Toelichting bij JOIN(2020)11 - Mededeling over de wereldwijde EU-respons op COVID-19 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | JOIN(2020)11 - Mededeling over de wereldwijde EU-respons op COVID-19. |
---|---|
bron | JOIN(2020)11 |
datum | 08-04-2020 |
Inhoudsopgave
- Brussel, 8.4.2020
- II.Team-Europa
- II.1. Prioriteiten van Team-Europa
- Voorbeelden van EU-noodhulp aan partnerlanden
- Financiële bijdrage: 502 miljoen EUR
- Voorbeelden van EU-steun voor de zorgsector van haar partners
- Financiële bijdrage: 2 858 miljoen EUR
- Voorbeelden van ondersteuning met het oog op herstel
- Financiële bijdrage: 12 281 miljoen EUR
- II.3. Team-Europa voor wereldwijde paraatheid
- II.4. Team-Europa voor mondiale coördinatie en multilateralisme
- Steun voor onderzoek in Afrika
JOIN(2020) 11 final
GEZAMENLIJKE MEDEDELING AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S
Mededeling over de wereldwijde EU-respons op COVID-19
I.
Inleiding
De uitbraak van het coronavirus heeft zich ontwikkeld tot een wereldwijde pandemie, met tienduizenden doden, gemeenschappen die onder druk staan, een daling van de economische activiteit, ontwrichting van toeleveringsketens en een toenemende roep om sociale bescherming. De gevolgen zullen groot zijn. Na de uitbraak in China heeft de pandemie zich nu verspreid over Europa en de hele wereld, en ze heeft haar weerslag op de sociale stabiliteit en de veiligheid.
Het virus maakt geen onderscheid tussen mensen en kent geen grenzen. Deze historische crisis vereist daarom een snelle, grootschalige en gecoördineerde wereldwijde respons om iedereen te beschermen, levens te redden en de economische gevolgen aan te pakken. Nu is het moment voor internationale solidariteit en leiderschap, niet voor isolatie. We moeten meer in internationaal verband optreden, niet minder. We moeten transparant zijn, feiten bieden en desinformatie tegengaan. De Europese Unie (EU) neemt daarbij als ’s werelds grootste donor en als economische grootmacht al het voortouw. We hebben inmiddels een reeks concrete en snelle maatregelen genomen om onze partners te ondersteunen.
De EU doet alles wat nodig is om de coronacrisis in Europa te bestrijden. Het is ook in het belang van de EU om solidariteit te tonen met de rest van de wereld. Een sterke, wereldwijde EU-respons betekent dat we onze kernwaarden hooghouden terwijl we tegelijkertijd onze strategische belangen nastreven. Het welzijn van onze partners overal ter wereld is van belang voor alle Europeanen. We kunnen alleen volledig voor onze eigen gezondheid en veiligheid zorgen als we ook anderen steunen. Onze strijd om het virus binnen de EU te verslaan, kan alleen succesvol zijn als we het virus wereldwijd verslaan. Onze sterke partnerschappen over de hele wereld zijn daarom relevanter dan ooit bij de aanpak van deze pandemie en de gevolgen ervan. Deze geopolitieke Commissie staat klaar om het voortouw te nemen.
De EU ondersteunt internationale samenwerking en multilaterale oplossingen in deze crisis. We nemen het initiatief bij de coördinatie door de Verenigde Naties, de G20, de G7, de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en de internationale financiële instellingen. De EU schaart zich volledig achter de inspanningen van de secretaris-generaal van de VN om een VN-brede respons te coördineren.
De respons van de EU is gebaseerd op “Team-Europa”, met bijdragen van alle EU-instellingen, gecombineerd met de middelen die worden gemobiliseerd door de EU-lidstaten en de Europese financiële instellingen, met name de Europese Investeringsbank (EIB) en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO). Als we onze krachten bundelen, kan Team-Europa een kritische massa bereiken die door weinigen kan worden geëvenaard.
Overeenkomstig de aanpak die werd overeengekomen binnen de G20 en die wordt bevorderd door de VN richt de EU-respons zich op de humanitaire, sociale, economische en gezondheidsgevolgen van de crisis, zowel op de behoeften aan noodhulp op korte termijn als op de structurele gevolgen op de langere termijn, met name voor de samenleving en de economie, om het risico op destabilisatie te beperken. Zowel overheidsmaatregelen als niet-gouvernementele maatregelen worden versterkt.
