Toelichting bij COM(2007)428 - Sluiting van een visserijovereenkomst met Madagaskar

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Gemeenschap en de Republiek Madagaskar hebben onderhandeld over een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector waarbij aan vissers uit de Gemeenschap vangstmogelijkheden worden toegekend in de visserijzone van Madagaskar, en hebben deze overeenkomst op 21 juni 2006 geparafeerd. De partnerschapsovereenkomst, vergezeld van een protocol en een bijlage, heeft vanaf de inwerkingtreding een looptijd van zes jaar en kan worden verlengd. De op 28 januari 1986 in werking getreden Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar wordt vanaf de dag van inwerkingtreding van de onderhavige overeenkomst ingetrokken en door haar vervangen.

Op 25 januari 2007 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar. Het was evenwel nodig opnieuw te onderhandelen over het protocol en de bijlage met de technische en financiële voorwaarden voor de visserijactiviteiten van de vaartuigen van de Europese Gemeenschap, en dit protocol en deze bijlage te wijzigen en op 16 maart 2007 opnieuw te paraferen teneinde rekening te houden met de aanvragen voor extra vangstmogelijkheden voor beugschepen; de referentietonnage en de financiële tegenprestatie werden dienovereenkomstig aangepast. Deze aanvragen om extra vangstmogelijkheden vloeien voort uit gezamenlijke verklaring nr. 10529/06 van de Raad en de Commissie tot wijziging van Verordening (EG) nr. 639/2004 van de Raad, waarbij op grond van artikel 299 van het Verdrag aan de ultraperifere gebieden wordt toegestaan het stelsel van overheidssteun voor de vernieuwing van hun vloot te verlengen. Deze aanvragen voor extra vangstmogelijkheden stroken ook met de aanbevelingen van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC), waarbij de eilandstaten en de ontwikkelingslanden worden gemachtigd een ontwikkelingsplan voor hun vloot in te dienen. Een gewijzigd voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar is dus noodzakelijk om rekening te houden met de wijzigingen die zijn aangebracht in het op 16 maart 2007 geparafeerde protocol.

Dit protocol en de bijbehorende bijlage zijn gesloten voor een periode van zes jaar vanaf 1 januari 2007. In afwachting van de inwerkingtreding van de nieuwe overeenkomst treden het onderhavige protocol en de bijlage erbij in werking op de datum waarop de partijen elkaar de voltooiing van de in dit verband te volgen procedures melden. Zij zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

Het hoofddoel van de nieuwe partnerschapsovereenkomst is het versterken van de samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar met het oog op het instellen van een partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de redelijke exploitatie van de visbestanden in de visserijzone van Madagaskar, in het belang van beide partijen. Bij het bepalen van haar onderhandelingspositie heeft de Commissie zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een evaluatie vooraf en een evaluatie achteraf door onafhankelijke deskundigen.

De twee partijen verbinden zich tot het aangaan van een politieke dialoog over visserijaangelegenheden van wederzijds belang. Binnen de partnerschapsovereenkomst kunnen beide partijen via de bestaande prioriteiten van het nationale visserijbeleid in Madagaskar gemeenschappelijk overeenstemming bereiken over de te halen doelstellingen en de daarmee samenhangende jaarlijkse en meerjarige programmering, met het doel te zorgen voor een duurzaam en verantwoord beheer van de sector.

In de partnerschapsovereenkomst is ook bepaald dat de economische, wetenschappelijke en technische samenwerking in de visserijsector en de aanverwante sectoren wordt bevorderd.

De financiële tegenprestatie als gewijzigd in het op 16 maart 2007 geparafeerde protocol is vastgesteld op 1 197 000 euro per jaar voor een referentiehoeveelheid van 13 300 ton. Van deze financiële tegenprestatie moet 80 % worden gebruikt voor jaarlijkse financiële steun voor de ontwikkeling en de tenuitvoerlegging van het sectorale visserijbeleid in Madagaskar met het oog op een duurzame en verantwoorde visserij. Die financiële ondersteuning is gebaseerd op de vorengenoemde jaarlijkse en meerjarige programmering.

In het op 16 maart 2007 gewijzigde protocol zijn de volgende vangstmogelijkheden vastgesteld: 1) voor de categorie visserij door “vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen”: 43 vaartuigen; 2) voor de categorie visserij door “vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 100 BT”: 50 vaartuigen; 3) voor de categorie visserij door “vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van 100 BT of minder”: 26 vaartuigen.

In de overeenkomst zijn de volgende vangstmogelijkheden vastgesteld: 1) voor de tonijnvisserij met de zegen: 44 vaartuigen; 2) voor de tonijnvisserij met de drijvende beug: 44 vaartuigen.

Daarnaast mogen 5 vaartuigen gedurende twee perioden van 6 maanden de experimentele visserij met de beug of de grondbeug voor demersale soorten beoefenen.

De rechten van de reders zijn vastgesteld voor elke categorie en zouden Madagaskar in totaal een jaarlijks extra inkomen kunnen opleveren van ongeveer 465 000 euro per jaar (voor een referentiehoeveelheid van 13 300 ton).

Op basis hiervan stelt de Commissie de Raad voor de sluiting van deze partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar bij verordening goed te keuren.