Toelichting bij COM(2015)131 - Jaarlijks verslag over de uitvoering van deel IV van de associatieovereenkomst met Midden-Amerika - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2015)131 - Jaarlijks verslag over de uitvoering van deel IV van de associatieovereenkomst met Midden-Amerika. |
---|---|
bron | COM(2015)131 |
datum | 18-03-2015 |
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Jaarlijks verslag over de uitvoering van deel IV van de associatieovereenkomst tussen de EU en Midden-Amerika /* COM/2015/0131 final */
Inhoudsopgave
- VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
- 2. ALGEMENE BEOORDELING: ONTWIKKELING VAN DE HANDEL
- 2.1. Methode
- 2.2. Ontwikkeling van de algemene handelsstromen met Midden-Amerika (goederen)
- De handelsstroom tussen de EU en Midden-Amerika en de jaarlijkse ontwikkeling ervan
- Door de EU aan Midden-Amerika toegekende TC's - Gebruik tot en met 26 november 2014
- 2.6. Diensten
- 3. ACTIVITEITEN VAN DE INSTANTIES DIE TOEZICHT HOUDEN OP DE UITVOERING
- 3.1. Subcomité Technische handelsbelemmeringen
- 3.2. Raad inzake handel en duurzame ontwikkeling
- 3.3. Subcomité Intellectuele eigendom
- 3.4. Subcomité Sanitaire en fytosanitaire aangelegenheden
- 3.5. Subcomité Douane, handelsbevordering en oorsprongsregels
- 3.6. Subcomité Markttoegang voor goederen
- 3.7. Associatiecomité
- 3.8. Associatieraad
- 4. NALEVING VAN DE VERPLICHTINGEN OP HET GEBIED VAN HANDEL EN DUURZAME ONTWIKKELING
- 4.1. Institutionele aspecten
- 4.2. Uitvoering van verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO)
- 4.3. Uitvoering van multilaterale milieuovereenkomsten
- 4.4. Ontwikkeling van een positieve agenda voor handel en duurzame ontwikkeling
- 5. UITVOERING VAN VERORDENING (EU) NR. 20/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD TOT UITVOERING VAN DE BILATERALE VRIJWARINGSCLAUSULE EN HET STABILISATIEMECHANISME VOOR BANANEN
- 5.1. Ontwikkeling van de invoer van bananen uit Midden-Amerika
- 2014*
- De invoer van bananen in het kader van het stabilisatiemechanisme
- 6. CONCLUSIE
Jaarlijks verslag over de uitvoering van deel IV van de associatieovereenkomst tussen de EU en Midden-Amerika
Inleiding
Op 29 juni 2012 heeft de EU de associatieovereenkomst ("de overeenkomst") met Midden-Amerika ondertekend. Deel IV van de overeenkomst, met betrekking tot handel, wordt sinds 1 augustus 2013 voorlopig toegepast ten aanzien van Nicaragua, Honduras en Panama, sinds 1 oktober 2013 ten aanzien van El Salvador en Costa Rica en sinds 1 december 2013 ten slotte ten aanzien van Guatemala[1].
De Commissie voorziet het Parlement en de Raad geregeld van recente informatie over de uitvoering van de overeenkomst. Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 20/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 tot uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausule en het stabilisatiemechanisme voor bananen in de Overeenkomst[2] ("de verordening") moet de Commissie ter aanvulling een jaarlijks verslag indienen bij het Europees Parlement en de Raad. Dit verslag komt tegemoet aan dat vereiste.
In overeenstemming met artikel 13 van de verordening bevat dit verslag drie secties:
een samenvatting van de statistieken en een algemene beoordeling van de handelsstromen (deel 2); informatie over de activiteiten van de diverse instanties die bevoegd zijn voor het toezicht op de uitvoering van de overeenkomst (deel 3) en over de naleving van de verplichtingen uit hoofde van de titel Handel en duurzame ontwikkeling (deel 4); informatie over de toezichtactiviteiten als bedoeld in de verordening (deel 5).
Door de beperkte beschikbaarheid van gegevens die voor dit eerste jaarlijks verslag kunnen worden gebruikt, is het onmogelijk om definitieve conclusies over de gevolgen van de overeenkomst te trekken. Veranderingen in handelsstromen mogen niet uitsluitend aan de uitvoering van de overeenkomst worden toegeschreven; tal van andere factoren hebben ook een invloed op die cijfers, zoals schommelingen in de vraag of de mondiale prijzen. Er dient ook op te worden gewezen dat voor Midden-Amerika de tariefafbraakperiode langer is dan voor de EU, aangezien de asymmetrie van de ontwikkelingsgraad van de economieën tot uiting komt in hun respectievelijke tarieflijsten. Gedurende het eerste jaar van toepassing is de tariefverlaging voor EU-invoer uit Midden-Amerika daarom hoger dan voor Midden-Amerikaanse invoer uit de EU.
