Toelichting bij COM(2018)368 - Wijziging van verordeningen 1224/2009, 768/2005, 1967/2006, 1005/2008 en 2016/1139 wat betreft visserijcontroles

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) 1 moeten waarborgen dat de visserij- en aquacultuuractiviteiten op de lange termijn ecologisch duurzaam zijn en worden beheerd op een manier die in overeenstemming is met de realisatie van voordelen op economisch, sociaal en werkgelegenheidsgebied. Het succes daarvan is voor een groot deel afhankelijk van de tenuitvoerlegging van een doeltreffend controle- en handhavingssysteem. De maatregelen tot vaststelling van een systeem voor visserijcontroles van de Unie om de naleving van de regels van het GVB te waarborgen zijn vastgesteld bij vier verschillende rechtshandelingen: 1) de visserijcontroleverordening 2 ; 2) de verordening tot oprichting van een Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA) 3 ; 3) de verordening houdende de totstandbrenging van een systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen (IOO-verordening) 4 ; en 4) de verordening inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten (SMEF) 5 . Het voorstel heeft tot doel het visserijcontrolesysteem te herzien, met uitzondering van de SMEF-verordening, die onlangs herzien is.

Met uitzondering van de SMEF-verordening, die onlangs werd herzien, werd het huidige systeem voor visserijcontroles van de Unie voorafgaand aan het hervormde gemeenschappelijke visserijbeleid 6 (GVB) opgezet en is het daar als zodanig niet volledig mee in overeenstemming. Bovendien omvat het systeem controlestrategieën, methoden en uitdagingen van meer dan tien jaar geleden, en is het niet voldoende ontwikkeld om de huidige en toekomstige behoeften in termen van visserijgegevens en vlootcontrole op doeltreffende wijze aan te pakken om het hoofd te bieden aan de constante ontwikkeling van visserijpraktijken en -technieken, en om te profiteren van moderne en kostenefficiëntere controletechnologieën en systemen voor gegevensuitwisseling. Noch weerspiegelt het huidige systeem het onlangs aangenomen nieuwe en moderne beleid van de Unie, zoals de plasticstrategie, het beleid inzake een digitale eengemaakte markt, het internationale beheer van de oceanen.

Een recente Refit-evaluatie van de Commissie 7 , 8 , een speciaal verslag van de Europese Rekenkamer 9 en een resolutie van het Europees Parlement 10 hebben allemaal aangetoond dat het visserijcontrolesysteem tekortkomingen heeft en over het algemeen ongeschikt is.

Sinds de publicatie van al deze documenten hebben in de Raad 11 , in het Parlement, in de raad van bestuur van het Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA) 12 meerdere discussies en gedachtewisselingen plaatsgevonden met lidstaten en met belanghebbenden. Uit deze discussies bleek dat de Europese instellingen en directe belanghebbenden het er unaniem over eens zijn dat het systeem voor visserijcontroles niet doeltreffend en effectief is, en als zodanig niet helemaal geschikt is om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het GVB. Bovendien werden door het Refit-platform in juni 2017 ook tekortkomingen in het huidige regelgevingskader vastgesteld in zijn advies over de ingediende resultaten van een door de Finse regering onder belanghebbenden gehouden onderzoek over controle op de visserij in de EU 13 .

De specifieke doelstellingen van het voorstel zijn: 1) Het overbruggen van de verschillen tussen het GVB en ander EU-beleid; 2) Het vereenvoudigen van het wettelijke kader en het terugdringen van een onnodige administratieve belasting; 3) Het verbeteren van de beschikbaarheid, leesbaarheid en volledigheid van gegevens en informatie over de visserij, in het bijzonder vangstgegevens, en het toestaan van het uitwisselen en delen van informatie; en 4) Het wegnemen van obstakels die de ontwikkeling van een nalevingscultuur en de gelijke behandeling van marktdeelnemers in en tussen lidstaten in de weg staan.

Het voorstel is een van de wetgevingsinitiatieven in het kader van Refit die naar verwachting in 2018 worden aangenomen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorstel is in overeenstemming met het algemene rechtskader dat werd vastgesteld bij het hervormde GVB en heeft als doel de bestaande verschillen daarmee te overbruggen, met name in verband met de doeltreffende controle van de aanlandingsverplichting en met de controle van de vangstcapaciteit. Bovendien is het voorstel in overeenstemming met de gemeenschappelijke marktordening, veelal “GMO” genoemd 14 , voor zover er een reeks bepalingen in worden vastgesteld voor controles in de aanbodketen, met inbegrip van bepalingen betreffende traceerbaarheid die essentieel zijn om te voldoen aan vereisten met betrekking tot consumentenvoorlichting. Ten slotte wordt met het voorstel de uitvoering beoogd van onlangs door de Commissie gedane toezeggingen voor met name de bestrijding van illegale visserij in de gezamenlijke mededeling over het beheer van de oceanen 15 .

