Toelichting bij COM(2018)368 - Wijziging van verordeningen 1224/2009, 768/2005, 1967/2006, 1005/2008 en 2016/1139 wat betreft visserijcontroles - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2018)368 - Wijziging van verordeningen 1224/2009, 768/2005, 1967/2006, 1005/2008 en 2016/1139 wat betreft visserijcontroles. |
---|---|
bron | COM(2018)368 |
datum | 30-05-2018 |
Motivering en doel van het voorstel
De doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) 1 moeten waarborgen dat de visserij- en aquacultuuractiviteiten op de lange termijn ecologisch duurzaam zijn en worden beheerd op een manier die in overeenstemming is met de realisatie van voordelen op economisch, sociaal en werkgelegenheidsgebied. Het succes daarvan is voor een groot deel afhankelijk van de tenuitvoerlegging van een doeltreffend controle- en handhavingssysteem. De maatregelen tot vaststelling van een systeem voor visserijcontroles van de Unie om de naleving van de regels van het GVB te waarborgen zijn vastgesteld bij vier verschillende rechtshandelingen: 1) de visserijcontroleverordening 2 ; 2) de verordening tot oprichting van een Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA) 3 ; 3) de verordening houdende de totstandbrenging van een systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen (IOO-verordening) 4 ; en 4) de verordening inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten (SMEF) 5 . Het voorstel heeft tot doel het visserijcontrolesysteem te herzien, met uitzondering van de SMEF-verordening, die onlangs herzien is.
Met uitzondering van de SMEF-verordening, die onlangs werd herzien, werd het huidige systeem voor visserijcontroles van de Unie voorafgaand aan het hervormde gemeenschappelijke visserijbeleid 6 (GVB) opgezet en is het daar als zodanig niet volledig mee in overeenstemming. Bovendien omvat het systeem controlestrategieën, methoden en uitdagingen van meer dan tien jaar geleden, en is het niet voldoende ontwikkeld om de huidige en toekomstige behoeften in termen van visserijgegevens en vlootcontrole op doeltreffende wijze aan te pakken om het hoofd te bieden aan de constante ontwikkeling van visserijpraktijken en -technieken, en om te profiteren van moderne en kostenefficiëntere controletechnologieën en systemen voor gegevensuitwisseling. Noch weerspiegelt het huidige systeem het onlangs aangenomen nieuwe en moderne beleid van de Unie, zoals de plasticstrategie, het beleid inzake een digitale eengemaakte markt, het internationale beheer van de oceanen.
Een recente Refit-evaluatie van de Commissie 7 , 8 , een speciaal verslag van de Europese Rekenkamer 9 en een resolutie van het Europees Parlement 10 hebben allemaal aangetoond dat het visserijcontrolesysteem tekortkomingen heeft en over het algemeen ongeschikt is.
Sinds de publicatie van al deze documenten hebben in de Raad 11 , in het Parlement, in de raad van bestuur van het Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA) 12 meerdere discussies en gedachtewisselingen plaatsgevonden met lidstaten en met belanghebbenden. Uit deze discussies bleek dat de Europese instellingen en directe belanghebbenden het er unaniem over eens zijn dat het systeem voor visserijcontroles niet doeltreffend en effectief is, en als zodanig niet helemaal geschikt is om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het GVB. Bovendien werden door het Refit-platform in juni 2017 ook tekortkomingen in het huidige regelgevingskader vastgesteld in zijn advies over de ingediende resultaten van een door de Finse regering onder belanghebbenden gehouden onderzoek over controle op de visserij in de EU 13 .
De specifieke doelstellingen van het voorstel zijn: 1) Het overbruggen van de verschillen tussen het GVB en ander EU-beleid; 2) Het vereenvoudigen van het wettelijke kader en het terugdringen van een onnodige administratieve belasting; 3) Het verbeteren van de beschikbaarheid, leesbaarheid en volledigheid van gegevens en informatie over de visserij, in het bijzonder vangstgegevens, en het toestaan van het uitwisselen en delen van informatie; en 4) Het wegnemen van obstakels die de ontwikkeling van een nalevingscultuur en de gelijke behandeling van marktdeelnemers in en tussen lidstaten in de weg staan.
