Toelichting bij COM(2016)207 - Functioneren van de gewijzigde verordening over het afsnijden van haaienvinnen aan boord van vaartuigen en over de internationale ontwikkelingen op dit gebied

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 15.4.2016


COM(2016) 207 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over het functioneren van Verordening (EG) nr. 1185/2003 van de Raad betreffende het afsnijden van haaienvinnen aan boord van vaartuigen, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 605/2013, en over de internationale ontwikkelingen op dit
gebied


2.

Verslag aan het Europees Parlement en de Raad



over het functioneren van Verordening (EG) nr. 1185/2003 van de Raad betreffende het afsnijden van haaienvinnen aan boord van vaartuigen, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 605/2013, en over de internationale ontwikkelingen op dit gebied

1. Basis voor dit verslag

Bij Verordening (EG) nr. 1185/2003 van de Raad betreffende het afsnijden van haaienvinnen aan boord van vaartuigen 1 is een algemeen verbod ingesteld op de praktijk van 'het vinnen' van haaien, d.w.z. het afsnijden van haaienvinnen waarna de rest van het karkas in zee wordt teruggegooid. In het kader van deze verordening konden de lidstaten speciale visdocumenten voor de verwerking van haaien aan boord afgeven. Om het vinnen te voorkomen is bij de verordening een gewichtsverhouding tussen de vinnen en de karkassen vastgesteld.

Deze verordening is gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 605/2013 2 . In artikel 6 daarvan is het volgende bepaald: "Wanneer vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, haaien vangen, aan boord houden, overladen of aanlanden, stuurt de vlaggenlidstaat, [...] de Commissie elk jaar [...] een volledig verslag over de uitvoering van deze verordening [...]. Nadat de lidstaten hun tweede jaarverslag [...] hebben ingediend, brengt de Commissie uiterlijk op 1 januari 2016 bij het Europees Parlement en de Raad verslag uit over het functioneren van deze verordening en over de internationale ontwikkelingen op dit gebied." Met dit verslag wordt aan de rapportageverplichting voldaan.

2. Verslaglegging door de lidstaten

Gebruik van speciale visdocumenten tot 2013

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1185/2003 moesten lidstaten die de verwijdering van vinnen van dode haaien aan boord toestonden, aan de Commissie rapporteren hoeveel speciale visdocumenten zij elk jaar daarvoor hadden afgegeven. In tabel 1 en in figuur 1 wordt een overzicht gegeven van de visdocumenten die zijn afgegeven door lidstaten die van deze mogelijkheid gebruikmaakten in het kader van de oude verordening.

Verslaglegging door de lidstaten over 2013 en 2014

Wanneer vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, haaien vangen, aan boord houden, overladen of aanlanden, moet de vlaggenlidstaat elk jaar bij de Commissie een verslag indienen over de uitvoering van de verordening in het afgelopen jaar. Dit omvat een beschrijving van de monitoring en handhaving door de vlaggenlidstaat van de naleving van de verordening en, met name, informatie over:

het aantal keren dat er haaien zijn aangeland;

het aantal, de datum en de plaats van de inspecties;

het aantal gevallen van niet-naleving, de aard ervan en de opgelegde sancties;

het totale aantal aanlandingen per soort (gewicht/aantal) en per haven.

Drie kustlidstaten – Kroatië, Italië en Roemenië – hebben noch voor 2013 noch voor 2014 een verslag ingediend 3 . Verscheidene andere lidstaten hebben enkel een verslag ingediend over de uitvoering van de verordening in 2013 of 2014. In tabel 2 in de bijlage wordt een overzicht gegeven van de informatie die door alle lidstaten is gerapporteerd. Deze verslagen zijn online beschikbaar indien de betrokken lidstaat geen bezwaar tegen de bekendmaking ervan heeft gemaakt. 4

Qua volume rapporteerden zeven lidstaten aanlandingen van meer dan 50 ton in 2013, met twee uitschieters: Spanje, met meer dan 60 000 ton, en Frankrijk, met meer dan 15 000 ton. De helft van de lidstaten die eerder speciale visdocumenten hadden afgegeven om de verwerking van haaien aan boord toe te staan, rapporteerden geen vangsten van haaien door hun vloot.

Spanje en Portugal laten de grootste volumes per aanlanding optekenen (tabel 3, figuur 2). In tabel 4 wordt voor 2013 een uitsplitsing van de gerapporteerde volumes per soort en per lidstaat gegeven. Wanneer specifiek wordt gekeken naar blauwe haai – een soort waarvoor er een markt voor de vinnen is – hebben de Spaanse en de Portugese vloot de grootste aandelen in volume (figuur 3).

Wat de frequentie van de inspecties betreft, zijn er enige verschillen tussen de lidstaten (tabel 5, figuur 4). In 2013 rapporteerde Malta bijvoorbeeld gemiddeld 84 inspecties per 100 aanlandingen, tegenover Frankrijk 0,2. Van de lidstaten die eerder speciale visdocumenten voor de verwerking van haaien aan boord hadden afgegeven, rapporteerden Litouwen en Estland geen inspecties van vissersvaartuigen.

