Toelichting bij COM(2018)485 - Financieel reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het doel van dit voorstel is de financiële regels voor het Europees Ontwikkelingsfonds (“het EOF”) af te stemmen op die welke van toepassing zijn op de begroting van de Unie. Verordening (EU) 2015/323 van de Raad inzake het financieel reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (“Financieel Reglement van het 11e EOF”) bestaat uit een aantal verwijzingen naar het financieel reglement dat van toepassing is op de algemene begroting van de Unie, waaruit bepalingen zijn weggelaten of waaraan bepalingen zijn toegevoegd afhankelijk van de bijzondere kenmerken van het EOF. Aangezien Verordening nr. 966/2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (hierna “het Financieel Reglement” genoemd) onlangs is herzien, is het nodig het Financieel Reglement van het 11e EOF aan te passen. Dit is de enige manier om de middels het Financieel Reglement tot stand gebrachte vereenvoudiging ook op het EOF toe te passen, bijvoorbeeld wat betreft:

–het wederzijds vertrouwen in audits en beoordelingen,

–de uitbreiding van het gebruik van pijlerbeoordelingen,

–één stel regels voor in aanmerking komende organen bij indirect beheer,

–nieuwe uitsluitingsgronden,

–de uitbreiding van de grondbeginselen van samenwerking inzake goed fiscaal bestuur (niet-coöperatieve rechtsgebieden) tot alle fondsen onder indirect beheer.

Aangezien de wijzigingen in het Financieel Reglement significant zijn en daarom worden voorgesteld in de vorm van een nieuwe rechtshandeling tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van de Raad, wordt voor dit voorstel dezelfde aanpak gevolgd: met het oog op de rechtszekerheid en de leesbaarheid, en gezien de belangrijkheid van de wijzigingen, wordt een nieuwe rechtshandeling voorgesteld.

Deze afstemming heeft uitsluitend betrekking op het 11e EOF, dat in 2020 afloopt, en staat los van de besprekingen over het meerjarig financieel kader voor 2021-2027.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het aan dit voorstel ten grondslag liggende beginsel is het zo veel mogelijk af te stemmen op het Financieel Reglement, dat ook van toepassing is op de andere instrumenten van het externe beleid. Aangezien het 11e EOF in december 2020 afloopt, zijn sommige bepalingen van het Financieel Reglement dat pas onder het meerjarig financieel kader voor 2021-2027 in werking zal treden, niet van toepassing in het Financieel Reglement van het 11e EOF.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Niet van toepassing.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van het Financieel Reglement van het 11e EOF is artikel 10, lid 2, van het Intern Akkoord betreffende het 11e EOF.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De vaststelling van de financiële regels voor het 11e EOF is een exclusieve bevoegdheid van de EU.

Evenredigheid

Dit voorstel is gericht op onderlinge overeenstemming en vereenvoudiging. De wijzigingen blijven beperkt tot wat noodzakelijk is opdat de in het Financieel Reglement voorgestelde vereenvoudigingen ten volle effect zouden kunnen sorteren in de praktijk, rekening houdende met de specifieke kenmerken van het 11e EOF.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbenden

Voor dit voorstel is rekening gehouden met de resultaten van de openbare raadpleging die in 2016 heeft plaatsgevonden voorafgaand aan het voorstel van de Commissie nr. 2016/0605 van 14 september 2016 voor het Financieel Reglement.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Voor de herziening van het Financieel Reglement van het 11e EOF heeft geen effectbeoordeling plaatsgevonden. De voorgestelde wijzigingen volgen de vereenvoudigingen voorgesteld in het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Unie. Het Financieel Reglement van het 11e EOF bepaalt de algemene regels voor de uitvoering van het 11e EOF en heeft als zodanig slechts in beperkte mate economische, sociale of milieugevolgen.

Regelgevingsdruk en vereenvoudiging

Het voorstel valt niet onder het programma voor gezonde regelgeving.

Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting. Het EOF is niet opgenomen in de EU-begroting en de financiële middelen zijn vastgesteld in het Intern Akkoord. De uitvoering ervan zal weliswaar geschieden volgens het Financieel Reglement van het 11e EOF, maar de vaststelling van dit laatste heeft geen financiële gevolgen.

5. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Artikelsgewijze toelichting

Zoals hierboven gezegd, ligt aan dit voorstel het beginsel ten grondslag het zo veel mogelijk af te stemmen op het Financieel Reglement. Dit wordt gedaan aan de hand van directe verwijzingen naar dat reglement.

Bij het lezen van dergelijke verwijzingen dient men indachtig te zijn dat

–artikel 2, lid 2, van het voorstel de toepassing uitsluit van bepalingen die de Commissie de bevoegdheid geven om gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 290 VWEU vast te stellen;

–sommige bepalingen van het Financieel Reglement mutatis mutandis van toepassing zijn; in dat geval moeten de toepasselijke bepalingen redelijkerwijs gelezen en toegepast worden tegen de achtergrond van het EOF in zijn geheel, eerder dan letterlijk.

Waar de toepasselijke bepalingen van het Financieel Reglement interne verwijzingen bevatten, zijn de bepalingen waarnaar wordt verwezen slechts van toepassing als in het Financieel Reglement van het 11e EOF is bepaald dat zij van toepassing zijn. Het is met andere woorden uitsluitend het Financieel Reglement van het 11e EOF dat uitdrukkelijk vaststelt welke bepalingen van het Financieel Reglement op het EOF van toepassing zijn.

Het voorstel volgt zoveel mogelijk de structuur van het Financieel Reglement. Het bestaat uit drie delen: Hoofdbepalingen, Investeringsfaciliteit, en Overgangs- en slotbepalingen.

In de overwegingen van het voorstel wordt de mate van afstemming met het Financieel Reglement nader toegelicht.

Deel een “Hoofdbepalingen” is onderverdeeld in 11 titels: Onderwerp, werkingssfeer en algemene bepalingen; Beginselen van financieel beheer; Middelen van het EOF en uitvoering; Financiële actoren; Ontvangsten; Uitgaven; Diverse uitvoeringsbepalingen; Financieringsinstrumenten; Jaarrekening en andere financiële verslaglegging; Externe controle en kwijting.

De tekst van het voorstel kan grosso modo in twee categorieën worden ingedeeld. Een deel is wat de grond betreft in lijn met het Financieel Reglement, maar vereist aanvullingen vanwege verschillen in terminologie of kleine specifieke aanpassingen voor het EOF. Voorbeelden hiervan zijn te vinden in titel VIII “Financieringsinstrumenten”. Andere tekstdelen zijn specifiek voor het EOF. Voorbeelden hiervan zijn te vinden in titel VI “Ontvangsten”, die grotendeels ongemoeid is gelaten door deze herziening.

Deel twee, betreffende de door de EIB beheerde investeringsfaciliteit, is specifiek voor het EOF en is grotendeels ongemoeid gelaten door deze herziening.

Aangezien het 11e EOF zoals eerder gezegd in december 2020 afloopt, zijn sommige bepalingen van het Financieel Reglement dat van toepassing is op de algemene begroting van de Unie dat pas onder het meerjarig financieel kader voor 2021-2027 in werking zal treden, niet van toepassing in het Financieel Reglement van het 11e EOF. Zo zijn volgens het voorstel de bepalingen met betrekking tot het gemeenschappelijk voorzieningsfonds (titel X van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Unie) niet van toepassing.