Het voorstel is een van de wetgevingsinitiatieven in het kader van Refit die naar verwachting in 2018 worden aangenomen.
Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
Het voorstel is in overeenstemming met het algemene rechtskader dat werd vastgesteld bij het hervormde GVB en heeft als doel de bestaande verschillen daarmee te overbruggen, met name in verband met de doeltreffende controle van de aanlandingsverplichting en met de controle van de vangstcapaciteit. Bovendien is het voorstel in overeenstemming met de gemeenschappelijke marktordening, veelal “GMO” genoemd 14 , voor zover er een reeks bepalingen in worden vastgesteld voor controles in de aanbodketen, met inbegrip van bepalingen betreffende traceerbaarheid die essentieel zijn om te voldoen aan vereisten met betrekking tot consumentenvoorlichting. Ten slotte wordt met het voorstel de uitvoering beoogd van onlangs door de Commissie gedane toezeggingen voor met name de bestrijding van illegale visserij in de gezamenlijke mededeling over het beheer van de oceanen 15 .
Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
Het voorstel is niet alleen in overeenstemming met andere beleidsgebieden van de Unie, maar versterkt ook de synergieën ermee door ondersteuning van de tenuitvoerlegging van: 1) de Europese strategie voor kunststoffen in een circulaire economie 16 , met betrekking tot vistuig; 2) de strategie betreffende de digitale eengemaakte markt 17 , door middel van de bevordering van digitale oplossingen en interoperabele systemen; en 3) het sterkere en het nieuwe strategische partnerschap met de ultraperifere gebieden van de EU 18 , door middel van versterkte controlemaatregelen. Voorts wordt met het voorstel getracht synergieën te verbeteren met de voedsel- en voederwetgeving, door definities beter op elkaar af te stemmen, en met de milieuwetgeving (Habitatrichtlijn), voor zover het de lidstaten bevoegdheden verleent om visserijactiviteiten in voor de visserij beperkte gebieden op doeltreffende wijze te controleren.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
Rechtsgrondslag
Het voorstel is gebaseerd op artikel 43, lid 2, van de VWEU betreffende het vaststellen van bepalingen die nodig zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het GVB, dat overeenkomstig artikel 3, onder d), van het Verdrag een exclusieve bevoegdheid van de EU is.
Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
N.v.t.
Evenredigheid
Het voorstel voorziet in gerichte veranderingen die niet verder gaan dan wat nodig is om de gestelde doelstellingen te verwezenlijken. Hoofdstuk 7.4.2 van de effectbeoordeling bij het voorstel gaat in op de evenredigheid van de beleidskeuzes in het voorstel.
Keuze van het instrument
Voorgesteld(e) instrument: wijziging van de huidige verordeningen.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
Als onderdeel van de Refit-oefening werd een alomvattende evaluatie van de tenuitvoerlegging van de controleverordening en de gevolgen ervan voor het GVB voor de periode 2010-2016 uitgevoerd en werden de resultaten ervan gepubliceerd in het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad 19 en het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie ‘Refit-evaluatie van de gevolgen van de visserijverordening’ 20 .
