Toelichting bij COM(2016)703 - Standpunt EU in associatiecomité met Oekraïne aangaande aanpassingen van de wetgeving op het gebied van overheidsopdrachten - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2016)703 - Standpunt EU in associatiecomité met Oekraïne aangaande aanpassingen van de wetgeving op het gebied van overheidsopdrachten. |
---|---|
bron | COM(2016)703 |
datum | 31-10-2016 |
•
Motivering en doel van het voorstel
Het bijgevoegde voorstel voor een besluit van de Raad bepaalt het standpunt van de Unie:
1. over een besluit van het krachtens de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (de 'overeenkomst') opgerichte Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken betreffende de actualisering van de bijlagen XXI-A tot XXI-P (met betrekking tot hoofdstuk 8 over overheidsopdrachten) bij de overeenkomst;
2. over het uitbrengen van een positief advies van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken over het uitgebreide stappenplan dat Oekraïne heeft ingediend voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst op het gebied van overheidsopdrachten.
De overeenkomst is op 27 juni 2014 ondertekend en titel IV ("HANDEL EN DAARMEE VERBAND HOUDENDE AANGELEGENHEDEN” (over de bepalingen betreffende de diepe en brede vrijhandelsruimte) wordt sinds 1 januari 2016 voorlopig toegepast. De actualisering van de bovengenoemde bijlagen is noodzakelijk om rekening te houden met de evolutie van het acquis van de Unie op het gebied van overheidsopdrachten sinds de parafering van de overeenkomst op 30 maart 2012. Het voorstel strookt met de verplichtingen van de partijen op grond van artikel 463 van de overeenkomst.
Pas nadat het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken een positief advies over het stappenplan heeft uitgebracht, kan Oekraïne de aanpassing van de wetgeving op het gebied van overheidsopdrachten als vastgesteld in artikel 152 van de overeenkomst stroomlijnen. Deze stap is een integrerend onderdeel van het proces van de tenuitvoerlegging van de overeenkomst.
• Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied
Met dit voorstel wordt, op basis van de bepalingen van de bovengenoemde overeenkomst en met name de daarin vastgestelde doelstelling van het tot stand brengen van een vrijhandelszone en de voorwaarden voor economische integratie tussen de partijen, uitvoering gegeven aan de gemeenschappelijke handelspolitiek van de Unie ten aanzien van Oekraïne, een partnerland van het oostelijk nabuurschap.
• Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie
Dit voorstel sluit aan op en draagt bij tot de uitvoering van ander extern beleid van de Unie, met name het Europees nabuurschapsbeleid en het beleid inzake ontwikkelingssamenwerking met betrekking tot Oekraïne.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
•
Rechtsgrondslag
De rechtsgrondslag voor de vaststelling van het door de Unie in te nemen standpunt in de krachtens de overeenkomst ingestelde comités wordt gevormd door het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, in samenhang met artikel 218, lid 9.
• Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)
De gemeenschappelijke handelspolitiek is krachtens artikel 3 VWEU een exclusieve bevoegdheid van de Unie. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.
•
Evenredigheid
Dit voorstel is nodig om de in de overeenkomst met Oekraïne neergelegde internationale verplichtingen van de Unie na te komen.
•
Keuze van het instrument
Dit voorstel is in overeenstemming met artikel 218, lid 9, VWEU, uit hoofde waarvan de Raad besluiten vaststelt. Er bestaat geen ander rechtsinstrument dat kan worden gebruikt om de in dit voorstel uitgedrukte doelstelling te bereiken.
3. RESULTATEN VAN EVALUATIES ACHTERAF, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN
• Evaluaties achteraf/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving
Niet van toepassing.
• Raadplegingen van belanghebbenden
Voor dit voorstel hoeven geen belanghebbenden te worden geraadpleegd, omdat het voorstel uitsluitend beoogt de verwijzingen naar het acquis van de Unie waaraan Oekraïne zich volgens de overeenkomst moet aanpassen, te actualiseren.
•
Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid
Niet van toepassing.
•
Effectbeoordeling
De bepalingen van de overeenkomst op het gebied van handel en daarmee verband houdende aangelegenheden zijn onderworpen aan een effectbeoordeling vooraf (duurzaamheidseffectbeoordeling voor het handelsverkeer in opdracht van DG Handel in 2007), die werd meegenomen in de onderhandelingen voor een diepe en brede vrijhandelsruimte. Dat onderzoek bevestigde dat de uitvoering van handels- en handelsgerelateerde bepalingen een positief economisch effect zou hebben voor zowel de EU als Oekraïne. Het voorstel heeft geen nadelige invloed op het economisch, sociaal of milieubeleid van de Unie.
• Gezonde regelgeving en vereenvoudiging
De overeenkomst valt momenteel niet onder Refit-procedures, brengt geen kosten mee voor kleine en middelgrote ondernemingen in de Unie en levert geen problemen op vanuit het oogpunt van de digitale omgeving.
• Grondrechten
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten in de Unie.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Niet van toepassing.
5. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplannen en toezicht, evaluatie en rapportageregelingen
De uitvoering van de overeenkomst wordt regelmatig getoetst door de Associatieraad EU-Oekraïne en de in die overeenkomst vastgestelde ondergeschikte organen daarvan. Na de vergaderingen van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, die ten minste eenmaal per jaar plaatsvinden, brengt de Europese Commissie ook verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad, inclusief over de in dit voorstel opgenomen elementen.
• Toelichtende stukken (voor richtlijnen)
Niet van toepassing.
• Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel
Het voorstel beoogt een standpunt van de Europese Unie vast te stellen met betrekking tot:
1. de actualisering van bijlage XXI bij de associatieovereenkomst. Bijlage XXI bij de overeenkomst bevat de lijst van het acquis van de Unie waaraan Oekraïne voornemens is zijn nationale wetgeving met betrekking tot overheidsopdrachten (hoofdstuk 8 van titel IV van de overeenkomst) aan te passen.
2. het uitbrengen van een positief advies van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken over het uitgebreide stappenplan dat Oekraïne heeft ingediend voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst op het gebied van overheidsopdrachten.
De actualisering van die bijlagen is noodzakelijk in het licht van de evolutie van het daarin opgenomen acquis van de Unie sinds de parafering van de overeenkomst op 30 maart 2012. Overeenkomstig artikel 463, lid 3, van de overeenkomst is de Associatieraad bevoegd de bijlagen bij de overeenkomst te actualiseren of te wijzigen; bij Besluit nr. 3/2014 van 15 december 2014 heeft de Associatieraad de bevoegdheid om bepaalde handelsgerelateerde bijlagen te actualiseren of te wijzigen gedelegeerd aan het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken. Bijgevolg moet het standpunt van de Unie worden ingenomen in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken.
Pas nadat het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken een positief advies over het stappenplan heeft uitgebracht, kan Oekraïne de aanpassing van de wetgeving op het gebied van overheidsopdrachten als vastgesteld in artikel 152 van de overeenkomst stroomlijnen. Deze stap is een integrerend onderdeel van het proces van de tenuitvoerlegging van de overeenkomst. Het stappenplan wordt beschouwd als referentiedocument voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst met Oekraïne op het gebied van overheidsopdrachten.