Toelichting bij COM(2007)672 - Uniforme toelatingsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. PROCEDURE

1. Op 28 juli 2006 heeft de Commissie het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een uniforme toelatingsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s [document (COM(2006) 423 definitief)] goedgekeurd als onderdeel van een pakket van vier voorstellen betreffende voedselverbeteraars. Het voorstel werd op 28 juli 2006 bij de Raad en het Europees Parlement ingediend.

2. Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft zijn advies uitgebracht op 25 april 2007.

3. De Raad is tijdens de vergadering van de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (EPSCO) van 31 mei 2007 een algemene benadering inzake het voorstel overeengekomen.

4. Het Europees Parlement heeft op 10 juli 2007 in eerste lezing een positief advies over het voorstel uitgebracht.

5. Dit voorstel is een gewijzigde versie van het oorspronkelijke voorstel [COM(2006) 423 – 2006/0143 (COD)], waarin de door de Commissie aanvaarde amendementen van het Europees Parlement zijn verwerkt.

Het Europees Parlement heeft 31 amendementen op het oorspronkelijke voorstel goedgekeurd. Commissaris Kyprianou heeft in de plenaire vergadering van 9 juli 2007 aangegeven dat de Commissie de meeste amendementen geheel of gedeeltelijk kon aanvaarden, met enige redactionele aanpassingen. De volgende goedgekeurde amendementen kunnen door de Commissie niet worden aanvaard: 14, 20, 31 en 33.

De wijzigingen in het herziene voorstel zijn vet gedrukt en onderstreept. Sommige amendementen zijn geherformuleerd met het oog op de coherentie van de terminologie in het hele voorstel.

In bepaalde artikelen is de nummering van de leden aangepast om rekening te houden met de toevoeging of de schrapping van elementen in het voorstel van de Commissie.

II.

1.

Doel


STELLINGEN VAN HET VOORSTEL

6. In het kader van de inspanningen ter verbetering van de communautaire wetgeving op grond van het concept “van boer tot bord” heeft de Commissie in het Witboek over voedselveiligheid haar voornemen bekendgemaakt om de bestaande wetgeving inzake levensmiddelenadditieven en aroma’s bij te werken en aan te vullen en specifieke bepalingen betreffende enzymen vast te stellen (acties 11 en 13 van het Witboek).

Dit voorstel beoogt de goede werking van de interne markt te waarborgen en tegelijkertijd een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van de mens te garanderen wat levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s betreft.

Daartoe beoogt het een uniforme, gecentraliseerde, doeltreffende, vlotte en transparante toelatingsprocedure vast te stellen, gebaseerd op een door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) uitgevoerde risicobeoordeling en een systeem voor risicomanagement waarin de Commissie maatregelen neemt in het kader van de procedure van het regelgevend comité (comitéprocedure). Het draagt de Commissie op om op grond van de wetenschappelijke evaluaties van de EFSA een algemene positieve lijst voor elke categorie van de desbetreffende stoffen op te stellen, bij te houden en bij te werken. De opname van een stof in een van deze lijsten impliceert dat het gebruik daarvan algemeen is toegestaan voor alle exploitanten in de Gemeenschap.

7. De voorgestelde verordening inzake de uniforme toelatingsprocedure maakt deel uit van een pakket voorstellen over “voedselverbeteraars” dat verwijst naar de voorstellen over levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s. Zij past in het vereenvoudigingsprogramma van de Commissie, draagt bij tot de harmonisatie en bevordert de samenhang tussen de drie met elkaar verband houdende gebieden.

III. OVERZICHT VAN DE AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT

8. Technische/redactionele amendementen

De meeste amendementen strekken ertoe het voorstel vanuit technisch of redactioneel oogpunt te verbeteren. Deze amendementen zijn grotendeels door de Commissie overgenomen, in bepaalde gevallen met een paar redactionele aanpassingen: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 12, 15, 19, 21, 23, 24, 25, 27, 28, 30 en 32.

Amendement 23 wordt inhoudelijk aanvaard. In artikel 11 wordt echter al bepaald dat de Autoriteit haar adviezen onverwijld openbaar moet maken; om juridische redenen past het dus niet dezelfde bepaling te herhalen in artikel 5, lid 2.

Amendement 31 kan, hoewel redactioneel van aard, om juridische reden niet worden aanvaard.

9. Transparantie

De amendementen 9, 10, 19, 21, 27, 28 en 32 komen de transparantie en de informatieverstrekking, twee onderliggende beginselen van het Commissievoorstel, ten goede.