De EU zal haar respons blijven aanpassen aan de veranderende situatie. Net zoals we bij de uitbraak van de pandemie materiële steun aan China hebben verleend, zullen we ons nu richten op de meest getroffen landen die steun nodig hebben op het gebied van gezondheid, bijvoorbeeld in Afrika, de nabuurschapsregio, de Westelijke Balkan, het Midden-Oosten en Noord-Afrika, delen van Azië, Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. De nadruk ligt daarbij op de meest kwetsbare mensen, onder wie migranten, vluchtelingen, binnenlands ontheemden en hun gastgemeenschappen. Dit toont ook aan dat we problemen samen met Afrika aanpakken 1 . Al wie gezondheidszorg en bescherming nodig heeft, moet op ons kunnen rekenen.
Naast financiële steun en andere vormen van samenwerking zal de EU al haar handels- en investeringsinstrumenten en haar vervoersysteem inzetten om de continuïteit van de goederenstroom te waarborgen en langdurige verstoring daarvan te voorkomen, met name voor kritieke medische producten en levensmiddelen.
De EU blijft goed bestuur, mensenrechten, de rechtsstaat, gendergelijkheid en non-discriminatie, waardige arbeidsomstandigheden, fundamentele waarden en humanitaire beginselen bevorderen en handhaven. De buitengewone maatregelen die nodig zijn om de pandemie te beperken, mogen niet leiden tot het terugdraaien van de fundamentele waarden en beginselen van onze open en democratische samenlevingen. In onze gezamenlijke reactie op het coronavirus moeten we beleids- en investeringsbesluiten vermijden die bestaande crises verergeren, bijvoorbeeld de noodsituaties op het gebied van klimaat en verlies van biodiversiteit.
Ten slotte zal het optreden van de EU zijn gebaseerd op feiten en transparantie, en we zullen pogingen tot desinformatie binnen en buiten de EU bestrijden. We zullen gecoördineerde communicatiecampagnes voeren over onze betrokkenheid bij en onze samenwerking met partners in tijden van crisis. De EU zal zich ook blijven inzetten voor wereldwijde onlineplatforms om de toegang tot betrouwbare gezondheidsinformatie, zoals van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), te vergemakkelijken.
Daartoe zal de EU de partnerlanden in totaal meer dan 15,6 miljard EUR financiële steun bieden.
Dit bedrag is afkomstig uit de bestaande middelen voor extern optreden. Samen met onze partners zorgen we ervoor dat de aanzienlijke EU-financiering die al aan hen was toegewezen, wordt geheroriënteerd om hen te helpen het hoofd te bieden aan de gevolgen van COVID-19, net zoals we dat binnen Europa doen. Daardoor zal het optreden van de EU snel, aangepast en operationeel zijn.
In onze wereldwijde respons op COVID-19 wordt rekening gehouden met de strategische doelstellingen die de EU zichzelf heeft gesteld op het gebied van milieu en klimaat, zoals beschreven in de Europese Green Deal en de Digitale Agenda, die onverkort blijven gelden. De lopende werkzaamheden met betrekking tot deze doelstellingen zullen de aanpak van de korte- en langetermijnproblemen in verband met de pandemie juist versterken. De huidige crisis herinnert ons eraan dat volledige uitvoering van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de Overeenkomst van Parijs cruciaal blijft om de wereld beter toe te rusten voor toekomstige systeemschokken.
Team-Europa moet één enkel actiekader bieden voor alle Europese externe responsmaatregelen ter ondersteuning van de partners bij de aanpak van de coronacrisis: een gezamenlijke strategie op basis van vier pijlers:
1.Prioriteiten van Team-Europa: onze collectieve actie zal gericht zijn op i) noodhulp in verband met de actuele gezondheidscrisis en de daaruit voortvloeiende humanitaire behoeften; ii) versterking van de gezondheids-, water- en sanitaire systemen van de partnerlanden, alsmede van hun capaciteit om onderzoek te doen naar de pandemie en van hun paraatheid; en iii) aanpak van de onmiddellijke sociale en economische gevolgen.
2.Team-Europapakketten: we zullen samen met de uitvoerende partners, zoals de EIB, de EBWO en de Europese instellingen voor ontwikkelingsfinanciering, de ontwikkelingsagentschappen en de verstrekkers van technische bijstand van de lidstaten, en de internationale financiële instellingen, werken aan een coherent financieel pakket voor elk partnerland dat onze steun nodig heeft. De EU-delegaties zullen richtsnoeren ontvangen over de uitvoering daarvan en de keuzes die daarbij moeten worden gemaakt.