Er dient te worden opgemerkt dat de Midden-Amerikaanse landen vóór de uitvoering van de overeenkomst via het stelsel van algemene preferenties ("SAP"), dat ontwikkelingslanden tariefconcessies toekende, een preferentiële toegang tot de EU-markt genoten. Door de toepassing van dat stelsel genoten enkele belangrijke Midden-Amerikaanse producten (bijvoorbeeld koffie en fruit) al een rechtenvrije behandeling. De tariefconcessies die krachtens de overeenkomst zijn toegekend, hebben echter betrekking op een breder gamma van producten dan in het kader van het SAP en zijn permanent. De overeenkomst zal naar verwachting leiden tot een meer gediversifieerde Midden-Amerikaanse uitvoer, maar er is tijd nodig om dat doel te bereiken.
De volgende analyse van de bilaterale handelsstromen is gebaseerd op een vergelijking van de gegevens voor een periode van twaalf maanden (oktober 2013 - september 2014) met die van dezelfde periode van het voorgaande jaar (oktober 2012 - september 2013). Hierna wordt met het eerste jaar van uitvoering de periode van twaalf maanden tussen 1 oktober 2013 en 30 september 2014 bedoeld. Tenzij anders vermeld, is dit verslag gebaseerd op gegevens van Eurostat.
Er dient te worden opgemerkt dat de statistieken van Eurostat en die van Midden-Amerika grote afwijkingen vertonen wat betreft Panama (+255 %) en Costa Rica (+46 %). Die afwijkingen zijn besproken in het subcomité Markttoegang en er is overeengekomen dat er een gezamenlijke analyse wordt uitgevoerd om de oorzaken daarvan te zoeken.
Nieuwe gegevens van de economische commissie van de Verenigde Naties voor Latijns-Amerika en de Cariben tonen aan dat de buitenlandse directe investeringen in Midden-Amerika in het eerste semester van 2014 relatief stabiel zijn gebleven ten opzichte van 2013. Niettemin is de handel[3] tussen de Midden-Amerikaanse landen onderling en tussen die regio en de rest van de wereld met 1 tot 2 % gekrompen. Evenzo zijn de mondiale handelsstromen van de EU met 3 % afgenomen.
Ondanks die algemene daling van de handelsstromen en hoewel het te vroeg is om definitieve conclusies te trekken, is er sprake van een stijgende trend wat betreft de handelsstromen van bepaalde landen en specifieke goederen. De handelsstromen van de EU met de regio zijn stabiel gebleven of zijn zelfs toegenomen, met uitzondering van Panama, waarmee de handel beduidend is gekrompen in vergelijking met 2012 (-11,9 %). Dat kan echter verband houden met de algemene daling van de EU-uitvoer naar Zuid-Amerika, waarbij de vrijhandelszone van Panama een sleutelrol speelt als regionale hub.
Door de onzekerheid over de datum van voorlopige toepassing in 2013 hebben handelaren mogelijk moeilijkheden ondervonden om de voordelen van de overeenkomst te integreren in hun beslissingen. Desondanks zijn er indicatoren die erop wijzen dat ondernemingen in specifieke sectoren in toenemende mate gebruikmaken van de overeenkomst.
De waarde van de EU-invoer van goederen uit Midden-Amerika is met 3,4 % (6 629 miljoen EUR) gestegen, terwijl de EU-uitvoer naar Midden-Amerika met 6,3 % (5 106 miljoen EUR) is gedaald. In 2014 vertoonde de handelsbalans van de EU derhalve een deficit van 1 528 miljoen EUR (het voorgaande jaar bedroeg het deficit 962 miljoen EUR).