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel is niet alleen in overeenstemming met andere beleidsgebieden van de Unie, maar versterkt ook de synergieën ermee door ondersteuning van de tenuitvoerlegging van: 1) de Europese strategie voor kunststoffen in een circulaire economie 16 , met betrekking tot vistuig; 2) de strategie betreffende de digitale eengemaakte markt 17 , door middel van de bevordering van digitale oplossingen en interoperabele systemen; en 3) het sterkere en het nieuwe strategische partnerschap met de ultraperifere gebieden van de EU 18 , door middel van versterkte controlemaatregelen. Voorts wordt met het voorstel getracht synergieën te verbeteren met de voedsel- en voederwetgeving, door definities beter op elkaar af te stemmen, en met de milieuwetgeving (Habitatrichtlijn), voor zover het de lidstaten bevoegdheden verleent om visserijactiviteiten in voor de visserij beperkte gebieden op doeltreffende wijze te controleren.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel is gebaseerd op artikel 43, lid 2, van de VWEU betreffende het vaststellen van bepalingen die nodig zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het GVB, dat overeenkomstig artikel 3, onder d), van het Verdrag een exclusieve bevoegdheid van de EU is.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

N.v.t.

Evenredigheid

Het voorstel voorziet in gerichte veranderingen die niet verder gaan dan wat nodig is om de gestelde doelstellingen te verwezenlijken. Hoofdstuk 7.4.2 van de effectbeoordeling bij het voorstel gaat in op de evenredigheid van de beleidskeuzes in het voorstel.

Keuze van het instrument

Voorgesteld(e) instrument: wijziging van de huidige verordeningen.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Als onderdeel van de Refit-oefening werd een alomvattende evaluatie van de tenuitvoerlegging van de controleverordening en de gevolgen ervan voor het GVB voor de periode 2010-2016 uitgevoerd en werden de resultaten ervan gepubliceerd in het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad 19 en het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie ‘Refit-evaluatie van de gevolgen van de visserijverordening’ 20 .

In de evaluatie werd bevestigd dat de controleverordening van groot belang is voor het waarborgen van de naleving van het GVB. In de in 2009 aangenomen tekst werden de belangrijkste tekortkomingen van het vorige systeem aangepakt, waarmee werd bijgedragen tot een betere naleving van het GVB, een betere communicatie, uitwisseling en deling van gegevens tussen de verschillende belanghebbenden, een algemene verbetering van de kwaliteit en kwantiteit van visserijgegevens, en de instandhouding van het gelijke speelveld voor marktdeelnemers. Uit de evaluatie bleek echter ook dat er meer moet gebeuren en dat het huidige wettige kader niet helemaal geschikt is en derhalve moet worden herzien:

·Handhavingsregels niet afschrikkend genoeg;

·Ontoereikende bepalingen voor visserijgegevens;

·Complexiteit van het wettelijke kader en dubbelzinnigheid van wettelijke bepalingen;

·Gebrek aan maatregelen om de nieuwe bepalingen van het hervormde GVB te controleren en een gebrek aan synergieën met het overige beleid.

Raadpleging van belanghebbenden

In het kader van de Refit-evaluatie werd in 2016 een uitgebreide openbare raadpleging gehouden. De resultaten ervan zijn gepubliceerd op de Europa-webpagina 21 . Later werden aanvullende gerichte raadplegingen gehouden met als doel (i) een akkoord te bereiken over de door de Europese Commissie vastgestelde problemen in de Refit-evaluatie; (ii) een akkoord te bereiken over de noodzaak om in actie te komen; en (iii) informatie te verzamelen en feedback van zoveel mogelijk belanghebbenden te ontvangen over de toekomstgerichte aspecten van de aanvangseffectbeoordeling en over de specifieke door de Commissie voorgestelde maatregelen om de vastgestelde problemen aan te pakken.

