Toelichting bij COM(2019)486 - Jaarlijkse werkprogramma van de Unie voor Europese normalisatie voor 2020 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2019)486 - Jaarlijkse werkprogramma van de Unie voor Europese normalisatie voor 2020. |
---|---|
bron | COM(2019)486 |
datum | 28-10-2019 |
Inhoudsopgave
COM(2019) 486 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
FMT:Font=Microsoft Sans SerifHet jaarlijkse werkprogramma van de Unie voor Europese normalisatie voor 2020
1Inleiding
In het jaarlijkse werkprogramma van de Unie voor Europese normalisatie 1 (“werkprogramma”) voor 2020 worden de prioriteiten op het gebied van Europese normalisatie vastgesteld. In het werkprogramma worden de specifieke doelstellingen en het beleid inzake Europese normen en normalisatieproducten voor de komende periode beschreven, evenals het soort acties dat de Commissie voornemens is te ondernemen 2 . Deze maatregelen met betrekking tot Europese normalisatie zijn ingebed in Uniebeleid, zoals dat voor de digitale en eengemaakte markten, energie-efficiëntie en klimaat en internationale handel. Normen ondersteunen dit beleid door ervoor te zorgen dat Europese producten en diensten wereldwijd concurrerend zijn en voldoen aan de hoogste veiligheids-, gezondheids- en milieunormen.
Daarnaast wordt in het werkprogramma uiteengezet welke maatregelen de Commissie van plan is in 2020 te initiëren ter verbetering van de governance, de inclusiviteit en de internationale effecten van het Europees normalisatiesysteem.
Het werkprogramma heeft geen andere of grotere gevolgen voor de begroting dan die waarin de Ontwerpbegroting 2020 al voorziet.
2Prioriteiten voor Europese normalisatie
Normen hebben belangrijke economische gevolgen, en bedrijven en consumenten in de eengemaakte markt plukken er elke dag de vruchten van. Een goed werkend normalisatiestelsel helpt Europa om de voordelen van haar voortrekkersrol op dit gebied veilig te stellen, gelijke tred te houden met marktveranderingen en uit marktontwikkelingen voortvloeiende kansen te benutten. Tegelijkertijd waarborgen normen een hoog niveau van veiligheid, gezondheid en consumenten- en milieubescherming voor Europese burgers.
Normen spelen een faciliterende rol door fabrikanten een stabiele basis te bieden voor investeringen in nieuwe technologieën en de digitalisering van industriële maakprocessen.
In dit deel wordt een korte beschrijving gegeven van de verzoeken om de ontwikkeling en/of herziening van geharmoniseerde 3 Europese normen ter ondersteuning van Uniewetgeving en worden de bredere strategische prioriteiten voor Europese normalisatie van de Commissie uiteengezet. De Commissie zal de uitvoering van de werkprogramma’s van de Europese normalisatieorganisaties nauwlettend volgen om ervoor te zorgen dat de normen waarom in de hieronder besproken verzoeken wordt gevraagd, ook worden ontwikkeld en dat de strategische prioriteiten van de Commissie daarbij in aanmerking worden genomen.
2.1Geharmoniseerde Europese normen ter ondersteuning van Uniewetgeving
Het Europese normalisatiestelsel is gebaseerd op een publiek-privaat partnerschap tussen de Commissie en de normalisatiegemeenschap. Het unieke karakter van dit stelsel berust op het gebruik van geharmoniseerde Europese normen. Deze normen worden ontwikkeld (of herzien, naar gelang van het geval) op basis van een verzoek van de Commissie om toepassing van harmonisatiewetgeving van de Unie 4 . Nadat ze zijn vastgesteld, worden normen onderdeel van het Unierecht, en door het gebruik ervan kunnen fabrikanten ervan uitgaan dat hun producten overal in de eengemaakte markt voldoen aan de vereisten van de Uniewetgeving.
