Toelichting bij COM(2018)192 - Sluiting van de economische partnerschapsovereenkomst met Japan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Japan is 's werelds op twee na grootste economie buiten de EU in termen van bbp, maar slechts de op zes na grootste handelspartner van de EU. Het telt meer dan 127 miljoen inwoners, met een zeer grote koopkracht. Het is een belangrijke markt voor exporteurs, dienstverleners en investeerders uit de Europese Unie.

Op 29 november 2012 heeft de Raad de Commissie gemachtigd tot het openen van onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst met Japan. De vrijhandelsovereenkomst met Japan is bij de sluiting van een beginselakkoord op 6 juli 2017 omgedoopt tot de "economische partnerschapsovereenkomst" (EPO).

Op basis van de in 2012 door de Raad aangenomen onderhandelingsrichtsnoeren heeft de Commissie met Japan onderhandeld over een ambitieuze en veelomvattende EPO, met het oog op het scheppen van nieuwe mogelijkheden en rechtszekerheid voor de handel en investeringen tussen beide partners. De teksten van de EPO na de afronding van de onderhandelingen zijn in december 2017 gepubliceerd.

De EPO omvat geen normen voor investeringsbescherming, noch geschillenbeslechting op dit gebied, aangezien de nog altijd lopende onderhandelingen over deze onderwerpen niet konden worden voltooid op het ogenblik van de afronding van de onderhandelingen over de EPO. Beide zijden zijn vastbesloten de onderhandelingen over investeringsbescherming zo snel mogelijk af te ronden, in het licht van hun gezamenlijke inzet voor een stabiel en veilig investeringsklimaat in de Unie en in Japan. Daarom zal investeringsbescherming, zodra hierover overeenstemming wordt bereikt, het voorwerp uitmaken van een afzonderlijke bilaterale investeringsovereenkomst.

1.

De Commissie legt de volgende voorstellen voor besluiten van de Raad voor:


2.

- Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en Japan, en


- Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en Japan.

Parallel aan deze voorstellen zal de Commissie een voorstel voorleggen voor een horizontale vrijwaringsverordening die de EPO naast andere handelsovereenkomsten zal bestrijken.

Het bijgevoegde voorstel voor een besluit van de Raad vormt het rechtsinstrument tot machtiging voor de sluiting van de EPO tussen de Europese Unie en Japan.
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Parallel aan de onderhandelingen over de EPO is door de Europese Dienst voor extern optreden onderhandeld over de overeenkomst inzake een strategisch partnerschap (SPA) tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Japan, anderzijds. De onderhandelingen over de SPA bevinden zich momenteel in een eindstadium. De SPA maakt samen met de EPO deel uit van een onderhandelingskader. Zodra deze van kracht wordt, zal de SPA het rechtskader bieden voor verdere ontwikkeling van het reeds langdurige en sterke partnerschap tussen de EU, haar lidstaten en Japan, op vele gebieden, waaronder de politieke dialoog, energie, vervoer, mensenrechten, onderwijs, wetenschap en technologie, justitie, asiel en migratie. De SPA voorziet bovendien in de mogelijkheid om de toepassing ervan op te schorten in het geval van schending van de essentiele elementen ervan, te weten de mensenrechtenclausule en de non-proliferatieclausule. Daarnaast nemen de partijen bij de SPA er nota van dat een partij in een dergelijk geval andere passende maatregelen buiten het kader van de SPA kan nemen met inachtneming van het internationaal recht.
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De EPO is volledig in overeenstemming met het beleid van de Europese Unie en vereist niet dat de EU overgaat tot wijziging van haar regels, voorschriften of normen op enig gereglementeerd gebied (bv. technische voorschriften en productnormen, sanitaire of fytosanitaire voorschriften, voorschriften inzake voedselveiligheid, gezondheids- en veiligheidsnormen, voorschriften inzake GGO's, milieubescherming of consumentenbescherming), met uitzondering van een afwijking betreffende het in de verordening gedistilleerde dranken1 2 gereglementeerde volume van flessen met het oog op het vergemakkelijken van de Japanse uitvoer van traditionele shochu, een gedistilleerde drank die door Japan wordt uitgevoerd in traditionele flessen van vier go (^) of een sho (^)2.