De raadplegingen hadden betrekking op de bevoegde instanties van de lidstaten, adviesraden, organisaties en verenigingen op nationaal en EU-niveau, milieu-NGO’s, het Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA) en zijn raad van bestuur, het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA), Frontex (grenscontrole op zee). Er zijn discussies gehouden op verschillende fora ter waarborging van een brede en alomvattende betrokkenheid van alle relevante belanghebbenden, waaronder de Groep Intern en Extern Visserijbeleid van de Raad, en de Commissie PECH van het Europees Parlement.

De belanghebbenden waren het allemaal eens over de noodzaak om het systeem voor visserijcontroles van de EU te herzien. De ontvangen bijdragen en feedback benadrukten tekortkomingen in de tenuitvoerlegging van de visserijcontroleverordening, alsook in enkele bepalingen ervan. De belanghebbenden stonden over het algemeen achter de Commissie bij het aanpakken van de volgende belangrijke kwesties: aanpassing aan het GVB, verschillen in de toepassing van de regels door de lidstaten, de complexiteit van het wettelijke kader en een gebrek aan helderheid van bepaalde bepalingen ten aanzien van het sanctiestelsel, de beschikbaarheid, kwaliteit en deling van gegevens, de controle van kleine vaartuigen en van de aanlandingsverplichting, alsook de noodzaak om synergieën met andere wetgeving te verbeteren, in het bijzonder de IOO-verordening, de milieuwetgeving en de levensmiddelenwetgeving.

In de bijdragen kwamen ook kwesties naar voren als vereenvoudiging, regionalisering, een gelijk speelveld en de behoefte aan kostenefficiënte oplossingen. Vereenvoudiging en juridische verduidelijking van de huidige controlevoorschriften werden sterk aangemoedigd door de belanghebbenden, hoewel enkele uitzonderingen op de belangrijkste regels soms noodzakelijk worden geacht. Regionalisering werd door sommige belanghebbenden gezien als een belangrijk concept, terwijl verscheidene anderen die beschouwden als een concept dat niet in overeenstemming is met de geest en de doelstellingen van een controlebeleid van de Unie. De creatie van een gelijk speelveld voor ondernemingen in de visserij en de lidstaten in de EU werd door alle belanghebbenden noodzakelijk geacht. Ten slotte gaven de belanghebbenden aan dat vermindering van de administratieve belasting en kostenefficiëntie leidende beginselen voor de herziening moeten zijn.

Met betrekking tot de voorgestelde beleidsopties verleende de overgrote meerderheid van de belanghebbenden krachtige steun aan of had een voorkeur voor een gerichte wijziging van het systeem voor visserijcontroles, met inbegrip van de visserijcontroleverordening, de IOO-verordening en de verordening tot oprichting van de EFCA.

Bijlage 2 van de effectbeoordeling bevat een samenvatting van de conclusies van al deze raadplegingen, en bijlage 10 bevat een lijst van schriftelijke bijdragen die ontvangen zijn van belanghebbenden. De originele schriftelijke bijdragen van de belanghebbenden en de notulen van de hierboven genoemde workshops en seminars worden gepubliceerd op de website van de Europese Commissie 22 .

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Het wetsvoorstel en de effectbeoordeling zijn gebaseerd op een grote hoeveelheid materiaal en onderzoeken, zoals bedoeld in bijlage 1 van de effectbeoordeling 23 .

Er is ook gebruikgemaakt van externe deskundigheid ter ondersteuning van de effectbeoordeling ter beoordeling van de gevolgen van de voorgestelde beleidsopties en de vergelijking ervan. Het externe onderzoek werd uitgevoerd in het najaar van 2017 24 om de milieueffecten en de economische en sociale invloeden van de beleidsopties, veranderingen in de administratieve belasting en voordelen door vereenvoudiging te beoordelen en een vergelijking te maken tussen de verschillende opties in termen van doeltreffendheid, doelmatigheid en samenhang, en de aanbevelingen van de betrokken instellingen.

Effectbeoordeling

In het kader van de effectbeoordeling werden drie beleidsopties geanalyseerd: (1) Basisscenario, dat wil zeggen geen beleidswijziging, maar volledige handhaving van de huidige voorschriften; (2) Optie 1: gerichte wijzigingen van de visserijcontroleverordening; (3) Optie 2: gerichte wijzigingen van het systeem voor visserijcontroles (in het bijzonder verordeningen betreffende: visserijcontrole, illegale, onvermelde en ongereglementeerde visserij en het Europees Bureau voor visserijcontrole). Optie 2 scoorde over het algemeen aanzienlijk beter dan de andere opties en werd gekozen als de voorkeursoptie.