Dit biedt gebruikers van geharmoniseerde normen belangrijke rechtszekerheid en stabiliteit. Bovendien vermindert het de kosten voor fabrikanten, wat op zijn beurt weer belangrijk is voor investeerders, en stelt het kleine en middelgrote ondernemingen in staat om producten die aan de Uniewetgeving voldoen zonder extra kosten op de markt te brengen. Ook versterken geharmoniseerde normen de openbare verantwoordingsplicht van de instanties die toezicht moeten houden op de toepassing van die normen. De Commissie is voornemens om in 2020 op belangrijke beleidsterreinen, zoals milieubescherming en de eengemaakte markt voor goederen, te verzoeken om de ontwikkeling en/of herziening van geharmoniseerde normen ter ondersteuning van Uniewetgeving.
Ook zal de Commissie verzoeken om de ontwikkeling van normen voor de recycling en het hergebruik van plastic vistuig 5 . Deze geharmoniseerde normen zullen de uitvoering van Richtlijn (EU) 2019/904 betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu ondersteunen.
Overeenkomstig de doelstellingen van Verordening (EU) 2017/1369 inzake energie-etikettering en die van Richtlijn 2009/125/EG betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp zal de Commissie voorstellen doen voor de ontwikkeling van normen om de energieprestaties van elektromotoren, waterverwarmingstoestellen, wasmachines en huishoudelijke was-droogcombinaties te verbeteren. Deze normen zullen de tenuitvoerlegging van uitvoerende rechtshandelingen 6 voor de specifieke productcategorieën ondersteunen.
Een van de belangrijkste initiatieven in dit verband zal de actualisering van de huidige geharmoniseerde normen door de Europese normalisatieorganisaties zijn, waartoe de Commissie een verzoek zal indienen teneinde te voldoen aan de vereisten van Richtlijn 2013/29/EU betreffende pyrotechnische artikelen en de nieuwste technologische ontwikkelingen op dat gebied 7 . Deze actualisering zal de veiligheid van pyrotechnische artikelen en de kwaliteit van de conformiteitsbeoordelingen van die artikelen ten goede komen door de bestaande normen op dit gebied in overeenstemming te brengen met de huidige wettelijke en veiligheidseisen en met de nieuwste technologieën.
In het medische domein is de Commissie voornemens om, in overeenstemming met de vereisten van de basisveiligheidsnorm, zoals vastgesteld in Richtlijn 2013/59/Euratom van de Raad, te verzoeken om de ontwikkeling van geharmoniseerde normen voor het ontwerp, de vervaardiging, de installatie, het gebruik en de controle van de prestaties van radionuclidekalibratie-instrumenten 8 . Deze normen zullen het dosisoptimaliseringsproces verbeteren door middel van de verificatie van met behulp van radionuclidekalibratie-instrumenten aan patiënten toegediende doses.
Voorts is de Commissie van plan om de Europese normalisatieorganisaties te verzoeken om herziening van de geharmoniseerde normen die worden gebruikt ter ondersteuning van de uitvoering van Richtlijn 2014/34/EU inzake apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen, met als doel om de technologische ontwikkelingen op dit gebied in de normen te integreren 9 .
De nieuw vastgestelde Verordening (EU) 2019/1009 inzake bemestingsproducten heeft het toepassingsgebied van deze regeling uitgebreid van meststoffen die zijn gemaakt van gedolven of chemisch vervaardigde, anorganische materialen, naar meststoffen die zijn vervaardigd uit gerecyclede of organische materialen. Harmonisatie van analytische testmethoden voor het verifiëren van de conformiteit van EU-bemestingsproducten die zijn vervaardigd uit secundaire grondstoffen, zal gemeenschappelijke inspecties en testpraktijken mogelijk maken, waardoor de handel in de eengemaakte markt zal worden vergemakkelijkt 10 .
