inwerkingtreding van het nieuwe statuut in januari 2014.

In september 2013 heeft de Commissie een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling voor AC's 3 ter gedaan, waardoor de DG's nieuwe medewerkers konden aannemen. Gezien de verschillende deadlines voor selectie en aanwerving zal het werkelijke effect van deze oproep vooral in 2014 zichtbaar zijn.

3. Verdeling bij de Commissie naar sekse en functiegroep

In onderstaande tabel is de verdeling van de AC's naar sekse en functiegroep weergegeven.

Verdeling mannen/vrouwen en per functiegroep in 20123

2012VMTotaal%
FGIVFGIV181139,3 %1760,7 %281,7 %
FGIV172230,1 %5169,9 %734,4 %
FGIV167445,7 %8854,3 %1629,8 %
FGIV1521250,2 %21049,8 %42225,5 %
FGIV1437954,1 %32245,9 %70142,3 %
FGIV1316560,7 %10739,3 %27216,4 %
FGIV86352,1 %79547,9 %1 65828,0 %
FGIIIFGIII12956,3 %743,8 %161,6 %
FGIII112942,0 %4058,0 %696,7 %
FGIII1011853,4 %10346,6 %22121,5 %
FGIII0927359,5 %18640,5 %45944,6 %
FGIII0816763,0 %9837,0 %26525,7 %
FGIII59657,9 %43442,1 %1 03017,4 %
FGIIFGII074992,5 %47,5 %532,2 %
FGII0646784,8 %8415,2 %55123,1 %
FGII0588181,3 %20218,7 %1 08345,3 %
FGII0457782,1 %12617,9 %70329,4 %
FGII1 97482,6 %41617,4 %2 39040,4 %
FGIFGI0302100,0 %20,2 %
FGI0221235,5 %38664,5 %59870,9 %
FGI019940,7 %14459,3 %24328,8 %
FGI31136,9 %53263,1 %84314,2 %
Totaal3 74463,2 %2 17736,8 %5 921100,0 %


Op 31 december 2012 telde de Commissie 5 921 AC's. Op 31 december 2013 bedroeg hun aantal 5 807. Het grootste deel daarvan (meer dan 40 %) zit in FG II. De personen in deze functiegroep verrichten secretariaatswerkzaamheden of soortgelijke taken, maar werken bijvoorbeeld ook in de kinderopvang. Daarna volgen FG IV en III.

Verdeling mannen/vrouwen en per functiegroep in 20134

2013VMTotaal%
FGIVFGIV181443,8 %1856,3 %322,0 %
FGIV172430,8 %5469,2 %784,9 %
FGIV167941,1 %11358,9 %19212,1 %
FGIV1522749,1 %23550,9 %46229,0 %
FGIV1436457,0 %27543,0 %63940,1 %
FGIV1310756,6 %8243,4 %18911,9 %
FGIV81551,2 %77748,8 %1 59227,4 %
FGIIIFGIII121052,6 %947,4 %191,9 %
FGIII113649,3 %3750,7 %737,4 %
FGIII1012953,5 %11246,5 %24124,5 %
FGIII0927360,3 %18039,7 %45346,0 %
FGIII0811558,1 %8341,9 %19820,1 %
FGIII56357,2 %42142,8 %98416,9 %
FGIIFGII076291,2 %68,8 %682,9 %
FGII0650283,9 %9616,1 %59825,2 %
FGII0591981,5 %20818,5 %1 12747,4 %
FGII0447180,7 %11319,3 %58424,6 %
FGII1 95482,2 %42317,8 %2 37740,9 %
FGIFGI032148,8 %2251,2 %435,0 %
FGI0221534,6 %40665,4 %62172,7 %
FGI017841,1 %11258,9 %19022,2 %
FGI31436,8 %54063,2 %85414,7 %
Totaal3 64662,8 %2 16137,2 %5 807100,0 %


De man-vrouwverhouding is nagenoeg gelijk gebleven: vrouwen vormen 63,2 % van het totale aantal AC's in 2011, 63,2 % in 2012 en 62,8 % in 2013.