Positieve milieu-effecten van de voorkeursoptie zouden het volgende inhouden: terugdringing van overbevissing, beëindiging van teruggooi op zee, gezondere visbestanden en een goede controle van beschermde mariene gebieden. De belangrijkste sociaaleconomische voordelen omvatten: hogere lonen en mededinging van de visserijsector, met name voor de kleine vloot; bevordering van de werkgelegenheid (met name in ICT); verbeterde naleving van het GVB en gelijk behandeling van vissers.

De kosten zouden ‘evenredig’ aan de behaalde voordelen (met name voor wat betreft kostenbesparingen) en kostenefficiënt zijn, met aanzienlijke voordelen die zwaarder wegen dan de relatief geringe kostenwijzigingen. De autoriteiten in de lidstaten zouden ook profiteren van kostenbesparingen (157 miljoen EUR over een periode van vijf jaar, in vergelijking tot het basisscenario) door middel van vereenvoudiging en interoperabiliteit.

Er worden geen negatieve sociale gevolgen of milieu-effecten als gevolg van de voorkeursoptie verwacht.

De effectbeoordeling werd op 8 januari 2018 ter kwaliteitscontrole voorgelegd aan de Raad voor regelgevingstoetsing. De raad heeft op 9 februari 2018 het ontwerpverslag beoordeeld en een positief advies uitgebracht, vergezeld van zijn aanbevelingen voor verbetering 25 .

Bijlage 1 van de effectbeoordeling bevat een overzicht van de aanbevelingen van de raad en de veranderingen die zijn doorgevoerd ten opzichte van het eerdere ontwerp.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

De maatregelen en wijzigingen die in het kader van de voorkeursoptie zijn voorzien zouden krachtige steun inhouden voor de vermindering van een onnodige administratieve belasting voor overheidsinstanties en, rekening houdend met het feit dat het grootste deel van de nieuwe kosten met ICT-ontwikkeling en eenmalige investeringen verband houdt, op lange termijn ook voor de hele EU. De voorkeursoptie zal naar verwachting de administratieve belasting van het huidige systeem vereenvoudigen en aanzienlijk verminderen, met kostenbesparingen die geraamd worden op 157 miljoen EUR over een periode van vijf jaar ten opzichte van het basisscenario. Er dient te worden opgemerkt dat hoewel bepaalde besparingen in geld uitgedrukt zouden kunnen worden, andere besparingen wel zijn vastgesteld, maar niet in getallen konden worden uitgedrukt.

Eventuele extra lasten voor kleine marktdeelnemers (kleinschalige vissers) zullen worden vermeden met de invoering van gemakkelijke en kostenefficiënte systemen voor het melden van visserijgegevens, met gebruikmaking van betaalbare en breed beschikbare technologieën voor mobiele telefoons. Bovendien zal de invoering van nieuwe ICT innovatie stimuleren en zorgen voor nieuwe mogelijkheden voor werkgelegenheid voor kmo's en startups.

Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten. In het voorstel worden de toegang tot gegevens en de doeleinden waarvoor persoonsgegevens worden verwerkt, toegelicht. Persoonsgegevens worden zodanig verwerkt dat de verplichtingen betreffende de bescherming van persoonsgegevens zoals vastgesteld bij Verordening (EU) 2016/679 en de verordening ter vervanging van Verordening (EU) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad worden nagekomen.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Er zijn geen gevolgen voor de vastleggingskredieten, aangezien geen wijziging wordt voorgesteld van de maximumbedragen voor financiering uit de Europese structuur- en investeringsfondsen, als vastgesteld in de operationele programma's voor de programmeringsperiode 2014-2020.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

In de huidige visserijcontroleverordening is reeds vastgesteld dat de Commissie de tenuitvoerlegging ervan elke vijf jaar beoordeelt op basis van door de lidstaten ingediende verslagen. Deze regel wordt gehandhaafd. Hoofdstuk 9 van de effectbeoordeling bevat een uitvoerige toelichting van de wijze waarop de feitelijke gevolgen worden gevolgd en beoordeeld.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

2.

Het voorstel is als volgt opgebouwd:


1.

Artikel 1: Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1224/2009


3.

Artikel 2: Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 768/2005


4.

Artikel 3: Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1967/2006


5.

