Toelichting bij JOIN(2015)10 - Ondertekening en voorlopige toepassing van de strategische partnerschapsovereenkomst met Canada

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Het onderhavige voorstel betreft de ondertekening en voorlopige toepassing van de strategische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Canada, anderzijds (hierna 'de overeenkomst' genoemd).

De Raad heeft op 8 december 2010 een besluit vastgesteld waarbij de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid worden gemachtigd om te onderhandelen over een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en Canada, anderzijds. De onderhandelingen over de overeenkomst zijn in september 2011 van start gegaan.

De EU en Canada delen een traditie van nauwe politieke en economische samenwerking, die formeel teruggaat tot 1976, toen de EU een kaderovereenkomst sloot met Canada, de eerste EU-overeenkomst met een OESO-land. Deze overeenkomst bood lange tijd het passende kader om de betrekkingen te verdiepen en de samenwerking tussen de partijen op politiek en ander vlak te intensiveren.

De verklaring van 1990 over de trans-Atlantische betrekkingen, die is ondertekend door de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Canada, anderzijds, heeft het partnerschap op een aantal gebieden, zoals economische, wetenschappelijke en culturele samenwerking, zowel op bilateraal als multilateraal niveau versterkt.

Ook werden de gezamenlijke politieke verklaring van Canada en de EU en het actieplan van 1996 vastgesteld om de samenwerking bij de verwezenlijking van gemeenschappelijke doelstellingen verder te versterken op basis van gemeenschappelijke waarden waaraan zij fundamenteel belang hechten.

De partijen hebben in 2004 een partnerschapsagenda goedgekeurd die erop is gericht de internationale veiligheid, wereldwijde economische welvaart en samenwerking bij aangelegenheden op het gebied van justitie en binnenlandse zaken te ondersteunen, wereldwijde en regionale problemen aan te pakken en de burgers van de EU en Canada dichter bij elkaar te brengen. Met de partnerschapsagenda werd een dialoog ingesteld die een meer strategische, duurzame en coherente aanpak mogelijk maakte van kwesties die Canada en de EU aangaan en waarbij een steeds groter aantal sectoren betrokken is.

De samenwerking tussen de EU en Canada is mettertijd geëvolueerd en omvat nu een groot aantal sectoren, zoals milieu, justitie en veiligheid, migratie en integratie, visserij, onderwijs, cultuur, mensenrechten, ontwikkeling van het Noorden en inheemse zaken, uitwisselingsprogramma's voor jongeren en transportbeveiliging.

Het doel van de overeenkomst is tweeledig: i) versterking van de politieke banden en samenwerking tussen de EU en Canada met betrekking tot vraagstukken op het gebied van buitenlands beleid en veiligheid door de betrekkingen naar het niveau van een strategisch partnerschap te tillen en ii) nauwere samenwerking op een groot aantal beleidsgebieden die verder reiken dan enkel handel en economie.

De overeenkomst draagt in grote mate bij tot de verbetering van het partnerschap dat is gebaseerd op de gemeenschappelijke waarden van de EU en Canada, zoals de eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten en fundamentele vrijheden, de rechtsstaat, internationale vrede en veiligheid.

Overeenkomstig de gezamenlijke aanpak inzake het gebruik van politieke clausules zou, in zeer specifieke gevallen van schending van de essentiële elementen van de strategische partnerschapsovereenkomst, de strategische partnerschapsovereenkomst kunnen worden geschorst of zouden passende maatregelen kunnen worden genomen die een invloed hebben op onze bilaterale betrekkingen. De strategische partnerschapsovereenkomst erkent eveneens dat in zulke extreme situaties een partij de procedure kan inleiden om de brede economische en handelsovereenkomst tussen de EU en Canada te beëindigen.

De strategische partnerschapsovereenkomst zal naar verwachting, samen met de brede economische en handelsovereenkomst, tastbare voordelen en kansen bieden aan de burgers van de Unie en Canada.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



De EDEO en de diensten van de Commissie werden betrokken en geraadpleegd bij het onderhandelingsproces.