Uitvoer| Invoer| Totale handelsstromen
Costa Rica| 1,5 %| 4 -0,7 %| 4 -0,4 %
El Salvador| 13,9 %| -6,0 %| 8,1 %
Guatemala| 7,7 %| 4,0 %| 1 6,1 %
Honduras| 15,3 %| 3,1 %| 1 7,0 %
Nicaragua| 0,0 %| 28,7 %| 16,9 %
Panama| 2 ‑19,0 %| 29,7 %| 2 ‑11,9 %
Totaal| 5 -6,3 %| 6 3,4 %| 11 -1,1 %
(miljoen EUR - periode 1/10/2013 tot en met 30/9/2014)
De belangrijkste bestemming van de EU-uitvoer naar Midden-Amerika was Panama (46 %), gevolgd door Guatemala en Costa Rica (elk 16 %). De belangrijkste uitvoer betrof volgens de SITC-classificatie machines en vervoermaterieel (32,7 %), gevolgd door chemische producten (17,5 %). De EU-uitvoer is erg gediversifieerd en de 15 meest uitgevoerde producten (volgens waarde) vertegenwoordigen 28 % van de gehele uitvoer. In totaal zijn in het eerste jaar van uitvoering 5 817 verschillende producten uitgevoerd naar Midden-Amerika (+0,5 % in vergelijking met het voorgaande jaar).
De EU-uitvoer naar Midden-Amerika is met 6,3 % gedaald. Die daling, die voornamelijk betrekking had op Panama (-19 %), zou verband kunnen houden met de algemene negatieve trend wat de Zuid-Amerikaanse regio betreft. De EU-uitvoer naar Midden-Amerika is erg veranderlijk (zowel positief als negatief) wat betreft producten als zware machines, spoorwegmaterieel, vliegtuigen en vaartuigen, die een groot deel van de gehele uitvoer vertegenwoordigen en waarvoor de handelsstromen zijn gekoppeld aan kapitaal- of industriële investeringen.
Het aanboren van een nieuwe markt kan tijd vergen en is niet enkel afhankelijk van het bestaan van een vrijhandelsovereenkomst, maar er dient te worden opgemerkt dat van de EU-uitvoer naar Midden-Amerika die in relatieve termen het meest is toegenomen 9 van de 15 producten een preferentiële tariefbehandeling uit hoofde van de overeenkomst genoten, bijvoorbeeld:
bij vliegtuigonderdelen was er in het eerste jaar van uitvoering sprake van een stijging van 2,5 naar 39,5 miljoen EUR (+1 431 %); bij afbeeldingen en drukwerk was er in het eerste jaar van uitvoering sprake van een stijging van 0,4 naar 3,4 miljoen EUR (+644 %); bij drinkglazen was er in het eerste jaar van uitvoering sprake van een stijging van 0,3 naar 1,6 miljoen EUR (+432 %).
De belangrijkste EU-invoer uit Midden-Amerika betrof materieel en machines (42 %), gevolgd door voedsel en levende dieren (39,4 %). De belangrijkste bron van EU-invoer uit Midden-Amerika is Costa Rica (62 %), gevolgd door Honduras en Panama (elk 11 %). De invoer van uitrusting en machines uit Midden-Amerika is voornamelijk van oorsprong uit Costa Rica (86 % van alle uit Midden-Amerika ingevoerde uitrusting en machines).
In totaal zijn in het eerste jaar van uitvoering 2 281 verschillende producten ingevoerd uit Midden-Amerika (+3 % in vergelijking met het voorgaande jaar). Ondanks die positieve evolutie blijft de diversificatie van de uit Midden-Amerika ingevoerde producten beperkt: de vier meest ingevoerde producten vertegenwoordigen ongeveer 60 % van de gehele EU-invoer uit Midden-Amerika (elektronische assemblages van gegevensverwerkende machines (IT-moederborden) (32 %), koffie (10 %), bananen (10 %) en ananassen (7 %)).
In het algemeen is de EU-invoer uit Midden-Amerika in het eerste jaar van uitvoering met 3,4 % gestegen, ondanks het feit dat de invoer van de twee meest verhandelde producten is gedaald (assemblages van gegevensverwerkende machines en koffie zijn respectievelijk met 7,2 % en 17 % gedaald). Die daling houdt waarschijnlijk verband met externe factoren: de daling van de invoer van gegevensverwerkende machines kan een vroeg teken zijn van de lopende reorganisatie van die bedrijfstak als gevolg van de recente aankondiging van de belangrijkste producent in Midden-Amerika dat hij zijn vestiging van Costa Rica naar Zuidoost-Azië zal verplaatsen. De daling van de koffie-invoer houdt verband met de ernstige droogte en de koffieroestepidemie ("roya" in het Spaans).
Opmerkelijke positieve veranderingen van de onlangs geliberaliseerde Midden-Amerikaanse uitvoer konden bijvoorbeeld bij de volgende producten worden vastgesteld:
bij rietsuiker was er sprake van een stijging met 394 % (van 8 naar 41 miljoen EUR); bij ingevroren garnalen was er sprake van een stijging met 63 % (van 0,1 naar 0,16 miljoen EUR); bij gebottelde rum was er sprake van een stijging met 205 % (van 5,6 naar 17 miljoen EUR); bij maniokwortel was er sprake van een stijging met 39 % (van 10 naar 14 miljoen EUR).
