Toelichting bij COM(2015)325 - Standpunt EU in het Comité voor overheidsopdrachten met betrekking tot de toetreding van Moldavië tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Op 7 januari 2002 heeft de Republiek Moldavië verzocht om toe te treden tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten van de WTO (hierna 'de GPA' genoemd). Het land heeft herziene voorstellen ingediend op 13 september 2012, 16 januari 2014 en 24 juni 2014.

De Commissie heeft – zowel op bilaterale basis als in het kader van het WTO-comité voor overheidsopdrachten (hierna 'het GPA-comité' genoemd) – namens de Unie onderhandeld over een reeks door de Republiek Moldavië voorgestelde verbintenissen inzake de opening van de markt.

Op 27 mei 2015 heeft de Republiek Moldavië een definitief voorstel ingediend bij het GPA-comité. Verderop volgt een samenvatting van het definitieve voorstel van de Republiek Moldavië en van de beoordeling ervan door de Commissie.

Dankzij het besluit kan de Commissie het standpunt van de Unie over de toetreding van de Republiek Moldavië in het GPA-comité kenbaar maken.

Samenhang met andere initiatieven op het beleidsgebied in kwestie

Dit is de standaardprocedure wanneer de Commissie het standpunt van de Unie over de toetreding van een derde land in het GPA-comité moet kenbaar maken.

Samenhang met andere beleidsmaatregelen van de Unie

Niet relevant.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat wanneer een krachtens een internationale overeenkomst opgericht lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, de Raad op voorstel van de Commissie een besluit vaststelt tot bepaling van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen. Het besluit van het GPA-comité met de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Moldavië valt onder artikel 218, lid 9, VWEU, aangezien het besluit door een krachtens een internationale overeenkomst opgericht lichaam is vastgesteld en rechtsgevolgen zal hebben.

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

De EU is exclusief bevoegd voor handelskwesties. Het gezamenlijke optreden van de Unie staat borg voor maximale invloed op derde landen.

Evenredigheid

Niet relevant.

Keuze van het instrument

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat wanneer een krachtens een internationale overeenkomst opgericht lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, de Raad op voorstel van de Commissie een besluit vaststelt tot bepaling van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

• Ex-postevaluaties/fitness checks van bestaande wetgeving

Niet relevant.

Raadplegingen van belanghebbenden

Niet relevant.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Niet relevant.

Effectbeoordeling

De toetreding van een derde land tot een internationale overeenkomst waarbij de Unie partij is, vereist geen effectbeoordeling.

Gezonde regelgeving en vereenvoudiging

Niet relevant.

Grondrechten

Niet relevant.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Geen.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplannen en monitoring, evaluatie en rapportage

Niet relevant.

Toelichting (voor richtlijnen)

Niet relevant.

Gedetailleerde toelichting van de specifieke bepalingen van het voorstel

Het definitieve voorstel van de Republiek Moldavië

1.

Verbintenissen inzake toegang tot de markt (onder de overeenkomst vallende entiteiten, goederen, diensten en diensten in de bouwsector)


Drempels

De door de Republiek Moldavië voorgestelde drempels voor de verschillende bijlagen komen overeen met de normale door de partijen bij de GPA toegepaste drempels. De Republiek Moldavië voorziet echter via voetnoten in een tweejarige overgangsperiode voor de drempels die gelden voor de aanbesteding van goederen en diensten door entiteiten die onder de bijlagen 1 tot en met 3 vallen.

2.

Entiteiten


In bijlage 1 ("centrale overheidsentiteiten") neemt de Republiek Moldavië een exhaustieve lijst op van centrale overheidsentiteiten waarvan de opdrachten openstaan voor partijen bij de GPA. In deze bijlage zijn geen voetnoten opgenomen. De drempels voor goederen en diensten tijdens het eerste en het tweede jaar na de toetreding zijn vastgesteld op respectievelijk 300 000 SDR en 200 000 SDR.

In bijlage 2 ("niet-centrale overheidsentiteiten") neemt de Republiek Moldavië een exhaustieve lijst op van lokale aanbestedende autoriteiten, zoals gedefinieerd in de wet op het plaatselijk openbaar bestuur (wet nr. 436-XVI van 28 december 2006). In een voetnoot bij deze bijlage specificeert de Republiek Moldavië dat die entiteiten ook de ondergeschikte organen en organisaties omvatten die onder toezicht of controle van die autoriteiten staan. De drempels voor goederen en diensten tijdens het eerste en het tweede jaar na de toetreding zijn vastgesteld op respectievelijk 400 000 SDR en 300 000 SDR.

In bijlage 3 ("andere entiteiten") verleent de Republiek Moldavië aan de partijen bij de GPA toegang tot de opdrachten van alle juridische entiteiten (overheden, instellingen en stichtingen) die onder het publiekrecht ressorteren, geen industrieel of commercieel karakter hebben en waarvan de opdrachten onder de wet op overheidsopdrachten vallen (wet nr. 96-XVI van 13 april 2007). De bijlage bevat ook een indicatieve lijst van die entiteiten.