3.Team-Europa voor wereldwijde paraatheid: we zullen een donorconferentie organiseren om de volgens de Adviesraad inzake wereldwijde paraatheid benodigde 7,5 miljard EUR bijeen te brengen;
4.Team-Europa voor mondiale coördinatie en multilateralisme: we zullen gebruikmaken van de positie van de EU als mondiale speler en belangrijke donor van internationale hulp om een gecoördineerde wereldwijde respons te bevorderen, met name in het kader van de G7, de G20 en de Verenigde Naties. De bijdragen van de EU en de lidstaten zullen worden gepresenteerd op nationaal, regionaal en mondiaal niveau, met name met betrekking tot de G7, de G20 en de internationale respons die wordt geleid door de Verenigde Naties, ter bevordering van de coördinatie en de zichtbaarheid van de Europese steun aan de partnerlanden.
In dit verband verwelkomt de Commissie de inspanningen van de financiële partnerinstellingen om financiering sneller en efficiënter te verstrekken door bij de cofinanciering van de respons op het coronavirus vaker te werken met consortia op basis van wederkerigheid en meer te vertrouwen op elkaars beoordelingen.
II.1.1. Noodhulp op korte termijn in verband met de gezondheidscrisis en de daaruit voortvloeiende humanitaire behoeften
De pandemie zal de humanitaire behoeften vergroten. Dit zal het sterkst voelbaar zijn onder de bevolkingsgroepen die reeds worden getroffen door humanitaire crises en conflicten, zoals migranten, vluchtelingen, binnenlands ontheemden, alsmede vrouwen, kinderen, ouderen en mensen met een handicap en andere minderheden.
Om ervoor te zorgen dat onze noodhulp maximaal effect sorteert, moeten maatregelen en informatiestromen worden afgestemd met andere donoren en actoren, met name de EU-lidstaten, de WHO en andere VN-agentschappen, het Rode Kruis en de Rode Halvemaan en andere niet-gouvernementele organisaties.
Belangrijkste uitdagingen:
·aanpakken van het chronische wereldwijde tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen, met name maskers en handschoenen, dat met name een bedreiging vormt voor eerstelijns- en noodhulpdiensten, en van de gebreken in het beheer van biomedisch afval;
·zorgen voor de voortzetting van de dienstverlening aan door conflicten getroffen en onder dwang ontheemde bevolkingsgroepen, vluchtelingen en migranten, met name mensen die wonen in kampen en soortgelijke verblijfplaatsen, in dichtbevolkte gebieden of op moeilijk bereikbare plaatsen, en de dienstverlening aanpassen aan de context van de pandemie;
·blijven voldoen aan de basisbehoeften van de meest kwetsbaren, onder andere door de verstrekking van basislevensmiddelen en speciale voeding aan groepen die kampen met voedselonzekerheid of ondervoeding, en van essentiële gezondheidsdiensten en diensten in verband met seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.
De EU helpt bij het aanpakken van deze uitdagingen door:
·onmiddellijke steun voor de wereldwijde inspanningen door bij te dragen aan het plan voor strategische paraatheid en respons van de WHO, het wereldwijde humanitaire responsplan dat op 25 maart 2020 werd gelanceerd door de VN (totaal streefbedrag 1,86 miljard EUR), en de oproep van het Rode Kruis en de Rode Halvemaan van 26 maart (totaal streefbedrag 750 miljoen EUR);
·onmiddellijke gerichte steun voor de aanpak van de humanitaire gevolgen van de pandemie in de getroffen landen, met name op het gebied van gezondheid, water, sanitaire voorzieningen en hygiëne (WASH) alsmede logistiek;
·ondersteuning van wereldwijde beschikbaarheid van persoonlijke beschermingsmiddelen en medische apparatuur door steun voor hogere productie en innovatieve oplossingen in Europa om in dringende behoeften in Europa en partnerlanden te voorzien;
·organisatie van dringende leveringen van persoonlijke beschermingsmiddelen aan partnerlanden, alsmede bijstand in natura aan getroffen landen via het Uniemechanisme voor civiele bescherming (zoals de bijstand in natura die aan China werd verstrekt tijdens de uitbraak en vervolgens aan verschillende landen van de Westelijke Balkan);
·verstrekking van garanties en liquiditeit aan lokale banken via de internationale financiële instellingen en de Europese instellingen voor ontwikkelingsfinanciering, met steun van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO);
·ondersteuning van de mondiale inspanningen om te zorgen voor een toereikend aanbod van essentiële goederen, voedsel en water, en het bestrijden van uitvoerbeperkingen of andere maatregelen die de agrovoedingssector verstoren;
·ondersteuning van de partnerlanden bij identificatie, inzameling, scheiding, opslag, vervoer, verwerking en storting van medisch afval, met bijzondere aandacht voor nieuwe coronagerelateerde afvalstromen;
·meer steun van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) voor paraatheid en capaciteitsopbouw. Het ECDC deelt reeds zijn richtsnoeren en beoordelingen op het gebied van het coronavirus met de regeringen van de landen van de Westelijke Balkan en de nabuurschapsregio. Hetzelfde moet worden gedaan voor andere instrumenten die momenteel binnen de EU worden ontwikkeld in het kader van de exitstrategie;
·uitbreiding van de thematische reikwijdte van het Solidariteitsfonds van de EU 2 tot landen die met de Unie onderhandelen over toetreding, in geval van ernstige crisissituaties die het gevolg zijn van bedreigingen voor de volksgezondheid;
·alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de toeleveringsketens intact blijven, met name voor essentiële medische benodigdheden en farmaceutische producten;
·uitnodiging aan de landen van de Westelijke Balkan om zich aan te sluiten bij de gezamenlijke aanbestedingsovereenkomst van de EU, zodat zij deel kunnen nemen aan de gezamenlijke EU-aanbestedingsprocedures voor medische apparatuur. Alle betrokken landen hebben laten weten hieraan deel te willen nemen;
·uitbreiding tot de Westelijke Balkan van het Europees systeem voor snelle waarschuwingen voor overdraagbare ziekten, zodat waarschuwingen en maatregelen snel worden meegedeeld.
