Toelichting bij COM(2019)291 - Machtiging voor onderhandelingen over de instandhouding en het beheer van de levende rijkdommen van de zee in het centraal-westelijk deel van de Atlantische Oceaan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN DE AANBEVELING

Motivering en doelstellingen van de aanbeveling

De Visserijcommissie voor het centraal-westelijk deel van de Atlantische Oceaan (WECAFC) is een adviesorgaan dat in 1973 is opgericht uit hoofde van artikel VI van het Statuut van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO). Het heeft tot doel de instandhouding, het beheer en de ontwikkeling van de levende rijkdommen van de zee binnen haar bevoegdheidsgebied te bevorderen. De WECAFC neemt echter geen voor haar leden bindende besluiten. Het secretariaat van de WECAFC wordt beheerd en gefinancierd door de FAO. De Unie is lid van de WECAFC.

In de gezamenlijke mededeling van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie inzake 'Internationale oceaangovernance: een agenda voor de toekomst van onze oceanen' heeft de Unie in het kader van actie 2 ("bevorderen van regionaal visserijbeheer en samenwerking in belangrijke oceaangebieden om de hiaten op het gebied van regionale governance op te vullen") toegezegd dat zij "de opwaardering (uiterlijk in 2020) van de Visserijcommissie voor het centraal-oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Visserijcommissie voor het centraal-westelijke deel van de Atlantische Oceaan [zal] ondersteunen".

In 2012 is aangevangen met een proces van strategische heroriëntering, bestaande uit een prestatie-evaluatie (2013-2014), een strategisch plan (2014), twee workshops inzake 'heroriëntering en strategische planning' (2014 en 2015) en een kosten-batenanalyse van het heroriënteringsproces (2016). Tijdens de 16e plenaire zitting van de WECAFC (2016) zijn de leden van de commissie overeengekomen een proces op gang te brengen om klaarheid te scheppen over belangrijke kwesties in verband met de oprichting van een regionale organisatie voor visserijbeheer (ROVB) in het WECAFC-gebied. Eind 2018 heeft het secretariaat van de WECAFC een 'discussienota' opgesteld ter verduidelijking van kwesties die verband houden met de doelstellingen, het bevoegdheidsgebied, de dekking van de visbestanden, de institutionele structuur, de financiële implicaties enz. Op 25 en 26 maart 2019 vond in Barbados de eerste voorbereidende workshop in het kader van de heroriëntering van de WECAFC plaats, ter voorbereiding van de 17e WECAFC-zitting in juli 2019, waar de oprichting van een ROVB in het WECAFC-gebied aan bod zal komen.

De oprichting van een bindend instrument voor de hervorming van de WECAFC in het centraal-westelijk deel van de Atlantische Oceaan zal een stevige basis bieden voor een duurzaam beheer en de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee in het gebied. Dit is in lijn met artikel 28 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid en met de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 aangaande de mededeling van de Commissie inzake de 'externe dimensie van het gemeenschappelijke visserijbeleid'.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

ROVB's zijn door landen opgerichte internationale organisaties. Tot de leden behoren landen in de betrokken regio (kuststaten), organisaties voor regionale integratie (zoals de EU) en visserijlichamen die belang hebben bij de visserij in een bepaald gebied. Sommige ROVB's beheren alle visbestanden in een specifiek gebied, terwijl andere zich toeleggen op bepaalde over grote afstanden trekkende soorten, met name tonijn, in een uitgestrekt geografisch gebied. Sommige ROVB's hebben een louter adviserende rol, maar de meeste beschikken over de bevoegdheid om vangst- en visserijinspanningsbeperkingen, technische maatregelen en controleverplichtingen aan te nemen.

In overeenstemming met de mededeling van de Commissie inzake deelneming aan regionale visserijorganisaties (RVO's) speelt de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, een actieve rol in zes tonijnorganisaties en in elf niet-tonijnorganisaties.

Een centraal onderdeel van het optreden van de EU in deze fora is het bevorderen van maatregelen om ROVB's doeltreffender te maken en, waar van toepassing, te zorgen voor een betere governance. Dit strookt met de gezamenlijke mededeling van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie, 'Internationale oceaangovernance: een agenda voor de toekomst van onze oceanen', en met de conclusies van de Raad inzake die mededeling.

2. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE AANBEVELING

Rechtsgrondslag

Het doel van deze aanbeveling is dat de Raad de Commissie machtigt om namens de EU te onderhandelen over de oprichting van een ROVB in het centraal-westelijk deel van de Atlantische Oceaan. De rechtsgrondslag op basis waarvan de Raad machtiging verleent voor het openen van onderhandelingen, is artikel 218, leden 3 en 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Keuze van het instrument

Krachtens artikel 218, leden 3 en 4, VWEU doet de Commissie aanbevelingen aan de Raad, die een besluit vaststelt houdende machtiging tot het openen van de onderhandelingen. De Raad kan de onderhandelaar richtsnoeren geven en een bijzonder comité aanwijzen dat erop toeziet dat de onderhandelingen in overeenstemming met de onderhandelingsrichtsnoeren worden gevoerd.

3. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN

Dit initiatief houdt verband met een toezegging in het kader van de gezamenlijke mededeling van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie, 'Internationale oceaangovernance: een agenda voor de toekomst van onze oceanen'. In het kader daarvan heeft een raadpleging van belanghebbenden plaatsgevonden. Daarnaast heeft de Commissie in maart 2019 bij de Groep van de Raad een non-paper ingediend, waarin zij voorstelde EU-steun te verlenen voor de hervorming van de WECAFC. Dit voorstel genoot brede steun onder de lidstaten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De toetreding van de EU tot het verdrag kan de verplichting meebrengen om aan de nieuwe organisatie een jaarlijkse financiële bijdrage te betalen van naar schatting 100 000 EUR uit begrotingsonderdeel 11.03.02 (verplichte bijdragen aan ROVB's). De bijdrage van de EU kan variëren, afhankelijk van het definitieve akkoord over de criteria voor de berekening van de bijdragen van de partijen in de kosten van de organisatie. Het precieze bedrag zal worden opgenomen in de relevante begrotingsonderdelen in het kader van de jaarlijkse procedure tot vaststelling van de begroting.

Ook vrijwillige bijdragen aan de begroting van de organisatie in het kader van begrotingsonderdeel 11.06.62.03, ter stimulering van wetenschappelijk onderzoek, kunnen relevant zijn, maar het exacte bedrag daarvan is in dit stadium moeilijk te bepalen. Tevens voorziet begrotingsonderdeel 11.01.04.01 in technische bijstand ter ondersteuning van het verstrekken van wetenschappelijk advies tijdens de NPFC-bijeenkomst. De kosten hiervan worden op 10 000 EUR per jaar geraamd.

1.

Aanbeveling voor een


BESLUIT VAN DE RAAD

houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen voor de oprichting van een regionale organisatie of regeling voor visserijbeheer voor de instandhouding en het beheer van de levende rijkdommen van de zee in het centraal-westelijk deel van de Atlantische Oceaan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

De Unie is bevoegd om instandhoudingsmaatregelen voor biologische rijkdommen van de zee vast te stellen op grond van het gemeenschappelijk visserijbeleid, alsook om overeenkomsten met derde landen en internationale organisaties te sluiten.

Krachtens Besluit 98/392/EG van de Raad is de Unie verdragsluitende partij bij het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982. In dat verdrag is bepaald dat alle leden van de internationale gemeenschap moeten samenwerken voor de instandhouding en het beheer van de biologische rijkdommen van de zee.

Uit hoofde van Besluit 98/414/EG van de Raad is de Unie overeenkomstsluitende partij bij de overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden.

In Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parement en de Raad is bepaald dat de Unie haar externe betrekkingen op visserijgebied moet onderhouden in overeenstemming met haar internationale verplichtingen en de beleidsdoelstellingen, alsook met de doelstellingen en de beginselen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van die verordening, om duurzame exploitatie, beheer en instandhouding van biologische rijkdommen van de zee en het mariene milieu te verzekeren.

De Visserijcommissie voor het centraal-westelijk deel van de Atlantische Oceaan (WECAFC) is een adviesorgaan dat in 1973 is opgericht uit hoofde van artikel VI van het Statuut van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), met als doel de instandhouding, het beheer en de ontwikkeling van de levende rijkdommen van de zee binnen haar bevoegdheidsgebied te bevorderen.

De WECAFC heeft in 2012 de aanzet gegeven voor een proces van strategische heroriëntering, bestaande uit een prestatie-evaluatie (2013-2014), een strategisch plan (2014), twee workshops inzake 'heroriëntering en strategische planning' (2014 en 2015) en een eerste voorbereidende workshop (maart 2019).

Vanaf juli 2019 zal internationaal overleg plaatsvinden met het oog op de sluiting van een internationale overeenkomst voor de oprichting van een regionale organisatie of regeling voor visserijbeheer die bevoegd is om juridisch bindende besluiten te nemen voor de instandhouding en het beheer van de levende rijkdommen van de zee in het centraal-westelijk deel van de Atlantische Oceaan en waaraan wordt deelgenomen door de leden van de WECAFC,


HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

2.

Artikel 1


De Commissie wordt gemachtigd om namens de Europese Unie te onderhandelen over een overeenkomst voor de oprichting van een regionale organisatie of een instrument voor visserijbeheer voor de instandhouding en het beheer van de levende rijkdommen van de zee in het centraal-westelijk deel van de Atlantische Oceaan.

3.

Artikel 2


Deze onderhandelingen worden gevoerd in overleg met [naam van het door de Raad aan te wijzen speciaal comité], op basis van de in de bijlage bij dit besluit opgenomen onderhandelingsrichtsnoeren.

4.

Artikel 3


Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

5.

Voor de Raad


De voorzitter