Bovendien biedt de Republiek Moldavië uit hoofde van bijlage 3 aan alle rechtspersonen (zoals gedefinieerd in de nationale wetgeving) die actief zijn in nutssectoren zoals productie, vervoer of distributie van drinkwater, elektriciteit en/of thermische energie, haven- of andere terminalfaciliteiten, luchthavenfaciliteiten, stedelijk vervoer en spoorwegen. De bijlage bevat ook een indicatieve lijst van entiteiten. De bijlage bevat geen voorbehoudsclausules.

De drempels voor goederen en diensten tijdens het eerste en het tweede jaar na de toetreding zijn vastgesteld op respectievelijk 600 000 SDR en 500 000 SDR.

3.

Goederen


De door de Republiek Moldavië vermelde goederen zijn vrijwel identiek aan de door de EU geleverde goederen. De Republiek Moldavië vermeld in bijlage 4 met name de hoofdstukken 36, 72, 88 en 97 van het geharmoniseerd systeem. De Republiek Moldavië sluit de posten 65.05, 82.08 en 89.03 echter uit.

In de op 27 mei 2015 meegedeelde wijzigingen van het definitieve voorstel heeft de Republiek Moldavië bovendien hoofdstuk 85 van het geharmoniseerd systeem (met uitzondering van de posten 85.03, 85.13 en 85.15) aan de lijst van goederen en materiaal voor het Ministerie van Defensie toegevoegd.

4.

Diensten


De door de Republiek Moldavië opgestelde lijst van diensten is uitgebreider dan de lijst van de EU. Een wederkerigheidsclausule in de bijlage bepaalt echter dat deze diensten voor een bepaalde partij alleen onder de overeenkomst vallen als die partij de betreffende diensten in haar bijlage 5 heeft opgenomen.

5.

Dienstverlening in de bouwsector


De Republiek Moldavië verleent de gehele afdeling 51, CPC Prov. uit hoofde van bijlage 6. Het land biedt geen concessieovereenkomsten voor werken.

6.

Algemene opmerkingen


In bijlage 7 heeft de Republiek Moldavië drie opmerkingen opgenomen. Opmerking 1 heeft betrekking op de aankoop van landbouwproducten in het kader van steunprogramma’s voor de landbouw en voedselhulpprogramma’s en komt overeen met het eerste deel van opmerking 1 van de EU in bijlage 7. De andere twee opmerkingen zijn niet relevant voor de EU.

7.

De wetgeving van de Republiek Moldavië


De wetgeving van de Republiek Moldavië inzake overheidsopdrachten is niet-discriminerend. Er zijn geen bepalingen op grond waarvan binnenlandse leveringen en leveranciers een voorkeursbehandeling krijgen ten opzichte van buitenlandse leveringen of leveranciers. De wetgeving van de Republiek Moldavië inzake overheidsopdrachten lijkt – overeenkomstig de GPA – open, transparant en niet-discriminerend te zijn.

Beoordeling van het voorstel van de Republiek Moldavië door de Commissie

In het definitieve voorstel van de Republiek Moldavië komen entiteiten (centrale entiteiten, niet-centrale entiteiten en entiteiten die actief zijn in nutssectoren), goederen, diensten en dienstverleningen in de bouwsector uitgebreid aan bod. Daarom is het voorstel toereikend en aanvaardbaar. De Moldavische wetgeving inzake overheidsopdrachten strookt met de GPA.

Met name de volgende voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Moldavië zullen worden weerspiegeld in aanhangsel I van de EU:

Met betrekking tot het feit dat de Republiek Moldavië voorziet in een exhaustieve lijst van entiteiten in bijlage 1, moet de toegang van goederen, diensten, leveranciers en dienstverleners van de Republiek Moldavië tot de EU-dekking dezelfde zijn als die waarin bijlage 1 van de EU, onder 2, punt 2, voorziet, hetgeen toegang betekent tot de opdrachten van de aanbestedende diensten van de centrale autoriteiten die onder bijlage 1 worden opgesomd.

Aanbeveling

De toetreding van de Republiek Moldavië tot de GPA zal naar verwachting een zeer positieve bijdrage leveren aan de verdere internationale openstelling van de markten voor overheidsopdrachten, doordat het aantal partijen bij de GPA wordt uitgebreid en andere landen derhalve worden aangemoedigd om tot de GPA toe te treden. De Commissie beveelt aan dat het definitieve voorstel van de Republiek Moldavië wordt aanvaard onder de bovengenoemde voorwaarden.

Bijgevolg wordt voorgesteld de Commissie te machtigen het standpunt van de Unie ten gunste van de toetreding van de Republiek Moldavië in het Comité voor overheidsopdrachten naar voren te brengen, een standpunt dat moet worden opgenomen in het besluit van het GPA-comité betreffende de toetreding van de Republiek Moldavië.