In Ethiopië heeft de EU snel 10 miljoen EUR vrijgemaakt ter ondersteuning van het plan van de regering voor paraatheid en respons op de uitbraak van het coronavirus. Deze middelen zullen worden verstrekt via het lopende programma voor begrotingssteun voor de Ethiopische gezondheidssector, dat in 2016 van start ging met een totale toewijzing van 165 miljoen EUR. Met de aanvullende financiering kan Ethiopië het aantal diagnoselaboratoria met diagnoseapparatuur en testkits voor COVID-19 en het aantal behandelcentra vergroten.
In Nigeria zal de EU 50 miljoen EUR bijdragen aan het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) voor de uitvoering van het VN-noodplan voor COVID-19. Dit moet ervoor zorgen dat bevestigde gevallen van COVID-19 optimaal worden behandeld en dat verdere verspreiding van de uitbraak wordt voorkomen door middel van een inclusieve en door het land zelf gedragen respons op COVID-19.
Voor de Westelijke Balkan heeft de EU al aanzienlijke middelen vrijgemaakt om de zorgsector onmiddellijk steun te kunnen bieden, namelijk 38 miljoen EUR (4 miljoen EUR voor Albanië, 7 miljoen EUR voor Bosnië en Herzegovina, 5 miljoen EUR voor Kosovo 3 , 3 miljoen EUR voor Montenegro, 4 miljoen EUR voor Noord-Macedonië en 15 miljoen EUR voor Servië). De EU-steun omvat levensreddende medische apparatuur, ook voor intensieve zorg, ziekenhuisbedden, volledig uitgeruste ambulancewagens, honderden beademingsmachines, digitale mobiele röntgenapparatuur, tienduizenden testkits en grote hoeveelheden persoonlijke beschermingsmiddelen.
In het kader van de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije loopt een aanbestedingsprocedure van 90 miljoen EUR voor kleinschalige zorginfrastructuur en medische apparatuur.
Voor de landen die behoren tot het Oostelijk Partnerschap mobiliseert de EU een noodhulppakket van meer dan 30 miljoen EUR voor directe behoeften in de gezondheidszorg. In Armenië krijgen meer dan 3 000 kwetsbare huishoudens, die ouderen en mensen met een handicap omvatten, en grote gezinnen in de regio’s Shirak, Tavush en Lori humanitaire hulppakketten dankzij de steun van de Europese Unie. In Oekraïne heeft de EU uitrusting geleverd voor het centrum voor medische spoedhulp van de oblast Donetsk met 100 sets persoonlijke beschermingsmiddelen en meer dan 70 liter sterk geconcentreerde antiseptische vloeistof.
In de zuidelijke nabuurschapsregio zijn met EU-steun triage- en isolatieruimten ingericht in ziekenhuizen, is training gegeven aan het personeel van centra voor sociale ontwikkeling en worden communicatiecampagnes uitgevoerd. 3 500 chirurgische en ademhalingsmaskers zijn aangekocht.
In het Caribisch gebied heeft de EU voor in totaal 8 miljoen EUR regionale steun verleend aan het Caribische Bureau voor de volksgezondheid (CARPHA) voor de meest dringende behoeften om de uitbraak onder controle te houden. Dit omvat onder meer de levering van beschermingsmateriaal, testreagentia, laboratoriummateriaal en geneesmiddelen/vaccins en steun voor de uitbreiding van het aantal gezondheidswerkers.
