Toelichting bij COM(2012)420 - Strafrechtelijke sancties voor handel met voorwetenschap en marktmanipulatie (ingediend overeenkomstig artikel 293, lid 2, VWEU) - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2012)420 - Strafrechtelijke sancties voor handel met voorwetenschap en marktmanipulatie (ingediend overeenkomstig artikel 293, lid 2, ... |
---|---|
bron | COM(2012)420 |
datum | 25-07-2012 |
Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende strafrechtelijke sancties voor handel met voorwetenschap en marktmanipulatie (ingediend overeenkomstig artikel 293, lid 2, VWEU) /* COM/2012/0420 final - 2011/0297 (COD) */
Inhoudsopgave
Op 20 oktober 2011 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende strafrechtelijke sancties voor handel met voorwetenschap en marktmanipulatie. Dit voorstel is op 20 oktober 2011 aan het Europees Parlement en de Raad toegezonden. Op 28 maart 2012 heeft het Europees Economisch en Sociaal Comité daarover advies uitgebracht.
Sinds maart 2011 loopt een onderzoek naar de mogelijke manipulatie door een aantal banken van de EURIBOR- en LIBOR-benchmarks voor interbancaire leningtarieven. Vermoed werd dat de door de betrokken banken meegedeelde ramingen van de rente waartegen zij financieringsaanbiedingen zouden aanvaarden, verschilden van de rente die zij in de praktijk zouden hebben aanvaard. Dit resulteerde mogelijk in een wijziging van het niveau van het EURIBOR- en het LIBOR-tarief (die beide als basistarief voor het opnemen van leningen en als referentietarief voor de prijszetting van tal van financiële instrumenten, zoals renteswaps, worden gehanteerd), hetgeen vragen kan hebben doen rijzen over de integriteit van de LIBOR- en EURIBOR-tarieven. Bovendien hebben de individuele banken die gegevens voor de opstelling van de LIBOR- en EURIBOR-tarieven aanleveren, via hun ramingen misleidende informatie over hun waarschijnlijke financieringskosten aan de markt verstrekt.
De Commissie is nagegaan of de mogelijke manipulatie van benchmarks, zoals de LIBOR- en EURIBOR-tarieven, viel onder haar voorstel voor een verordening betreffende handel met voorwetenschap en marktmanipulatie en het daarmee samenhangende voorstel voor een richtlijn betreffende strafrechtelijke sancties voor handel met voorwetenschap en marktmanipulatie, die allebei in oktober 2011 zijn aangenomen. Met name ook het Europees Parlement heeft het belang van deze aangelegenheid onderstreept. Aangezien momenteel geen van beide voorstellen op benchmarks betrekking heeft, heeft de Commissie geconcludeerd dat directe manipulatie van benchmarks niet onder het toepassingsgebied van deze beide voorstellen valt.
Hoewel het moeilijk of onmogelijk kan zijn voor een bevoegde autoriteit om te bewijzen dat manipulatie van een benchmark gevolgen heeft gehad voor de prijs van gerelateerde financiële instrumenten, kan elke daadwerkelijke manipulatie of poging tot manipulatie van belangrijke benchmarks ernstige negatieve gevolgen hebben voor het marktvertrouwen en kan zij resulteren in aanzienlijke verliezen voor beleggers en investeerders en in verstoringen van de reële economie, gezien het wijdverbreide gebruik van benchmarkindexen als referentietarief voor bijvoorbeeld renteswaps en hypotheken met variabele rente. Het is bijgevolg van essentieel belang om te verduidelijken dat bevoegde autoriteiten in dergelijke gevallen in staat moeten zijn administratieve sancties in verband met het strafbaar feit van marktmanipulatie op te leggen, zonder dat zij daarmee samenhangende kwesties, zoals prijseffecten, behoeven te bewijzen of aan te tonen. Het is ook van essentieel belang dat alle nodige stappen worden ondernomen om een dergelijke manipulatie te voorkomen en om het opleggen van sancties door de bevoegde autoriteiten mogelijk te maken en te faciliteren. Een strikt rechtskader zal als een geloofwaardig afschrikmiddel voor dergelijk gedrag fungeren en op die manier beleggers en investeerders beschermen en het marktvertrouwen herstellen. Deze regelgevingsmaatregelen dienen strafrechtelijke sancties te omvatten.