In de evaluatie werd bevestigd dat de controleverordening van groot belang is voor het waarborgen van de naleving van het GVB. In de in 2009 aangenomen tekst werden de belangrijkste tekortkomingen van het vorige systeem aangepakt, waarmee werd bijgedragen tot een betere naleving van het GVB, een betere communicatie, uitwisseling en deling van gegevens tussen de verschillende belanghebbenden, een algemene verbetering van de kwaliteit en kwantiteit van visserijgegevens, en de instandhouding van het gelijke speelveld voor marktdeelnemers. Uit de evaluatie bleek echter ook dat er meer moet gebeuren en dat het huidige wettige kader niet helemaal geschikt is en derhalve moet worden herzien:
·Handhavingsregels niet afschrikkend genoeg;
·Ontoereikende bepalingen voor visserijgegevens;
·Complexiteit van het wettelijke kader en dubbelzinnigheid van wettelijke bepalingen;
·Gebrek aan maatregelen om de nieuwe bepalingen van het hervormde GVB te controleren en een gebrek aan synergieën met het overige beleid.
Raadpleging van belanghebbenden
In het kader van de Refit-evaluatie werd in 2016 een uitgebreide openbare raadpleging gehouden. De resultaten ervan zijn gepubliceerd op de Europa-webpagina 21 . Later werden aanvullende gerichte raadplegingen gehouden met als doel (i) een akkoord te bereiken over de door de Europese Commissie vastgestelde problemen in de Refit-evaluatie; (ii) een akkoord te bereiken over de noodzaak om in actie te komen; en (iii) informatie te verzamelen en feedback van zoveel mogelijk belanghebbenden te ontvangen over de toekomstgerichte aspecten van de aanvangseffectbeoordeling en over de specifieke door de Commissie voorgestelde maatregelen om de vastgestelde problemen aan te pakken.
De raadplegingen hadden betrekking op de bevoegde instanties van de lidstaten, adviesraden, organisaties en verenigingen op nationaal en EU-niveau, milieu-NGO’s, het Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA) en zijn raad van bestuur, het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA), Frontex (grenscontrole op zee). Er zijn discussies gehouden op verschillende fora ter waarborging van een brede en alomvattende betrokkenheid van alle relevante belanghebbenden, waaronder de Groep Intern en Extern Visserijbeleid van de Raad, en de Commissie PECH van het Europees Parlement.
De belanghebbenden waren het allemaal eens over de noodzaak om het systeem voor visserijcontroles van de EU te herzien. De ontvangen bijdragen en feedback benadrukten tekortkomingen in de tenuitvoerlegging van de visserijcontroleverordening, alsook in enkele bepalingen ervan. De belanghebbenden stonden over het algemeen achter de Commissie bij het aanpakken van de volgende belangrijke kwesties: aanpassing aan het GVB, verschillen in de toepassing van de regels door de lidstaten, de complexiteit van het wettelijke kader en een gebrek aan helderheid van bepaalde bepalingen ten aanzien van het sanctiestelsel, de beschikbaarheid, kwaliteit en deling van gegevens, de controle van kleine vaartuigen en van de aanlandingsverplichting, alsook de noodzaak om synergieën met andere wetgeving te verbeteren, in het bijzonder de IOO-verordening, de milieuwetgeving en de levensmiddelenwetgeving.
In de bijdragen kwamen ook kwesties naar voren als vereenvoudiging, regionalisering, een gelijk speelveld en de behoefte aan kostenefficiënte oplossingen. Vereenvoudiging en juridische verduidelijking van de huidige controlevoorschriften werden sterk aangemoedigd door de belanghebbenden, hoewel enkele uitzonderingen op de belangrijkste regels soms noodzakelijk worden geacht. Regionalisering werd door sommige belanghebbenden gezien als een belangrijk concept, terwijl verscheidene anderen die beschouwden als een concept dat niet in overeenstemming is met de geest en de doelstellingen van een controlebeleid van de Unie. De creatie van een gelijk speelveld voor ondernemingen in de visserij en de lidstaten in de EU werd door alle belanghebbenden noodzakelijk geacht. Ten slotte gaven de belanghebbenden aan dat vermindering van de administratieve belasting en kostenefficiëntie leidende beginselen voor de herziening moeten zijn.