In het kader van Verordening (EG) 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach) is de Commissie voornemens de Europese normalisatieorganisaties te verzoeken om de ontwikkeling van migratiegrenswaarden voor stoffen waarvoor beperkingen gelden (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) in rubber en plastic materiaal dat wordt gebruikt in consumentenartikelen 11 .
Voor de goede werking van het harmonisatiesysteem dat is gecreëerd in het kader van (door middel van) de bouwproductenverordening (Verordening (EU) 305/2011), is een gemeenschappelijke technische taal nodig. De Commissie zal verzoeken om de ontwikkeling van een aantal normen op dit gebied 12 .
Gezien de belangrijke rol van conformiteitsbeoordelingsinstanties in de interne markt, en met name de gevolgen van hun activiteiten voor kleine en middelgrote ondernemingen, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat bij de accreditatie van deze instanties en bij de conformiteitsbeoordelingen in alle lidstaten even strenge criteria worden gehanteerd. Daarom zal de Commissie vragen om de ontwikkeling van geharmoniseerde normen 13 ter ondersteuning van de accreditatieverordening (Verordening (EG) 765/2008) en van de markttoezichtverordening (Verordening (EG) 1221/2009).
Tot slot, maar niet in de laatste plaats zullen er geharmoniseerde normen nodig zijn ter ondersteuning van de naleving van de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten, zoals vastgesteld in Richtlijn (EU) 2019/882 14 . Deze normen zullen bijdragen tot de harmonisatie van de methoden die fabrikanten en dienstverrichters momenteel gebruiken om aan de voorschriften te voldoen wanneer ze producten of diensten met specifieke toegankelijkheidsvoorzieningen produceren/leveren, zodat personen met een handicap betere toegang hebben tot producten en diensten in de interne markt.
2.2Strategische prioriteiten voor het Europese normalisatiestelsel
De Commissie zal op strategisch relevante gebieden blijven samenwerken met haar partners in het Europese normalisatiestelsel om ervoor te zorgen dat de ontwikkelde normen de brede beleidsprioriteiten van de Commissie voor een volledig werkende eengemaakte markt ondersteunen.
Kunstmatige intelligente (KI) zal grote gevolgen hebben voor de economie en de gehele samenleving. In 2018 heeft de Commissie in haar mededeling “Kunstmatige intelligentie voor Europa” 15 het belang van KI voor de eengemaakte markt erkend. In de mededeling is de aanzet gegeven voor een Europees initiatief in het kader van de digitale eengemaakte markt en wordt het belang van KI voor veel bedrijfstakken in de Unie in een uiterst concurrerende wereldmarkt onderstreept. Normalisatie helpt bij het aangaan van de uitdagingen die aan deze belangrijke technologie zijn verbonden, met name waar het gaat om stabiliteit, aansprakelijkheid en ethische overwegingen. De ontwikkeling van normen die uitdrukking geven aan de Europese zienswijze op de werking van op KI gebaseerde systemen, zou een belangrijke prioriteit van de Europese normalisatieorganisaties moeten zijn.
Normalisatie is ook van belang voor de ontwikkeling van het Internet van de dingen (“Internet of things”, IoT), aangezien beveiliging, veiligheid, betrouwbaarheid en interoperabiliteit cruciaal zijn in een wereld die steeds afhankelijker wordt van slimme apparaten. Daarom zouden de Europese normalisatieorganisaties zich moeten concentreren op de ontwikkeling van normen die bijdragen aan het verbeteren van beveiligingsprotocollen, het anticiperen op en afweren van cyberaanvallen en de interoperabiliteit van verschillende IoT-netwerken.