·In Venezuela en de landen in de regio steunt de EU de Pan-Amerikaanse Gezondheidsorganisatie en de Internationale Federatie van het Rode Kruis en de Rode Halvemaan om hen te helpen de verspreiding van het virus in te dammen en paraat te staan voor de respons op COVID-19 (in totaal 9 miljoen EUR). Dit omvat onder meer betere toegang tot basisgezondheidszorg en tot goede sanitaire voorzieningen en hygiëne voor kwetsbare bevolkingsgroepen, waaronder vluchtelingen.
II.1.2. Versterking van gezondheids-, water- en sanitaire systemen
Om de verspreiding van het virus in te dammen, moet wereldwijd de hygiëne worden verbeterd en de veerkracht van de gezondheidszorg worden vergroot. In sommige partnerlanden zijn de omstandigheden bijzonder problematisch vanwege de beperkte toegang tot water en de reeds zwakke gezondheidsstelsels. De EU zal een empirisch onderbouwde beleidsaanpak hanteren die is beproefd tijdens eerdere gezondheidscrises zoals de uitbraak van ebola en zika, waaraan uiteindelijk een einde kon worden gemaakt dankzij steun voor de gezondheidsstelsels in de kwetsbaarste landen, regionale samenwerking, toezicht en ontwikkeling van nieuwe diagnostische middelen en een vaccin. In dit verband zal sterk de nadruk worden gelegd op onderzoek en innovatie.
Belangrijkste uitdagingen:
·ondersteuning van landen met beperkte middelen om hun inspanningen op het gebied van indamming en behandeling op te voeren; versterking van de stelsels voor gezondheidszorg en sociale bescherming om te zorgen voor duurzame capaciteit voor risicobeperking, toezicht en responsbeheer;
·zorgen voor toegang tot basisvoorzieningen voor handenwassen en zeep en voor goede praktijken op het gebied van water, sanitaire voorzieningen en hygiëne (WASH) in gemeenschappen, thuis, op scholen en markten en vooral in gezondheidsvoorzieningen, om overdracht te helpen voorkomen;
·versnellen van de onderzoeksinspanningen met het oog op de ontwikkeling van doeltreffende behandelingen, vaccins, geneesmiddelen en diagnosemiddelen en ervoor zorgen dat deze voor iedereen beschikbaar zijn tegen een betaalbare prijs;
·waarborgen van de beschikbaarheid van beschermende uitrusting voor gezondheidswerkers, ook door mondiale toeleveringsketens te herstellen.
De EU helpt bij het aanpakken van deze uitdagingen door:
·partnerlanden te ondersteunen bij het opzetten van veerkrachtige en responsieve stelsels voor gezondheid en sociale bescherming en het uitvoeren van de internationale gezondheidsregeling;
·de bestaande gezondheidsprogramma’s van de EU aan te vullen en gerichter in te zetten, en zo de partnerlanden te helpen om zorgverleners te beschermen, hun aantal uit te breiden en het beroep aantrekkelijker te maken;
·tot de bevolking gerichte overheidsmaatregelen voor communicatie en bewustmaking over fundamentele bescherming en advies op het gebied van hygiëne te ondersteunen, en zo de verspreiding van het coronavirus te helpen bestrijden;
·te zorgen voor meer flexibiliteit bij onze steun aan mondiale initiatieven zoals het Wereldfonds voor de bestrijding van aids, tuberculose en malaria, de vaccin-alliantie GAVI en de Global Financing Facility, en er daarbij voor te zorgen dat essentiële gezondheidsprogramma’s doorgang blijven vinden;
·verder onderzoek naar diagnostiek, behandeling en preventie te ondersteunen; zodra een vaccin beschikbaar is, dat snel goed te keuren, te subsidiëren en aan kwetsbare landen ter beschikking te stellen;
·steun te bieden voor de opleiding van deskundigen, voor epidemiologisch toezicht en voor de inzet en het gebruik van mobiele laboratoria en andere mobiele oplossingen;
·regionale organisaties voor de bescherming van de volksgezondheid in de landen van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, zoals het Institut Pasteur in Senegal, te versterken;
·kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan uit te nodigen voor het Gezondheidsbeveiligingscomité van de EU, technische bijstand, protocollen en richtsnoeren voor crisisbeheersing te verstrekken en expertise te delen, en zich te buigen over de beste methode om potentiële kandidaat-lidstaten bij deze maatregelen te betrekken;
·migranten, vluchtelingen en ontheemden en opvanggemeenschappen gelijke toegang te bieden tot gezondheidszorg via de EU-trustfondsen en het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede, die voor medische noodhulp zorgen en basisgezondheidsdiensten en infrastructuren ondersteunen;
·uitwisseling van gegevens tussen onderzoekers te stimuleren en de toegang tot onderzoeksresultaten en ‑gegevens via Open Access en Open Science te faciliteren, teneinde de politieke ondersteuning en klinische toepassing te bevorderen;
·de voorbereidingen voor het mondiale gezondheidspartnerschap met EU-lidstaten en derde landen te versnellen. De middelen van het bestaande Partnerschap voor klinische proeven tussen Europese en ontwikkelingslanden (EDCTP), dat momenteel op sub-Saharaans Afrika is gericht, kunnen worden versterkt om het EDCTP uit te breiden naar de landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied;
·het werk van bestaande multilaterale platforms bij te sturen: bijvoorbeeld de werkzaamheden van de Coalition for Epidemic Preparedness Innovation (CEPI) inzake de ontwikkeling van vaccins en die van de Global Research Collaboration for Infectious Disease Preparedness (GloPID-R) inzake paraatheid.