De lidstaten werden tijdens het onderhandelingsproces eveneens geraadpleegd in de vergaderingen van de bevoegde werkgroepen van de Raad. Het Coreper heeft op 18 juni 2014 tevens de tekst van de strategische partnerschapsovereenkomst goedgekeurd, hetgeen het pad heeft geëffend voor de parafering van de tekst door de hoofdonderhandelaars op 8 september 2014.

Het Europees Parlement werd tijdens de onderhandelingen regelmatig en terstond op de hoogte gehouden.

De EDEO en de Commissie zijn van oordeel dat de door de Raad in zijn onderhandelingsrichtsnoeren vastgestelde doelstellingen zijn bereikt en dat de ontwerpovereenkomst kan worden ingediend voor ondertekening.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Voor de Unie vormen de artikelen 37 VEU en artikel 212 VWEU de rechtsgrondslag voor deze overeenkomst. Het gezamenlijk voorstel in de bijlage vormt het rechtsinstrument voor de ondertekening en voorlopige toepassing van de overeenkomst.

De overeenkomst omvat twee pijlers: politieke samenwerking op het gebied van vraagstukken betreffende het buitenlands en veiligheidsbeleid van gemeenschappelijk belang (massavernietigingswapens, handvuurwapens en lichte wapens, terrorismebestrijding, bevordering van de internationale vrede en veiligheid, samenwerking in multilaterale fora) en brede sectorale samenwerking (economische en duurzame ontwikkeling, bevordering van het vrije handelsverkeer en investeringen, justitiële samenwerking, belastingen en dergelijke). De overeenkomst omvat bijgevolg bepalingen inzake de basis voor samenwerking (titel I), mensenrechten, fundamentele vrijheden, democratie en de rechtsstaat (titel II), internationale vrede en veiligheid en effectief multilateralisme (titel III), economische en duurzame ontwikkeling (titel IV), justitie, vrijheid en veiligheid (titel V), politieke dialoog en raadplegingsmechanismen (titel VI), alsook slotbepalingen (titel VII).

De overeenkomst zal de samenwerking tussen de EU en Canada bij bilaterale, regionale en multilaterale kwesties versterken. De overeenkomst zal de partijen in staat stellen hun gemeenschappelijke waarden inzake belangrijke kwesties, zoals internationale vrede en veiligheid, democratie en de rechtsstaat, justitie, vrijheid en veiligheid, naar derde landen over te brengen.

De overeenkomst vormt de grondslag voor de samenwerking, met inbegrip van de in het Handvest van de Verenigde Naties vervatte beginselen en de eerbiediging van het internationaal recht. De overeenkomst versterkt tevens het engagement van de partijen bij de instandhouding en bevordering van de democratie, mensenrechten en fundamentele vrijheden.

De overeenkomst versterkt de politieke, economische en sectorale samenwerking over een breed spectrum van beleidsgebieden, zoals duurzame ontwikkeling, onderzoek en innovatie, onderwijs en cultuur, migratie, terrorismebestrijding en de bestrijding van de georganiseerde misdaad en cybercriminaliteit. In de overeenkomst wordt de verbintenis van de partijen herhaald om de internationale vrede en veiligheid te waarborgen door de verspreiding van massavernietigingswapens te voorkomen en maatregelen te nemen om de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens aan te pakken.

De overeenkomst voorziet in een mechanisme voor een politieke dialoog in de vorm van jaarlijkse topbijeenkomsten op het hoogste niveau en overleg op ministerieel niveau. De overeenkomst voorziet eveneens in de oprichting van een interministerieel comité, dat in de plaats komt van de vorige trans-Atlantische dialoog, en een gemengd samenwerkingscomité om de ontwikkeling van de strategische betrekkingen tussen de partijen te volgen.

De overeenkomst voorziet in de mogelijkheid om de toepassing ervan op te schorten in het geval van schending van de essentiële elementen. Bovendien erkennen de partijen dat dergelijke gevallen ook reden kunnen zijn om de brede economische en handelsovereenkomst te beëindigen.

In de slotbepalingen worden de voorwaarden voor de voorlopige toepassing van bepaalde delen van de overeenkomst vóór haar inwerkingtreding vastgesteld.