Toelichting bij COM(2015)444 - Achtste financieel verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over het Europees Landbouwgarantiefonds - begrotingsjaar 2014

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 14.9.2015


COM(2015) 444 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ACHTSTE FINANCIEEL VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over het EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS

BEGROTINGSJAAR 2014

{SWD(2015) 172 final}


INHOUDSOPGAVE

2.

1. BEGROTINGSPROCEDURE


3.

2. KASPOSITIE EN BEHEER VAN DE KREDIETEN


4.

3. UITVOERING VAN DE ELGF-BEGROTING 2014


5.

4. OPMERKINGEN OVER DE UITVOERING VAN DE ELGF-BEGROTING 2014


6.

5. BESTEDING VAN DE BESTEMMINGSONTVANGSTEN


7.

6. UITSPLITSING NAAR SOORT UITGAVE


Bijlage 1

Bijlage 2

Bijlage 3

Bijlage 4-I

Bijlage 4-II

Bijlage 5

Bijlage 6
Begrotingsprocedure voor de ELGF-kredieten voor 2014

Aandeel ELGF-begroting in EU-begroting 2008-2014

Uitvoering ELGF-begroting – begrotingsjaar 2014.

Uitvoering ELGF-begroting – begrotingsjaar 2014. Bestemmingsontvangsten C4

Uitvoering ELGF-begroting – begrotingsjaar 2014. Bestemmingsontvangsten C5

Uitvoering ELGF-begroting per artikel en per lidstaat – begrotingsjaar 2014

Ontwikkeling uitsplitsing ELGF-uitgaven - begrotingsjaren 2008-2014
Noot: Dit verslag gaat vergezeld van een uitvoerig werkdocument van de diensten van de Commissie. De volledige tekst van dit werkdocument (in het Engels) en de bijbehorende tabellen (in het Engels) zijn te vinden op de website van DG Landbouw (ec.europa.eu/agriculture/cap-funding).


1. BEGROTINGSPROCEDURE 1

1.1.Begrotingsprocedure 2014 - ontwerpbegroting 2014 en nota van wijzigingen 2/2014

De ontwerpbegroting (OB) 2014 is op 28 juni 2013 door de Commissie vastgesteld en aan de begrotingsautoriteit voorgelegd. Vanwege de langdurige onderhandelingen over het meerjarig financieel kader (MFK) 2014-2020 werd de OB 2014 later vastgesteld dan in de voorgaande jaren. Voor het ELGF werd in totaal 43 778,1 miljoen EUR aan vastleggingskredieten voorgesteld.

De Raad en het Europees Parlement hebben op respectievelijk 2 september 2013 en 23 oktober 2013 hun standpunt inzake de OB 2014 bepaald. De Raad nam het voorgestelde bedrag aan vastleggings- en betalingskredieten voor het ELGF over, terwijl het Europees Parlement zowel de vastleggings- als de betalingskredieten met 28 miljoen EUR wilde verhogen.

Op 15 oktober 2013 heeft de Commissie in nota van wijzigingen nr. 2 bij de OB 2014 de benodigde vastleggingskredieten voor het ELGF op het niveau van de OB 2014 gehouden: 43 778,1 miljoen EUR.

Op grond van artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moet de ELGF-begroting in de begrotingsjaren 2014-2020 ook een reserve voor crises in de landbouwsector bevatten. Voorts bleek het in de OB van de Commissie en in de nota van wijzigingen voor 2014 uitgetrokken bedrag aan vastleggingskredieten voor de financiering van het ELGF hoger dan het in het MFK vastgelegde nettomaximum voor marktgerelateerde uitgaven en voor rechtstreekse betalingen. Bijgevolg heeft de Commissie, met het oog op de vorming van de crisisreserve voor 2014 en op de inachtneming van het nettomaximum voor het ELGF, overeenkomstig artikel 26 van die verordening een aanpassingspercentage voor de rechtstreekse betalingen vastgesteld via het mechanisme voor financiële discipline 2 . Op basis van nieuwe informatie in de nota van wijzigingen is dit aanpassingspercentage daarna door de Raad bijgesteld 3 .