Artikel 4: Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1005/2008


6.

Artikel 5: Wijziging van Verordening (EU) 2016/1139


7.

De wijzigingen kunnen als volgt worden samengevat, per hoofdonderwerp, deelonderwerpen, betrokken artikelen en specifieke bepalingen van het voorstel:


Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen
ONDERWERP 1: HANDHAVING
DeelonderwerpArtikelenSpecifieke bepalingen van het voorstel
Inspectie en bewakingGewijzigd: 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80Verduidelijking van de inspectieprocedure, de taken van inspecteurs, en de taken van kapiteins en marktdeelnemers tijdens inspecties.

Digitalisering van inspectieverslagen door middel van het verplichte gebruik van een systeem voor elektronische inspectierapportage dat ervoor zorgt dat gegevens beter gebruikt en uitgewisseld worden tussen de relevante instanties en de lidstaten.

Verduidelijking van de rol en de taken van de met controle belaste waarnemers.
SanctiesNieuw:

8.

89 bis, 91 bis, 91 ter, 92 bis, 92 ter, en de bijlagen III en IV



9.

Gewijzigd:


10.

82, 85, 90, 91, 92


Nieuwe definities ter verduidelijking en verbetering van het “handhavingshoofdstuk”.

Nieuwe lijst van inbreuken op de GVB-regels die als ernstig moeten worden beschouwd (zonder toepassing van enige criteria).

Nieuwe gedetailleerde en uitputtende lijst van criteria om bepaalde andere inbreuken op de GVB-regels als ernstig te beschouwen. Dit bevordert een gelijk speelveld en waarborgt evenredigheid.

Invoering van verplichte administratieve sancties en minimumniveaus van boetes voor ernstige inbreuken op de GVB-regels, teneinde het sanctiesysteem afschrikkender en doeltreffender te maken in alle lidstaten en een gelijk speelveld te waarborgen.

Maatregelen tot onmiddellijke tenuitvoerlegging (of preventieve maatregelen) verduidelijken die door de lidstaten moeten worden genomen in geval van ernstige inbreuken.

Verduidelijken dat er punten moeten worden toegekend aan zowel de houder van de visvergunning als aan de kapitein als dat verschillende entiteiten zijn.

Verduidelijken dat de vervolging en de toekenning van de punten in geval van een ernstige inbreuk door de kustlidstaat kunnen worden uitgevoerd, maar systematisch moeten worden gehandhaafd door de vlaggenlidstaat.

Verduidelijken dat punten systematisch worden toegepast in aanvulling op de belangrijkste sanctie(s) in geval van ernstige inbreuken (met enkele afwijkingen wanneer de inbreuk niet wordt begaan door de houder van een visvergunning of een kapitein, bijvoorbeeld in geval van de recreatievisserij);

Lidstaten in staat stellen gegevens over inbreuken en sancties beter te benutten en uit te wisselen.
ONDERWERP 2: BESCHIKBAARHEID, KWALITEIT EN DELING VAN GEGEVENS
DeelonderwerpArtikelenSpecifieke bepalingen van het voorstel
Monitoring van vaartuigenGewijzigd: 4, 9, 10, 12

11.

Nieuw: 9 bis

Flexibiliteit wordt ingevoerd met betrekking tot de specificaties van het volgsysteem van voertuigen (niet noodzakelijkerwijs satellietgestuurd)

Er wordt duidelijkheid verschaft ten aanzien van controlecentra voor het volgen van vaartuigen.

Alle vaartuigen met inbegrip van die van minder dan 12 meter lang moeten over een volgsysteem beschikken.

De relevante gegevens worden beschikbaar gesteld voor de agentschappen en bureaus die bij de bewakingsactiviteiten betrokken zijn.
LogboekGewijzigd: 14De vrijstelling van de rapportage in logboeken van vangsten van minder dan 50 kg wordt ingetrokken voor alle categorieën vaartuigen.

De regels voor de zogenoemde ‘tolerantiemarge’ worden verduidelijkt en afgestemd op specifieke situaties/vormen van visserij.

De inhoud van het logboek wordt in overeenstemming gebracht met de nieuwe bepaling betreffende traceerbaarheid (gebruik van het unieke identificatienummer voor visreizen) en gewijzigd om de kwaliteit van de vastgelegde gegevens te verhogen.
Vaartuigen van minder dan 12 meterGewijzigd: 9, 14, 15

12.

