Toelichting bij COM(2017)241 - Wijziging uitvoeringsbesluit 2014/170/EU aangaande de lijst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van illegale visserij, mbt de Comoren

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



Dit voorstel betreft de toepassing van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 1 (IOO-verordening).

Algemene context



Dit voorstel past in het kader van de tenuitvoerlegging van de IOO-verordening en is het resultaat van onderzoeks- en dialoogprocedures die zijn toegepast in overeenstemming met de materiële en procedurele eisen zoals vastgelegd in de IOO-verordening, waarin onder meer is bepaald dat alle landen zich moeten kwijten van de taken die ze krachtens internationaal recht als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat dienen te vervullen om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



Besluit van de Commissie van 1 oktober 2015 inzake de kennisgeving aan een derde land van de mogelijkheid dat het wordt aangemerkt als derde land dat niet meewerkt bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (PB C 324 van 2.10.2015, blz.

6).

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 23 mei 2017 tot aanmerking van de Unie der Comoren als derde land dat niet meewerkt bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (PB C XXXX van XX.XX.2017, blz. …).

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie



Niet van toepassing.

2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbende partijen



De partijen die bij de procedure betrokken zijn, zijn overeenkomstig de bepalingen van de IOO-verordening in de loop van de onderzoeks- en dialoogprocedures in de gelegenheid gesteld hun belangen te verdedigen.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er hoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling



Dit voorstel vloeit voort uit de tenuitvoerlegging van de IOO-verordening.

De IOO-verordening voorziet niet in een algemene effectbeoordeling, maar bevat wel een uitputtende lijst van factoren die moeten worden beoordeeld.

3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Samenvatting van de voorgestelde maatregel



Op 1 oktober 2015 heeft de Commissie de Comoren bij besluit van de Commissie in kennis gesteld van de mogelijkheid dat het land op grond van de IOO-verordening door de Commissie als niet-meewerkend land wordt aangemerkt.

De Commissie heeft ten aanzien van de Comoren stappen ondernomen. Daarbij ging het onder meer om acties om haar optreden te motiveren, de gelegenheid voor het land om te antwoorden of de argumenten te weerleggen, het recht om aanvullende informatie te vragen of te verschaffen, voorstellen voor actieplannen om de situatie te verhelpen en voldoende tijd om een antwoord te verstrekken en een redelijke termijn om de situatie te verhelpen.

Op 23 mei 2017 heeft de Commissie de Comoren bij uitvoeringsbesluit van de Commissie aangemerkt als een derde land dat de Commissie op grond van de IOO-verordening als niet-meewerkend derde land beschouwt.

Bijgaand voorstel voor een uitvoeringsbesluit van de Raad is gebaseerd op de bevindingen die bevestigen dat de Comoren er niet zijn in geslaagd zich te kwijten van de taken die zij krachtens internationaal recht als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat dienen te vervullen.

Derhalve wordt voorgesteld dat de Raad het bijgevoegde voorstel voor een besluit goedkeurt.

Rechtsgrondslag



Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

Subsidiariteitsbeginsel



Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

De vorm van de maatregel wordt voorgeschreven in de IOO-verordening en laat geen ruimte voor nationale besluitvorming.

Er geldt geen verplichting om een beschrijving te geven van de wijze waarop de financiële en administratieve lasten voor de Unie, de nationale, regionale en plaatselijke overheden, de marktdeelnemers en de burgers zo veel mogelijk worden beperkt en hoe zij in verhouding staan tot het doel van het voorstel.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: besluit.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn:

Andere instrumenten zouden ongeschikt zijn omdat de IOO-verordening niet in andere mogelijkheden voorziet.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.