2.5. Gebruik van tariefcontingenten (TC’s)
De overeenkomst voorziet in verscheidene TC's die de andere partij een preferentiële tariefbehandeling toekennen tot aan de kwantitatieve drempel van het contingent. Boven die drempel is het MBN-tarief van toepassing.
In het algemeen wijst de voorlopige analyse van het gebruik van de contingenten erop dat handelaren in aanzienlijke mate gebruik hebben gemaakt van TC's voor producten die al vóór de voorlopige toepassing van de overeenkomst werden verhandeld, terwijl er slechts in geringe mate handel is ontstaan in producten die vóór de uitvoering van de overeenkomst niet werden verhandeld.
De EU heeft ingestemd met acht TC's ten gunste van Midden-Amerika voor producten die vóór de uitvoering van de overeenkomst geen preferentiële toegang tot de EU-markt hadden. In 2013 hebben de Midden-Amerikaanse marktdeelnemers geen gebruik gemaakt van die TC's, met uitzondering van de TC's voor suiker, die voor 95 % werden gebruikt.
In 2014 werd slechts voor twee categorieën (rietsuiker en rum) van TC's gebruikgemaakt. Van de toegestane 166 860 ton voor rietsuiker werd 143 791 ton gebruikt (86 %). Qua waarde is de EU-invoer van producten die onder het TC voor suiker vallen, gestegen van 47,5 naar 84,7 miljoen EUR (+78 %).
Oorsprong| Producten| Eenheid| TC-volume| EU-invoer| Benuttingsgraad
Midden-Amerika| Knoflook| ton| 0 %
Rijst| 21 0 %
Maniokwortel| 5 0 %
Vlees van runderen| 10 0 %
Champignons| 0 %
Suikermais| 1 0 %
Midden-Amerika met uitzondering van Panama| Suiker| 154 135 88 %
Rum in recipiënt > 2 l| Liter zuivere alcohol| 1 21 %
Panama| Rum in recipiënt > 2 l| 0 %
Suiker| ton| 12 8 69 %
Nicaragua| Vlees van runderen| 0 %
Naast de TC's heeft de EU aan Midden-Amerika ook voor 118 tarieflijnen een afwijking van de oorsprongsregels uit hoofde van specifieke contingenten toegekend. Die afwijkingen verlenen Midden-Amerika in wezen een zekere flexibiliteit wat betreft de oorsprong van welbepaalde producten, tot aan de kwantitatieve drempel van het contingent. Boven die drempels zijn strengere oorsprongsregels van toepassing. Die regelingen hebben voornamelijk betrekking op textielproducten. Het gebruik van die afwijkingen is echter vrijwel verwaarloosbaar en de hoeveelheden die uit hoofde van die contingenten worden ingevoerd, blijven zeer beperkt en betreffen slechts een klein deel van de handelsstroom die voor de preferentiële behandeling in aanmerking kan komen. Die laatste bevinding bevestigt een algemene trend die bij recent uitgevoerde overeenkomsten werd vastgesteld, namelijk dat het de handelaren tijd kost om hun handelskanalen aan de nieuwe omgeving aan te passen.
Midden-Amerika heeft de EU voor vier specifieke producten TC's toegekend. Alle door die TC's bestreken EU-uitvoer is als volgt gestegen:
gepekelde ham: de EU-uitvoer is van 1,2 naar 1,5 miljoen EUR gestegen (+22 %); melkpoeder: de EU-uitvoer is van 2,9 naar 5,7 miljoen EUR gestegen (+96 %); kaas: de EU-uitvoer is van 7,1 naar 9,3 miljoen EUR gestegen (+32 %); wei: de EU-uitvoer is van 0,5 naar 0,6 miljoen EUR gestegen (+17 %); bereidingen van varkensvlees: de EU-uitvoer is van 9,1 naar 10,6 miljoen EUR gestegen (+16 %).
In het algemeen hebben die TC's als een stimulans gediend voor producten die al vóór de uitvoering van de overeenkomst werden verhandeld, al is er nog een zekere groeimarge, aangezien de uitvoer onder de drempels is gebleven.
Gegevens over de handel in diensten worden geproduceerd met een aanzienlijke vertraging en worden gepresenteerd in geaggregeerde vorm, waardoor het niet realistisch is om in dit stadium een analyse te maken die vergelijkbaar is met die van de handel in goederen. Dit aspect zal dus worden behandeld in het jaarlijks verslag over de uitvoering zodra er voldoende gegevens beschikbaar zijn.
