Toelichting bij COM(2018)443 - Fiscalis-programma voor samenwerking op het gebied van belastingen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Op 2 mei 2018 heeft de Commissie een pakket voor het volgende meerjarige financiële kader voor de periode 2021-2027 1 vastgesteld. Daarin stelde zij een nieuwe, moderne langetermijnbegroting voor, die duidelijk is afgestemd op de politieke prioriteiten van de Unie van 27 landen. In de voorgestelde begroting moet een combinatie van nieuwe instrumenten met gemoderniseerde programma's ervoor zorgen dat de prioriteiten van de Unie efficiënt worden verwezenlijkt. Op deze grondslag heeft de Commissie haar voorstel voor een nieuw Fiscalis-programma onder de rubriek 'Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid' opgebouwd. Dit programma zal de uitvoering van het fiscale beleid, met inbegrip van administratieve samenwerking, helpen te verbeteren en de belastingautoriteiten ondersteunen, zoals beschreven in de mededeling bij het voorstel voor het meerjarige financiële kader 2 .

Dit voorstel, dat van toepassing zou moeten worden op 1 januari 2021, wordt voorgelegd voor een Unie van 27 lidstaten, in overeenstemming met de kennisgeving die het Verenigd Koninkrijk op basis van artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie heeft gedaan van zijn voornemen om zich uit de Europese Unie en uit Euratom terug te trekken, en die de Europese Raad op 29 maart 2017 heeft ontvangen.

Motivering en doel

Het ontbreekt de Unie en de nationale belastingautoriteiten nog altijd aan voldoende middelen en zij werken nog altijd niet genoeg samen - zowel binnen de EU als met derde landen — om hun taken effectief en efficiënt uit te voeren. Deze autoriteiten moeten een snel en gezamenlijk antwoord kunnen bieden op opkomende problemen zoals belastingfraude, belastingontduiking en belastingontwijking, de digitalisering en nieuwe bedrijfsmodellen, maar ook vermijden dat burgers en bedrijven bij grensoverschrijdende transacties met onnodige administratieve lasten te maken krijgen. Deze ontwikkelingen stellen steeds weer nieuwe uitdagingen aan het functioneren en presteren van de nationale belastingautoriteiten. Zij vereisen betere en innovatieve manieren waarop deze autoriteiten hun kerntaak uitvoeren, dat wil zeggen belastingen innen die rechtstreeks naar de nationale begrotingen en onrechtstreeks naar de begroting van de Unie vloeien. Daarom stelt de Commissie een Fiscalis-programma voor, dat de instrumenten en de middelen krijgt om het fiscale beleid en de belastingautoriteiten te ondersteunen door middel van activiteiten ten behoeve van bestuurlijke en IT-capaciteitsopbouw en operationele samenwerking.

Samenhang met bestaande beleidsbepalingen

Dit voorstel is in overeenstemming met de agenda van de Commissie voor een eerlijk en efficiënt belastingstelsel in de Unie, waarbij er onder meer naar wordt gestreefd om de inningscapaciteit van de belastingautoriteiten van de lidstaten te beschermen. Vele van de in dat kader aangenomen initiatieven hebben tot doel de fiscale transparantie te vergroten en de administratieve samenwerking te versterken, onder andere door de uitwisseling van relevante fiscale inlichtingen. Het voorgestelde Fiscalis-programma voorziet in de budgettaire en andere middelen om deze wet- en regelgevende maatregelen 3 te ondersteunen en uit te voeren. Een belangrijk onderdeel van deze administratieve samenwerking zijn de desbetreffende Europese elektronische systemen, die de belastingautoriteiten van de lidstaten concreet in staat stellen inlichtingen uit te wisselen.