1.2.Vaststelling van de begroting 2014

Op 12 november 2013 bereikten de Raad en het Europees Parlement in de bemiddelingsprocedure een akkoord over de begroting 2014 en stemden zij in met een compromispakket. Uiteindelijk is de begroting 2014 op 20 november 2013 definitief vastgesteld met de goedkeuring ervan door het Europees Parlement. De begroting 2014 bevatte 43 778,1 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 43 776,96 miljoen EUR aan betalingskredieten voor landbouwmarktmaatregelen en rechtstreekse steun (beleidsterrein 05 – Landbouw en plattelandsontwikkeling). Het verschil tussen de vastleggings- en de betalingskredieten houdt verband met het feit dat voor bepaalde, rechtstreeks door de Commissie uitgevoerde maatregelen gesplitste kredieten worden gebruikt. Deze maatregelen hebben hoofdzakelijk betrekking op de bevordering van de afzet van landbouwproducten en op beleidsstrategie en -coördinatie voor het beleidsterrein landbouw.

Van het bedrag aan goedgekeurde ELGF-vastleggingskredieten voor beleidsterrein 05 was 2 233,4 miljoen EUR bestemd voor marktmaatregelen onder hoofdstuk 05 02 en 41 447,3 miljoen EUR voor rechtstreekse steun onder hoofdstuk 05 03. Voorts was 60,2 miljoen EUR uitgetrokken voor audits van de landbouwuitgaven onder hoofdstuk 05 07 en 29,3 miljoen EUR voor beleidsstrategie en -coördinatie onder hoofdstuk 05 08.

Voor nadere informatie wordt verwezen naar bijlage 1.

1.3.Bestemmingsontvangsten voor het ELGF 4

Op grond van artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid gelden de ontvangsten die voortvloeien uit financiële correcties die worden opgelegd bij de conformiteitsgoedkeuringsbesluiten, uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden ten nadele van het ELGF, en uit de melkheffing als ontvangsten die bestemd zijn voor de financiering van ELGF-uitgaven. Overeenkomstig deze voorschriften kunnen de bestemmingsontvangsten worden gebruikt om welke ELGF-uitgaven dan ook te financieren. Blijven deze ontvangsten gedeeltelijk ongebruikt, dan worden de ongebruikte bedragen ambtshalve overgedragen naar het volgende begrotingsjaar.

Bij de opstelling van de begroting 2014 is een raming gemaakt van zowel het in de loop van begrotingsjaar 2014 te innen bedrag als het van begrotingsjaar 2013 naar begrotingsjaar 2014 over te dragen bedrag. Het geraamde bedrag (1 464 miljoen EUR) is in aanmerking genomen in de door de begrotingsautoriteit vastgestelde begroting 2014. Meer bepaald:

– werden de ontvangsten uit correcties in het kader van de conformiteitsgoedkeuring en uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden geraamd op respectievelijk 638 miljoen EUR en 165 miljoen EUR, terwijl de opbrengsten uit de melkheffing werden geraamd op 46 miljoen EUR. Verwacht werd derhalve dat in de loop van begrotingsjaar 2014 bestemmingsontvangsten ten bedrage van in totaal 849 miljoen EUR zouden worden geïnd;

– werden de van begrotingsjaar 2013 naar begrotingsjaar 2014 over te dragen bestemmingsontvangsten geraamd op 615 miljoen EUR.

In de begroting 2014 heeft de Commissie de oorspronkelijk verwachte bestemmingsontvangsten ten bedrage van 1 464 miljoen EUR toegewezen aan twee regelingen:

– 464 miljoen EUR aan de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit, en

– 1 000 miljoen EUR aan de bedrijfstoeslagregeling (rechtstreekse steun).

Voor deze twee regelingen heeft de begrotingsautoriteit uiteindelijk, in overeenstemming met het voorstel van de Commissie, kredieten ten belope van respectievelijk 285 miljoen EUR en 30 083 miljoen EUR goedgekeurd. De som van de goedgekeurde kredieten en de bovengenoemde bestemmingsontvangsten komt overeen met een totaalbedrag aan geraamde beschikbare kredieten van 749 miljoen EUR voor de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit en 31 083 miljoen EUR voor de bedrijfstoeslagregeling.

1.4.Aandeel van de ELGF-begroting in de totale EU-begroting

Het uiteindelijke aandeel van de ELGF-begroting (vastleggingskredieten) in de totale EU-begroting 2008-2014 is voor elk jaar weergegeven in bijlage 2.

2. KASPOSITIE EN BEHEER VAN DE KREDIETEN

2.1.Beheer van de kredieten

8.