Bescherming van technologieën tegen cyberdreigingen door middel van cyberbeveiliging is een voorwaarde die moet zijn vervuld, voordat die technologieën kunnen worden ingevoerd en toegepast. Dit is niet alleen van grote betekenis voor de bescherming van de privacy, maar ook voor de bescherming van kritieke Europese infrastructuur zoals energiecentrales en transmissie- en telecommunicatienetwerken. De EU-cyberbeveiligingsverordening 16 creëert een kader voor cyberbeveiligingscertificering voor ICT-producten, -diensten en -processen. In dat nieuwe kader is voor normalisatie een belangrijke rol weggelegd. De Commissie verwacht daarom dat de Europese normalisatieorganisaties en het EU-agentschap voor cyberbeveiliging (Enisa) 17 nauw met elkaar zullen samenwerken op het gebied van cyberbeveiliging om bij te dragen aan de verdere voltooiing van Europese eengemaakte markt, beter te kunnen reageren op de snelle en veeleisende ontwikkelingen op het gebied van privacy, en het algemene niveau van de cyberbeveiliging in de EU te verhogen.
De Commissie heeft een aanbeveling voor een “Europees uitwisselingsformaat voor elektronische patiëntendossiers” 18 aangenomen. De aanbeveling heeft tot doel om de digitale transformatie van de gezondheidszorg in de EU te ondersteunen door een grensoverschrijdende stroom van gezondheidsgegevens tot stand te brengen en de lidstaten te helpen bij hun inspanningen om ervoor te zorgen dat burgers overal in de EU veilige toegang tot hun gegevens hebben en dat die gegevens veilig kunnen worden uitgewisseld. Deze technologie zal burgers de mogelijkheid bieden om snel hun patiëntdossier in te zien en informatie te delen met personeel in de gezondheidszorg, bijvoorbeeld in het kader van een consult bij een specialist of bij het ontvangen van eerste hulp in een andere EU-lidstaat.
De Europese normalisatieorganisaties zouden de tenuitvoerlegging van het aanbevolen Europees uitwisselingsformaat voor elektronische patiëntendossiers moeten ondersteunen geavanceerde normen voor de bescherming van gezondheidsgegevens en de beveiliging van de netwerken en informatiesystemen voor de uitwisseling van elektronische patiëntendossiers te ontwikkelen. Dit zal bijdragen tot het voorkomen van inbreuken in verband met persoonsgegevens en tot het minimaliseren van de risico’s van beveiligingsincidenten.
In de mededeling “Op weg naar geautomatiseerde mobiliteit: een EU-strategie voor de mobiliteit van de toekomst” 19 , die is vastgesteld in 2018, wordt opgemerkt dat geconnecteerde en geautomatiseerde mobiliteit op het punt staat de manier waarop we ons verplaatsen en voertuigen gebruiken, verkopen en bezitten, te transformeren. Ook zal deze nieuwe mobiliteit nieuwe mogelijkheden voor bedrijfsontwikkeling scheppen en de weg effenen voor nieuwe mobiliteitsdiensten. Of die transformatie een succes zal worden, hangt af van de prestaties, de betaalbaarheid en de duurzaamheid van het nieuwe systeem. De rol van normalisatie in dit verband is die van het ontwikkelen van normen voor de interoperabiliteit van en de interconnectiviteit tussen de verschillende subsystemen (voertuigen, wegen, energie). De Europese normalisatieorganisaties zouden nauw moeten samenwerken met de auto-industrie, energieleveranciers en de ICT-sector bij het ontwikkelen van normen voor de interoperabiliteit van grensoverschrijdende coöperatieve systemen die alle voertuigklassen en -merken omspannen, waarbij met name de ondersteuning van de standaardisering van communicatieprotocollen voor multi-brand platooning van belang is.
De ontwikkeling van normen voor digitalisering, automatisering en cyberbeveiliging is ook van cruciaal belang voor de spoorwegsector. Die normen 20 zullen de integratie van de verschillende spoorwegsubsystemen in één multimodaal vervoerssysteem vergemakkelijken en de potentiële zwakke punten of componenten ervan beschermen tegen onbevoegde toegang.