Nieuw: 15 bis

De huidige afwijkingen worden ingetrokken en er worden slechts twee categorieën vissersvaartuigen gedefinieerd: > 12 m en < 12 m.

Alle vissersvaartuigen < 12 m moeten hun vangsten elektronisch melden.
Aangifte van overlading en aangiften van aanlandingGewijzigd:

20, 21, 22,

13.

23, 24


14.

Geschrapt:


15.

16, 25, 28

Alle gegevens worden digitaal vastgelegd en elektronisch ingediend. De inhoud van stukken wordt in overeenstemming gebracht met de nieuwe bepaling betreffende traceerbaarheid (gebruik van het unieke identificatienummer voor visreizen) en gewijzigd om de kwaliteit van de vastgelegde gegevens te verhogen.

De huidige afwijkingen met betrekking tot de aangifte van aanlanding worden ingetrokken.

Voor overladingen buiten Uniewateren of in havens van derde landen is toestemming nodig van de vlaggenlidstaat.
Voorafgaande kennisgevingGewijzigd: 17, 19

16.

Geschrapt: 18


17.

Nieuw: 19 bis

Voorafgaande kennisgevingen worden uitgebreid naar alle vaartuigen >12 m en zijn niet langer beperkt tot bestanden die onder een meerjarenplan vallen.

Unievissersvaartuigen die willen aanlanden in havens van derde landen moeten een voorafgaande kennisgeving indienen.
Controle van de recreatievisserijGewijzigd: 4, 55Lidstaten moeten over een systeem beschikken voor de controle van de deelnemers aan de recreatievisserij (registratie of vergunning) en voor de verzameling van vangstgegevens.

Voor soorten die vallen onder instandhoudingsmaatregelen van de Unie die van toepassing zijn op de recreatievisserij, moeten vangstaangiften worden gezonden aan de bevoegde autoriteiten en moet er een registratie- of vergunningensysteem voor vaartuigen worden ingesteld.

Het verbod op de verkoop van vangsten wordt gehandhaafd en de huidige afwijkingen in het Middellandse-Zeegebied worden ingetrokken (zie de wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

Er worden voorwaarden bepaald voor de vaststelling van specifieke bepalingen betreffende de controle en markering van vistuig die van toepassing zijn op de recreatievisserij, het volgen van vaartuigen, registratie- of vergunningensystemen en de melding van vangsten. Door commerciële ondernemingen georganiseerde activiteiten in het kader van de recreatievisserij vallen hieronder.
TraceerbaarheidGewijzigd: 4, 56, 57, 58

18.

Nieuw: 56 bis

De bepalingen betreffende traceerbaarheid worden verduidelijkt en er wordt een nieuw artikel over partijen toegevoegd.

De informatie over traceerbaarheid wordt verduidelijkt, zodat een specifieke partij visserijproducten aan een bepaalde aanlanding door een EU-vissersvaartuig kan worden gekoppeld.

Informatie wordt elektronisch vastgelegd om controles in de aanbodketen op de interne markt doeltreffender en doelmatiger te maken.

De afwijking voor ingevoerde producten wordt ingetrokken.

Het toepassingsgebied van de bepaling betreffende traceerbaarheid wordt beperkt tot bepaalde visserij- en aquacultuurproducten).

De afwijking voor producten die aan de consument worden verkocht wordt in overeenstemming gebracht met andere bepalingen in de verordening (maximaal 5 kg visserijproducten per dag in plaats van 50 EUR).
Wegings-, vervoers- en verkoopprocedures en -gegevensGewijzigd: 59, 60, 62, 64, 65, 66, 68

Nieuw: 59 bis,

19.

60 bis


20.

Geschrapt: 61, 63, 67

De huidige vrijstellingen die een correcte weging en registratie van aangelande vis ondermijnen worden gestroomlijnd.

Er wordt een eenvoudig en doeltreffend systeem om een correcte weging bij aanlanding te waarborgen ingesteld waarbij de weging door een geregistreerde marktdeelnemer wordt uitgevoerd.

Er worden gerichte procedures voor ongesorteerde aanvoer vastgesteld.

De huidige afwijkingen voor hoeveelheden die voor particuliere consumptie worden verkocht/verstrekt aan niet-geregistreerde kopers, worden gewijzigd en in overeenstemming gebracht met de bepalingen betreffende controle in de aanbodketen.

De verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid van marktdeelnemers in de aanbodketen worden verduidelijkt.