Voorts vrijwaart de EPO tussen de EU en Japan, zoals alle vrijhandelsovereenkomsten waarover de Commissie heeft onderhandeld, openbare diensten volledig, en waarborgt zij dat het recht van overheden om in het openbaar belang te reguleren ten volle behouden blijft.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

In juli 2015 heeft de Commissie bij het Hof van Justitie van de EU uit hoofde van artikel 218, lid 11, VWEU een verzoek om advies ingediend betreffende de vraag of de Unie de vereiste bevoegdheid had om de vrijhandelsovereenkomst waarover met Singapore was onderhandeld, alleen te ondertekenen en te sluiten, of dat de deelname van de EU-lidstaten noodzakelijk zou zijn met betrekking tot bepaalde door die overeenkomst bestreken aangelegenheden.

In zijn advies 2/15 van 16 mei 2017 heeft het Hof bevestigd dat de EU exclusief bevoegd is met betrekking tot alle aangelegenheden die door de overeenkomst waarover met Singapore was onderhandeld, werden bestreken, met uitzondering van andere dan directe investeringen en de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten waarbij de lidstaten verweerder zijn, welke aangelegenheden onder een gedeelde bevoegdheid van de Europese Unie en de lidstaten vallen, aldus het Hof. Het Hof leidde de exclusieve bevoegdheid van de EU af uit de werkingssfeer van de gemeenschappelijke handelspolitiek krachtens artikel 207, lid 1, VWEU en uit artikel 3, lid 2, VWEU (op grond van de aantasting van bestaande gemeenschappelijke regels in afgeleide wetgeving).

In overeenstemming met advies 2/15 moeten alle aangelegenheden die door de EPO worden bestreken ook worden geacht onder de bevoegdheid van de Europese Unie, en meer in bijzonder onder de werkingssfeer van artikel 91, artikel 100, lid 2, en artikel 207 VWEU te vallen.

De EPO moet worden ondertekend door de Europese Unie naar aanleiding van een besluit van de Raad uit hoofde van artikel 218, lid 5, VWEU, en worden gesloten door de Europese Unie naar aanleiding van een besluit van de Raad uit hoofde van artikel 218, lid 6, VWEU, na goedkeuring door het Europees Parlement.

Voorts is artikel 218, lid 7, VWEU toegevoegd als rechtsgrondslag, aangezien het passend is dat de Raad de Commissie machtigt om het standpunt van de Unie over bepaalde wijzigingen van de EPO goed te keuren, aangezien de EPO voorziet in versnelde of vereenvoudigde procedures voor de goedkeuring van dergelijke wijzigingen. De Commissie moet derhalve worden gemachtigd om besluiten tot tijdelijke schorsing van de erkenning van de zelfcertificering van wijnbouwproducten overeenkomstig artikel 2.29, lid 3, van de overeenkomst alsmede besluiten tot opheffing van een dergelijke tijdelijke schorsing overeenkomstig lid 4 van hetzelfde artikel, aan te nemen. De Commissie moet tevens worden gemachtigd om het standpunt van de Unie over de wijzigingen of de rectificaties van de verbintenissen uit hoofde van bijlage 10, deel 2, bij de overeenkomst krachtens artikel 10.14 van de overeenkomst (Wijziging en rectificatie van het toepassingsgebied) alsmede over wijzigingen van bijlage 14-A (Wet- en regelgeving van de partijen met betrekking tot geografische aanduidingen) en bijlage 14-B (Lijst van geografische aanduidingen), goed te keuren.
• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De EPO zoals deze is voorgelegd aan de Raad bestrijkt geen aangelegenheden die niet onder de reikwijdte van de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen.

Evenredigheid

Het voorstel tot sluiting van de EPO is in overeenstemming met de visie van de Europa 2020-strategie en draagt bij aan de handels- en ontwikkelingsdoelstellingen van de EU. Het gaat niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te bereiken.

Keuze van het instrument

Dit voorstel wordt ingediend in overeenstemming met artikel 218 VWEU, uit hoofde waarvan de Raad besluiten over de sluiting van internationale overeenkomsten vaststelt. Er bestaat geen ander rechtsinstrument dat kan worden gebruikt om de in dit voorstel geformuleerde doelstelling te bereiken.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN
EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbenden

Voorafgaand aan de afronding van de onderhandelingen met Japan heeft een externe contractant een handelsgerelateerde duurzaamheidseffectbeoordeling van de EPO uitgevoerd om de mogelijke economische, sociale en milieueffecten van een hechter economisch partnerschap tussen de EU en Japan in kaart te brengen.