In FG IV zijn vrouwen nog steeds licht in de meerderheid: 52,1% op 31 december 2012 en 51,2% op 31 december 2013. In de andere functiegroepen is de man-vrouwverhouding sinds 2011 nauwelijks gewijzigd. Vrouwen zijn ruim in de meerderheid in FG II (82,6 % in 2012 en 82,2 % in 2013) en in iets mindere mate in FG III (57,9 % in 2012 en 57,2% in 2013). Mannen zijn dan weer in de meerderheid in FG I (63,1 % in 2012 en 63,2 % in 2013).

Dit weerspiegelt nog een traditionele verdeling naargelang van het type verrichte taken: secretaresses en kinderverzorgsters werken in FG II, terwijl FG I grotendeels uit bodes bestaat.

4. Verdeling bij de Commissie naar nationaliteit

Tussen 2005 en 2012 hebben de meeste lidstaten een vergelijkbare groei doorgemaakt, met als opvallende uitzondering de Hongaren, Bulgaren en Roemenen (vanwege hun recente toetreding tot de EU), van wie het aantal AC's relatief sterk is toegenomen.

De volgende nationaliteiten waren het sterkst vertegenwoordigd (in afnemende volgorde): Belgen, Italianen, Fransen, Spanjaarden en Roemenen, gevolgd door Polen en Grieken. Wat de eerste vier nationaliteiten betreft, is deze volgorde sinds 2005 niet gewijzigd. Het Verenigd Koninkrijk en Duitsland zijn, evenals Polen en Nederland, relatief slecht vertegenwoordigd gezien hun inwonertal. België en Italië zijn dan juist weer zeer ruim vertegenwoordigd.

Na de toetreding van Kroatië op 1 juli 2013 waren op 31 december 2013 87 AC's in dienst bij de Commissie.

Verdeling AC's bij de Commissie naar nationaliteit en sekse in 20125


De verdeling naar nationaliteit wordt beïnvloed door verschillende factoren, zoals de plaats waar de Europese instellingen zich bevinden en de looptijd van de contracten.

Aangezien de meeste contracten van beperkte duur zijn, trekken deze veelal kandidaten die al wonen in (de buurt van) de plaats waar de instelling is gevestigd. Voor een geslaagde kandidaat is het soms moeilijk zijn land van herkomst te verlaten (vooral als hij of zij een gezin heeft) en zich voor een beperkte tijd te vestigen in de plaats waar de instelling is gevestigd.

De meeste AC's worden bij de Commissie immers als AC3ter aangesteld met een eenjarig contract dat met twee jaar kan worden verlengd (de maximumduur is dus drie jaar); in het nieuwe Statuut van 2014 is deze periode opgetrokken naar zes jaar.

De invloed van de factor geografische nabijheid blijkt ook uit de samenstelling van de kandidatenlijsten waaruit de Commissie kan putten voor aanwerving. Er bestaan evenwel geen minimumquota per nationaliteit: aanwerving vindt plaats op basis van het profiel, de vaardigheden en de talenkennis van de kandidaten.

Dezelfde tendens in verband met de woonplaats tekent zich af in de tabel over de verdeling naar nationaliteit in de overige instellingen en agentschappen.

