Toelichting bij COM(2013)245 - Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij [tot intrekking van Verordening 1198/2006, Verordening 861/2006 en Verordening XXX/2011 inzake het geïntegreerd maritiem beleid]

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Op 2 december 2011 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een voorstel voor een "VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij [tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad, Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad en Verordening nr. XXX/2011 van de Raad inzake het geïntegreerd maritiem beleid]" (EFMZV).

Op 6 oktober 2011 heeft de Commissie haar voorstellen gepresenteerd voor een verordening houdende gemeenschappelijke bepalingen voor het EFRO, het ESF, het CF, het ELFPO en het EFMZV en algemene bepalingen voor de cohesiebeleidsfondsen (COM(2011) 615 definitief).

In het oorspronkelijke Commissievoorstel voor de EFMZV‑verordening werd het beheers‑ en controlesysteem voor het EFMZV afgestemd op de voor het ELFPO voorgestelde regelingen, voornamelijk omdat de autoriteiten die het ELFPO en het EFMZV beheren, vaak dezelfde zijn en zij baat zouden hebben bij geharmoniseerde regelingen voor beide fondsen.

Tijdens de behandeling van het EFMZV‑voorstel in de Raadswerkgroep visserij hebben sommige lidstaten bezwaar aangetekend bij de verschuiving naar het door de Commissie voorgestelde systeem voor beheer en controle en voor financieel beheer. Tijdens de vorige (2000‑2006) en de huidige (2007‑2013) programmeringsperiode is het systeem voor tenuitvoerlegging van het EFMZV aangepast aan in het kader van het cohesiebeleid opgezette regelingen. In dit verband zijn de lidstaten van mening dat de grootst mogelijke continuïteit moet worden gewaarborgd. Voortzetting van deze regelingen, aldus de lidstaten, zou het mogelijk maken de inmiddels verworven expertise van de nationale overheden die bij het beheer van de EU‑fondsen voor visserij zijn betrokken, optimaal te benutten.

De meeste lidstaten hebben zich weliswaar uitgesproken voor afstemming van het EFMZV op het systeem voor tenuitvoerlegging van het cohesiebeleid, maar hebben ook gewezen op de noodzaak het evenredigheidsbeginsel in acht te nemen (art. 4, lid 5, van de verordening houdende gemeenschappelijke bepalingen – hierna "GB‑verordening"). De operationele visserijprogramma's zijn doorgaans kleinschaliger dan die in het kader van het cohesiebeleid en hebben bovendien specifieke kenmerken die ervoor moeten zorgen dat het EFMZV bijdraagt tot de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

In het belang van de lopende onderhandelingen in de Raad en het Europees Parlement stelt de Commissie een gelijktijdige wijziging van de Commissievoorstellen voor de GB‑verordening en de EFMZV‑verordening voor om te garanderen dat het EFMZV eenvoudig en gestroomlijnd wordt geïntegreerd in een reeds bestaand regelkader voor het cohesiebeleid.

Door de systemen voor tenuitvoerlegging van het EFMZV conform de voorstellen nauw af te stemmen op die voor het cohesiebeleid, zal de coherentie van de aldus geharmoniseerde voorschriften voor al deze fondsen (EFRO, ESF, CF en EFMZV) erop vooruit gaan. Deze aanpak bouwt voort op de ervaring die in de vorige programmeringsperioden is opgedaan, en is bevorderlijk voor een vlotte overgang van de ene naar de volgende programmeringsperiode.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Het voorstel van de Commissie tot wijziging van de GB‑verordening en de EFMZV‑verordening is voorafgegaan door gedetailleerde besprekingen over de tenuitvoerleggingsregelingen voor het EFMZV in het kader van de Raadswerkgroep visserij en bilaterale contacten met de lidstaten.

Bovendien is voor de oorspronkelijke wetsvoorstellen een effectbeoordeling uitgevoerd.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Het voorstel behelst een parallelle wijziging van de Commissievoorstellen voor de GB‑verordening en de EFMZV‑verordening:

• door in de GB‑verordening een nieuw deel 4 over cohesiebeleid en over het EFMZV op te nemen, wordt het EFMZV geïntegreerd in de ter zake relevante bepalingen van de GB‑verordening die oorspronkelijk specifiek het cohesiebeleid betroffen;

• respectieve bepalingen (die overeenstemmen met de tenuitvoerleggingsregelingen voor het ELFPO of overlappen met de artikelen van de GB‑verordening in de gewijzigde versie) worden uit de EFMZV‑verordening geschrapt en in de EFMZV‑verordening worden adequate verwijzingen naar de GB‑verordening opgenomen, waar nodig.

Overwegingen en definities worden in overeenstemming gebracht met de veranderingen in de artikelen en met de wijziging van de structuur van de verordeningen. De terminologie in het nieuwe deel 4 wordt aangepast om rekening te houden met de specifieke kenmerken van het EFMZV en in sommige gevallen wordt verduidelijkt dat in de fondsspecifieke voorschriften in het kader van het EFMZV aanvullende voorschriften kunnen worden vastgesteld.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het gewijzigde voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting. Als gevolg van zowel de beschikbaarheid van nieuwe gegevens en macro-economische prognoses als de toetreding van de Republiek Kroatië moet de EFMZV‑enveloppe worden aangepast.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor de lopende onderhandelingen over het meerjarig financieel kader en het financieel reglement.

5. OVERZICHT VAN DE WIJZIGINGEN

De wijziging van de EFMZV‑verordening betreft de overwegingen 86, 89, 101, 103 en 104; de overwegingen 91, 93, 94 en 97 moeten worden geschrapt. Voorts moeten wijzigingen worden aangebracht aan de artikelen 3, 12, 14, 20, 24, 25, 28, 33, 37, 38, 39, 45, 46, 54, 56, 61, 62, 63, 64, 67, 75, 78, 92, 94, 95, 102, 103, 105, 108, 117, 118, 119, 120, 122, 126, 128, 129, 131, 132, 133, 134, 135, 136, 137, 138, 139, 140, 141, 142,143, 144, 145, 146, 147, 148, 149, 150,151, 152, 153 en 154. De volgende artikelen moeten worden geschrapt: 96, 97, 98, 99, 100, 101, 104, 106, 107, 109, 110, 111, 112, 113, 114, 115, 116, 121, 123, 124, 125, 127 en 130.

Voor de GB‑verordening heeft de wijziging betrekking op de overwegingen 3, 75, 78, 80, 84 en 87. Bovendien worden de artikelen 1 en 3 veranderd om de toepassing van elk deel van de GB‑verordening op de respectieve fondsen (EFRO, ESF, CF, EFMZV en ELFPO) te verduidelijken. Voorts zijn de definities in artikel 2, punten 5, 7, 25 en 26, lichtjes aangepast: in plaats van naar deel 3 wordt nu verwezen naar deel 4.

Andere wijzigingen betreffen artikel 55, lid 7, artikel 64, lid 6, artikel 74, lid 1, artikel 112, lid 3, artikel 113, lid 5, artikel 114, lid 3, onder b) en g), artikel 117, lid 4, artikel 120, artikel 121, lid 1, artikel 124, artikel 126, lid 4, artikel 128, artikel 130, lid 1, artikel 131, lid 1, artikel 133, lid 1, artikel 134, lid 1, artikelen 135, 136 en 137 en artikel 140, lid 1.