2.1.1.Voor begrotingsjaar 2014 beschikbare kredieten


In EUR
Uitgavendeel van

de begroting (1)
VastleggingskredietenBetalingskredietenOntvangstendeel van de begroting (BO) (2)Prognoses
1. Initiële kredieten voor het ELGF, waarvan:
43 778 100 00043 776 956 4031. Conformiteitsgoedkeuring
638 000 000
1a. Kredieten onder gedeeld beheer43 732 575 64043 732 575 6402. Onregelmatigheden
165 000 000
1b. Kredieten onder rechtstreeks beheer45 524 36044 380 7633. Superheffing melkproducenten
46 000 000
2. Gewijzigde begroting
-308 029Totaal BO-prognose849 000 000
3. Overschrijving naar/uit het ELGF in het begrotingsjaar
-568 429
4. Definitieve kredieten voor het ELGF, waarvan:
43 778 100 00043 776 079 945
4a. Kredieten onder gedeeld beheer43 732 725 64043 732 725 640
4b. Kredieten onder rechtstreeks beheer45 374 36043 354 305
(1) In de begroting 2014 opgenomen kredieten, na aftrek van de in 2014 verwachte te innen bestemmingsontvangsten en die welke zijn overgedragen van 2013 naar 2014 overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012.

BO: te innen bestemmingsontvangsten. De bedragen zijn niet opgenomen in de inkomstenposten (p.m.) 5 , maar zijn vermeld in de begrotingstoelichting.

9.

2.1.2.Begrotingsuitvoering van de beschikbare kredieten voor begrotingsjaar 2014


In EUR
Besteding van de vastleggingskredietenBesteding van de betalingskredieten
Gedeeld beheer (1)44 247 498 686,5144 247 498 686,51
Rechtstreeks beheer45 154 328,55

39 190 101,47

Totaal

44 292 653 015,06

44 286 688 787,98


Vastgelegde bedragen. Vastleggingen en betalingen minus bestemmingsontvangsten die voor gedeeld beheer zijn ontvangen: 43 233 320 312,15 EUR.

Voor begrotingsjaar 2014 zijn dus uiteindelijk 44 292 653 015,06 EUR aan vastleggingskredieten en 44 286 688 787,98 EUR aan betalingskredieten gebruikt.

2.1.3.Begrotingsuitvoering van de goedgekeurde kredieten – uitgaven van de Commissie onder rechtstreeks beheer

In EUR
Rechtstreeks beheerVastleggingskredietenVrijmakingenBetalingskredietenOverdracht naar 2015 (2)
Kredieten (C1) (1)45 374 360,00-43 354 305,00-
Besteding (C1)45 154 328,55-26 986 218,5416 114 870,92
Geannuleerde kredieten220 031,45-253 215,54-

C1: goedgekeurde begrotingskredieten. Dit bedrag omvat een overschrijving naar 'gedeeld beheer' van 150 000,00 EUR voor vastleggings- en betalingskredieten, de gewijzigde begroting en overschrijvingen uit het ELGF van -876 458,00 EUR voor betalingskredieten.

Overdracht naar 2015 alleen bij niet-gesplitste kredieten.

In de begroting 2014 was 45,4 miljoen EUR aan vastleggingskredieten uitgetrokken voor uitgaven onder rechtstreeks beheer. Daarvan is 45,2 miljoen EUR in 2014 daadwerkelijk vastgelegd. De resterende kredieten (0,2 miljoen EUR) zijn geannuleerd.

De meeste ELGF-vastleggingskredieten voor uitgaven van de Commissie onder rechtstreeks beheer zijn niet-gesplitste kredieten. De automatische overdracht naar 2015, die alleen betrekking heeft op niet-gesplitste kredieten, bedraagt 16,1 miljoen EUR.

2.2.Maandelijkse betalingen

10.

2.2.1.Maandelijkse betalingen aan lidstaten onder gedeeld beheer


11.

2.2.1.1.Maandelijkse betalingen ter financiering van de uitgaven


Overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 6 worden de maandelijkse betalingen door de Commissie uitgekeerd voor de uitgaven die de erkende betaalorganen van de lidstaten in de referentiemaand hebben verricht. De maandelijkse betalingen worden aan elke lidstaat uitgekeerd uiterlijk op de derde werkdag van de tweede maand na de maand waarin de uitgaven zijn verricht.

Het gaat bij de maandelijkse betalingen dus om de vergoeding van reeds gedane uitgaven, en wel op nettobasis (na aftrek van de ontvangsten). De betrokken bedragen worden beschikbaar gesteld op basis van de maandelijkse declaraties van de lidstaten 7 . De maandboekingen van de uitgaven en ontvangsten worden vervolgens gecontroleerd en gecorrigeerd op basis van de gedetailleerdere declaraties 8 . Bovendien krijgen deze betalingen pas een definitief karakter nadat de Commissie ze heeft geverifieerd in het kader van de boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen.