In het kader van de handelsgerelateerde duurzaamheidseffectbeoordeling heeft de contractant interne en externe deskundigen geraadpleegd, openbare raadplegingen georganiseerd en bilaterale ontmoetingen en gesprekken gehad met het maatschappelijk middenveld. Overleg in het kader van de handelsgerelateerde duurzaamheidseffectbeoordeling bood een platform voor deelname van de voornaamste belanghebbenden en het maatschappelijk middenveld aan een dialoog over het handelsbeleid.

Zowel de handelsgerelateerde duurzaamheidseffectbeoordeling als het overleg in het kader van de voorbereiding ervan voorzag de Commissie van waardevolle input.

De EU-lidstaten zijn voor en tijdens de onderhandelingen via het Comite handelspolitiek van de Raad zowel mondeling als schriftelijk regelmatig gei'nformeerd en geraadpleegd over de verschillende aspecten van de onderhandelingen. Ook het Europees Parlement is regelmatig gei'nformeerd en geraadpleegd, via zijn Commissie internationale handel (INTA), en met name zijn monitoringgroep voor de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Japan. Beide instellingen kregen gedurende het gehele proces inzage in de teksten van de onderhandelingsresultaten.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Een handelsgerelateerde duurzaamheidseffectbeoordeling van de EPO werd uitgevoerd door de London School of Economics Enterprise.

Effectbeoordeling

In de door een externe contractant uitgevoerde en in april 2016 afgeronde handelsgerelateerde duurzaamheidseffectbeoordeling werd geconcludeerd dat de EPO belangrijke positieve effecten (in termen van bbp, inkomen, handel en werkgelegenheid) voor zowel de EU als Japan zou hebben.

In het meest reele scenario, uitgaande van een volledige tariefliberalisering en een symmetrische reductie van de niet-tarifaire maatregelen, bedraagt de geraamde groei van het bbp op lange termijn voor de EU 0,76 %. Voor de EU zal de bilaterale uitvoer naar verwachting met 34 % toenemen, en de totale wereldwijde uitvoer met 4 %.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

De EPO valt niet onder Refit-procedures. Niettemin bevat zij een aantal bepalingen waardoor de handels- en investeringsprocedures zullen worden vereenvoudigd, de met uitvoer en investeringen verband houdende kosten zullen worden verminderd en er meer kleine bedrijven in staat worden gesteld op beide markten zaken te doen. Een aantal van de verwachte voordelen zijn: meer transparantie, minder omslachtige technische voorschriften, compliancevoorschriften, douaneprocedures en oorsprongsregels, betere bescherming van intellectuele-eigendomsrechten en geografische aanduidingen en betere toegang tot aanbestedingsprocedures, en er is een speciaal hoofdstuk om ervoor te zorgen dat kleine en middelgrote ondernemingen de voordelen van de EPO maximaal kunnen benutten.

Grondrechten

Het voorstel heeft geen negatieve gevolgen voor de bescherming van de grondrechten in de Unie.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De EPO zal financiele gevolgen hebben voor de EU-begroting aan de ontvangstenzijde. Bij inwerkingtreding van de overeenkomst zal de EPO leiden tot een geraamd verlies aan rechten ten belope van 970 miljoen EUR. Na volledige uitvoering van de EPO (na 15 jaar na de inwerkingtreding ervan) loopt het geraamde jaarlijkse verlies aan rechten op tot 2,084 miljard EUR. Deze raming is gebaseerd op een extrapolatie van de ontwikkeling van de handel naar de komende 15 jaar, zonder overeenkomst.

De EPO zal naar verwachting geen financiele gevolgen hebben voor de uitgavenzijde van de EU-begroting.
5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De EPO omvat institutionele bepalingen die voorzien in een structuur voor uitvoeringsorganen teneinde voortdurend toezicht te houden op de uitvoering, de werking en het effect van de overeenkomst.

Het institutionele hoofdstuk van de EPO stelt een Gemengd Comite in dat als voornaamste taak het toezicht houden op en het vergemakkelijken van de uitvoering en toepassing van de overeenkomst heeft. Het Gemengd Comite bestaat uit vertegenwoordigers van de EU en van Japan, en vergadert eenmaal per jaar of in dringende gevallen op verzoek van een van de zijden. Het Gemengd Comite staat onder het gezamenlijke voorzitterschap van een vertegenwoordiger van Japan op ministerieel niveau en het bevoegde lid van de Europese Commissie, of van hun respectieve afgevaardigden.