Met betrekking tot de voorgestelde beleidsopties verleende de overgrote meerderheid van de belanghebbenden krachtige steun aan of had een voorkeur voor een gerichte wijziging van het systeem voor visserijcontroles, met inbegrip van de visserijcontroleverordening, de IOO-verordening en de verordening tot oprichting van de EFCA.
Bijlage 2 van de effectbeoordeling bevat een samenvatting van de conclusies van al deze raadplegingen, en bijlage 10 bevat een lijst van schriftelijke bijdragen die ontvangen zijn van belanghebbenden. De originele schriftelijke bijdragen van de belanghebbenden en de notulen van de hierboven genoemde workshops en seminars worden gepubliceerd op de website van de Europese Commissie 22 .
Bijeenbrengen en gebruik van expertise
Het wetsvoorstel en de effectbeoordeling zijn gebaseerd op een grote hoeveelheid materiaal en onderzoeken, zoals bedoeld in bijlage 1 van de effectbeoordeling 23 .
Er is ook gebruikgemaakt van externe deskundigheid ter ondersteuning van de effectbeoordeling ter beoordeling van de gevolgen van de voorgestelde beleidsopties en de vergelijking ervan. Het externe onderzoek werd uitgevoerd in het najaar van 2017 24 om de milieueffecten en de economische en sociale invloeden van de beleidsopties, veranderingen in de administratieve belasting en voordelen door vereenvoudiging te beoordelen en een vergelijking te maken tussen de verschillende opties in termen van doeltreffendheid, doelmatigheid en samenhang, en de aanbevelingen van de betrokken instellingen.
Effectbeoordeling
In het kader van de effectbeoordeling werden drie beleidsopties geanalyseerd: (1) Basisscenario, dat wil zeggen geen beleidswijziging, maar volledige handhaving van de huidige voorschriften; (2) Optie 1: gerichte wijzigingen van de visserijcontroleverordening; (3) Optie 2: gerichte wijzigingen van het systeem voor visserijcontroles (in het bijzonder verordeningen betreffende: visserijcontrole, illegale, onvermelde en ongereglementeerde visserij en het Europees Bureau voor visserijcontrole). Optie 2 scoorde over het algemeen aanzienlijk beter dan de andere opties en werd gekozen als de voorkeursoptie.
Positieve milieu-effecten van de voorkeursoptie zouden het volgende inhouden: terugdringing van overbevissing, beëindiging van teruggooi op zee, gezondere visbestanden en een goede controle van beschermde mariene gebieden. De belangrijkste sociaaleconomische voordelen omvatten: hogere lonen en mededinging van de visserijsector, met name voor de kleine vloot; bevordering van de werkgelegenheid (met name in ICT); verbeterde naleving van het GVB en gelijk behandeling van vissers.
De kosten zouden ‘evenredig’ aan de behaalde voordelen (met name voor wat betreft kostenbesparingen) en kostenefficiënt zijn, met aanzienlijke voordelen die zwaarder wegen dan de relatief geringe kostenwijzigingen. De autoriteiten in de lidstaten zouden ook profiteren van kostenbesparingen (157 miljoen EUR over een periode van vijf jaar, in vergelijking tot het basisscenario) door middel van vereenvoudiging en interoperabiliteit.
Er worden geen negatieve sociale gevolgen of milieu-effecten als gevolg van de voorkeursoptie verwacht.
De effectbeoordeling werd op 8 januari 2018 ter kwaliteitscontrole voorgelegd aan de Raad voor regelgevingstoetsing. De raad heeft op 9 februari 2018 het ontwerpverslag beoordeeld en een positief advies uitgebracht, vergezeld van zijn aanbevelingen voor verbetering 25 .
Bijlage 1 van de effectbeoordeling bevat een overzicht van de aanbevelingen van de raad en de veranderingen die zijn doorgevoerd ten opzichte van het eerdere ontwerp.
Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
De maatregelen en wijzigingen die in het kader van de voorkeursoptie zijn voorzien zouden krachtige steun inhouden voor de vermindering van een onnodige administratieve belasting voor overheidsinstanties en, rekening houdend met het feit dat het grootste deel van de nieuwe kosten met ICT-ontwikkeling en eenmalige investeringen verband houdt, op lange termijn ook voor de hele EU. De voorkeursoptie zal naar verwachting de administratieve belasting van het huidige systeem vereenvoudigen en aanzienlijk verminderen, met kostenbesparingen die geraamd worden op 157 miljoen EUR over een periode van vijf jaar ten opzichte van het basisscenario. Er dient te worden opgemerkt dat hoewel bepaalde besparingen in geld uitgedrukt zouden kunnen worden, andere besparingen wel zijn vastgesteld, maar niet in getallen konden worden uitgedrukt.
Eventuele extra lasten voor kleine marktdeelnemers (kleinschalige vissers) zullen worden vermeden met de invoering van gemakkelijke en kostenefficiënte systemen voor het melden van visserijgegevens, met gebruikmaking van betaalbare en breed beschikbare technologieën voor mobiele telefoons. Bovendien zal de invoering van nieuwe ICT innovatie stimuleren en zorgen voor nieuwe mogelijkheden voor werkgelegenheid voor kmo's en startups.
Grondrechten
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten. In het voorstel worden de toegang tot gegevens en de doeleinden waarvoor persoonsgegevens worden verwerkt, toegelicht. Persoonsgegevens worden zodanig verwerkt dat de verplichtingen betreffende de bescherming van persoonsgegevens zoals vastgesteld bij Verordening (EU) 2016/679 en de verordening ter vervanging van Verordening (EU) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad worden nagekomen.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Er zijn geen gevolgen voor de vastleggingskredieten, aangezien geen wijziging wordt voorgesteld van de maximumbedragen voor financiering uit de Europese structuur- en investeringsfondsen, als vastgesteld in de operationele programma's voor de programmeringsperiode 2014-2020.
5. OVERIGE ELEMENTEN
Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
In de huidige visserijcontroleverordening is reeds vastgesteld dat de Commissie de tenuitvoerlegging ervan elke vijf jaar beoordeelt op basis van door de lidstaten ingediende verslagen. Deze regel wordt gehandhaafd. Hoofdstuk 9 van de effectbeoordeling bevat een uitvoerige toelichting van de wijze waarop de feitelijke gevolgen worden gevolgd en beoordeeld.
Toelichtende stukken (bij richtlijnen)
Niet van toepassing.
Artikelsgewijze toelichting
Inhoudsopgave
- Artikel 1: Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1224/2009
- Het voorstel is als volgt opgebouwd:
- Artikel 2: Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 768/2005
- Artikel 3: Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1967/2006
- Artikel 4: Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1005/2008
- Artikel 5: Wijziging van Verordening (EU) 2016/1139
- De wijzigingen kunnen als volgt worden samengevat, per hoofdonderwerp, deelonderwerpen, betrokken artikelen en specifieke bepalingen van het voorstel:
- 89 bis, 91 bis, 91 ter, 92 bis, 92 ter, en de bijlagen III en IV
- Gewijzigd:
- 82, 85, 90, 91, 92
- Nieuw: 9 bis
- Nieuw: 15 bis
- 23, 24
- Geschrapt:
- 16, 25, 28
- Geschrapt: 18
- Nieuw: 19 bis
- Nieuw: 56 bis
- 60 bis
- Geschrapt: 61, 63, 67
- 33, 34, 109, 110, 111, 112, 114 en 115
- Nieuwe: 111 bis; 112 bis
- Geschrapt: 116
- 6, 7
- Gewijzigd: 38, 41
- Gewijzigd: 55
- Nieuw: 93 bis
- Gewijzigd: 17
- Geschrapt: 44 tot en met 47
- Wijziging van Verordening (EU) 2016/1139 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de kabeljauw-, haring- en sprotbestanden in de Oostzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren
- Geschrapt: 21, 23