Toelichting bij COM(2016)713 - Ontwikkeling van de uitgaven uit het ELGF Alarmsysteem nr. 8-10/2016

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 8.11.2016


COM(2016) 713 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de ontwikkeling van de uitgaven uit het ELGF

Alarmsysteem nr. 8-10/2016


2.

INHOUD



Inleiding



3.

2. Bestemmingsontvangsten voor het ELGF


4.

3. Opmerkingen over de uitvoering van de ELGF-begroting 2016 (voorlopige cijfers)


5.

4. Feitelijke bestemmingsontvangsten voor het ELGF


6.

5. Conclusies


bijlage 1:Besteding van de ELGF-kredieten tot en met 31.8.2016 (voorlopige cijfers)


1. Inleiding

Dit verslag bevat een update van de voorlopige uitvoering van de begroting 2016 voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF). In bijlage 1 wordt met name het werkelijke niveau van de uitvoering van de ELGF-begroting voor de periode van 16 oktober 2015 tot en met 31 augustus 2016 vergeleken met het verwachte uitgavenprofiel. Dit laatste is het resultaat van de toepassing van de indicator op het niveau van de begrotingskredieten. De indicator wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 28 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid 1 .

2. Bestemmingsontvangsten voor het ELGF

Op grond van artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 gelden ontvangsten die voortvloeien uit de financiële correcties die worden opgelegd op grond van besluiten tot boekhoudkundige en conformiteitsgoedkeuring, uit onregelmatigheden en uit de opbrengsten van de melkheffing als bestemmingsontvangsten ter financiering van ELGF-uitgaven. Overeenkomstig de bepalingen van dat artikel kunnen de bestemmingsontvangsten worden gebruikt voor de financiering van welke ELGF-uitgaven dan ook. Als een deel van deze ontvangsten niet binnen het begrotingsjaar wordt gebruikt, wordt dat deel automatisch overgedragen naar het volgende begrotingsjaar 2 . Hierbij wordt opgemerkt dat het begrotingsjaar 2016 het laatste jaar is waarin opbrengsten uit de melkheffing worden geïnd, aangezien de melkquotaregeling op 31 maart 2015 is afgelopen.

De ELGF-begroting 2016 bevatte zowel de door de Commissie vastgestelde laatste ramingen van de middelen die nodig zijn om de verwachte uitgaven voor marktmaatregelen en rechtstreekse betalingen te financieren, en de ramingen van de bestemmingsontvangsten die naar verwachting in de loop van het betrokken begrotingsjaar zouden worden geïnd, als het over te dragen saldo van de uit het voorafgaande begrotingsjaar beschikbare bestemmingsontvangsten. In haar voorstel voor de begrotingskredieten voor het ELGF voor 2016 heeft de Commissie de totale verwachte bestemmingsontvangsten in aanmerking genomen, met het verzoek om voor de begroting 2016 bij de berekening van het bedrag aan kredieten de geraamde bestemmingsontvangsten in mindering te brengen op de geraamde financieringsbehoeften. De begrotingsautoriteit heeft vervolgens de ELGF-begroting goedgekeurd, rekening houdend met de verwachte bestemmingsontvangsten.

Bij de opstelling van de begroting 2016 werden de beschikbare bestemmingsontvangsten door de Commissie op 2 980 miljoen EUR geraamd. Meer bepaald:

– werd verwacht dat in de loop van het begrotingsjaar 2016 bestemmingsontvangsten ten bedrage van 2 090 miljoen euro zouden worden geïnd. De ontvangsten uit correcties in het kader van de conformiteitsgoedkeuring en uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden werden op respectievelijk 1 125 miljoen EUR en 155 miljoen EUR geraamd. De opbrengsten uit de melkheffing werden op 810 miljoen EUR geraamd;

– werden de van het begrotingsjaar 2015 naar het begrotingsjaar 2016 over te dragen bestemmingsontvangsten op 890 miljoen EUR geraamd.

De Commissie heeft deze aanvankelijk verwachte ontvangsten ten bedrage van 2 980 miljoen EUR in de begroting 2016 toegewezen aan de volgende regelingen:

– 600 miljoen EUR voor de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit, en

– 2 380 miljoen EUR voor de basisbetalingsregeling.

