Toelichting bij COM(2017)378 - Lidmaatschap van de EU van de Internationale Studiegroep voor Rubber (IRSG)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGRONDVANHETVOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De Internationale Studiegroep voor Rubber (IRSG) is een intergouvernementele organisatie bestaande uit rubberproducerende en -verbruikende belanghebbenden, opgericht in 1944. Het is een discussieforum voor kwesties met betrekking tot vraag en aanbod van natuurlijk en synthetisch rubber. Bij Besluit 2002/651/EG van de Raad van 22 juli 2002 is de Europese Gemeenschap toegetreden tot de IRSG. Het EU-lidmaatschap van de IRSG dateert van 1 juli 2011. Het is wettelijk vastgelegd in Besluit 2011/664/EU van de Raad van 12 september 2011 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de gewijzigde statuten en het gewijzigde reglement van orde van de Internationale Studiegroep voor Rubber en bij Besluit 2012/283/EU van de Raad van 24 april 2012 betreffende de sluiting door de Europese Unie van de gewijzigde statuten en het gewijzigde reglement van orde van de Internationale Studiegroep voor Rubber.

1.

De redenen waarom de EU de IRSG zou moeten verlaten, kunnen als volgt worden samengevat:


Tijdens het opstellen van de gewijzigde statuten van de IRSG in 2011 heeft de Commissie herhaaldelijk haar bezorgdheid uitgesproken over de beperkte en afnemende relevantie van de IRSG nadat belangrijke landen (Verenigde Staten, Thailand, Maleisië) zich in 2010-2011 hadden teruggetrokken. De huidige leden van de IRSG vertegenwoordigen slechts ongeveer 10 % van de wereldproductie en 25 % van het wereldverbruik van natuurlijk rubber. Deze bezorgdheid wordt ook geuit in de aanbeveling van de Commissie internationale handel (INTA) die voorafging aan de goedkeuring door het Parlement van Besluit 2012/283/EU van de Raad waarbij de statuten van 2011 werden vastgesteld. De INTA benadrukte dat "een groot aantal leden een noodzakelijke voorwaarde [blijft] voor de levensvatbaarheid op lange termijn en de doeltreffendheid van de IRSG als bevoegde instantie" en dat in de resolutie van het Europees Parlement met de goedkeuring van het besluit van de Raad de Commissie wordt verzocht 'werk te maken van de uitbreiding van het ledenaantal van de IRSG'.

Om die redenen heeft de Commissie de IRSG en haar leden alsmede de industrie verzocht de regeringen van landen die geen lid zijn, aan te moedigen lid te worden en heeft zij in 2011 zelf vijf regeringen aangeschreven. Sinds 2012 heeft de EU er op elke vergadering van de hoofden van delegaties op gewezen dat nieuwe leden moesten worden aangetrokken. Ondanks de herhaalde inspanningen van het IRSG-secretariaat de afgelopen vier jaar heeft geen van de benaderde potentiële nieuwe leden een betrouwbare indicatie gegeven dat zij bereid zouden zijn lid te worden van de groep. Daarom moet worden geconcludeerd dat niet redelijkerwijs te verwachten is dat deze situatie gaat veranderen.

De taken van de IRSG hebben hoofdzakelijk betrekking op de productie van statistieken over de rubberproductie en -handel en op een aantal projecten in verband met rubberproductie. De Commissie is van mening dat die taken ook door particuliere organisaties kunnen worden verricht en dat de toegevoegde waarde van de betrokkenheid van de Europese Commissie bij deze processen beperkt is.

Tegelijkertijd moet de vraag worden gesteld of het lidmaatschap van de IRSG een prioriteit blijft gezien de toenemende begrotingsbeperkingen en nieuwe uitdagingen. Bovendien is de lidmaatschapsbijdrage gestegen als gevolg van het kleinere aantal leden, de uitputting van de

kasreserves van de groep en de ontwikkeling van de EUR/SGD-wisselkoers. Voor het begrotingsjaar 2016/2017 bedraagt de bijdrage van de EU aan de begroting van de IRSG 132 000 EUR en voor het volgende begrotingsjaar (2017/2018) loopt deze op tot 135 000 EUR; het financieel memorandum dat ten grondslag ligt aan Besluit 2012/283/EU van de Raad betreffende de sluiting door de Europese Unie van de gewijzigde statuten en het gewijzigde reglement van orde van de Internationale Studiegroep voor Rubber voorzag alleen in jaarlijkse kredieten van 125 000 EUR.

Om deze redenen moet de EU zich terugtrekken uit de Internationale Studiegroep voor Rubber.

Verenigbaarheid met

bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Er bestaan geen andere bepalingen op EU-niveau ten aanzien van het bestuderen van de internationale rubberhandel.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

De maatregel is in overeenstemming met het beleid van de Commissie om zich te concentreren op de belangrijkste prioriteiten.

2. RECHTSGRONDSLAG,SUBSIDIARITEITENEVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Gezien het beginsel van institutioneel evenwicht en het feit dat deze overeenkomst overeenkomstig artikel 218, lid 6, onder a), v), VWEU is gesloten, wordt als rechtgrondslag gekozen voor de sluiting van een internationale overeenkomst met goedkeuring van het Europees Parlement.

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

De vaststelling door de EU van de gewijzigde statuten en het gewijzigde reglement van orde van de IRSG was gebaseerd op artikel 207, leden 3 en 4, juncto artikel 218, lid 6, onder a), v), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). De zaak betreft dus een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt.

