Toelichting bij COM(2017)698 - Bijlage bij het voorstel voor een programma voor onderzoek en opleiding van Euratom (2019-2020) ter aanvulling van het "Horizon 2020"-kaderprogramma

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Om de financiering van onderzoek en opleiding inzake kernenergie voort te zetten, moet een nieuwe verordening worden vastgesteld om alle onderzoeksactiviteiten te verlengen die worden uitgevoerd uit hoofde van Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 van de Raad tot vaststelling van een programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-2018) ter aanvulling van het "Horizon 2020"-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie 1 .

Het door Euratom gefinancierde onderzoek naar kernsplijting is er in de eerste plaats op gericht de veiligheid van nucleaire technologieën te verhogen. Dit onderzoek draagt ook bij tot de ontwikkeling van veilige, voor het publiek aanvaardbare oplossingen voor het beheer van radioactief afval en tot de ondersteuning van stralingsbescherming en de ontwikkeling van medische toepassingen van ioniserende straling. Het Euratom-onderzoek naar kernfusie is erop gericht om via de ontwikkeling van kernversmelting na magnetische opsluiting bij te dragen tot het koolstofvrij maken van het energiestelsel. De eigen acties van het programma dragen bij tot de uitvoering van nucleaire veiligheidscontroles, zowel in Europa als wereldwijd.

Het voorstel betreffende het Euratom-programma voor de periode 2019-2020 is eveneens een aanvulling op het Horizon 2020-programma 2 . In het voorstel worden de begroting voor eigen acties en acties onder contract, en doelstellingen en steuninstrumenten voor onderzoeks- en ontwikkeling (O&O) vastgesteld.

Met het voorstel wordt gezorgd voor een voortzetting in de periode 2019-2020 van de door de Unie gefinancierde onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake nucleaire wetenschap en technologie, en daarmee voor de instandhouding van een programma dat de activiteiten van de lidstaten aanvult, bevordert en coördineert om de toegevoegde waarde van de Unie te maximaliseren.

Overeenkomstig artikel 7 van het Euratom-Verdrag is het huidige Euratom-programma (2014-2018) opgesteld voor een tijdvak van vijf jaar. Met dit voorstel wordt een naadloze voortzetting van het programma in de periode 2019-2020 beoogd. Deze aanpak zal zorgen voor de continuïteit en consistentie van de acties gedurende de volledige zevenjarige periode (2014-2020) en voor een betere aansluiting op het tijdschema van Horizon 2020. Dit is des te belangrijker gezien het feit dat de Euratom-programma's en Horizon 2020 op onderling versterkende doelstellingen gericht zijn.

• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

De onderzoeksactiviteiten van het Euratom-programma 2014-2018 worden overgedragen naar het Euratom-programma 2019-2020. Het Euratom-programma 2019-2020 is volledig verenigbaar met het Euratom-programma 2014-2020 en met de effectbeoordeling die voorafgaand aan de vaststelling van het laatstgenoemde programma is opgesteld.

• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het Euratom-programma 2019-2020 blijft verenigbaar met alle relevante beleidsmaatregelen van de Unie inzake onderzoek en innovatie in het algemeen en nucleaire en daarmee gerelateerde veiligheidsaspecten in het bijzonder. Zo ondersteunt het de uitvoering van:

–Richtlijn 2009/71/Euratom van de Raad tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties 3 , zoals gewijzigd bij Richtlijn 2014/87/Euratom van de Raad 4 ;

–Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval 5 ;

–Richtlijn 2013/59/Euratom van de Raad tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling 6 .

–Het programma draagt bij tot de uitvoering van hoofdstuk 7 van het Euratom-Verdrag, met betrekking tot het EU-stelsel van nucleaire veiligheidscontroles. Het draagt ook bij tot de agenda's en strategieën van de EU inzake veiligheid.

1.

Rechtsgrondslag


, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag



De rechtsgrondslag voor deze verordening is artikel 7 van het Euratom-Verdrag.

Keuze van het instrument



Het Euratom-programma 2019-2020 wordt uitgevoerd via een nieuwe verordening.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

• Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

In overeenstemming met artikel 22 van Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 en de richtsnoeren voor betere regelgeving 7 heeft de Commissie een tussentijdse evaluatie uitgevoerd van het Euratom-programma 2014-2018. In haar verslag (COM(2017) 697 final) wordt een strategisch overzicht gegeven van het evaluatieproces en van haar reacties op de aanbevelingen van de onafhankelijke deskundigengroepen. In de begeleidende werkdocumenten van de diensten van de Commissie (SWD(2017) 426 final, SWD(2017) 427 final) worden de te evalueren gebieden (relevantie, efficiëntie, doeltreffendheid en toegevoegde waarde van de EU) behandeld.