De betalingen die de lidstaten hebben gedaan in de periode van 16 oktober 2013 tot en met 15 oktober 2014 vallen onder de regeling voor maandelijkse betalingen. Daarnaast verricht de Commissie voor een beperkt aantal maatregelen rechtstreekse betalingen.

Voor begrotingsjaar 2014 bedroeg het totale nettobedrag aan maandelijkse betalingen, na aftrek van correcties in het kader van onder meer de goedkeuring van de rekeningen, 43 233 320 312,15 EUR.

12.

2.2.1.2.Besluiten inzake de maandelijkse betalingen voor 2014


Voor begrotingsjaar 2014 heeft de Commissie twaalf besluiten inzake de maandelijkse betalingen vastgesteld. Voorts is in december 2014 nog een extra besluit inzake de maandelijkse betalingen vastgesteld waarbij de al toegekende betalingen zijn gecorrigeerd voor de uiteindelijk ten laste van het begrotingsjaar te brengen uitgaven.

3. UITVOERING VAN DE ELGF-BEGROTING 2014

3.1.Besteding van de ELGF-begrotingskredieten

Met de uitvoering van de begroting was een bedrag van 44 292,7 miljoen EUR gemoeid. Deze uitgaven zijn gefinancierd met de initiële begrotingskredieten en met de bestemmingsontvangsten voor beleidsterrein 05 (Landbouw en plattelandsontwikkeling). Deze bestemmingsontvangsten bestonden uit het gehele uit 2013 overgedragen bedrag (710,2 miljoen EUR) en een deel van de in 2014 geïnde bestemmingsontvangsten (672,9 miljoen EUR van in totaal 1 014,2 miljoen EUR).

Binnen beleidsterrein 05 (Landbouw en plattelandsontwikkeling) is 2 478,7 miljoen EUR aan marktmaatregelen en 41 659,7 miljoen EUR aan rechtstreekse steun uitgegeven. De uitgaven voor bepaalde marktmaatregelen en rechtstreekse steun overschreden de goedgekeurde begrotingskredieten en zijn deels gefinancierd met overschrijvingen van kredieten uit andere begrotingsonderdelen en deels met de bestemmingsontvangsten voor de ELGF-begroting.

Voor nadere informatie over de uitvoering van de begroting per beleidsterrein wordt verwezen naar bijlage 3.

Bijlage 5 bevat een uitsplitsing, per rubriek en per lidstaat, van de uitgaven voor marktmaatregelen, rechtstreekse betalingen en de audit van de landbouwuitgaven.

4. OPMERKINGEN OVER DE UITVOERING VAN DE ELGF-BEGROTING 2014

Hieronder volgt, op basis van de informatie in bijlage 3, voor de meest significante sectoren een korte toelichting op de besteding van de kredieten van de ELGF-begroting voor 2014 en op de besteding van de in 2014 beschikbare bestemmingsontvangsten.

4.1.Hoofdstuk 05 02: interventies op de landbouwmarkten

Inleiding



Met de betalingen voor dit hoofdstuk was in totaal 2 478,7 miljoen EUR gemoeid. Deze zijn gefinancierd uit de goedgekeurde kredieten en uit bestemmingsontvangsten ten bedrage van 302,7 miljoen EUR. Dit laatste bedrag is gebruikt voor de financiering van de uitgaven in de sector groenten en fruit (zie punt 4.1.4 voor nadere informatie). Een bedrag van 57,4 miljoen EUR aan kredieten is overgeschreven naar andere delen van de ELGF-begroting. De resterende in 2014 geïnde bestemmingsontvangsten (291,6 miljoen EUR) zijn overgedragen naar 2015. Bij rubrieken waarin meer kredieten nodig waren dan begroot, zijn de extra uitgaven gefinancierd met overschrijvingen uit andere begrotingsrubrieken. Omgekeerd gold voor de marktmaatregelen en rechtstreekse steun hetzelfde: wanneer de begrotingskredieten niet volledig waren besteed, werden de nog beschikbare kredieten overgeschreven naar andere begrotingsonderdelen waar vanwege hoger dan geplande uitgaven juist extra financiering nodig was.

13.

4.1.2.Voedselprogramma's


Het jaar 2013 is het laatste jaar geweest waarin voedselprogramma's ten uitvoer zijn gelegd in het kader van het ELGF. Op grond van Verordening (EU) nr. 223/2014 worden deze programma's met ingang van 1 januari 2014 via het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen uitgevoerd binnen rubriek 3 van het MFK.