Voor deze regelingen heeft de begrotingsautoriteit uiteindelijk kredieten goedgekeurd in overeenstemming met het voorstel van de Commissie. De som van de goedgekeurde kredieten en de bovengenoemde bestemmingsontvangsten komt overeen met:

– 898 miljoen EUR voor de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit,

– 18 307 miljoen EUR voor de basisbetalingsregeling.

In bijlage 1, waarin de uitvoering van de begroting 2016 voor de periode tot en met 31 augustus 2016 (voorlopige cijfers) wordt weergegeven, is bij de begrotingskredieten voor groenten en fruit en voor ontkoppelde rechtstreekse betalingen (weergegeven op het niveau van het artikel) geen rekening gehouden met de genoemde bestemmingsontvangsten. Deze cijfers geven de goedgekeurde kredieten voor die artikelen weer (respectievelijk 611,8 miljoen EUR en 34 269,2 miljoen EUR). Als de aan deze artikelen toegewezen bestemmingsontvangsten worden meegerekend, lopen de totale bedragen in de begroting 2016 op tot 1 211,8 miljoen EUR voor groenten en fruit en 36 649,2 miljoen EUR voor ontkoppelde rechtstreekse betalingen.

3. Opmerkingen over de uitvoering van de ELGF-begroting 2016 (voorlopige cijfers)

De uitvoering van de begroting voor de periode van 16 oktober 2015 tot en met 31 augustus 2016 (voorlopige cijfers), zoals weergegeven in bijlage 1, wordt vergeleken met het uitgavenprofiel op basis van de overeenkomstig artikel 28 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 vastgestelde indicator. Hieronder volgt voor de artikelen van de begroting 2016 die de grootste verschillen tussen de werkelijke en de verwachte uitgaven te zien geven, een beknopte uiteenzetting van de oorzaken van die verschillen.

3.1.Marktmaatregelen

De opname van kredieten voor interventies op de landbouwmarkten lag 158,6 miljoen EUR boven het niveau waarop de opname van de goedgekeurde begrotingskredieten volgens de indicator op 31 augustus 2016 had moeten liggen. Dit verschil heeft onder meer te maken met het technische effect van de bestemmingsontvangsten voor de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit, aangezien de indicator voor de periode tot en met 31 augustus 2016 enkel op de goedgekeurde begroting wordt toegepast (zie punt 2 voor meer informatie).

Zonder dit effect zou er sprake zijn van een onderbesteding van ongeveer 272,5 miljoen EUR, wat het netto-effect is van de uitvoeringspatronen in voornamelijk de sector groenten en fruit en de sector dierlijke producten.

3.1.1.Groenten en fruit (+ 189,0 miljoen EUR in vergelijking met de goedgekeurde kredieten)

Zoals reeds aangegeven is dit uitvoeringsniveau vooral toe te schrijven aan de uitgaven voor de regeling inzake de actiefondsen van de producentenorganisaties, die wordt gefinancierd uit zowel goedgekeurde kredieten als bestemmingsontvangsten.

Een voetnoot * in de tabel met het overzicht van de uitvoering van de begroting (bijlage 1 – voorlopige cijfers) geeft aan wat de situatie zou zijn geweest als de indicator was toegepast op de totale kredieten voor dit artikel, met inbegrip van de bestemmingsontvangsten ten belope van 600 miljoen EUR. Als de indicator was toegepast op de totale financiering die naar raming voor dit artikel beschikbaar zal zijn (1 211,8 miljoen EUR), zou er sprake zijn van een onderbesteding van 272,6 miljoen EUR.

Dit is het gevolg van een tragere opname voor alle uit hoofde van dit artikel gefinancierde regelingen. Het uitvoeringsprofiel voor crisismaatregelen in het kader van de regeling inzake de actiefondsen van de producentenorganisaties en voor de overige maatregelen in de sector groenten en fruit kon niet op betrouwbare wijze worden geraamd. Waarschijnlijk zal dit dan ook afwijken van de vooronderstelde bestedingsprofielen die de basis vormen voor de indicator voor deze posten.

Op dit moment wordt ervan uitgegaan dat deze situatie tijdelijk is, aangezien de uitgavenramingen tot het einde van het jaar nog aanzienlijke bedragen omvatten. De uitvoering van dit artikel wordt nauwlettend gemonitord door de diensten van de Commissie.

7.