Verdeling AC's bij de Commissie naar nationaliteit en sekse in 20136

2013VMTotaal%
AT2758,7 %1941,3 %460,8 %
BE79064,7 %43135,3 %1 22121,0 %
BG13776,5 %4223,5 %1793,1 %
CY1052,6 %947,4 %190,3 %
CZ3173,8 %1126,2 %420,7 %
DE9553,1 %8446,9 %1793,1 %
DK1760,7 %1139,3 %280,5 %
EE2069,0 %931,0 %290,5 %
EL13956,3 %10843,7 %2474,3 %
ES34461,9 %21238,1 %5569,6 %
FI4277,8 %1222,2 %540,9 %
NL42557,5 %31442,5 %73912,7 %
HR6574,7 %2225,3 %871,5 %
HU7274,2 %2525,8 %971,7 %
IE1864,3 %1035,7 %280,5 %
IT56553,3 %49546,7 %1 06018,3 %
LT2955,8 %2344,2 %520,9 %
LU466,7 %233,3 %60,1 %
LV2767,5 %1332,5 %400,7 %
MT872,7 %327,3 %110,2 %
NL2849,1 %2950,9 %571,0 %
PL18779,2 %4920,8 %2364,1 %
PT11465,1 %6134,9 %1753,0 %
RO29978,3%8321,7 %3826,6 %
SE3479,1 %920,9 %430,7 %
SI2374,2 %825,8 %310,5 %
SK4372,9 %1627,1 %591,0 %
UK4449,4 %4550,6 %891,5 %
XX960,0 %640,0 %150,3 %
Totaal3 64662,8 %2 16137,2 %5 807100,0 %


Verdeling naar sekse en functiegroep7

Deze tabellen geven een overzicht van de verdeling naar FG en sekse. In 2012 en 2013 waren alle 27 lidstaten vertegenwoordigd in FG IV en II. Dit geldt in 2012 niet voor FG III, waarin geen Luxemburgers zaten, noch voor FG I, waarin Oostenrijkers en Maltezen ontbreken. In 2013 zaten er geen Luxemburgers of Ieren in FG III en geen Oostenrijkers of Kroaten in FG I.

FGIV

FGIII

FGII

FGI


5. Verdeling bij de Commissie per dienst

Hieronder zijn de gegevens over de AC's gerangschikt per directoraat-generaal (hierna 'DG' genoemd). Er zijn verschillen tussen de DG's, die voornamelijk verband houden met hun taken. Zo werken bij DG DEVCO de meeste AC's in FG IV, die zich bezighouden met internationale hulp en samenwerking of programmabeheer, zowel bij de centrale diensten als bij de delegaties, terwijl bij OIB vooral administratief assistenten en kinderverzorgsters werken (FG II).

Voor het beleid inzake de vervanging van afwezig personeel worden voldoende kredieten toegekend om een continue dienstverlening te garanderen, wat zonder deze tijdelijke vervangingen minder goed mogelijk zou zijn.

5.1. Verdeling naar sekse en DG8


5.2. Verdeling naar type contract9

5.2.1. Arbeidscontractanten 3 bis

2012FGIVFGIIIFGIIFGITotaal
VMTotaalVMTotaalVMTotaalVMTotaal
SG8111919
COMM2621475725821342716163036326
BEPA111
ECFIN2466
ENTR1071717
COMP291111
EMPL22112082831
AGRI951414
MOVE941313
ENER751212
ENV4377
CNECT8152323
RTD118223031
JRC7495656
MARE1341341721
MARKT941313
REGIO369571221
TAXUD1122
EAC1131414
SANCO6399
HOME111
JUST1455
FPI148223325
TRADE12311561115
ELARG485098257229514121
DEVCO2943666602031511114923735
ECHO4155
ESTAT5499
HR17314848
DIGIT4155
BUDG1772424
IAS111
OLAF281010
SCIC5212626
DGT4121616
OIB173202729564306049051138189755
PMO1149358420748255153651391
OIL119716771895174158170
EPSO1122175224429
Totaal4064638691671322998691581 0273115328433 038

2013FGIVFGIIIFGIIFGITotaal
VMTotaalVMTotaalVMTotaalVMTotaal
SG8122020
COMM2812406726931363116783139339
BEPA111
ECFIN2355
ENTR1171818
COMP291111
EMPL12311111982732
AGRI951414
MOVE941313
ENER851313
ENV4266
CNECT8142222
RTD11118233133
JRC7525959
MARE1561541925
MARKT841212
REGIO3811571223
TAXUD1122
EAC1141515
SANCO731010
JUST2577
FPI131326113330
TRADE331145913
ELARG535010346107189615136
DEVCO299345644183250151025719
ECHO5166
ESTAT5388
HR17314848
DIGIT5166
BUDG1672323
IAS111
OLAF281010
SCIC5212626
DGT5101515
OIB143173331644305948949141190760
PMO1145347921551266143953399
OIL11811198724111164056187
EPSO22185234429
Totaal4144428561801403208951711 0663145408543 096