Uit de analyses van de Commissie zijn geen sluitende bevindingen naar voren gekomen waarin de strategie en de vorm van het programma 2014-2018 in twijfel worden getrokken of die haar ertoe verplichten een herziening van het toepassingsgebied, de activiteiten of de uitvoeringswijze van het programma in de periode 2019-2020 voor te stellen. De Commissie zal er tevens voor zorgen dat alle openstaande vraagstukken worden behandeld in het uitvoeringsbesluit betreffende het Euratom-werkprogramma 2019-2020.

Uit de tussentijdse evaluatie is gebleken dat de uitdagingen met betrekking tot nucleaire veiligheid en de afname van nucleaire kennis in Europa doeltreffend kunnen worden aangepakt door synergieën tussen lidstaten en onderzoeksinspanningen van de private sector en tussen wetenschappelijke disciplines en technologische sectoren te benutten. Via optreden op het niveau van de EU kan het kader voor onderzoek en innovatie op nucleair gebied worden versterkt en kunnen de onderzoeksinspanningen van de lidstaten worden gecoördineerd, waarbij wordt voorkomen dat werk dubbel wordt gedaan, waarbij op sleutelterreinen een kritische massa wordt bereikt en waarbij de openbare middelen zo efficiënt mogelijk worden gebruikt. O&O op het gebied van kernfusie-energie is een proces van lange duur en gaat met een hoog risico gepaard. Door het uit te voeren in het kader van een programma op EU-niveau wordt het risico gedeeld en kunnen een groter bereik en meer schaalvoordelen worden behaald dan anders mogelijk zou zijn.

Raadpleging van belanghebbenden



In overeenstemming met de richtsnoeren voor een betere regelgeving heeft de Commissie tussen oktober 2016 en januari 2017 een openbare raadpleging gehouden om de tussentijdse evaluatie van het Euratom-programma 2014-2018 en het voorstel voor het Euratom-programma 2019-2020 voor te bereiden. Zij heeft 323 reacties ontvangen van individuen en belanghebbenden, uit alle onderzoeksgebieden en diverse sectoren (openbare onderzoeksinstanties, organisaties voor technische ondersteuning, overkoepelende organisaties, eindgebruikers enz.). In de raadpleging zijn alle belangrijke evaluatiegebieden aan bod gekomen, waaronder relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie, uitvoering en toegevoegde waarde van de EU. 75 % van de respondenten heeft deelgenomen aan of is een deelnemer in de huidige of vorige Euratom-programma's.

Globaal genomen was de feedback over het Euratom-programma 2014-2018 positief: 80 % was het er al dan niet volledig mee eens dat het programma relevant is. De goedkeuringscijfers verschilden van gebied tot gebied en waren het hoogst met betrekking tot onderwijs en opleiding, onderzoek naar afvalbeheer en de veiligheid van de bestaande reactoren. Op deze gebieden alsook op het gebied van kernfusie-onderzoek is volgens de respondenten de meeste vooruitgang geboekt en wordt Europa door hen als wereldleider beschouwd. De respondenten haalden kennisuitwisseling en het aanspreken van een breder scala aan vaardigheden aan als de belangrijkste aspecten van de toegevoegde waarde van het programma. Anderzijds was slechts 30 % van mening dat het programma enig hefboomeffect had op private investeringen.

• Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Bij de voorbereiding van haar voorstel heeft de Commissie input verzameld en een beroep gedaan op de expertise van een aantal bronnen. In 2017 heeft het Wetenschappelijk en Technisch Comité van Euratom een advies uitgebracht over het toekomstige Euratom-programma en hebben twee onafhankelijke deskundigengroepen een verslag opgesteld betreffende de tussentijdse evaluatie van het Euratom-programma 2014-2018 8 . In 2016 heeft een afzonderlijk panel van deskundigen een evaluatie halverwege uitgevoerd van het Europese gemeenschappelijke onderzoeksprogramma op het gebied van kernfusie, zoals geïmplementeerd door het EUROfusion-consortium.

Effectbeoordeling



Op basis van dezelfde bepalingen als die van het Euratom-programma 2014-2018 behoudt het Euratom-programma 2019-2020 hetzelfde toepassingsgebied en steunt het op de oorspronkelijke voorafgaande effectbeoordeling die voor de volledige periode van zeven jaar (2014-2020) is opgesteld in het kader van de effectbeoordeling voor Horizon 2020 (SEC(2011) 1427, bijlage 6). Overeenkomstig de routekaart voor het Euratom-programma 2019-2020 9 is een nieuwe effectbeoordeling enkel vereist indien de Commissie belangrijke veranderingen voor de uitbreiding van het programma voorstelt.