Om die reden zijn in de begroting 2014 geen ELGF-kredieten voor deze programma's opgenomen. Wel blijkt uit de ELGF-rekeningen dat de lidstaten een vóór 2014 betaald bedrag van 7,2 miljoen EUR hebben teruggevorderd en geïnd en bij het ELGF hebben opgegeven.

14.

4.1.3.Olijfolie


De onderbesteding van 2,3 miljoen EUR deed zich voornamelijk voor bij de steun voor de financiering van werkprogramma's voor kwaliteitsverbetering. De uitvoering van de werkprogramma's 2013/2014 van de erkende organisaties van marktdeelnemers was namelijk minder ver gevorderd dan waarop in de begroting 2014 was gerekend. Voorts is bij de betaling van de openstaande dossiers voor de vroegere regelingen voor de olijfoliesector een geringe onderbesteding van 0,2 miljoen EUR opgetreden omdat de lidstaten minder uitgaven hebben gedeclareerd dan de in de begroting 2014 opgenomen kredieten voor deze regelingen.

15.

4.1.4.Groenten en fruit


De begroting 2014 bevatte in totaal 1 140,7 miljoen EUR aan beschikbare kredieten voor de financiering van alle maatregelen voor deze sector. De begrotingsautoriteit heeft 676,7 miljoen EUR aan kredieten goedgekeurd omdat zij daarnaast 464 miljoen EUR van de verwachte bestemmingsontvangsten aan deze sector heeft toegewezen. De uitgaven van de lidstaten kwamen in 2014 uit op 1 010,5 miljoen EUR. Bij alle onder dit artikel gefinancierde regelingen is minder uitgegeven dan in de begroting 2014 was verwacht. Het saldo van de niet-gebruikte bestemmingsontvangsten ten bedrage van 291,6 miljoen EUR is overgedragen naar begrotingsjaar 2015 ter dekking van de behoeften voor dat jaar.

Wat betreft de actiefondsen die de producentenorganisaties inzetten voor de financiering van hun programma's op het gebied van de verbetering van de productkwaliteit, afzetbevordering en verkoop, was het voor deze programma's benodigde bedrag voor 2014 geraamd op 749 miljoen EUR. Van dit totale bedrag heeft de begrotingsautoriteit 285 miljoen EUR aan kredieten goedgekeurd omdat zij daarnaast 464 miljoen EUR van de verwachte bestemmingsontvangsten heeft toegewezen aan de financiering van deze regeling. Uiteindelijk hebben de lidstaten 724,4 miljoen EUR uitgegeven, minder dus dan de totale beschikbare kredieten. Dit kwam voornamelijk doordat de voorschotbetalingen voor de eerste tranche van de in 2014 goedgekeurde plannen van de producentenorganisaties lager uitvielen dan verwacht.

Voorts gaven de lidstaten circa 56,7 miljoen EUR minder uit aan steun voor de producentengroeperingen in het kader van de voorlopige erkenning dan aan kredieten beschikbaar was in de begroting 2014. De overgangsbepalingen 9 , die een limiet stelden aan de jaarlijkse stijging van de goedgekeurde programma's, bleken een significanter effect te sorteren dan de Commissie had verwacht.

Tot slot is het in de begroting 2014 uitgetrokken bedrag voor de schoolfruitregeling met circa 48,3 miljoen EUR onderschreden, voornamelijk omdat de uitgaven van bepaalde lidstaten zijn achtergebleven bij de begrotingstoewijzing. In de begroting 2014 was er namelijk van uitgegaan dat het gestegen budget van 150 miljoen EUR voor deze regeling al deels voor schooljaar 2013/2014 zou worden ingezet, maar uiteindelijk was dit pas vanaf schooljaar 2014/2015 het geval.

16.

4.1.5.Producten van de wijnbouwsector


In 2014 hebben de lidstaten 1 019,5 miljoen EUR voor de nationale steunprogramma's uitgegeven terwijl in de begroting 2014 daarvoor 1 083 miljoen EUR was uitgetrokken. Deze onderbesteding is toe te schrijven aan de lager dan verwachte uitgaven van een aantal lidstaten in het eerste jaar van de nieuwe programma's 2014-2018, waarvan de uitvoering enige vertraging heeft opgelopen, met name bij de maatregelen 'afzetbevordering' en 'investeringen in ondernemingen'.