De staalindustrie heeft de uitstoot van broeikasgassen in de afgelopen decennia aanzienlijk teruggedrongen door de energie-efficiëntie te verbeteren en nieuwe technologieën toe te passen. De huidige processen hebben echter hun grenzen op dit gebied bereikt en er zijn nieuwe technologieën nodig om de broeikasgasemissies verder te beperken en de streefcijfers van het klimaat- en energiekader voor 2030 en de langetermijnstrategie voor 2050 te realiseren. Voor een soepele overgang naar een koolstofarme economie zal het behulpzaam zijn wanneer al in de onderzoeksfase van nieuwe innovatieve productieprocessen normen in aanmerking worden genomen. Bovendien kunnen Europese normen een geharmoniseerde toepassing van innovatieve staalproductietechnologieën in de eengemaakte markt ondersteunen.
Het industrieel ontwikkelingsprogramma voor de Europese defensie 21 heeft tot doel om het concurrentie- en innovatievermogen van de defensie-industrie van de Unie te versterken. Dit is een proefprogramma van het Europees Defensiefonds (EDF), dat de lidstaten financiële prikkels zal bieden voor het doen van gezamenlijk onderzoek naar defensie-uitrusting en -technologieën in de EU in het kader van het volgende meerjarig financieel kader (2021-2027). Het industrieel ontwikkelingsprogramma voor de Europese defensie, dat onderdeel is van het Europees defensieactieplan, is opgezet om de Europese defensie-industrie financieel te ondersteunen tijdens de ontwikkelingsfase van nieuwe producten en technologieën op geselecteerde gebieden. Het werkprogramma van het ontwikkelingsprogramma voor 2020-2021 is op 19 maart 2019 goedgekeurd, en de oproepen tot het indienen van voorstellen voor 2019 zijn gepubliceerd op 4 april 2019. Een intensievere samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van defensie zal schaalvoordelen creëren door de productie- en aankoopkosten van militair materieel te verlagen. Normen zouden deze samenwerking moeten ondersteunen door te voorzien in een gemeenschappelijke nomenclatuur voor het ontwerp, de ontwikkeling en de aanschaf van het betreffende materieel.
3Internationale samenwerking
De bijeenkomst van Commissievoorzitter Juncker en president Trump in juli 2018 en de daaruit voortkomende gezamenlijke verklaring 22 , waarin samenwerking op het gebied van normen uitdrukkelijk wordt vermeld als prioritaire actie om de handel en groei in beide regio’s te bevorderen, heeft geleid tot de instelling van een uitvoerende werkgroep (de EU-US Executive Working Group (EWG)) waarin samenwerking bij de ontwikkeling van normen een van de hoofdpunten van gesprek is.
De 21e top tussen de EU en China van 9 april 2019 23 heeft de betrekkingen tussen de twee handelspartners een nieuwe impuls gegeven. Normalisatie, en met name de toegang van EU-bedrijven/dochterondernemingen tot Chinese normalisatieprocessen en het tempo waarin China internationale normen overneemt, wordt nu nauwlettend gevolgd als kernindicator voor het openstellen van de Chinese markt. Om Europese normen doeltreffend te bevorderen, zal het Chinese normalisatielandschap systematisch in kaart worden gebracht. In dit verband zal de Werkgroep inzake normalisatie van de EU en China een belangrijk platform voor dialoog en samenwerking vormen.
Normalisatie is altijd een essentieel onderdeel van het hoofdstuk over technische handelsbelemmeringen van elke vrijhandelsovereenkomst van de Unie en zal dat in de toekomst ook blijven. De vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Singapore zal begin 2020 in werking treden en de onderhandelingen over de vrijhandelsovereenkomsten met Australië, Nieuw-Zeeland, Indonesië en Mercosur zullen worden voortgezet, als blijk van het feit dat de EU openstaat voor de wereld in haar streven het concurrentievermogen, de werkgelegenheid en de groei in de EU te bevorderen.