Voor 2013 werden meer dan 4 400 inspecties gerapporteerd, waarbij vier inbreukgevallen zijn geconstateerd: Cyprus meldde een geval waarbij een blauwe haai zonder vinnen aan boord van een vaartuig werd aangetroffen, Frankrijk een geval van het afsnijden van haaienvinnen door een Venezolaans vaartuig, Spanje een geval van het afsnijden van haaienvinnen door een Portugees vaartuig, en het Verenigd Koninkrijk een geval waarbij twee haaien op zee werden gevild.

Spanje heeft aanvullende informatie ingediend met een beoordeling van de financiële impact van de verordening op de Spaanse beugvisserijvloot.4 Op basis van de gerapporteerde kosten van de aanpassing aan de vereisten van de nieuwe verordening hebben de diensten van de Commissie een analyse van de betrokken vlootsegmenten verricht. Daaruit blijkt dat het grootste vlootsegment (in termen van aantal vaartuigen en arbeidsplaatsen) met redelijke winstmarges kan blijven opereren. Voor segmenten die momenteel al verliesgevend zijn, kunnen de aanpassingskosten de financiële problemen verergeren.

3. Internationale ontwikkelingen

Om de instandhouding van haaien te verbeteren en een gelijk speelveld voor de vloten van de Unie te bevorderen, heeft de Commissie in regionale visserijorganisaties en organen, zoals de Visserijcommissie voor het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan, en in relevante internationale fora geijverd voor een beleid 'van op natuurlijke wijze vastzittende vinnen', en zal zij dit blijven doen.

De EU is ook een belangrijk pleitbezorger van de resolutie over duurzame visserij van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties 5 , waarin de staten worden opgeroepen onmiddellijke en gecoördineerde acties te ondernemen om de uitvoering en naleving te verbeteren van bestaande maatregelen die door ROVB's of in het kader van bepaalde regelingen zijn genomen om de haaienvisserij en incidentele vangsten van haaien te regelen.

4. Conclusie

De indiening van jaarverslagen door de lidstaten zoals voorgeschreven door de verordening was onvolledig, in die zin dat slechts 14 van de 23 kustlidstaten volledige verslagen over de uitvoering van de verordening in zowel 2013 als 2014 hebben ingediend, terwijl drie kustlidstaten helemaal geen verslag indienden, ondanks herhaalde herinneringen van de Commissie. Alle lidstaten die in het verleden speciale visdocumenten hadden afgegeven voor de verwerking van haaien aan boord, hebben echter ten minste één verslag over de uitvoering van de verordening ingediend. De omvang van de gegevens die de lidstaten rapporteerden en de formaten waarin zij dit deden, waren ook uiteenlopend.

Op basis van de verslaglegging kunnen enkele beperkte conclusies worden getrokken, met het voorbehoud dat de gegevens onvolledig zijn. De ingediende verslagen duiden erop dat voornamelijk door de vaartuigen van twee lidstaten grootschalige haaienvisserij wordt bedreven. Het aantal inbreuken dat de lidstaten die de Commissie de vereiste gegevens hebben verstrekt, waaronder de twee belangrijkste lidstaten, tijdens hun inspecties hebben vastgesteld, lijkt zeer beperkt.

De Commissie is zich bewust van de bezorgdheid die in een van de verslagen van de lidstaten is uitgesproken, en die vergelijkbaar is met die welke door bepaalde lidstaten en belanghebbenden tijdens de vorige openbare raadpleging 6 is geuit, namelijk dat de uitvoering van de verordening het transport van de karkassen compliceert en extra kosten meebrengt voor de betrokken vaartuigen 7 . Zij zal de situatie en de economische gevolgen ervan blijven monitoren. Bovengenoemde moeilijkheden kunnen tot op zekere hoogte worden aangepakt met bestaande instrumenten, met inbegrip van die van het EFMZV 8 , om te helpen praktische oplossingen te vinden voor de gemelde problemen. De Commissie is ook van oordeel dat het belangrijk is op internationaal niveau een beleid 'van op natuurlijke wijze vastzittende vinnen' te bevorderen overeenkomstig het verzoek van de Raad om de internationale steun voor een gelijker speelveld te verhogen, zelfs indien de voorstellen van de EU niet worden aangenomen.

(1) eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:32003R1185
(2) eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:32013R0605
(3) Italië heeft evenwel in zijn jaarverslag voor 2013 over de bescherming van walvisachtigen tegen incidentele vangsten aangegeven dat zijn monitoringprogramma ook betrekking had op bijvangsten van haaien, en daarvan een 'groot aantal' gemeld in de noordelijke en centrale Adriatische Zee.
(4) ec.europa.eu/fisheries/marine_species

(5) www.un.org/documents/resga">www.un.org/documents/resga Sinds 2007 jaarlijks bij consensus aangenomen: A/RES/62/177, -63/112, -64/72, -65/38, -66/68, -67/79, -68/71 en -69/109:
(6) eur-lex.europa.eu/legal-content/en/ALL/?uri=CELEX:52011SC1392
(7) In artikel 3 van de verordening is het volgende bepaald: 'om de opslag aan boord te vergemakkelijken, mogen haaienvinnen gedeeltelijk worden ingesneden en tegen het karkas worden aangevouwen.'
(8) eur-lex.europa.eu/legal-content/nl/ALL/?uri=CELEX:32014R0508