De bij de overeenkomst opgerichte instanties die toezicht houden op de uitvoering bestaan uit een Associatieraad, die regelmatig op ministerieel niveau bijeenkomt, een Associatiecomité en zes subcomités die jaarlijks bijeenkomen. De eerste bijeenkomsten van die instanties hebben in mei en juni 2014 in Honduras plaatsgevonden, met uitzondering van de Raad inzake handel en duurzame ontwikkeling, die op 17 en 18 november in Nicaragua heeft vergaderd.
Tijdens de bijeenkomst van 13 mei 2014 hebben Midden-Amerika en de EU gesproken over:
de uitvoering van vier technische voorschriften door Midden-Amerika (etikettering van alcoholische dranken, room (zuivel) en etikettering van schoeisel); twee Costa Ricaanse technische voorschriften (banden en elektrische installaties); de verbintenissen die door de Midden-Amerikaanse regio zijn aangegaan ter bevordering van haar economische integratie door regionale technische voorschriften goed te keuren.
De EU heeft herinnerd aan de verbintenis van Midden-Amerika om schriftelijke antwoorden te verstrekken op de schriftelijke opmerkingen die de EU in het kader van de TBT/WTO-kennisgevingsprocedure heeft ingediend. Midden-Amerika heeft nota genomen van het verzoek en heeft zich ertoe verbonden te antwoorden.
In het kader van zijn verplichtingen met betrekking tot de uitvoering van technische voorschriften ter bevordering van de regionale economische integratie had Midden-Amerika zich bereid verklaard om één regionale productregistratie in te voeren. Dat voorschrift was nog niet uitgevoerd, maar Midden-Amerika heeft te kennen gegeven dat de nieuwe wettelijke voorschriften ter zake binnenkort in werking zouden treden.
De EU en Midden-Amerika hebben de dialoog over handel en duurzame ontwikkeling aangeknoopt en hun ervaringen uitgewisseld over interne mechanismen ter bevordering van de deelname van het maatschappelijk middenveld en groepen die zich inzetten voor de uitvoering van de bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling van de overeenkomst (zie ook deel 4 hieronder).
De eerste bijeenkomst van het subcomité Intellectuele eigendom, op 22 en 23 mei 2014, had tot doel:
overeenstemming te bereiken met Midden-Amerika over de inhoud van het besluit met beschermde geografische aanduidingen; de meest recente stand van zaken uit te wisselen met betrekking tot de lopende procedures ter bescherming van geografische aanduidingen van de EU en Midden-Amerika, met name wat betreft lopende oppositieprocedures betreffende enkele belangrijke geografische aanduidingen van de EU; en de dialoog aan te knopen over manieren om de registratieprocedures voor geografische aanduidingen in Midden-Amerika te vereenvoudigen.
Het resultaat van de bijeenkomst van dit subcomité was positief, aangezien de partijen overeenstemming hebben bereikt over een lijst met beschermde geografische aanduidingen en over het feit dat er ruimte is om de registratieprocedures in Midden-Amerika te vereenvoudigen en te versoepelen, met het oog op de bevordering van een geharmoniseerde aanpak op regionaal niveau.
Tijdens de eerste bijeenkomst van het subcomité, op 17 en 18 juni, werd onder meer gesproken over invoervereisten, verificaties, maatregelen in verband met dier- en plantgezondheid, gelijkwaardigheid en technische bijstand. De belangrijkste doelstellingen waren:
mogelijke problemen bij de uitvoering van de overeenkomst nauwkeuriger in kaart brengen en naar oplossingen zoeken; belemmeringen van de markttoegang aanpakken, nieuwe verzoeken om een invoervergunning behandelen en manieren vinden om de handel te vergemakkelijken of open te stellen; van alle Midden-Amerikaanse landen de bevestiging krijgen dat de artikelen over de goedkeuring van de lijst van inrichtingen en over controles correct worden geïnterpreteerd en toegepast en dat Midden-Amerika de kosten draagt van door bevoegde Midden-Amerikaanse autoriteiten uitgevoerde controles in Europa; het niveau van integratie van Midden-Amerika en lopende discussies daarover binnen de regio bespreken.
Het resultaat van het subcomité was in het algemeen positief: Midden-Amerika zet zich in om de doelstellingen van de overeenkomst te bereiken.