Tot slot hebben de lidstaten uitgaven voor diverse steunregelingen uit het verkoopseizoen 2007/2008 en voorgaande seizoenen gedeclareerd, waarmee een bedrag van 2,9 miljoen EUR was gemoeid.

17.

4.1.6.Melk en zuivelproducten


In de begroting 2014 was 6 miljoen EUR uitgetrokken voor de particuliere opslag van boter, terwijl de uitgaven slechts 4,1 miljoen EUR bedroegen vanwege de kortere gemiddelde opslagperiode voor de betrokken hoeveelheden boter.

Bij de schoolmelkregeling vielen de uitgaven van vrijwel alle betrokken lidstaten lager uit dan de in de begroting opgenomen kredieten voor het schooljaar 2013/2014. Daardoor is ongeveer 7,4 miljoen EUR onbesteed gebleven.

18.

4.1.7.Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten


De uitgaven van de lidstaten in verband met de betaling van uitstaande saldi van de uitvoerrestituties voor varkensvleesproducten, pluimvee en eieren bedroegen circa 1,2 miljoen EUR terwijl de uitgaven aan specifieke steun voor de bijenhouderij vrijwel op het niveau van de kredieten in de begroting 2014 lagen. Tot slot moet worden opgemerkt dat de EU-bijdrage aan de uitzonderlijke marktsteunmaatregelen in Polen en Litouwen in het kader van de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 324/2014 en nr. 428/2014 van de Commissie 0,8 miljoen EUR bedroeg, zoals vermeld bij post 05 02 15 99.

4.2.Hoofdstuk 05 03: rechtstreekse steun

De goedgekeurde kredieten voor dit hoofdstuk bedroegen 41 447,3 miljoen EUR, terwijl de uitgaven zo'n 41 659,7 miljoen EUR bedroegen. Deze duidelijke overbesteding hield voornamelijk verband met het feit dat een deel van de bedrijfstoeslagregeling zou worden gefinancierd met bestemmingsontvangsten.

19.

4.2.1.Artikel 05 03 01: ontkoppelde rechtstreekse steun


De voornaamste regelingen die met kredieten van dit artikel zijn gefinancierd, zijn de bedrijfstoeslagregeling, de regeling inzake een enkele areaalbetaling en de ontkoppelde specifieke steun in het kader van artikel 68 van Verordening (EG) nr.73/2009 van de Raad. De betalingen voor alle steunregelingen in dit artikel hangen niet af van de productie, maar van de naleving van bepaalde voorwaarden, bijvoorbeeld de randvoorwaarden. De uitgaven aan alle regelingen tezamen in dit artikel bedroegen 38 952,1 miljoen EUR, waarmee het bedrag aan goedgekeurde kredieten van 38 252 miljoen EUR werd overschreden met 700,1 miljoen EUR. Dit kwam doordat een deel van de voor deze sector benodigde middelen met bestemmingsontvangsten is gefinancierd (zie het werkdocument van de diensten van de Commissie voor nadere informatie).

20.

4.2.2.Artikel 05 03 02: andere rechtstreekse steun


De kredieten van dit artikel dekken de uitgaven aan andere rechtstreekse steun waarbij de lidstaten hebben gekozen voor handhaving van een beperkte koppeling tussen steunverlening en productie in een aantal sectoren, onder welomschreven voorwaarden en binnen duidelijke grenzen. Daarmee moet worden voorkomen dat de productie in deze sectoren stilvalt. Onder dit artikel worden 13 regelingen gefinancierd.

Voor deze regelingen had de Commissie de in 2014 benodigde kredieten geraamd op 2 770,2 miljoen EUR. De lidstaten hebben 2 707,6 miljoen EUR uitgegeven (zie het werkdocument van de diensten van de Commissie voor nadere informatie).

21.

4.2.3.Artikel 05 03 09: terugbetaling van rechtstreekse steun in verband met financiële discipline


De begrotingsautoriteit heeft geen kredieten aan dit artikel toegewezen. Dit artikel is ingevoerd in begrotingsjaar 2014 om de niet-vastgelegde goedgekeurde kredieten gemakkelijker bijeen te kunnen brengen. Deze kredieten zijn, tot een limiet van 2 % van de initiële kredieten voor het ELGF onder gedeeld beheer, overgeschreven met het oog op de financiering in 2015 van de terugbetaling van het bedrag van de financiële discipline die in kalenderjaar 2013 is toegepast op rechtstreekse steun 10 .