Evenredigheid

De terugtrekking van de EU is nodig om te stoppen met jaarlijkse begrotingsuitgaven die weinig voordelen opleveren, minder dan werd verwacht toen de Europese Gemeenschap toetrad tot de IRSG. Er kan ook worden bespaard op de schaarse personele middelen die momenteel worden ingezet voor het beheer van de deelname van de EU aan de IRSG. Om deze reden moet terugtrekking van de EU als de meest passende maatregel worden beschouwd om dit doel te bereiken en als evenredig worden beschouwd.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDENENEFFECTBEOORDELINGEN

Raadpleging van belanghebbenden

Dit initiatief kan niet openbaar worden gemaakt voordat formeel een besluit is genomen over de beëindiging van de deelname aan de IRSG. Anders zou het EU-standpunt ten aanzien van de andere leden van de IRSG (die dan op de hoogte zouden zijn van dit initiatief) ernstig worden verzwakt tijdens de vrij lange periode die normaliter verstrijkt tussen de


bekendmaking van het initiatief en het nemen van de beslissing tot terugtrekking, en dit geldt nog meer als uiteindelijk zou worden besloten aan te blijven als lid.

Effectbeoordeling

Een volwaardige effectbeoordeling is niet nodig, omdat de maatregel waarschijnlijk geen belangrijke economische, ecologische of sociale gevolgen zal hebben.

De beëindiging van het lidmaatschap van de IRSG zou de Unie meer dan 150 000 EUR aan jaarlijkse bijdragen besparen, alsmede de personele en logistieke middelen die nodig zijn voor het beheer van dit lidmaatschap. Beëindiging van het lidmaatschap van de EU zou betekenen dat diensten zoals vrije toegang tot IRSG-publicaties niet meer beschikbaar zouden zijn. Hierbij moet worden aangetekend dat de statistieken van de IRSG slechts incidenteel worden gebruikt door de diensten van de Commissie en dat op het gedetailleerde niveau dat wij vereisen soms gratis alternatieve bronnen kunnen worden gedownload. In ieder geval bedragen de kosten van een jaarlijks abonnement voor alle IRSG-publicaties niet meer dan 8 000 EUR.

Een beslissing tot terugtrekking kan een verdere achteruitgang voor de IRSG betekenen, gezien het feit dat de bijdrage van de EU meer dan 12 % van de totale begroting van de IRSG uitmaakt (en 23 % van de totale landenbijdragen) en dat de overige acht leden deze financiële lacune waarschijnlijk niet kunnen/willen opvullen.

De Europese banden- en rubberindustrie heeft zich in het verleden sterk voorstander van deelname van de EU aan de IRSG betoond. De laatste tijd gaat de belangstelling van de industrie vooral uit naar de betrokkenheid van de IRSG bij het initiatief inzake duurzaam natuurlijk rubber en de rol van de IRSG als facilitator van contacten met officiële instanties waarin de belangrijkste landen in de productie van natuurlijk rubber zijn vertegenwoordigd (de vereniging van landen die natuurlijk rubber produceren). De industrie heeft echter tijdens de laatste jaarvergadering in Singapore (mei 2016) aangegeven dat de rol van de IRSG als eigenaar/facilitator van de SNR-i na de huidige proeffase niet aanvaardbaar zal zijn en dat de IRSG slechts een van de vele 'belanghebbenden' van dit initiatief moet worden.

Gedurende een periode waarin de prijzen van natuurlijk rubber sterk zijn gestegen (medio 2008 tot medio 2011), werd de IRSG door de industrie beschouwd als een instrument om overmatige volatiliteit van grondstoffenprijzen tegen te gaan, omdat zij zorgt voor meer transparantie van de marktontwikkelingen en de enige internationale organisatie is waarin zowel consumenten als producenten vertegenwoordigd zijn; de latere ontwikkelingen hebben echter aangetoond dat dit argument irrelevant is, gezien het feit dat de grootste producenten niet langer vertegenwoordigd zijn in de IRSG en dat de prijzen van natuurlijk rubber zijn gedaald tot minder dan de helft van het piekniveau van zes jaar geleden.

4. GEVOLGENVOORDEBEGROTING

De beëindiging van het lidmaatschap van de IRSG zou de Unie meer dan 150 000 EUR aan jaarlijkse bijdragen besparen, alsmede de personele en logistieke middelen die nodig zijn voor het beheer van dit lidmaatschap. Beëindiging van het lidmaatschap van de EU zou betekenen dat diensten zoals vrije toegang tot IRSG-publicaties niet meer beschikbaar zouden zijn. Hierbij moet worden aangetekend dat de statistieken van de IRSG slechts incidenteel worden gebruikt door de diensten van de Commissie en dat op het gedetailleerde niveau dat wij vereisen soms gratis alternatieve bronnen kunnen worden gedownload. In ieder geval

bedragen de kosten van een jaarlijks abonnement voor alle IRSG-publicaties niet meer dan 8 000 EUR.

Er is geen financieel memorandum bijgevoegd, omdat terugtrekking uit de IRSG slechts een verlaging van de begroting met zich meebrengt. Deze verlaging ligt in de orde van 130 000 EUR per jaar, maar kan niet nader worden bepaald vanwege de wisselende jaarlijkse bijdragen en SGD/EUR-wisselkoersen.