In Sudan werkt de EU aan verbetering van de toegang tot schoon water en hygiëne en aan voorlichting over het virus, in het kader van humanitaire projecten voor een bedrag van in totaal 10 miljoen EUR.
De Commissie heeft met het Europees Centrum voor ziektepreventie en ‑bestrijding (ECDC) een nieuw EU-initiatief van 9 miljoen EUR voor de bescherming van de volksgezondheid ondertekend. Dit initiatief, dat al van start is gegaan, bestrijkt alle 23 nabuurschaps- en uitbreidingslanden en is gericht op paraatheid en medische capaciteit voor de aanpak van de uitbraak en de talrijke gevolgen daarvan.
In Iran zal de EU 6 miljoen EUR ter beschikking stellen om de zorgsector te versterken, door middel van de aankoop van essentiële geneesmiddelen, de opleiding van essentiële gezondheidswerkers en bewustmakingscampagnes op het gebied van persoonlijke hygiëne en sanitaire voorzieningen. We verstrekken ook financiering om de kwetsbaarste Afghaanse vluchtelingen in Iran betere toegang te bieden tot basisdiensten.
II.1.3. Aanpak van de economische en sociale gevolgen
Deze ongekende gezondheidscrisis zal hoogstwaarschijnlijk ongunstige economische en sociale gevolgen hebben, die met spoed moeten worden aangepakt om destabilisatie te voorkomen. Hiervoor is op verschillende fronten actie nodig: buffers voor mogelijke macro-economische schokken, goede ondersteuning van financiële intermediairs en een mix van financieringsopties voor de publieke en private sector. Ook moeten er beschermende maatregelen komen voor de beroepsbevolking en voor huishoudens zonder inkomen.
Belangrijkste uitdagingen:
·aanpak van de ernstige economische gevolgen van de pandemie voor de hele wereld en voorkomen dat in veel partnerlanden een recessiecyclus ontstaat. Veel landen zullen geconfronteerd worden met een daling van de economische activiteit en een sterke toename van werkloosheid en armoede. Dit kan leiden tot druk op de overheidsfinanciën, grotere sociale spanningen en in sommige gevallen geweld;
·aanpak van nieuwe financiële en liquiditeitsproblemen die het gevolg zijn van deze crisis. Een aantal ontwikkelingslanden en economieën in opkomst wordt met de crisis geconfronteerd, terwijl de betrokken landen reeds hoge schulden en beperkte beleidsruimte hebben. Landen die afhankelijk zijn van het toerisme of van overmakingen uit het buitenland, en landen die aan het begin van de toeleveringsketen staan of afhankelijk zijn van de export van basisproducten, zullen tot de zwaarst getroffen landen behoren;
·steun voor maatregelen op het gebied van economische en sociale stabilisatie en sociale bescherming, zoals tijdelijke opschorting of ontheffing van belastingen en socialezekerheidsbijdragen, ondersteunende financieringsvoorwaarden voor economische actoren, en rechtstreekse financiële steun voor werknemers (onder andere loonsubsidies) en getroffen huishoudens, met bijzondere aandacht voor jongeren. Dit betekent dat meer sociale uitgaven vereist zullen zijn. Economische actoren zullen mogelijk behoefte hebben aan betaalbare kredieten en herschikte aflostermijnen;
·ondersteunende maatregelen (ook op korte termijn) ter stimulering van de netwerkcapaciteit, om werken, leren en sociale omgang op afstand en toegang tot accurate informatie te vergemakkelijken;
·ondernemingen opnieuw in staat stellen investeringen op langere termijn te financieren, zodat de economieën zich op groene en inclusieve wijze kunnen herstellen;
·waarborgen bieden voor de eerbiediging van de mensenrechten (met inbegrip van arbeidsrechten) en de democratie, met bijzondere aandacht voor onderwijs en de situatie van vrouwen, meisjes en de meest kwetsbare bevolkingsgroepen.