De deskundigengroep van de Commissie inzake de tussentijdse evaluatie van de acties onder contract uit hoofde van het Euratom-programma 2014-2018 heeft een aantal aanbevelingen gedaan aan de Commissie 10 , meer bepaald over onderwijs en opleiding en over gezondheidsaspecten van het onderzoek naar stralingsbescherming. Met deze aanbevelingen zal rekening worden gehouden bij de voorbereiding van het Euratom-werkprogramma 2019-2020.

Wat de aanbevelingen over acties onder contract op het gebied van kernfusieonderzoek betreft, zal de Commissie rechtstreeks met EUROfusion in contact treden om ervoor te zorgen dat deze aanbevelingen in de mate van het mogelijke worden behandeld. Deze aanbevelingen worden momenteel bestudeerd en de Commissie zal op dit proces toezien in het kader van haar routineactiviteiten inzake toezicht en beheer van het Euratom-programma 11 .

De aanbevelingen betreffende de eigen acties uit hoofde van het Euratom-programma zullen zo uitvoerig mogelijk worden behandeld tijdens de programmaperiode. Meer bepaald zal worden ingegaan op de aanbeveling om de onderzoeks- en opleidingsactiviteiten voort te zetten, evenals op het versterken van kennisbeheeractiviteiten en het verbeteren van de open toegang tot de infrastructuur voor nucleair onderzoek van het JRC. Vooral op het gebied van kernwetenschappelijke toepassingen zal worden overwogen om meer synergieën aan te gaan met niet-nucleaire activiteiten.

Een aantal aanbevelingen hebben betrekking op langetermijnaspecten van het onderzoek op het gebied van kernenergie of op instrumenten die het programma deelt met Horizon 2020. De Commissie is voornemens deze in de voorafgaande effectbeoordeling voor het volgende Euratom-programma binnen het nieuwe meerjarige financiële kader (na 2020) te behandelen.

2.

Gevolgen voor de begroting



De begroting van het voorstel wordt gegeven in lopende prijzen. In het bijgevoegde financieel memorandum worden de gevolgen voor de begroting en voor de personele en administratieve middelen beschreven.

5. OVERIGE ELEMENTEN

• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De prestaties van het programma worden jaarlijks gecontroleerd op basis van een reeks kernprestatie-indicatoren (zie bijlage II) en tegen 2022 wordt een evaluatie achteraf uitgevoerd. Daarnaast worden de prestaties op het niveau van de eigen acties en acties onder contract beoordeeld als volgt:

–eigen acties: de prestaties van het JRC worden intern beoordeeld aan de hand van een jaarlijkse interne collegiale toetsing (productiviteit en effectbeoordeling – PRIME) op basis van een ISO-gecertificeerde evaluatiemethode, en extern aan de hand van een collegiale toetsing door een aantal deskundigen op topniveau die in overleg met de Raad van Beheer van het JRC worden geselecteerd;

–acties onder contract: afzonderlijke projecten worden aan een verplichte evaluatie halverwege onderworpen.

Artikelsgewijze toelichting



Ten aanzien van het Euratom-programma 2014-2018 zijn de volgende belangrijke wijzigingen aangebracht:

–In artikel 4 is de begroting voor eigen acties en acties onder contract voor de periode 2019-2020 geactualiseerd.

–In artikel 5 is het Euratom-programma 2019-2020 opengesteld voor landen en gebieden die zijn geassocieerd met het Euratom-programma 2014-2018.

–In artikel 22 zijn verouderde bepalingen betreffende de evaluatie van het programma geschrapt.

–In artikel 23 zijn de intrekkings- en overgangsbepalingen geactualiseerd: deze omvatten bepalingen krachtens welke middelen die aan financiële instrumenten van Horizon 2020 zijn toegekend, door het Euratom-programma 2019-2020 (of het vervolgprogramma) mogen worden hergebruikt; de mogelijkheid om gecumuleerde maar niet vastgelegde bestemmingsontvangsten (bijdragen van geassocieerde landen) over te dragen naar het Euratom-programma 2019-2020; en de vlotte voortzetting van de taken van het programmacomité.

– Bijlage I betreffende de activiteiten die met het Euratom-programma 2019-2020 moeten worden ondersteund, is geactualiseerd – De Europese Overeenkomst voor fusieontwikkeling (EFDA) is nu vervangen door EUROfusion. De tekst met betrekking tot de Gemeenschappelijke Onderneming Torus (JET) in bijlage I is herzien om niet vooruit te lopen op de financieringsmogelijkheden in het kader van het Euratom-programma 2019-2020, die waarschijnlijk zullen afhangen van de Brexit-onderhandelingen.