Het Gemengd Comite is belast met het toezicht op de werkzaamheden van alle uit hoofde van de overeenkomst opgerichte gespecialiseerde comites en werkgroepen (Comite voor de handel in goederen, Comite voor de handel in diensten, liberalisering van investeringen en elektronische handel, Comite voor overheidsopdrachten, Comite voor handel en duurzame ontwikkeling, Comite voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen, Comite voor oorsprongsregels en douanegerelateerde aangelegenheden, Comite voor intellectuele eigendom, Comite voor samenwerking op regelgevingsgebied, Comite voor technische handelsbelemmeringen en Comite voor samenwerking op landbouwgebied).

Zoals benadrukt in de mededeling 'Handel voor iedereen', besteedt de Commissie meer middelen aan de doeltreffende uitvoering en handhaving van handels- en investeringsovereenkomsten. In 2017 publiceerde de Commissie het eerste jaarlijks verslag over de uitvoering van vrijhandelsovereenkomsten. Het voornaamste doel van het verslag is een objectief overzicht te geven van de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomsten van de EU, waarin de geboekte vooruitgang en de tekortkomingen die moeten worden aangepakt, worden onderstreept. Het is de bedoeling dat het verslag als basis dient voor een open debat over de werking en de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomsten waarbij de lidstaten, het Europees Parlement en het maatschappelijk middenveld in het algemeen worden betrokken. De publicatie van het verslag op jaarbasis zal de regelmatige monitoring van ontwikkelingen inzake vrijhandelsovereenkomsten mogelijk maken, waarbij ook verslag kan worden uitgebracht over de wijze waarop prioritaire aangelegenheden zijn aangepakt. Het verslag zal de EPO vanaf de inwerkingtreding ervan bestrijken.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

De EPO legt de voorwaarden vast waaronder marktdeelnemers uit de EU ten volle profijt kunnen trekken van de mogelijkheden die worden geboden door 's werelds op twee na grootste nationale markt.

Bij de afronding van de onderhandelingen kondigden voorzitter Juncker en premier Abe het volgende aan: "De EPO tussen de EU en Japan is een van de belangrijkste en meest omvattende economische overeenkomsten die de EU of Japan ooit hebben gesloten. De EPO zal een gigantische economische zone met 600 miljoen mensen en ongeveer 30 percent van het mondiale bbp creeren, zal enorme kansen bieden voor handel en investeringen en zal bijdragen aan de versterking van onze economieen en samenlevingen. Zij zal ook de economische samenwerking tussen Japan en de EU verbeteren en ons concurrentievermogen als ontwikkelde maar innovatieve economieen nog versterken.".

Bij de onderhandelingen over deze overeenkomst heeft de Commissie de best mogelijke voorwaarden voor marktdeelnemers uit de EU op de Japanse markt nagestreefd.

Deze doelstelling is volledig verwezenlijkt: de overeenkomst gaat verder dan de bestaande WTO-verbintenissen op vele gebieden, zoals diensten, overheidsopdrachten, niet-tarifaire belemmeringen en de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, met inbegrip van geografische aanduidingen. Op al deze gebieden heeft Japan ingestemd met nieuwe verbintenissen die aanzienlijk verder gaan dan wat Japan tot dusver bereid was te aanvaarden.

De overeenkomst voldoet aan de criteria van artikel XXIV van de GATT (afschaffing van douanerechten en andere handelsbeperkende maatregelen ten aanzien van praktisch de gehele handel in goederen tussen de partijen), alsmede van artikel V van de GATS, dat voorziet in een soortgelijke toetsing met betrekking tot diensten.

3.

In overeenstemming met de doelstellingen van de onderhandelingsrichtsnoeren heeft de Commissie met name het volgende bereikt:


1. Japan zal bij de inwerkingtreding van de overeenkomst 91 % van zijn invoer uit de EU liberaliseren. Aan het einde van de afbouwperiode zal 99 % van de Japanse invoer uit de EU geliberaliseerd zijn, terwijl de overige invoer (1 %) gedeeltelijk geliberaliseerd zal zijn door middel van contingenten en tariefverlagingen (in de landbouw). In termen van tarieflijnen zal Japan bij de inwerkingtreding van de overeenkomst 86 % ervan volledig liberaliseren, wat na 15 jaar zal oplopen tot 97 %. De belangrijkste positieve verwezenlijkingen voor de EU zijn onder meer volledige liberalisering voor wijn en mousserende wijn bij de inwerkingtreding van de overeenkomst, volledige liberalisering van andere belangrijke agrovoedingsuitvoer (harde gerijpte kaas, deegwaren, chocolade, suikerwerk) met een overgangsperiode, een zeer belangrijke concessie waarmee na verloop van tijd nagenoeg volledige liberalisering wordt bereikt voor varkensvlees, aanzienlijke verbetering van de voorwaarden voor markttoegang voor EU-uitvoer van rundvlees en alle andere kaas en liberalisering van alle Europese industriele uitvoer, inclusief reeds lang bestaande prioriteiten zoals schoeisel en lederwaren.