5.2.2. Arbeidscontractanten 3 ter

2012FGIVFGIIIFGIITotaal
VrouwManTotaalVrouwManTotaalVrouwManTotaal
SG2241561261828
SJ134331011118
COMM11213851317
BEPA11334
ECFIN22474111121328
ENTR102131136194254797
COMP9413128201842255
EMPL129211811292863484
AGRI1312251051520143474
MOVE549107172152652
ENER5383471611732
ENV617332632939
CLIMA3322911015
CNECT201939442367871097203
RTD6755122646212616539204452
JRC18203825376215242194294
MARE12921641062839
MARKT4155381552033
REGIO124161410243343777
TAXUD1342135512
EAC751265111121336
SANCO181230158233794699
HOME336331311423
JUST774481431732
FPI4598111951634
TRADE554371621830
ELARG45246927154221728139
DEVCO856515074311058021101356
ECHO459116171531844
ESTAT101020129213453980
HR1142653177077
DIGIT426821016
BUDG1165111231527
IAS11123337
OLAF11141415
SCIC1541919
DGT652590224461763157
OP336391151628
CdP-OSP1011111
Totaal4573327894293027311 1052581 3632 883

2013FGIVFGIIIFGIITotaal
VMTotaalVMTotaalVMTotaal
SG22145771421
SJ112131211317
COMM213551013
BEPA444
ECFIN5386612101030
ENTR1321341682438846104
COMP9716116171231548
EMPL108182011312883685
AGRI1310231141526113775
MOVE426126181732044
ENER24646101211329
ENV66442532838
CLIMA1231011114
CNECT202343321648841296187
RTD5458112456010515439193410
JRC25194430417116743210325
MARE1081862871834
MARKT2687291462037
REGIO8412139222963569
TAXUD13411338
EAC64105491511635
SANCO22729151025431053107
HOME2351162814
JUST426448101024
FPI6397111861734
TRADE223141411521
ELARG3332652092916622116
DEVCO696813775301058021101343
ECHO43797161932245
ESTAT771497162993868
HR31431451126371
DIGIT32572914
BUDG1124371431726
IAS1123257
OLAF221922123
SCIC1431717
DGT592079112341347128
OP123235931220
CdP-OSP666
Totaal4013357363832816641 0592521 3112 711


6. Verdeling bij de overige instellingen en agentschappen

In 2012 bedroeg het aantal AC's bij de andere instellingen en de agentschappen 3983 en in 2013 4179, tegen 3702 in 2011. Dit betekent een stijging van 7,6 % tussen 2011 en 2012 en van 4,9 % tussen 2012 en 2013.

Ontwikkeling van de verdeling van AC's bij de overige instellingen en agentschappen sinds 2010


* De oprichting van de EDEO op 1 januari 2011 en de overheveling van 313 AC's van de Commissie naar de EDEO per die datum verklaart grotendeels de sterke stijging van het aantal AC's tussen 2010 en 2011. Meer informatie hierover is te vinden in het verslag van de Commissie aan de Raad over de inschakeling van arbeidscontractanten in 2011.

6.1. Verdeling bij de overige instellingen10

Het aantal AC's in de overige instellingen is tussen 2011 en 2013 gestegen met 11,3 %, beide jaren met ongeveer eenzelfde percentage: +5,8 % tussen 2011 (1488 AC) en 2012 (1575 AC) en +5,2 % tussen 2012 (1575 AC) en 2013 (1657 AC). Deze toename komt grotendeels voor rekening van het Parlement: 743 AC in 2011 en 874 AC in 2013, dat wil zeggen +17,6 % voor deze instelling voor de periode 2011-2013.