Om de manipulatie van benchmarks te bestrijken en om te garanderen dat opzettelijke manipulatie van benchmarks strafbaar is, stelt de Commissie dan ook voor haar voorstel voor een richtlijn te wijzigen.
2.1. Rechtsgrondslag
Het gewijzigd voorstel is gebaseerd op artikel 83, lid 2, VWEU en ingediend overeenkomstig artikel 293, lid 2, VWEU.
2.2. Subsidiariteit en evenredigheid
Volgens het subsidiariteitsbeginsel (artikel 5, lid 3, VEU) treedt de Unie slechts op indien en voor zover de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten alleen kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Unie kunnen worden bereikt. De grensoverschrijdende dimensie van tal van benchmarks en van de entiteiten die gegevens voor de opstelling van deze benchmarks aanleveren, alsook het internationale karakter van vele van de financiële instrumenten die door een manipulatie van benchmarks kunnen worden beïnvloed, houden in dat het gevaar niet denkbeeldig is dat reacties op nationaal niveau tegen de manipulatie van benchmarks kunnen worden omzeild of ondoeltreffend blijken als geen actie op Unieniveau wordt ondernomen. Tegen deze achtergrond lijkt het, in het kader van het subsidiariteitsbeginsel, passend dat de Unie optreedt.
Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel moet een interventie doelgericht zijn en mag deze niet verder gaan dan hetgeen noodzakelijk is om de doelstellingen te verwezenlijken. Dit beginsel heeft als leidraad gefungeerd bij de redactie van dit voorstel.
2.3. Nadere uitleg van het voorstel
In het voorstel voor een richtlijn betreffende strafrechtelijke sancties voor handel met voorwetenschap en marktmanipulatie moeten de volgende wijzigingen worden aangebracht:
· wijziging in de definities (artikel 2) om er een definitie van benchmarks in op te nemen;
· wijziging in het strafbaar feit van marktmanipulatie (artikel 4) zodat de manipulatie van benchmarks zelf daaronder valt;
· wijziging in het strafbaar feit 'uitlokking, medeplichtigheid en poging' (artikel 5), zodat dit wordt uitgebreid tot dezelfde gedragingen met betrekking tot de manipulatie van benchmarks.
Het gewijzigd voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.
Commissievoorstel COM(2011) 654 definitief voor een richtlijn betreffende strafrechtelijke sancties voor handel met voorwetenschap en marktmanipulatie wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan artikel 2 wordt het volgende punt 3 toegevoegd:
"3. 'Benchmark': een commerciële index of gepubliceerd cijfer, berekend door een formule toe te passen op de waarde van een of meer onderliggende activa of prijzen, met inbegrip van geraamde prijzen, rentetarieven of andere waarden, dan wel enquêtegegevens, op basis waarvan het voor een financieel instrument te betalen bedrag wordt bepaald."
2. Aan artikel 4 wordt het volgende punt e) toegevoegd:
"e) het rapporteren van onjuiste of misleidende informatie, het verstrekken van onjuiste of misleidende inputgegevens, of het verrichten van enigerlei andere gelijkwaardige activiteit die resulteert in de opzettelijke manipulatie van de berekening van een benchmark."
3. Artikel 5, lid 2, wordt vervangen door:
"2. De lidstaten treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de poging om de in artikel 3, onder a), en artikel 4, onder a), b) en, c) en e), genoemde feiten te plegen, strafbaar wordt gesteld."
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement Voor de Raad
De voorzitter De voorzitter