Het bedrag van de financiële discipline die voor aanvraagjaar 2013 daadwerkelijk is toegepast, beliep 868,2 miljoen EUR. Dit bedrag blijft binnen de limiet van 2 % van de initiële kredieten onder gedeeld beheer van het ELGF en is gefinancierd met een overschrijving van de niet-vastgelegde kredieten van 424,5 miljoen EUR uit artikel 05 03 10 (reserve voor landbouwcrises, zie 4.2.4) en aangevuld met een overschrijving van niet-vastgelegde kredieten van 398,9 miljoen EUR uit post 05 03 01 01 en 44,8 miljoen EUR uit post 05 03 01 02.

22.

4.2.4.Artikel 05 03 10: reserve voor crises in de landbouwsector


De kredieten van dit artikel dienen ter dekking van uitgaven voor maatregelen die nodig zijn om het hoofd te bieden aan grote crises die de landbouwproductie of distributie treffen. De reserve wordt aangelegd door aan het begin van elk jaar een verlaging op de rechtstreekse betalingen toe te passen aan de hand van het mechanisme voor financiële discipline overeenkomstig de artikelen 25 en 26 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1307/2013. Deze reserve mag jaarlijks geen grotere omvang hebben dan 400 miljoen EUR (in prijzen van 2011). Voor begrotingsjaar 2014 beliep het equivalente bedrag van de crisisreserve in lopende prijzen 424,5 miljoen EUR. De reserve is in begrotingsjaar 2014 echter niet aangesproken.

Daarom is dit niet-gebruikte bedrag aan het eind van het begrotingsjaar overgeschreven naar begrotingsartikel 05 03 09 om te worden overgedragen naar het volgende begrotingsjaar, waarin het uiteindelijk wordt terugbetaald, zoals beschreven in 4.2.3 hierboven.

4.3.Hoofdstuk 05 07: audit van de landbouwuitgaven

23.

4.3.1.Artikel 05 07 01: controle van de landbouwuitgaven


Dit artikel omvat de maatregelen die ter versterking van de controles ter plaatse en ter verbetering van de verificatiesystemen zijn genomen om het risico van fraude en onregelmatigheden ten nadele van de Uniebegroting te beperken. Het omvat ook de uitgaven die nodig mochten zijn om de mogelijke boekhoudkundige en conformiteitscorrecties ten gunste van de lidstaten te financieren (zie het werkdocument van de diensten van de Commissie voor nadere informatie).

24.

4.3.2.Artikel 05 07 02: geschillenbeslechting


De kredieten in dit artikel dienen ter dekking van de kosten waarvoor de Commissie bij vonnis van een rechtbank aansprakelijk kan worden gesteld, zoals schadevergoeding en rente. Op 27 september 2012 heeft het Europees Hof van Justitie arrest gewezen in gevoegde zaken C-113/10, C-147/10 en C-234/10 (het Jüllich-II-arrest). In de begroting 2014 waren kredieten opgenomen ten bedrage van 53,4 miljoen EUR voor de betaling van compenserende rente aan marktdeelnemers in het kader van dit arrest. De lidstaten hebben echter hogere uitgaven gedaan en gedeclareerd (92,3 miljoen EUR) dan in de begroting 2014 was voorzien. Daarom is 38,9 miljoen EUR aan kredieten overgeschreven uit andere posten van de begroting 2014 om het totale door de betrokken lidstaten gedeclareerde bedrag aan compenserende rente te kunnen betalen.

5. BESTEDING VAN DE BESTEMMINGSONTVANGSTEN

5.1.Bestemmingsontvangsten voor het ELGF

De daadwerkelijk van 2013 naar 2014 overgedragen bestemmingsontvangsten bedroegen 710,2 miljoen EUR en zijn volledig gebruikt voor de financiering van uitgaven over begrotingsjaar 2014 overeenkomstig artikel 14 van het Financieel Reglement. Zoals in bijlage 4-II is weergegeven, is van dit bedrag 270,3 miljoen EUR naar de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit gegaan en 439,9 miljoen EUR naar de bedrijfstoeslagregeling.

In bijlage 4-I is te zien dat in 2014 een bedrag van 1 014,2 miljoen EUR aan bestemmingsontvangsten is geïnd in verband met:

– de correcties in het kader van de conformiteitsgoedkeuringsprocedure ten bedrage van 815,6 miljoen EUR;

– onregelmatigheden ten bedrage van 150,3 miljoen EUR;

– de inning van de melkheffing ten bedrage van 48,3 miljoen EUR.