De EU helpt bij het aanpakken van deze uitdagingen door:
·werknemers op de werkplek te beschermen en inclusieve maatregelen te stimuleren die de toegang tot zorg en waardig werk in het algemeen zowel kwantitatief als kwalitatief verbeteren. Deze maatregelen dienen onder meer ter voorkoming van discriminatie en sociale uitsluiting;
·het instrument voor macrofinanciële bijstand in te zetten ten gunste van de landen van de Westelijke Balkan en de nabuurschapslanden die worden geconfronteerd met een betalingsbalanscrisis, in combinatie met steun van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Macrofinanciële bijstand kan bijdragen tot macro-economische stabiliteit en beleidsruimte creëren voor een passende economische respons;
·de nationale regeringen tijdelijk te steunen door middel van technische bijstand, rechtstreekse begrotingssteun en (waar relevant) financiering onder zachte voorwaarden, als aanvulling op de maatregelen van de Wereldbank en het IMF, zodat die regeringen in staat zijn hervormingen op budgettair, monetair, sociaal en volksgezondheidsgebied door te voeren om voorrang te geven aan de overheidsuitgaven voor sociaal-economische ontwikkeling en armoedebestrijding;
·tijdelijk ondersteuning te bieden aan financieel intermediairs, zoals overheidsbanken en toezichthoudende/regelgevende instanties, via technische bijstand of garanties voor het vaststellen van gunstigere financieringsstrategieën en regelgevingskaders, en betere toegang te bieden tot financiering onder zachte voorwaarden;
·de particuliere sector (met name kleine en middelgrote ondernemingen en zelfstandigen) te ondersteunen met garanties, liquiditeitsvoorzieningen en technische bijstand; lokale banken te ondersteunen via internationale financiële instellingen en Europese instellingen voor ontwikkelingsfinanciering, teneinde betere toegang te bieden tot liquiditeitssteun, bedrijfskapitaal en handelsfinanciering; de garanties van het EFDO verder bij te stellen in de richting van risicodeling voor kortere termijn voor leningen aan micro-ondernemers en kleine en middelgrote ondernemingen. De Commissie is verheugd over de reactivering van het initiatief van Wenen voor bankcoördinatie, dat banken helpt om actief betrokken te blijven bij de financiering van de economieën van de EU en de partnerlanden;
·leningen aan de overheidssector te verstrekken via de EIB, met name voor medische uitrusting en benodigdheden;
·samen te werken met internationale organisaties, partnerlanden en de Europese particuliere sector teneinde in strategische sectoren sterke, veerkrachtige waardeketens tot stand te brengen en ervoor te zorgen dat de criteria inzake duurzaamheid, arbeidsrechten en maatschappelijk verantwoord ondernemen overal in de waardeketens worden nageleefd, ondanks het instorten van de vraag en ook wanneer de economie zich weer herstelt;
·vormen van schuldverlichting te bevorderen die door de multilaterale financiële instellingen (met name het IMF) in overweging worden genomen, met name in landen die getroffen zijn door de recessie als gevolg van het coronavirus;
·de continuïteit van de verstrekking van onderwijs op alle niveaus te ondersteunen;
·de beleidsdialoog te handhaven, ondersteund door begrotingssteun en technische bijstand voor beleidshervormingen op het gebied van mensenrechten, en ondersteuning van de democratie, alsmede rechtstreekse steun aan het maatschappelijk middenveld;
·alle nodige maatregelen te blijven nemen (zowel onmiddellijk als op lange termijn) om ervoor te zorgen dat de mondiale toeleveringsketens en vervoerscorridors intact blijven; ervoor te zorgen dat maatregelen ter bestrijding van de verspreiding van het coronavirus die van invloed zijn op het verkeer van goederen en arbeidskrachten, gericht, evenredig, transparant en tijdelijk blijven, zoals het geval is voor de EU-maatregel inzake tijdelijke uitvoervergunningen; rekening te houden met de behoeften van andere landen aan noodhulp en humanitaire bijstand. De EU-regeling inzake tijdelijke uitvoervergunningen voorziet uitdrukkelijk in humanitaire bijstand als een van de gronden waarop de lidstaten uitvoervergunningen kunnen verlenen.