Samenhang met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel is in overeenstemming met andere voorgestelde EU-actieprogramma's die soortgelijke doelstellingen hebben op gerelateerde bevoegdheidsterreinen, en met name:

–het Douane-programma 4 , dat de samenwerking op het gebied van douane ondersteunt;

–het EU-fraudebestrijdingsprogramma 5 , dat fraude bestrijdt om de financiële belangen van de Unie te beschermen in overeenstemming met artikel 325 VWEU;

–het Programma voor de eengemaakte markt 6 , dat EU-acties met het oog op de verbetering van de werking van de eengemaakte markt ondersteunt;

–het steunprogramma voor hervormingen 7 , dat specifieke EU-landen helpt om hun instellingen effectiever te maken, hun governancekaders te versterken en hun overheidsdiensten efficiënter te laten functioneren.

Ten slotte zouden er nog verdere synergieën op IT-gebied kunnen worden benut met andere initiatieven van de Unie, zoals het Digitaal Europa-programma 8 , alle programma's waarbij (belangrijke) elektronische systemen worden gebruikt, hergebruik van de bouwstenen 9 van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF), het Europees interoperabiliteitskader 10 , het voortschrijdend plan voor ICT-normalisatie 11 , het FinTech-actieplan 12 , Horizon Europa 13 of de werkzaamheden van het EU-blockchainwaarnemingscentrum en -forum 14 en andere initiatieven in verband met fraude en gevaren voor cyberveiligheid.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Een belangrijk deel van het Fiscalis-programma ziet op de ondersteuning van de inlichtingenuitwisseling tussen de lidstaten in het kader van de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen in de Europese Unie. In de desbetreffende Uniewetgeving inzake administratieve samenwerking is bepaald dat de lidstaten hierbij gebruik moeten maken van de Europese elektronische systemen. Volgens onderhavig voorstel zullen de Commissie en de lidstaten erop toezien dat de in hoofdstuk IV bedoelde elektronische systemen naar behoren worden ontwikkeld en geëxploiteerd. In dit verband is bepaald dat zij hun respectieve interventies regelmatig zullen coördineren en afspraken maken over alle aspecten die noodzakelijk zijn om de operabiliteit, interconnectiviteit en voortdurende verbetering van de Europese elektronische systemen te waarborgen. Voorts zijn de taken en verantwoordelijkheden vastgelegd met betrekking tot de coördinatie van de vaststelling en de werking van de gemeenschappelijke en nationale componenten van de Europese elektronische systemen, teneinde de operabiliteit, interconnectiviteit en voortdurende verbetering ervan te waarborgen. Deze aspecten van IT-capaciteitsopbouw zullen samen met andere aspecten van bestuurlijke capaciteit die betrekking hebben op het programma, de interne markt beter helpen functioneren; dit rechtvaardigt dat artikel 114 VWEU de rechtsgrondslag voor het programma vormt.

Het voorgestelde Fiscalis-programma voorziet in mechanismen, instrumenten en ook de noodzakelijke financiële middelen om het fiscale beleid te ondersteunen en de samenwerking tussen de belastingautoriteiten te verbeteren. De voorgestelde maatregel omvat onder andere bijeenkomsten en vergelijkbare ad-hocevenementen, projectgebaseerde gestructureerde samenwerking en acties ten behoeve van competentieontwikkeling en capaciteitsopbouw, waaraan de lidstaten en hun ambtenaren op vrijwillige basis kunnen deelnemen. Het algemene doel van deze acties bestaat erin de administratieve samenwerking te versterken en de bestuurlijke capaciteit van de lidstaten te verbeteren op het gebied van de belastingen, hetgeen het gebruik van artikel 197 VWEU rechtvaardigt.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De doelstellingen van de EU op het gebied van de belastingen, namelijk belastingfraude, belastingontduiking en belastingontwijking bestrijden, de belastingen eerlijker en transparanter maken en de werking van de eengemaakte markt en het concurrentievermogen ondersteunen, kunnen niet door de lidstaten alleen worden verwezenlijkt. Er is behoefte aan gemeenschappelijke regels en aan coördinatie en samenwerking tussen de belastingautoriteiten van de lidstaten om deze doelstellingen te verwezenlijken en het hoofd te bieden aan alle uitdagingen die hiermee samenhangen.