4Publiek-private partnerschappen
4.1Governance
Het tijdig vaststellen van normen van hoge kwaliteit blijft de prioriteit van de Commissie. In deze context zouden geharmoniseerde normen specifieke aandacht moeten krijgen teneinde uitvoering te geven aan de recente rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Volgens het Europees recht moeten de vorm en de technische inhoud van geharmoniseerde normen aan de gedefinieerde kwaliteitscriteria voldoen.
De kwaliteit van de geharmoniseerde normen, die het rechtsgevolg van een vermoeden van conformiteit met zich mee zou moeten brengen, verdient daarom bijzondere aandacht van zowel publieke als private zijde. Tegen deze achtergrond heeft de Commissie op 22 november 2018 de mededeling “Geharmoniseerde normen: meer transparantie en rechtszekerheid voor een optimaal functionerende eengemaakte markt” 24 aangenomen. In de mededeling wordt een overzicht gegeven van de werking van het Europees normalisatiesysteem en wordt een beschrijving gegeven van de specifieke maatregelen die de Commissie zal treffen om de uitvoering van de Europese normalisatieverordening te ondersteunen 25 .
In dit verband zal de Commissie, na het houden van een raadpleging, ook richtsnoeren betreffende praktische aspecten van de uitvoering van de Europese normalisatieverordening publiceren, waarin zal worden ingegaan op de verdeling van rollen en verantwoordelijkheden bij het ontwikkelen van geharmoniseerde normen en op de doelmatigheid, inclusiviteit en snelheid van normalisatieprocessen. In die richtsnoeren zal de Commissie rekening houden met de recente rechtspraak van het Hof van Justitie en met de specifieke voorwaarden die moeten worden vervuld om aan Europese normalisatieverordening te voldoen en het normalisatieproces in de praktijk te verbeteren. Wanneer deze stappen zijn gezet, zal de Commissie, in overleg met alle betrokkenen, haar procedures opnieuw tegen het licht houden.
De Commissie beveelt aan dat de Europese normalisatieorganisaties de richtsnoeren terdege in aanmerking nemen, met name in verband met de tijdige verstrekking van alle documenten die nodig zijn om ontwerpen van geharmoniseerde normen te kunnen beoordelen, zodat een soepel verloop van het beoordelingsproces kan worden gewaarborgd.
De Commissie zal het governanceproces blijven ondersteunen met alle relevante middelen waarover zij beschikt, te weten het Comité inzake normen, het multistakeholderplatform inzake ICT-normalisatie en de structurele dialogen met de Europese normalisatieorganisaties. In dit verband spoort de Commissie de Europese normalisatieorganisaties aan om actief deel te nemen aan deze platforms om op die manier te blijven bijdragen aan het vormgeven van het Europees digitaal en industriebeleid.
4.2Inclusiviteit
Inclusiviteit en transparantie zijn de basiskenmerken van het Europese normalisatiesysteem. Daarom zal de Commissie steun blijven verlenen aan het betrekken van vertegenwoordigers van kmo’s, consumenten, milieubelangen en vakbonden (ook wel “de bijlage III 26 -organisaties” 27 genoemd) bij het normalisatieproces.
Financiële steun aan de organisaties die op Europees niveau kmo’s en sociale en maatschappelijke belangen vertegenwoordigen, heeft de weg geplaveid voor het geleidelijk betrekken van hun leden bij normalisatieactiviteiten. Hun daadwerkelijke deelname aan het normalisatieproces is evenwel nog niet geheel gewaarborgd.
De Commissie zal nauwlettend volgen hoe de Europese normalisatieorganisaties de effectieve deelname van de bijlage III-organisaties overeenkomstig artikel 5 van de Europese normalisatieverordening zullen verwezenlijken.
De Europese normalisatieorganisaties CEN en CENELEC en de internationale normalisatieorganisaties werken op basis van het beginsel van nationale delegatie. In de regel zou de deelname van deskundigen aan het opstellen van normen voor iedereen moeten openstaan. De Commissie doet een beroep op de bijlage III-organisaties om in hun jaarverslagen te rapporteren over gevallen waarin aangezochte belanghebbenden uiteindelijk niet aan de normalisatieactiviteiten hebben kunnen deelnemen; deze verslaglegging zou ook het internationale niveau (ISO, IEC) moeten omvatten.