Tijdens de eerste bijeenkomst van dit subcomité, op 28 en 29 april, hebben de partijen gesproken over:
de nakoming door Midden-Amerika van zijn verbintenissen inzake regionale integratie; twee toelichtingen met betrekking tot oorsprongsregels en het oplossen van kleinere praktische problemen waarmee de handelaren te maken krijgen tijdens de eerste maanden van preferentiële handel in het kader van de overeenkomst.
De EU heeft ook haar bezorgdheid uitgedrukt over de neiging van Midden-Amerikaanse landen om scanapparatuur te installeren aan hun grenzen en om ad valorem-vergoedingen aan te rekenen die volgens de EU in strijd kunnen zijn met de overeenkomst.
De agendapunten van de eerste bijeenkomst van dit subcomité, op 19 juni, waren erop gericht een stand van zaken op te maken van:
· de Costa Ricaanse wettelijke voorschriften tot invoering van een minimumuitvoerprijs voor bananen;
· de door Nicaragua bij elke grenscontrolepost aangerekende vergoeding voor het scannen van goederen;
· de door de EU ingevoerde administratieve controle van bepaalde Midden-Amerikaanse producten waarvoor de TC's gelden.
Wat de wettelijke voorschriften inzake een minimumuitvoerprijs voor bananen betreft, heeft Costa Rica erkend dat geen enkele bepaling in deze overeenkomst het land uitdrukkelijk toestaat van die wettelijke voorschriften gebruik te maken. Costa Rica is echter van oordeel dat de minimumuitvoerprijs gezien de huidige marktprijs voor bananen geen belemmering vormt voor de handel. De EU heeft opgemerkt dat zij die kwestie zal blijven opvolgen.
In verband met de door Nicaragua toegepaste scanvergoeding heeft de EU erop gewezen dat in rekening gebrachte vergoedingen volgens de overeenkomst niet hoger mogen zijn dan de kosten van de verleende diensten. Nicaragua heeft de EU ervan verzekerd dat de wettelijke voorschriften stroken met zijn internationale verbintenissen.
De partijen hebben ook informatie uitgewisseld over mogelijke toekomstige werkterreinen en zijn overeengekomen te zullen samenwerken bij het verzamelen van gemeenschappelijke betrouwbare statistieken.
Het Associatiecomité heeft tijdens zijn bijeenkomst op 25 juni een stand van zaken van de werkzaamheden van de verschillende subcomités opgemaakt en andere handelsgerelateerde kwesties besproken. Er is bijzondere nadruk gelegd op de kwesties van regionale economische integratie en de noodzaak om Midden-Amerikaanse maatregelen tegen het vrije intraregionale verkeer van goederen te vermijden, aangezien de voornaamste begunstigde van eenvoudiger handelsstromen in de eerste plaats Midden-Amerika is.
De partijen hebben zich gebogen over het verzoek van Midden-Amerika om compensaties voor de toetreding van Kroatië tot de EU, hebben de huidige verschillen in aanpak erkend en hebben besloten de dialoog daarover voort te zetten, met de bedoeling om zo snel mogelijk overeenstemming te bereiken. De EU heeft ook haar ongerustheid geuit over de Panamese wet op maritieme hulpdiensten, die buitenlandse handelaren discrimineert. De EU en Panama hebben besproken of de wet de markttoegang al dan niet aantast en Panama heeft te kennen gegeven dat de nieuwe regering zal reageren ten aanzien van de EU.
De Associatieraad heeft zich tijdens zijn bijeenkomst op 27 juni over het door het Associatiecomité geleverde werk gebogen en heeft met de resultaten ervan ingestemd. De Associatieraad heeft vijf besluiten goedgekeurd, waaronder zijn eigen reglement van orde en zijn verschillende structuren, de lijst met beschermde geografische aanduidingen en het reglement van orde van het mechanisme voor geschillenbeslechting.
De Midden-Amerikaanse deelnemers hebben ook nogmaals gewezen op het belang van de overeenkomst in termen van handel, regionale integratie en nauwere betrekkingen, waarvan zij een positief effect verwachten op de economische en sociale ontwikkeling van Midden-Amerika. Voorts hebben de Midden-Amerikaanse deelnemers de wens uitgesproken dat de overeenkomst snel door de overige 19 lidstaten van de EU wordt geratificeerd, zodat ook de politieke pijler en de samenwerkingspijler in werking kunnen treden. De EU heeft de stand van zaken voorgesteld wat het ratificatieproces in Europa betreft. Voorts heeft de EU verwezen naar de inwerkingtreding van de overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking in 2014.
In het eerste jaar van uitvoering van de overeenkomst waren de activiteiten voornamelijk gericht op het opzetten van de institutionele structuren uit hoofde van titel VIII, over handel en duurzame ontwikkeling.