Van de in 2014 geïnde bestemmingsontvangsten is een deel (672,9 miljoen EUR) gebruikt voor de dekking van uitgaven van de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit (32,4 miljoen EUR) en voor de bedrijfstoeslagregeling (640,5 miljoen EUR).

De rest van de in 2014 geïnde bestemmingsontvangsten (341,3 miljoen EUR) is ambtshalve overgedragen naar de begroting 2015 om begrotingsuitgaven van dat jaar te financieren.

Voor nadere informatie wordt verwezen naar de bijlagen 4-I en 4-II.

6. UITSPLITSING NAAR SOORT UITGAVE

De ELGF-uitgaven bedroegen in totaal 44 292,7 miljoen EUR. Hieronder volgt een onderverdeling van dat bedrag in de voornaamste categorieën, samen met het percentage dat die categorie vertegenwoordigt in de totale ELGF-uitgaven voor 2014.

25.

Opslag


De uitgaven voor de opslag bedroegen 5,1 miljoen EUR, ofwel 0,01 % van de totale uitgaven. Dit bedrag is voornamelijk gebruikt voor de particuliere opslag van boter.

26.

Uitvoerrestituties


De uitgaven voor uitvoerrestituties bedroegen 4,5 miljoen EUR, ofwel 0,01 % van de totale uitgaven, en betroffen voornamelijk de betaling van uitstaande saldi in verband met geëxporteerde granen en pluimvee.

27.

Overige marktmaatregelen


De uitgaven voor overige marktmaatregelen (andere dan opslag of uitvoerrestituties) bedroegen 2 579,6 miljoen EUR, ofwel 5,8 % van de totale uitgaven over het jaar. Deze categorie omvat voornamelijk uitgaven voor olijfolie, groenten en fruit, wijn, vezelgewassen, POSEI, afzetbevorderingsmaatregelen, melk en zuivelproducten en de bijenhouderij. Daaronder vallen ook andere kleine bedragen en de correcties die voortvloeien uit de goedkeuring van de rekeningen en uit de geschillenbeslechting.

28.

Rechtstreekse steun


De uitgaven aan rechtstreekse steun bedroegen 41 659,7 miljoen EUR, ofwel 94 % van de totale ELGF-uitgaven.

29.

Rechtstreeks beheer


Deze uitgaven bedroegen 45,2 miljoen EUR (aan vastleggingskredieten), ofwel 0,1 % van de totale uitgaven, en zijn rechtstreeks door de Commissie gedaan. Ze hadden vooral betrekking op landbouwbedrijfsboekhoudingen, enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven, voorlichting over het GLB, technische ondersteuning et cetera.

30.

Plattelandsontwikkeling in het kader van het vroegere EOGFL, afdeling Garantie


Voor deze programma's kunnen geen vastleggingen meer worden gedaan. De lidstaten zijn deze programma's aan het afronden en vorderen ten onrechte betaalde bedragen terug. Het netto eindbedrag dat in het kader van dit artikel is geïnd, was rond de 1,4 miljoen EUR.

De ontwikkeling van de uitsplitsing van de ELGF-uitgaven naar soort uitgave over de periode 2008-2014 is weergegeven in bijlage 6.

(1) Zie bijlage 1 voor een overzicht.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 964/2013 van de Commissie (PB L 268 van 10.10.2013, blz.

5).
(3) Verordening (EU) nr. 1181/2013 van de Raad (PB L 313 van 22.11.2013, blz. 13).
(4) Deze bedragen worden niet opgenomen in de inkomstenposten van de begroting (artikel 670 voor de bestemmingsontvangsten voor het ELGF), maar worden vermeld in de toelichting bij het betrokken artikel.
(5) p.m.: pro memorie.
(6) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.
(7) Deze maandelijkse uitgavendeclaraties worden door de lidstaten toegezonden uiterlijk op de tiende van maand N+1.
(8) De gedetailleerdere declaraties worden door de lidstaten maandelijks uiterlijk op de twintigste van maand N+1 toegezonden (tabel 104).
(9) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 302/2012 van de Commissie van 4 april 2012.
(10) Overeenkomstig artikel 169, lid 3, van het Financieel Reglement (Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012) mogen deze kredieten worden overgedragen en overeenkomstig artikel 26, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moeten de lidstaten de bedragen terugbetalen aan de eindontvangers op wie de financiële discipline overeenkomstig artikel 26, leden 1 tot en met 4, van die verordening wordt toegepast in het begrotingsjaar waarnaar de kredieten worden overgedragen.