3.1.2.Melk en zuivelproducten (- 135,2 miljoen EUR)


De voornaamste reden voor het uitvoeringsniveau voor dit artikel is de voortgang bij de uitvoering en de toepassing van gerichte steun voor de veehouderijsectoren. Het bedrag van 420 miljoen EUR aan kredieten voor de regeling voor gerichte steun is opgenomen in begrotingspost 05 02 12 99 — Overige maatregelen (melk en zuivelproducten). Aangezien de lidstaten evenwel besloten hebben een deel van deze steun toe te wijzen aan producenten in andere sectoren van de veehouderij, ligt de opname van de kredieten voor dit artikel ongeveer 106 miljoen EUR lager en moest worden voorzien in de nodige kredietoverschrijvingen voor de financiering van voor andere artikelen gedeclareerde uitgaven.

Wat het totale bedrag van de uitvoering van de gerichte steun tot het einde van de subsidiabiliteitsperiode (30 juni 2016) betreft, zijn de beschikbare kredieten bijna volledig opgebruikt (uitgaven ten belope van 414,7 miljoen EUR of 98,7 % van de totale toewijzing).

De rest van de onderbesteding voor dit artikel kan worden verklaard door het gecombineerde effect van een tragere opname voor de schoolmelkregeling en voor de opslagregelingen.

3.1.3.Rundvlees (+ 30,1 miljoen EUR), schapen- en geitenvlees (+ 1,8 miljoen EUR) en varkensvlees, eieren en pluimvee (+ 74,8 miljoen EUR)

De overbesteding voor deze artikelen is het spiegelbeeld van de onderbesteding voor de sector melk en zuivelproducten die voortvloeit uit de toepassing van gerichte steun voor de veehouderijsectoren. De voor deze sectoren gedeclareerde uitgaven worden gefinancierd via de overschrijving van kredieten die voor deze maatregel beschikbaar zijn onder artikel 05 02 12.

3.2.Rechtstreekse betalingen

De opname van kredieten voor rechtstreekse betalingen lag 4 793,5 miljoen EUR onder het indicatorniveau voor 31 augustus 2016.

8.

3.2.1.Ontkoppelde rechtstreekse betalingen (- 5 195,5 miljoen EUR in vergelijking met de goedgekeurde kredieten)


Voor de goedgekeurde kredieten is dit uitvoeringsniveau slechts in beperkte mate relevant; het hangt namelijk samen met de uitgaven voor de basisbetalingsregeling, die wordt gefinancierd uit zowel de goedgekeurde begrotingskredieten als de bestemmingsontvangsten die in de begroting 2016 aan deze regeling zijn toegewezen (zie punt 2 voor meer informatie). Dit uitvoeringsniveau is het resultaat van de toepassing van de indicator voor de periode tot en met 31 augustus 2016 op de goedgekeurde begrotingskredieten, dus exclusief de bestemmingsontvangsten voor dit artikel.

Een voetnoot * in de tabel met het overzicht van de uitvoering van de begroting (bijlage 1 – voorlopige cijfers) geeft aan wat de situatie zou zijn geweest als de indicator was toegepast op de totale kredieten die naar raming voor de financiering van de ontkoppelde rechtstreekse betalingen beschikbaar zullen zijn. Als de indicator was toegepast op de geraamde totale kredieten van 36 649,2 miljoen EUR voor ontkoppelde rechtstreekse betalingen, zou er sprake zijn van een onderbesteding ten belope van - 7 573,1 miljoen EUR.

Dit aanzienlijke verschil in het niveau van uitvoering van de begroting voor ontkoppelde rechtstreekse betalingen is hoofdzakelijk toe te schrijven aan tijdelijke vertragingen van administratieve aard die een aantal lidstaten hebben ondervonden tijdens het eerste jaar van de uitvoering van de hervormde regelingen voor rechtstreekse betalingen. Sinds 31 mei 2016 is het uitvoeringspatroon voor ontkoppelde rechtstreekse steun in de lidstaten aanzienlijk versneld, met als gevolg dat momenteel 79 % van de beschikbare kredieten, inclusief de bestemmingsontvangsten, is betaald.

De Commissie blijft de niveaus van uitvoering in de lidstaten en hun ramingen van de toekomstige uitgaven monitoren. Aangezien voor betalingen die zijn uitgevoerd na 30 juni maar vóór 16 oktober 2016, uitzonderlijk geen verlagingen zullen worden toegepast, is de Commissie op dit moment van oordeel dat dit verschil tijdelijk is en verwacht zij dat de ontkoppelde rechtstreekse betalingen uiteindelijk zullen worden uitgevoerd zoals in de begroting 2016 is voorzien.