De eerste bijeenkomst van de intergouvernementele Raad inzake handel en duurzame ontwikkeling werd op 18 en 19 november 2014 in Managua, Nicaragua, gehouden. Gelijktijdig werd een bijeenkomst van het forum voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld gehouden, gevolgd door een gezamenlijke zitting van de raad en het forum.
Aan de bijeenkomst van de raad namen voor Midden-Amerika ook vertegenwoordigers van de ministeries van Handel, Werk en Milieu deel. Het forum voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld werd georganiseerd door de Nicaraguaanse adviesgroep van het maatschappelijk middenveld en er werden een aantal presentaties gegeven over onderwerpen als arbeidsrechten, klimaatverandering, eerlijke handel en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het werd bijgewoond door meer dan 100 mensen.
De EU-adviesgroep bestaat uit vertegenwoordigers van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van maatschappelijke organisaties van de EU die na een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling, gelanceerd via de gegevensbank voor het maatschappelijk middenveld van het DG Handel, hun interesse hadden laten blijken voor deelname aan die groep. Het secretariaat wordt verzorgd door het EESC.
Tijdens de bijeenkomst van de raad hebben de partijen verslag uitgebracht van hun uitvoering van de IAO-verdragen en met name van de fundamentele IAO-verdragen. Wat die laatste betreft, ging de meeste aandacht uit naar maatregelen om kinderarbeid aan te pakken en de sociale dialoog te versterken. De partijen hebben gesproken over het belang van de sociale dialoog en van doeltreffende en afschrikkende sancties ter bestrijding van discriminatie van vakbonden en geweld, waaronder geweld tegen vakbondsleiders; en de noodzaak om die sancties daadwerkelijk ten uitvoer te leggen.
Wat kinderarbeid betreft, werd de nadruk gelegd op het belang van verhoogde inspanningen om kinderarbeid te bestrijden, met name in de informele economie, arbeidsinspecties te verscherpen, meer kinderen naar school te laten gaan en de sociale bescherming te versterken, met bijzondere aandacht voor de bescherming van kinderen.
De EU heeft de aandacht gevestigd op onlangs aangenomen IAO-verdragen en -protocollen en de stand van ratificatie ervan door de EU-lidstaten, in het bijzonder het Maritiem Arbeidsverdrag, het verdrag inzake huishoudelijk personeel (Verdrag 189) en het nieuwe protocol ter aanvulling van het verdrag inzake gedwongen arbeid (Verdrag 29).
Wat capaciteitsopbouw op die gebieden betreft, heeft de EU in het bijzonder gewezen op een programma dat ter ondersteuning van de agenda voor waardig werk in Honduras wordt ontwikkeld.
Tijdens de bijeenkomst van de raad hebben de partijen verslag uitgebracht over de uitvoering van multilaterale milieuovereenkomsten, waarbij de nadruk vooral ligt op klimaatverandering, bedreigde soorten (CITES) en overbrenging van gevaarlijke afval- en chemische stoffen. De Midden-Amerikaanse landen hebben meegedeeld dat zij nu allemaal het Verdrag van Rotterdam (inzake handel in gevaarlijke chemische stoffen) en de Gaborone-clausule bij CITES hebben geratificeerd.
De EU heeft de aandacht gevestigd op onlangs gesloten milieuovereenkomsten, namelijk het Verdrag van Minamata inzake kwik en het Protocol van Nagoya bij het Verdrag inzake biologische diversiteit, en heeft verslag uitgebracht over de ontwikkelingen ter uitvoering van die verdragen binnen de EU. De Midden-Amerikaanse landen hebben de kwetsbaarheid van hun regio ten aanzien van klimaatverandering, die een rechtstreeks effect heeft op uitvoergewassen zoals koffie, benadrukt en de noodzaak om te werken aan aanpassing. Een aantal van hen heeft ook ambitieuze plannen voorgesteld om het aandeel van hernieuwbare energie in hun energievoorziening te verhogen.
Zowel tijdens de bijeenkomst van de raad als tijdens het forum voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld werden talrijke voorbeelden aangehaald van positieve milieu- en sociale effecten van productie en handel. Er werden overheidsmaatregelen beschreven die dergelijke effecten bevorderen en ook partnerschappen tussen bedrijven, vakbonden, milieu-ngo's en lokale gemeenschappen. Gemeenschappelijke thema's waren onder meer maatschappelijk verantwoord ondernemen, hernieuwbare energie, duurzame landbouwproductie, schonere productieprocessen en duurzaam toerisme.