Een dergelijke hoge mate aan coördinatie en samenwerking kan alleen worden bereikt met een gecentraliseerde aanpak, idealiter op het niveau van de Unie. Fiscalis-activiteiten zijn kosteneffectiever dan wanneer elk deelnemend land afzonderlijk zijn eigen samenwerkingskader op bilaterale of multilaterale basis zou opzetten en nationale IT-oplossingen zou ontwikkelen voor grensoverschrijdende problemen. Ook is het dankzij de Fiscalis-activiteiten en -mechanismen van samenwerking mogelijk het vertrouwen tussen de nationale belastingautoriteiten dat nodig is om de EU-belastingstelsels in de eengemaakte markt vlot te laten samenwerken en naast elkaar te laten functioneren, aanzienlijk te versterken.

Tegen deze achtergrond zal het Fiscalis-programma het EU-optreden richten op het opzetten van efficiënte mechanismen (en de onmisbare IT-instrumenten) voor administratieve samenwerking, teneinde de nationale belastingautoriteiten effectievere middelen aan te reiken voor hun strijd tegen belastingfraude, belastingontduiking en belastingontwijking, terwijl het onrechtstreeks ook gemakkelijker wordt gemaakt voor belastingplichtigen om de belastingregels na te leven.

Evenredigheid

Het overgrote deel van de voorgestelde middelen zal worden besteed aan activiteiten voor IT-capaciteitsopbouw. De gekozen aanpak is gebaseerd op een IT-architectuurmodel waarbij Europese elektronische systemen zijn opgebouwd uit een combinatie van gemeenschappelijke en nationale componenten. Dit model heeft de voorkeur gekregen boven een volledig gecentraliseerd IT-architectuurmodel omdat een deel van de budgettaire verantwoordelijkheid bij de lidstaten blijft, die de nationale IT-componenten op nationaal niveau ontwikkelen ook rekening houdende met nationale voorkeuren, vereisten en beperkingen. De versterking van de interoperabiliteit en interconnectiviteit ten behoeve van de interne markt wordt aldus op een evenredige wijze gerealiseerd.

Keuze van het instrument

Een EU-optreden door middel van een financieringsprogramma is een passend instrument. De opvolger van het Fiscalis 2020-programma wordt door de Commissie voorgesteld in de vorm van een verordening.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie achteraf van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

In het voorstel wordt rekening gehouden met de aanbevelingen van de eindevaluatie van het Fiscalis 2013-programma en met de voorlopige resultaten van de lopende tussentijdse evaluatie van het Fiscalis 2020-programma. Daaruit blijkt dat het programma een grote EU-meerwaarde biedt door vertrouwen te scheppen en sterke samenwerking te stimuleren tussen lidstaten onderling alsook met andere deelnemende landen (kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten). Het programma faciliteert ook de uitvoering van EU-wetgeving en maakt het mogelijk om efficiënter te functioneren (dankzij het samenbrengen van middelen), met name op het gebied van elektronische systemen (waar het EU-optreden tot schaalvoordelen en lagere ontwikkelingskosten leidt) en opleidingsmodules (waar sommige autoriteiten hebben gerapporteerd dat het EU-optreden hen tijd en geld bespaart). De deelnemers hebben ook een grote en groeiende belangstelling gerapporteerd voor gemeenschappelijke acties (met name werkbezoeken, seminars en workshops), die zij als een doeltreffend instrument beschouwen dat de samenwerking in de hand werkt en de inlichtingenuitwisseling tussen de belastingautoriteiten verbetert. Wat Fiscalis 2020 betreft, wordt de invoering van de deskundigenteams gezien als een krachtige motor voor nauwere samenwerking (op regionale of thematische basis), rekening houdende met de specifieke financieringsregeling en de praktische organisatie ervan. Sommige deelnemers hebben gesuggereerd om meer van de bestaande middelen toe te wijzen aan deze activiteit voor bestuurlijke capaciteitsopbouw.