Het aantal AC's bij het Hof van Justitie daalde tussen 2011 (116 AC) en 2012 (107 AC), maar nam tussen 2012 en 2013 weer met 30 toe, wat meer dan een derde is van de toename van het aantal AC's voor alle andere instellingen samen.

Verdeling AC's bij de overige instellingen in 2012


Verdeling AC's bij de overige instellingen in 2013


6.1.1. Verdeling naar sekse en functiegroep bij de overige instellingen


6.1.2. Verdeling naar nationaliteit bij de overige instellingen


6.2. Verdeling bij de agentschappen11

Het aantal AC's in de agentschappen neemt gestaag toe: van 1933 in 2010, 2214 in 2011, 2408 in 2012 tot 2522 in 2013.

Volgens de gegevens van DG BUDG kunnen de agentschappen worden ingedeeld in drie 3 categorieën: gedecentraliseerde agentschappen, gemeenschappelijke ondernemingen en het Europees Instituut voor innovatie en technologie, en de uitvoerende agentschappen.

Verdeling AC's bij de agentschappen sinds 2010


*Meer informatie over 2010 en 2011 is te vinden in het verslag van de Commissie aan de Raad over de inschakeling van arbeidscontractanten in die jaren.

De toename van het aantal AC's met 114 personen tussen 2012 en 2013 is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de 30 extra AC's voor het Uitvoerend agentschap onderzoek (REA), 20 AC's voor het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) en 14 AC's voor het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA). Bij verschillende agentschappen daalde het aantal AC's daarentegen, met name bij het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) (-14 vte) en het Europees orgaan voor de justitiële samenwerking (Eurojust) (-10 vte).

De helft van het aantal AC's bij de agentschappen (49 % in 2012 en 48 % in 2013) werkt bij een uitvoerend agentschap, ongeveer 44 % werkt bij een gedecentraliseerd agentschap en de rest bij gemeenschappelijke ondernemingen of het Europees Instituut voor innovatie en technologie.

In 2013 zijn twee nieuwe agentschappen opgericht: eu-LISA, het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht, dat gevestigd is in Tallinn, en BEREC Office, het Bureau van het orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie, in Riga. De invloed daarvan is evenwel beperkt: er zijn 5 AC's aangeworven voor eu-LISA en 2 voor BEREC Office.

6.2.1. Verdeling naar sekse en functiegroep bij de agentschappen

De verdeling naar functiegroep is tamelijk homogeen voor de drie categorieën agentschappen en is tussen 2012 en 2013 gelijk gebleven.

Verdeling naar functiegroep bij de agentschappen in 2012


Verdeling naar functiegroep bij de agentschappen in 2013


6.2.2. Verdeling naar nationaliteit bij de agentschappen

De plaats van vestiging van een agentschap is een doorslaggevende factor in de nationaliteit van de AC's.

De geografische spreiding bij de uitvoerende agentschappen, die in dezelfde plaatsen als de Commissie zijn gevestigd, is gelijkaardig als bij de Commissie, waar Belgen, Italianen, Fransen en Spanjaarden het sterkst vertegenwoordigd zijn.

Ook bij de andere agentschappen en gemeenschappelijke ondernemingen hangt de nationaliteit van de AC's sterk samen met de plaats van vestiging. Zo werkten in 2012 en 2013 bij het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding in Thessaloniki veelal Griekse AC's, bij Frontex in Warschau Polen, bij het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving in Lissabon Portugezen, bij Artemis in Brussel Belgen, enz.

Verdeling naar nationaliteit bij de agentschappen in 2012


Verdeling naar nationaliteit bij de agentschappen in 2013


1Bron: Sysper2.

2Bron: Sysper2.

3Bron: Statistisch bulletin van de Commissie.

4Bron: Statistisch bulletin van de Commissie.

5Bron: Statistisch bulletin van de Commissie.

6Bron: Statistisch bulletin van de Commissie.

7Bron: Statistisch bulletin van de Commissie.

8Bron: Statistisch bulletin van de Commissie.

9Bron: Statistisch bulletin van de Commissie.

10Bron: Eurostat.

11Bron: Eurostat.

NL NL