De raad is overeengekomen verdere besprekingen te zullen voeren om de prioriteiten voor de middellange termijn te bepalen. Koppeling met lopende en geplande steun voor de regio in het kader van de ontwikkelingssamenwerking en het betrekken van het maatschappelijk middenveld aan beide zijden van de Atlantische Oceaan zullen belangrijk zijn in dat proces.
5. UITVOERING VAN VERORDENING (EU) NR. 20/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD TOT UITVOERING VAN DE BILATERALE VRIJWARINGSCLAUSULE EN HET STABILISATIEMECHANISME VOOR BANANEN
De verordening stelt de passende procedures vast om ernstige schade voor de bananensector in de EU te vermijden indien bananen door de verlaging van de douanerechten in dermate toegenomen hoeveelheden worden ingevoerd dat de bedrijfstak van de EU er ernstige schade door lijdt of dreigt te lijden.
Derhalve heeft de Commissie, overeenkomstig de artikelen 3 en 13 van de verordening, toezicht gehouden op de ontwikkeling van de invoer van bananen uit Midden-Amerikaanse landen om na te gaan of aan de voorwaarden van de verordening om een vrijwaringsonderzoek te beginnen of voorafgaande toezichtmaatregelen in te voeren, werd voldaan.
Tijdens het eerste jaar van uitvoering van de overeenkomst heeft de Commissie noch een vrijwaringsonderzoek geopend of voorafgaande toezichtmaatregelen ingevoerd, noch daartoe strekkende verzoeken ontvangen, aangezien nooit werd voldaan aan de in de verordening vastgelegde voorwaarden om een vrijwaringsonderzoek te beginnen of voorafgaande toezichtmaatregelen in te voeren.
Invoer| Drempel-volume| Benuttings-graad| Invoer| Drempel-volume| Benuttings-graad
Costa Rica| 131 1 178 11 %| 856 1 230 70 %
Panama| 58 431 14 %| 203 450 45 %
Hondu-ras| 1 57 3 %| 3 60 6 %
Guate-mala| 57 0 %| 22 60 38 %
Nicara-gua| 11 0 %| 12 0 %
El Sal-vador| 2 0 %| 2 0 %
(*) tot en met 10 december 2014
Het is nog te vroeg om het effect van het handelsgerelateerde deel van de overeenkomst definitief te beoordelen.
Ondanks het negatieve klimaat wereldwijd, inclusief de algemene daling van de wereldwijde vraag in 2014, zijn de handelsstromen van de EU met Midden-Amerika in wezen stabiel gebleven en zijn ze in specifieke sectoren zelfs aanzienlijk toegenomen. Met de meeste Midden-Amerikaanse landen zijn de handelsstromen van de EU toegenomen, behalve met Panama. Bovendien wijst de relatief lage benuttingsgraad van de beschikbare TC's op een mogelijke verdere toename van de bilaterale handelsstromen tussen de twee regio's.
Wat bananen betreft, is de invoer uit Midden-Amerikaanse landen in het algemeen stabiel en onder de vastgestelde drempelvolumes gebleven, zodat het niet nodig was om een schorsing van de preferentiële douanerechten te overwegen.
Er is met Midden-Amerika overeengekomen dat de statistische methoden en gegevens over handelsstromen technisch worden geëvalueerd, zodat in de toekomst een meer gedetailleerde analyse mogelijk is.
De algemene conclusie van de Commissie na het eerste jaar van uitvoering is dat het institutionele kader van de overeenkomst snel is opgezet en in werking is getreden en dat het uitvoeringsproces over het algemeen positief is. Het formele proces tussen de partijen met het oog op de toepassing van de overeenkomst wordt voortgezet in het kader van de bijeenkomsten van de verschillende instanties die toezicht houden op de uitvoering die naar verwachting medio 2015 zullen plaatsvinden.
De correcte uitvoering van de overeenkomst blijft in het tweede jaar van uitvoering centraal staan, zodat marktdeelnemers uit de beide regio's ten volle gebruik kunnen maken van de mogelijkheden van de overeenkomst. De Commissie is betrokken bij acties die de marktdeelnemers bewuster moeten maken van de kansen die de overeenkomst biedt. Die acties vinden zowel in de EU als in Midden-Amerika plaats en omvatten ook samenwerkingsprojecten in Midden-Amerika.
[1] De overeenkomst wordt in de EU voorlopig toegepast totdat alle lidstaten deze hebben geratificeerd. De status van de ratificatie wordt gepubliceerd op de website van de Raad: www.consilium.europa.eu/nl/documents-publications
[2] Zie: eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:32013R0020
[3] Gegevens van het IMF.