Raadpleging van belanghebbenden

Ter ondersteuning van de beoordeling vooraf heeft de Commissie een externe studie laten verrichten waarbij doelgerichte raadplegingen hebben plaatsgevonden om een algemener beeld van de standpunten van alle belanghebbenden te krijgen. Gelet op het specifieke toepassingsgebied van het programma (de enige directe begunstigden zijn belastingautoriteiten) waren deze raadplegingen gericht op de belastingautoriteiten, in de vorm van discussies in een projectgroep, landenbezoeken/casestudy's en doelgerichte enquêtes. Aanvullend werden ook interviews afgenomen bij brancheverenigingen, non-profitorganisaties, academici, deelnemers aan het Fiscalis 2020-programma, consultants en internationale organisaties (zoals de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling).

De externe studie en de daarmee samenhangende raadplegingsactiviteiten hebben bevestigd dat de belastingautoriteiten voor grote uitdagingen staan en dat er behoefte is aan een ambitieus programma rond twee belangrijke aspecten: enerzijds, continuïteit en versterking van de acties voor capaciteitsopbouw (IT en competenties) en samenwerking zodat de EU- en nationale belastingvoorschriften naar behoren worden toegepast en, anderzijds, intensivering van de operationele samenwerking en verbetering van de aanpak van innovatie.

Er werd een open publieke raadpleging verricht over 'EU-fondsen op het gebied van investeringen, onderzoek en innovatie, kleine en middelgrote ondernemingen en de eengemaakte markt'. Hierin werden de meningen van burgers gepeild, onder andere over beleidsuitdagingen en de behoefte aan een EU-optreden op het gebied van belastingen.

Externe deskundigheid

Ter ondersteuning van de beoordeling vooraf heeft de Commissie een externe studie laten verrichten om kwantitatieve en kwalitatieve informatie te verzamelen. De bedoeling van deze studie was om de belangrijkste factoren in kaart te brengen die het fiscale landschap na 2020 zullen bepalen, alsook de problemen die de belastingautoriteiten van de lidstaten het hoofd zullen moeten bieden en die met een toekomstige EU-financieringsmaatregel kunnen worden aangepakt, rekening houdende met de aard van de vastgestelde factoren en de gevolgen ervan.

De studie heeft de Commissie geholpen: - doelstellingen voor een EU-optreden op basis van de in kaart gebrachte factoren en problemen vast te stellen; - mogelijke EU-beleidsopties in kaart te brengen om die doelstellingen te verwezenlijken, een toekomstige EU-financieringsmaatregel op te zetten als antwoord op de in kaart gebrachte factoren en problemen, en de verwachte economische, sociale en milieugevolgen van de in kaart gebrachte opties te beoordelen; - de opties te vergelijken op basis van de vastgestelde criteria (zoals efficiency, doeltreffendheid, relevantie, samenhang) en een rangschikking op te maken.

Effectbeoordeling

Gelet op de continuïteit met het vorige Fiscalis 2020-programma die het voorgestelde Fiscalis-programma biedt op het gebied van inhoud, structuur en financiële middelen, werd een effectbeoordeling niet nodig geacht. Een beoordeling vooraf werd nuttiger geacht om op evenredige wijze aan de vereisten inzake betere regelgeving te voldoen.

Vereenvoudiging

Het lopende programma is al gestroomlijnd met een sterke nadruk op outputs en resultaten. Het implementeert alle vereenvoudigingen die in vorige evaluaties in kaart zijn gebracht. De belangrijkste extra vereenvoudiging die in kaart is gebracht, zou bestaan in een ruimer gebruik van vaste bedragen / eenheidskosten en de mogelijkheid om meerjarige werkprogramma's vast te stellen om de jaarlijkse administratieve lasten van de comitéprocedure te vermijden.

Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het tijdschema voor de herziening van EU-financieringsprogramma's is gekoppeld aan het voorstel voor een nieuw meerjarig financieel kader, zoals gepresenteerd op 2 mei 2018 15 . Volgens dit voorstel is er voor deze verordening betreffende het Fiscalis-programma voor de periode 2021-2027 een budget uitgetrokken van 270 miljoen euro (in huidige prijzen).

Het Fiscalis–programma zal ten uitvoer worden gelegd volgens de methode van direct beheer en op basis van prioriteiten. In overleg met de belanghebbenden worden werkprogramma's opgesteld waarin de prioriteiten voor een bepaalde periode worden vastgelegd.

Het Fiscalis-programma zal gevolgen hebben voor de inkomsten van de Unie en de lidstaten. Hoewel deze niet kwantificeerbaar zijn, zal het programma het werk van de belastingautoriteiten bij de inning van directe en indirecte belastingen vergemakkelijken en stroomlijnen. Doordat de combinatie van samenwerking, IT-capaciteitsopbouw en competentieontwikkeling tot een betere kwaliteit van het verrichte werk zal leiden, zullen de belastingautoriteiten de financiële en economische belangen van de Unie en de lidstaten efficiënter beschermen.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De effecten van het voorgestelde Fiscalis-programma zullen worden beoordeeld in een tussentijdse en een eindevaluatie, alsook aan de hand van een permanent toezicht op een reeks bovengeschikte prestatiekernindicatoren. Deze evaluaties zullen worden verricht in overeenstemming met punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 16 , waarin de drie instellingen hebben bevestigd dat evaluaties van bestaande wetgeving en bestaand beleid de basis moeten vormen voor effectbeoordelingen van opties voor verdere acties. In de evaluaties zullen de effecten van het instrument in de praktijk worden beoordeeld, uitgaande van indicatoren en streefdoelen en van een grondige analyse van de vraag in hoeverre het instrument als relevant, doeltreffend en efficiënt kan worden aangemerkt, voldoende meerwaarde voor de EU biedt en in overeenstemming is met ander EU-beleid. Er zal worden gekeken naar de opgedane ervaring om leemten/problemen in kaart te brengen, of ook mogelijkheden om acties en de resultaten ervan in de toekomst te verbeteren of zoveel mogelijk effect te laten sorteren. Ook de regelgevingskosten, baten en besparingen zullen geïdentificeerd en gekwantificeerd worden.

Het evaluatierapportagesysteem zal garanderen dat de gegevens voor de evaluatie van het programma efficiënt, doeltreffend, tijdig en op het juiste niveau van granulariteit worden verzameld. De betreffende gegevens en informatie zullen aan de Commissie worden verstrekt in overeenstemming met andere wettelijke bepalingen - zo nodig moeten bijvoorbeeld persoonsgegevens geanonimiseerd worden. Te dien einde zullen evenredige rapportagevereisten worden opgelegd aan de ontvangers van middelen van de Unie.

De resultaten en outputs van het programma zullen regelmatig worden beoordeeld via een alomvattend toezichtsysteem, op basis van vastgestelde indicatoren, om rekenschap af te leggen over de kosten en baten.

Gegevens voor prestatiemetingen zullen worden gehaald uit diverse instrumenten voor gegevensverzameling. Daarbij wordt thans in eerste instantie gedacht aan formulieren voor de follow-up van acties, beoordelingsformulieren voor activiteiten en regelmatige peilingen van belastingambtenaren.

Aangezien het programma een ondersteunende rol vervult waarbij het de autoriteiten van de deelnemende landen helpt informatie te delen en hun capaciteit te versterken, is het toezichtsysteem gericht op het volgen van de voortgang in de programma-activiteiten, op basis van indicatoren op outputniveau. Waar mogelijk worden ook indicatoren gevolgd op gebieden die verband houden met de bovengeschikte doelstellingen van het programma.

De Commissie zal elk jaar een voortgangsverslag over het programma opstellen met een samenvatting van de vorderingen die zijn geboekt op weg naar de doelstellingen van het programma, en de desbetreffende output- en resultaatindicatoren.

Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

Hoofdstuk I – Algemene bepalingen

Het toepassingsgebied van het programma is aangepast zodat er bredere steun kan worden verleend aan het fiscale beleid en de belastingautoriteiten in het licht van nieuwe behoeften. Waar de algemene doelstelling van het lopende Fiscalis 2020-programma erin bestaat het functioneren van de belastingstelsels in de interne markt te verbeteren, zal het voorgestelde programma het fiscale beleid en de nationale belastingautoriteiten ondersteunen en zo beter de behoeften aan steun weerspiegelen die onder andere voortvloeien uit andere beleidsinitiatieven op EU- en nationaal niveau. Als zodanig moet het programma belastingfraude, belastingontduiking en belastingontwijking helpen te voorkomen en bestrijden, onnodige administratieve lasten voor burgers en bedrijven bij grensoverschrijdende transacties helpen te voorkomen en beperken, de mogelijkheden van de eengemaakte markt optimaal helpen te benutten en het concurrentievermogen van de Unie te bevorderen, en een gemeenschappelijk optreden van de Unie in internationale fora helpen te bevorderen en te ondersteunen. Ook al is de doelstelling van het programma enigszins anders en op vereenvoudigde wijze - zonder operationele doelstellingen – gepresenteerd, toch blijft zij in beginsel dezelfde.

Net als bij het huidige Fiscalis 2020-programma zal aan het nieuwe programma kunnen worden deelgenomen door de lidstaten, toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten. In overeenstemming met het algemene beleid van de Unie zullen ook de landen van het Europese nabuurschapsbeleid en derde landen, overeenkomstig de voorwaarden die in specifieke overeenkomsten tussen de Unie en die landen zijn vastgesteld, de kans hebben om onder bepaalde voorwaarden aan het programma deel te nemen.

1.

Hoofdstuk II - Subsidiabiliteit


Het soort acties dat in aanmerking komt voor financiering uit het programma, is in wezen vergelijkbaar met het soort acties in het huidige programma. De verschillende soorten zijn evenwel vereenvoudigd en het aantal werd beperkt om meer flexibiliteit te bieden. De indicatieve lijst in bijlage I bevat een overzicht van concrete acties die in het kader van het programma kunnen worden gefinancierd.

Op basis van de ervaring die is opgedaan met het huidige instrument 'deskundigenteams' van het lopende Fiscalis 2020-programma, legt het voorstel bijzondere nadruk op projectgebaseerde gestructureerde samenwerking die een stimulans moet geven aan intensievere operationele samenwerking en verregaande en geïntegreerde vormen van samenwerking tussen de deelnemende landen mogelijk moet maken.

Nieuw ten opzichte van het lopende programma is de bepaling betreffende acties die noodzakelijk zijn om de Europese elektronische systemen aan te passen of uit te breiden met het oog op samenwerking met niet met het programma geassocieerde derde landen of internationale organisaties. Dit mechanisme is vlotter en minder gecompliceerd dan dat in het Fiscalis 2020-programma, dat niet toestaat dat wijzigingen van de Europese elektronische systemen worden gefinancierd voor toepassingen waarvoor geen internationale overeenkomst met het betrokken derde land in overeenstemming met artikel 218 VWEU is gesloten. Om een optimale responstijd te waarborgen om dergelijke interconnectiviteit met derde landen tot stand te brengen, staat het voorstel toe dat de noodzakelijke aanpassingen of uitbreidingen worden gefinancierd en een administratieve regeling met de desbetreffende voorwaarden wordt vastgesteld, waarin ook een financiële bijdrage door het derde land of de internationale organisatie in kwestie kan zijn opgenomen. Dit zou uitsluitend mogelijk zijn als de actie van belang is voor de Unie.

Gelet op het belang van de mondialisering zal het programma de mogelijkheid blijven bieden om een beroep te doen op vertegenwoordigers van overheidsinstanties, ook van derde landen, en vertegenwoordigers van internationale organisaties, marktdeelnemers of de civil society als externe deskundigen wanneer dit de acties die uitvoering geven aan de doelstelling van het programma, ten goede komt.