4.3Financiering van Europese normalisatie
De huidige partnerschapsovereenkomsten, die het wettelijk kader voor de Uniefinanciering van de Europese normalisatie vormen, lopen tot december 2020. De toekomstige financiering van de Europese normalisatie is ingebed in het “Programma voor de eengemaakte markt” 28 . De effecten van dit programma zullen worden beoordeeld door middel van tussentijdse en eindevaluaties en door de continue monitoring van een reeks hoogwaardige kernprestatie-indicatoren. De indicator voor Europese normalisatie is het “aandeel van Europese normen die door de lidstaten worden uitgevoerd als nationale normen op het totale aantal actieve Europese normen”.
Europese normen zijn onmisbare hulpmiddelen voor de goede werking van de eengemaakte markt en dragen onder meer bij tot een hogere economische groei door het wegnemen van barrières die verhinderen dat innovatieve, concurrerende producten en diensten op de markt komen en door het uitbreiden van de handel naar nieuwe markten. De potentiële en feitelijke gevolgen en functies van deze normen zijn echter nog onvoldoende onderzocht, en een beter begrip ervan is noodzakelijk.
Tegen deze achtergrond start de Commissie in 2019, op uitnodiging van de Raad en in overeenstemming met het Gezamenlijke Initiatief inzake normalisatie, een studie naar de economische en maatschappelijke gevolgen van normalisatie in de EU. De resultaten van de studie zullen in 2021 beschikbaar zijn.
(1)
Artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1025/2012.
(2)
Voor een overzicht van de acties, zie de bijlage bij deze mededeling.
(3)
Zonder uitsluiting van Europese normen die moeten zorgen voor de naleving van de algemene veiligheidseisen van Richtlijn 2001/95/EG inzake algemene productveiligheid.
(4)
Zie artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1025/2012.
(5)
Zie de acties en maatregelen met betrekking tot vistuig in de Europese strategie voor kunststoffen in een circulaire economie – COM(2018) 28 final, en actie 13 in de bijlage bij deze mededeling.
(6)
Voor nadere informatie, zie de acties 1 tot en met 3 in de bijlage bij deze mededeling.
(7)
Zie actie 7 in de bijlage bij deze mededeling.
(8)
Zie actie 8 in de bijlage bij deze mededeling.
(9)
Zie actie 6 in de bijlage bij deze mededeling.
(10)
Zie actie 5 in de bijlage bij deze mededeling.
(11)
Zie actie 4 in de bijlage bij deze mededeling.
(12)
Zie actie 9 in de bijlage bij deze mededeling.
(13)
Zie actie 11 in de bijlage bij deze mededeling.
(14)
Zie actie 12 in de bijlage bij deze mededeling.
(15)
COM(2018) 237 final.
(16)
COM(2017) 477 final.
(17)
Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging.
(18)
C(2019) 800 van 6 februari 2019.
(19)
COM(2018) 283 final.
(20)
Zie actie 10 in de bijlage bij deze mededeling.
(21)
Verordening (EU) 2018/1092.
(22)
STATEMENT/18/4687.
(23)
https://www.consilium.europa.eu/media/39020
(24)
COM(2018) 764 final.
(25)
Verordening (EU) nr. 1025/2012.
(26)
Bijlage III bij de verordening betreffende Europese normalisatie (Verordening (EU) nr. 1025/2012).
(27)
Small Business Standards (SBS) , www.anec.eu/anec.asp">Normalisatie: de stem van de Europese consument (ANEC) , www.etuc.org/">het Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV) en de Europese Burgerorganisatie voor normalisatie op milieugebied (ECOS).
(28)
COM(2018) 441 final.