Toelichting bij COM(2015)381 - Standpunt van de EU ten aanzien van het reglement van orde van het EPO-comité als bedoeld in de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst met Centraal-Afrika

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Centraal-Afrika, dat momenteel uit de Republiek Kameroen bestaat, anderzijds, is op 15 januari 2009 ondertekend en wordt sinds 4 augustus 2014 voorlopig toegepast.

Bij artikel 92 van die overeenkomst is een EPO-comité opgericht dat verantwoordelijk is voor het beheer van alle door deze overeenkomst bestreken gebieden en voor de uitvoering van alle in deze overeenkomst genoemde taken.

In artikel 92 is tevens bepaald dat de partijen besluiten over de samenstelling, organisatie en werking van het EPO-comité.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Het voorstel bevat een ontwerpbesluit van de Raad van de Europese Unie op basis van artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie om een standpunt van de Europese Unie vast te stellen. In het verleden zijn vergelijkbare besluiten vastgesteld ter goedkeuring van het reglement van orde van andere economische partnerschapsovereenkomsten.

Dit besluit van de Raad bevat in de bijlage een ontwerpbesluit dat het EPO-comité tijdens een komende zitting moet nemen dat op zijn beurt in de bijlage een ontwerpreglement van orde van het EPO-comité bevat. Dit reglement van orde is tijdens de constituerende vergadering van het EPO-comité op 11 en 12 mei 2015 in Brussel door beide partijen goedgekeurd en geparafeerd.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

De verplichting om een reglement van orde vast te stellen is in de tijdelijke overeenkomst vastgelegd. De beide partijen bij de overeenkomst hebben van tevoren overleg gepleegd en de tekst is tijdens de constituerende vergadering van het EPO-comité op 11 en 12 mei 2015 in Brussel door beide partijen goedgekeurd en geparafeerd.

Voor dit voorstel is geen effectbeoordeling uitgevoerd aangezien dit initiatief geen directe economische, sociale of milieueffecten heeft.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft uitsluitend gevolgen voor de administratieve uitgaven.