2.

Hoofdstuk III - Subsidies


Het programma zal ten uitvoer worden gelegd met behulp van de vaakst gebruikte uitgavenmechanismen van de Uniebegroting, namelijk overheidsopdrachten en subsidies. Wat subsidies betreft, is in het voorstel bepaald dat er geen oproep tot het indienen van voorstellen zal worden gepubliceerd wanneer de subsidiabele entiteiten belastingautoriteiten zijn.

Zoals in het verleden is het de bedoeling dat het programma acties tot 100 % financiert gelet op hun grote EU-meerwaarde. Wanneer voor acties subsidies moeten worden verleend, zal in de werkprogramma's het toepasselijke medefinancieringspercentage worden vastgesteld.

3.

Hoofdstuk IV - Specifieke bepalingen betreffende acties voor IT-capaciteitsopbouw


De bepalingen in dit hoofdstuk strekken ertoe het kader en de governance voor de in het kader van dit programma opgezette acties voor IT-capaciteitsopbouw te versterken. Voortbouwend op de ervaringen van eerdere Fiscalis-programma's en gelet op het stijgende aantal Europese elektronische systemen zijn enkele nieuwigheden voorgesteld. De definitie van de gemeenschappelijke componenten en de nationale componenten is aangepast en sluit nu beter aan bij de werkelijkheid van IT-projecten en de kenmerken daarvan. Voorts is een lijst opgesteld van de taken die aan de Commissie zijn toevertrouwd, enerzijds, en die welke aan de lidstaten zijn toevertrouwd, anderzijds. Tot slot zal een strategisch meerjarenplan voor belastingen (MASP-T), dat door de Commissie moet worden opgesteld in partnerschap met de lidstaten, een betere planning van de budgettaire en personele middelen mogelijk maken, zowel op nationaal als op EU-niveau. Er is voorzien in bijbehorende rapportageverplichtingen die voor een beter toezicht op de acties voor IT-capaciteitsopbouw moeten zorgen.

4.

Hoofdstuk V - Programmering, toezicht, evaluatie en controle


Gelet op het middellange- tot langetermijnkarakter van de nagestreefde doelstellingen en rekening houdende met de eerder opgedane ervaring moeten de werkprogramma's worden opgesteld voor meerdere jaren. Dit is nieuw ten opzichte van het lopende Fiscalis 2020-programma, waarvoor jaarlijks een werkprogramma wordt opgesteld. Meerjarige werkprogramma's zullen de administratieve lasten voor de Commissie en de lidstaten verlichten zonder dat dit gevolgen heeft voor de implementatie van het programma.

De Commissie zal worden bijgestaan door een Comité Fiscalis-programma (onderzoeksprocedure).

In bijlage 2 is een lijst van kernindicatoren opgenomen ter verbetering van het toezicht op het programma en de prestaties ervan van bij de start. De Commissie zal de bevoegdheid krijgen gedelegeerde handelingen vast te stellen om de bepalingen voor een toezichts- en evaluatiekader op te stellen, inclusief via wijzigingen van bijlage 2 waarbij de lijst van indicatoren zo nodig wordt herzien en/of aangevuld.

Er zal tijdig een tussentijdse en een eindevaluatie worden verricht zodat de resultaten daarvan in de besluitvorming kunnen worden meegenomen.

5.

Hoofdstuk VI - Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie en comitéprocedure


De Commissie zal de bevoegdheid krijgen gedelegeerde handelingen vast te stellen om het kader voor het toezicht op de prestaties en de desbetreffende indicatoren te herzien.

De Commissie zal worden bijgestaan door een Comité Fiscalis-programma (onderzoeksprocedure).

Hoofdstuk VII – Overgangs- en slotbepalingen

Er zal op samenhangende, doeltreffende en evenredige wijze doelgerichte informatie worden verstrekt aan diverse doelgroepen, waaronder de media en het grote publiek.