Amendement 20 bepaalt echter dat alle aanvragen toegankelijk moeten worden gemaakt voor belanghebbenden. De Commissie is van plan een lijst van alle toelatingsaanvragen alsook informatie over de voortgang openbaar te maken, maar de systematische publicatie van de volledige aanvraagdossiers is niet aanvaardbaar. De toegang tot documenten van de Commissie is geregeld in Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

10. Gegevensbescherming gedurende vijf jaar voor individuele toelatingen (artikel 2 en artikel 12)

Het voorstel voorziet in een systeem van positieve lijsten van levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s. De opname van een stof in een van deze lijsten impliceert dat het gebruik daarvan algemeen is toegestaan voor alle exploitanten in de Gemeenschap. Dat is de huidige situatie wat levensmiddelenadditieven betreft.

De amendementen 14 en 33 voorzien in gegevensbescherming gedurende vijf jaar en als gevolg daarvan, een preferentiële toelating van de stof gedurende deze periode voor het bedrijf dat de gegevens heeft verstrekt. Het bestaande systeem voor levensmiddelenadditieven, dat al lang bestaat en over het algemeen internationaal wordt gebruikt, zou door een dergelijke bepaling radicaal worden gewijzigd. Dat zou onder meer leiden tot een toename van de regelgeving (een individuele toelating voor vijf jaar, gevolgd door een algemene toelating), van de complexiteit van de controlesystemen en van de administratieve procedures. Deze benadering is derhalve niet in overeenstemming met de doelstelling om het regelgevingskader te vereenvoudigen. Tot slot kan een systeem dat individuele bedrijven exclusieve rechten toekent, een belemmering vormen voor het vrij verkeer van goederen die veilig zijn en aan de criteria van de desbetreffende wetgeving voldoen, wat in strijd is met de doeleinden van een maatregel die wordt genomen overeenkomstig artikel 95 van het EG-Verdrag. Deze amendementen zijn derhalve niet overgenomen in het gewijzigde voorstel.

11. Termijnen (artikel 5, lid 1, en artikel 7, lid 1)

Amendement 22 verlengt de termijn waarbinnen de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (Autoriteit) haar advies uitbrengt, van zes naar negen maanden. Dit wordt aanvaard in het gewijzigde voorstel.

Anderzijds verkort amendement 37 de termijn voor de Commissie om het Permanent Comité een ontwerpmaatregel voor te leggen van negen naar zes maanden. Met name bij levensmiddelenadditieven zijn er gevallen waarin zes maanden voor de Commissie niet zal volstaan om de lidstaten en relevante belanghebbenden over de technologische behoefte, de voordelen voor de consument, de mogelijke misleiding van de consument en andere relevante factoren te raadplegen en vervolgens een maatregel voor te leggen. Deze vorm van raadpleging, waarbij met de mening van belanghebbenden rekening wordt gehouden bij het opstellen van voorstellen, is alleen mogelijk als er voldoende tijd is. Dit deel van amendement 37 wordt derhalve niet overgenomen in het gewijzigde voorstel.

12. Comitéprocedure (artikel 7 en artikel 14)

Aangezien het voorstel van de Commissie werd goedgekeurd rond de tijd dat Besluit 2006/512/EG tot wijziging van Besluit 1999/468/EG tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden werd goedgekeurd, wordt in het voorstel naar de normale regelgevingsprocedure verwezen. Het voorstel moet derhalve worden gewijzigd om rekening te houden met de nieuwe regelgevingsprocedure met toetsing.

De amendementen 34, 35, 36 en 37 volgen de comitéprocedure wat het bijwerken van de lijsten van levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en aroma's betreft en stemmen de tekst van het voorstel af op de bepalingen van de nieuwe regelgevingsprocedure met toetsing. Deze amendementen worden gunstig onthaald en in beginsel aanvaard, met een aantal redactionele wijzigingen. Hoewel amendement 36 in beginsel wordt aanvaard, wordt het niet in de tekst van artikel 2, lid 1, overgenomen omdat het reeds in de wijziging van artikel 7 vervat zit. Bovendien wordt voorzien in de mogelijkheid om de urgentieprocedure toe te passen om stoffen van de communautaire lijst te verwijderen en om specificaties of gebruiksbeperkingen toe te voegen, te verwijderen of te wijzigen bij specifieke risico's voor de gezondheid van de mens.

13. Overeenkomstig artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag wijzigt de Commissie haar voorstel in overeenstemming met wat hierboven is uiteengezet.