Er worden vereisten om verkoopdocumenten, overnamedocumenten en vervoersdocumenten digitaal vast te leggen en elektronisch in te dienen toegevoegd. De rapportage door marktdeelnemers aan bevoegde instanties (vlaggenlidstaat, lidstaat van aanlanding, lidstaat van verkoop) wordt vereenvoudigd.
Beschikbaarheid en uitwisseling van gegevensGewijzigd:

21.

33, 34, 109, 110, 111, 112, 114 en 115


22.

Nieuwe: 111 bis; 112 bis


23.

Geschrapt: 116

De digitalisering van het gegevenssysteem wordt voltooid, en de beschikbaarheid, betrouwbaarheid en uitwisseling van gegevens worden in hun geheel verbeterd.

De bepalingen betreffende de hercodering van gegevens door de lidstaten en de indiening van gegevens bij de Commissie worden gestroomlijnd en in overeenstemming met andere wijzigingen gebracht.

De wijzigingen verstrekken meer duidelijkheid over de gegevens die verzameld worden door de lidstaten, de valideringsstappen en de toegang van de Commissie tot de verzamelde gegevens en het doel ervan.

De wijzigingen scheppen ook meer duidelijkheid over de maatregelen betreffende de bescherming van persoonsgegevens en de veiligheid van de verwerking.

Het artikel over het beveiligde deel van de website wordt geschrapt.
ONDERWERP 3: OVERBRUGGING VAN DE VERSCHILLEN MET HET GVB
DeelonderwerpArtikelenSpecifieke bepalingen van het voorstel
Definitie van ‘regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid’Gewijzigd: 4De definitie van regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid wordt verduidelijkt en in overeenstemming gebracht met het GVB.
Visvergunningen en -machtigingenGewijzigd:

24.

6, 7

De bepalingen worden in overeenstemming gebracht met het GVB.
AanlandingsverplichtingNieuw: 25 bisDe voorgestelde wijzigingen schrijven het gebruik voor van elektronische instrumenten voor monitoring op afstand, in het bijzonder CCTV-systemen, voor de controle van de aanlandingsverplichting. De nieuwe bepalingen hebben gevolgen voor individuele vaartuigen en vlootsegmenten op basis van een risicobeoordeling, en worden door de lidstaten op regionaal niveau ten uitvoer gelegd.
VangstcapaciteitNieuw: 39 bis

25.

Gewijzigd: 38, 41

Er wordt een nieuw artikel toegevoegd waarin vereist wordt dat bepaalde vaartuigen met actief vistuig worden voorzien van een apparaat dat het motorvermogen bijhoudt en registreert.

De huidige bepalingen betreffende het toezicht op het motorvermogen worden vereenvoudigd. Er worden bepalingen toegevoegd met betrekking tot de fysieke verificatie van de tonnage van de vissersvaartuigen.
Nationale controleprogramma's en jaarverslagenGeschrapt: 46, bijlage 1

26.

Gewijzigd: 55


27.

Nieuw: 93 bis

De nationale controleprogramma's worden uitgebreid om niet alleen de controle van meerjarenplannen, maar ook de controle van de regels van het GVB te bestrijken. Bijgevolg wordt bijlage 1 over ijkpunten voor de inspectie voor meerjarenplannen geschrapt. De nationale controleprogramma's omvatten tevens de controle van de recreatievisserij.

Er moeten jaarverslagen over nationale inspecties en controles worden opgesteld.
ONDERWERP 4: SYNERGIEËN MET HET OVERIGE BELEID
VistuigGewijzigd: 14, 43, 55De melding van verloren vistuig wordt vergemakkelijkt en verbeterd door het gebruik van (elektronische) logboeken voor alle categorieën vaartuigen.

De huidige afwijking die van toepassing is op vaartuigen < 12 m om aan boord de uitrusting te hebben die noodzakelijk is voor het terughalen van verloren vistuig, wordt ingetrokken.