2. Nieuwe kansen met betrekking tot overheidsopdrachten voor inschrijvers uit de EU, met name het feit dat Japan ons voor het eerst toegang geeft tot de 48 kernsteden van lagere niveaus dan het centrale niveau met meer dan 300 000 inwoners, goed voor ongeveer 15 % van de Japanse bevolking, en dat het ermee instemt de "operationele-veiligheidsclausule" voor ondernemingen uit de EU die actief zijn op de spoorwegmarkt een jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst af te schaffen.

3. Wegneming van technische en regelgevingsbelemmeringen voor de handel in goederen, zoals dubbele testen, met name door te bevorderen dat in de EU gebruikte technische en regelgevingsnormen worden gehanteerd in de sectoren motorvoertuigen, elektronica, farmaceutica en medische hulpmiddelen alsmede groene technologieen. Tevens zal er een specifieke bijlage zijn met betrekking tot motorvoertuigen, met een vrijwaringsclausule waardoor de EU opnieuw rechten kan instellen ingeval Japan ophoudt de VN/ECE-reglementen toe te passen of weggenomen niet-tarifaire maatregelen opnieuw invoert (of nieuwe niet-tarifaire maatregelen ontwikkelt).

4. Op het gebied van diensten omvat de EPO een hoofdstuk over de handel in diensten, de liberalisering van investeringen en de elektronische handel, alsmede de daarmee samenhangende lijsten van verbintenissen, die aanzienlijk verder gaan dan de WTO-verbintenissen van de beide partijen. Het hoofdstuk omvat horizontale regels inzake interne regelgeving en wederzijdse erkenning, en sectorspecifieke voorschriften teneinde een gelijk speelveld voor ondernemingen uit de EU te waarborgen. Zoals in al haar handelsovereenkomsten beschermt de EU de openbare diensten. Op het gebied van elektronische handel omvat het hoofdstuk de meest ambitieuze bepalingen die de EU ooit in een handelsovereenkomst heeft opgenomen: zij bestrijken alle handel die langs elektronische weg geschiedt. Dit weerspiegelt de belangen die zowel Europese als Japanse ondernemingen en consumenten hebben bij digitale handel, met volledige vrijwaring van legitieme beleidsdoelstellingen.

5. De EPO is de eerste overeenkomst van de EU die een specifiek hoofdstuk met bepalingen over corporate governance zal omvatten. Deze bepalingen zijn ingegeven door de OESO-code betreffende corporate governance en weerspiegelen de beste praktijken en voorschriften van de EU en Japan op dit gebied.

6. Een hoog niveau van bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, tevens wat de handhaving van deze rechten betreft, met inbegrip van gedetailleerde bepalingen inzake het auteursrecht, die voorzien in een betere bescherming van het auteursrecht.

7. Een hoog niveau van bescherming voor geografische aanduidingen van de EU, met bescherming uit hoofde van artikel 23 van de TRIPS-Overeenkomst ten aanzien van meer dan 200 geografische aanduidingen voor levensmiddelen, wijn en gedistilleerde dranken uit de EU.

8. Een uitgebreid hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling, dat beoogt te waarborgen dat de handel milieubescherming en sociale ontwikkeling ondersteunt en het duurzaam beheer van bossen en visserij bevordert. Het hoofdstuk geeft ook aan hoe het maatschappelijk middenveld zal worden betrokken bij de uitvoering en de monitoring ervan. Het omvat tevens een verbintenis om uitvoering te geven aan de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering alsmede een specifiek evaluatiemechanisme.

9. Een veelomvattend en nieuw hoofdstuk gewijd aan kleine en middelgrote ondernemingen om te waarborgen dat deze ten volle profijt trekken van de mogelijkheden die worden geboden door de EPO.

10. Een veelomvattend deel over de wederzijdse vergemakkelijking van uitvoer van wijn, met de goedkeuring van verscheidene oenologische praktijken, inclusief prioritaire additieven van beide zijden.