3.2.2.Andere rechtstreekse betalingen (+ 402,1 miljoen EUR in vergelijking met de goedgekeurde kredieten)

Deze overbesteding voor andere rechtstreekse betalingen ten opzichte van het met de indicator overeenstemmende uitgavenprofiel is het effect van de verrekening van de onderbesteding bij de vrijwillige gekoppelde steun en de overbesteding bij de regeling voor kleine landbouwers.

Verscheidene lidstaten hebben tijdens het eerste jaar van de uitvoering tijdelijke vertragingen van administratieve aard ondervonden, wat tot een tragere opname voor de vrijwillige gekoppelde steun heeft geleid.

Voor de regeling voor kleine landbouwers omvatte de begroting 2016 geen kredieten voor deze begrotingspost, omdat de bedragen van de financieringsbehoeften niet op betrouwbare wijze konden worden geraamd. De regeling wordt gefinancierd uit de bedragen die beschikbaar zijn voor de andere regelingen inzake rechtstreekse betalingen. De voor deze post gedeclareerde uitgaven bedroegen op 31 augustus 2016 ongeveer 905 miljoen EUR en werden gefinancierd via de overschrijving van kredieten uit andere rechtstreeks betalingen ter financiering van de regeling.

De Commissie monitort nauwlettend hoe de opname van de uitgaven bij de vrijwillige gekoppelde steun zich verder ontwikkelt.

4. Feitelijke bestemmingsontvangsten voor het ELGF

De tabel in bijlage 1 geeft een overzicht van de per 31 augustus 2016 geïnde bestemmingsontvangsten, goed voor in totaal 2 497 miljoen EUR. Meer bepaald:

– bedroegen de ontvangsten uit correcties die zijn opgelegd op grond van besluiten tot boekhoudkundige en conformiteitsgoedkeuring, 1 583,7 miljoen EUR;

– bedroegen de ontvangsten uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden 98,9 miljoen EUR en wordt verwacht dat daar tegen het einde van het begrotingsjaar nog bedragen bij zullen komen; en

– zijn de inkomsten uit de melkheffing inmiddels volledig geïnd (ca. 814,5 miljoen EUR).

Tot slot zijn uiteindelijk bestemmingsontvangsten ten bedrage van 896,4 miljoen EUR van 2015 naar 2016 overgedragen.

Het voor de financiering van ELGF-uitgaven beschikbare bedrag van de bestemmingsontvangsten bedraagt op 31 augustus 2016 dus 3 393,4 miljoen EUR en zal verder worden aangevuld met nieuwe bestemmingsontvangsten uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden, die naar verwachting tegen het einde van het begrotingsjaar zullen worden geïnd.

5. Conclusies

Uit de voorlopige uitvoering van de ELGF-begroting 2016 voor de periode tot en met 31 augustus 2016 blijkt dat de maandelijkse vergoedingen aan de lidstaten ongeveer 4 572,4 miljoen EUR onder het indicatorniveau liggen. Dit aanzienlijke verschil is bijna volledig toe te schrijven aan een tijdelijke vertraging bij de uitvoering van de rechtstreekse betalingen aan landbouwers.

Wat de bestemmingsontvangsten betreft, is reeds 3 393,4 miljoen EUR beschikbaar en zullen in 2016 naar verwachting nog extra bedragen worden geïnd.

Op dit moment verwacht de Commissie dat de opname van de kredieten voor de rechtstreekse betalingen het niveau dat oorspronkelijk was verwacht bij de vaststelling van de begroting 2016, zal benaderen. Voorts is de Commissie van oordeel dat de ietwat hogere bedragen van de aan het eind van het jaar beschikbare bestemmingsontvangsten niet alleen het geraamde verschil tussen de behoeften en de goedgekeurde kredieten zullen kunnen dekken, maar ook een overdracht naar de begroting 2017 zullen mogelijk maken, zoals voorzien in de ontwerpbegroting 2017, maar het exacte bedrag kan nog niet op betrouwbare wijze worden geraamd.

(1)

PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.

(2)

In artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie is bepaald dat interne bestemmingsontvangsten slechts één jaar mogen worden overgedragen. Daarom worden deze bestemmingsontvangsten, met het oog op een gezond begrotingsbeheer, over het algemeen eerst gebruikt, vóór de goedgekeurde kredieten van het betrokken begrotingsartikel.