Toelichting bij COM(2015)582 - Sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst betreffende een civiel mondiaal satellietnavigatiesysteem (Civil Global Navigation Satellite System) (GNSS) tussen de EG en Korea

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De Republiek Korea is een land met capaciteiten op het gebied van ruimtevaarttechnologie en –toepassingen. Korea is momenteel een actieve gebruiker van satellietnavigatiediensten in diverse sectoren, waaronder vervoer, vlootbeheer, wetenschap en geodesie.

Op basis van de op 18 juli 2005 verleende machtiging van de Raad heeft de Europese Commissie onderhandeld over een samenwerkingsovereenkomst betreffende een civiel mondiaal satellietnavigatiesysteem (Civil Global Navigation Satellite System) (GNSS) tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds (hierna 'de overeenkomst' genoemd). De overeenkomst is vervolgens op 9 september 2006 ondertekend, overeenkomstig het besluit van de Raad van 1 september 2006 betreffende de ondertekening.

De ondertekenende lidstaten van de Europese Unie en de Republiek Korea hebben hun procedures in verband met de inwerkingtreding van de overeenkomst voltooid.

Overeenkomstig artikel 218, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie stelt de Commissie de Raad voor na goedkeuring door het Europees Parlement een besluit houdende sluiting van de overeenkomst namens de Europese Unie vast te stellen.

Bulgarije, Kroatië en Roemenië zullen tot de overeenkomst toetreden door de sluiting van een protocol, overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, respectievelijk de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.