Er worden voorwaarden bepaald voor de vaststelling van bepalingen van de Unie betreffende de afzet en controle van vistuig voor de recreatievisserij.
Voor de visserij beperkte gebiedenGewijzigd: 4, 50De definitie van voor de visserij beperkte gebieden en de bepalingen van artikel 50 worden gewijzigd om rekening te houden met voor de visserij beperkte gebieden die onder de soevereiniteit of jurisdictie van een lidstaat vallen, alsook die zich buiten de EU-wateren bevinden.
ONDERWERP 5: AANPASSING AAN HET VERDRAG VAN LISSABON
Aanpassing aan het Verdrag van LissabonVerscheidene artikelen gewijzigd of toegevoegdDe in het kader van Verordening (EG) nr. 1224/2009 aan de Commissie verleende bevoegdheden worden aangepast aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Ook worden sommige bepalingen krachtens welke alleen aan de Raad besluitvormingsbevoegdheden worden verleend, aangepast aan de nieuwe procedures die van toepassing zijn op het gemeenschappelijk visserijbeleid.

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad tot oprichting van een Europees Bureau voor visserijcontrole
OnderwerpArtikelenSpecifieke bepalingen van het voorstel
Aanpassing aan het GVBGewijzigd: 2 en 3

28.

Gewijzigd: 17

De doel en de taken van het Bureau worden volledig afgestemd op het nieuwe GVB.

Het geografische toepassingsgebied van de inspectiebevoegdheden van het Bureau wordt niet langer beperkt tot internationale wateren.
Uitwisseling van gegevensGewijzigd: 16De wijzigingen verduidelijken de regels betreffende de uitwisseling en verwerking van gegevens en de maatregelen betreffende de bescherming van persoonsgegevens.
Aanpassing aan de gemeenschappelijke aanpak voor gedecentraliseerde EU-agentschappenGewijzigd: 26, 29, 39Er wordt een aantal wijzigingen toegevoegd om de oprichtingsverordening van het EFCA beter aan te passen aan de gemeenschappelijke aanpak.
BegrotingGewijzigd: 35De mogelijkheden voor het genereren van inkomsten worden uitgebreid om delegatieovereenkomsten en ad-hocsubsidies toe te staan, in overeenstemming met vergelijkbare bepalingen die gelden voor andere bureaus (zoals Frontex).

Wijziging van Verordening (EG) nr. 1005/2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen
OnderwerpArtikelenSpecifieke bepalingen van het voorstel
Digitalisering van het IOO-vangstcertificaat (CATCH)Nieuw: 12 bis tot en met 12 sexiesDe vangstcertificeringsregeling, zoals bedoeld in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1005/2008, is op papier gebaseerd en bijgevolg niet efficiënt. De wijzigingen van de vangstcertificeringsregeling van de Unie voorzien in de opzet van een databank voor het beheer van vangstcertificaten (CATCH) gebaseerd op het informatiebeheersysteem voor officiële controles, dat op een risicoanalyse gebaseerde controles mogelijk maakt, de kans op frauduleuze invoer verkleint en de administratieve belasting van de lidstaten vermindert.

De operationele functies van de CATCH zullen in verschillende fasen worden ontwikkeld. Er worden uitvoeringsbevoegdheden en gedelegeerde bevoegdheden aan de Commissie verleend in verband met de werking en verdere ontwikkeling van de CATCH.
InspectiesGewijzigd: 10Aanpassing aan de nieuwe bepalingen in Verordening (EG) nr. 1224/2009.
Vissersvaartuigen die IOO-visserij bedrijvenGewijzigd: 2, 3, 11Aanpassing aan de nieuwe bepalingen in Verordening (EG) nr. 1224/2009 en relevante verwijzingen.
Procedures en handhavingsmaatregelen (met inbegrip van ernstige inbreuken)Nieuw: 42 bis, Gewijzigd: 27, 42, 43

29.

Geschrapt: 44 tot en met 47

Er worden verwijzingen toegevoegd om aanpassing aan de nieuwe bepalingen betreffende procedures en handhaving met inbegrip van sancties in Verordening (EG) nr. 1224/2009 te waarborgen. Achterhaalde artikelen worden geschrapt.

Wijziging van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee

30.

Wijziging van Verordening (EU) 2016/1139 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de kabeljauw-, haring- en sprotbestanden in de Oostzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren

OnderwerpArtikelenSpecifieke bepalingen van het voorstel
Verordening (EG) nr. 1967/2006Gewijzigd: 17

31.

Geschrapt: 21, 23

Teneinde overeenstemming met Verordening 1224/2009 te waarborgen, worden bepaalde bepalingen betreffende de sportvisserij en de bepalingen betreffende overlading geschrapt.
Verordening (EU) 2016/1139Geschrapt: 12, 13Teneinde overeenstemming met Verordening 1224/2009 te waarborgen, worden bepalingen betreffende logboeken en de tolerantiemarge geschrapt