In Sierra Leone zal 34,7 miljoen EUR worden verstrekt om de economische gevolgen van COVID-19 aan te pakken, als volgt verdeeld: met 25 miljoen EUR aan begrotingssteun wordt de macro-economische weerbaarheid en stabiliteit versterkt en wordt ondersteuning geboden voor het nationale responsplan. Door middel van een programma van geldelijke overdrachten ter waarde van 5,2 miljoen EUR biedt de Commissie, via de Wereldbank, bescherming voor de inkomens van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. Tot slot zal de Commissie met een pakket van 4,5 miljoen EUR steun bieden aan de landbouwsector om de lokale voedselproductie te stimuleren.
Voor de Westelijke Balkan heeft de EU sinds het begin van de crisis aanzienlijke middelen vrijgemaakt voor de ondersteuning van het sociaal en economisch herstel met 374,5 miljoen EUR: 46,5 miljoen EUR voor Albanië, 73,5 miljoen EUR voor Bosnië en Herzegovina, 63 miljoen EUR voor Kosovo, 50 miljoen EUR voor Montenegro, 63 miljoen EUR voor Noord-Macedonië en 78,5 miljoen EUR voor Servië. Hiermee wordt bijgedragen aan de aanpak van de sociaal-economische gevolgen van de uitbraak, met name voor de meest getroffen bedrijven, onder meer in de sectoren toerisme en vervoer.
Voor Jordanië en Libanon is een pakket van 240 miljoen EUR goedgekeurd ter ondersteuning van kwetsbare huishoudens en Syrische vluchtelingen aldaar.
II.2. Team-Europapakket
De EU en haar lidstaten zullen een bijdragen leveren aan een Team-Europapakket om de partnerlanden op alle vlakken steun te bieden bij hun inspanningen ter bestrijding van de coronacrisis. De bijdrage van de EU-begroting is als volgt:
II.1 | Gemeenschappelijke prioritaire actiegebieden | EU-bijdrage aan het Team-Europapakket (miljoen EUR) |
II.1.1 | Noodhulp op korte termijn voor humanitaire behoeften | 502 |
II.1.2 | Versterking van de zorgstelsels | 2 858 |
II.1.3 | Economische en sociale gevolgen | 12 281 |
TOTAAL | 15 641 |
Voor deze bijdrage wordt gebruikgemaakt van bestaande instrumenten en faciliteiten die snel concrete resultaten kunnen opleveren. Met name geldt dat voor regionale combinatieplatformen of EU-garantie-instrumenten, namelijk het EFDO en het mandaat van de EIB voor externe leningen. Ook is het de bedoeling de macrofinanciële bijstand aan de landen van de Westelijke Balkan en de nabuurschapsbuurlanden te versnellen, als aanvulling op de snelle steun van het IMF.
Om een uitweg te vinden uit de huidige crisis is het een prioriteit om snel te zorgen voor doeltreffende diagnostische middelen, vaccins en behandelingen. Zonder dat blijft elk land ter wereld kwetsbaar. De EU zal daarom samen met partners over de hele wereld een virtuele donorconferentie organiseren, zodat we de financieringskloof die geconstateerd is door de Global Preparedness Monitoring Board kunnen dichten en de 7,5 miljard EUR bijeen kunnen brengen die nodig zijn om:
·snel en op grote schaal snelwerkende diagnosemiddelen, behandelingen en vaccins voor het coronavirus te ontwikkelen;
·voor voldoende beschermingsmiddelen voor gezondheidswerkers te zorgen;
·de WHO te ondersteunen bij coördinatie en prioritering van de inspanningen voor de meest kwetsbare landen.
Naast de toegezegde financiering zullen de EU en haar partners streven naar een politiek engagement op hoog niveau om te zorgen voor gelijkwaardige toegang tot producten die ontwikkeld zijn ter bestrijding van deze pandemie.
De EU zal een gecoördineerde respons op het multilaterale front stimuleren en er leiding aan geven, met name in het kader van een gezamenlijke coördinatie-inspanning met de Verenigde Naties, de internationale financiële instellingen en de G7 en G20. De EU en haar lidstaten zullen ook samen met de Afrikaanse Unie (AU) blijven werken aan de hernieuwde strategie met Afrika, met het oog op de komend najaar te houden AU-EU-top. Overeenkomstig het akkoord van de ministers van Financiën en presidenten van de centrale banken van de G20 zal de EU actief bijdragen aan de ontwikkeling van een G20-stappenplan met de volgende onderdelen 4 :
·een G20-actieplan voor de respons op het coronavirus, waarin individuele en collectieve maatregelen worden beschreven die de G20 heeft getroffen en nog zal treffen om de pandemie aan te pakken. Het actieplan omvat macro-economische maatregelen, financiële maatregelen en maatregelen voor internationale financiële instellingen. Het actieplan moet ook een gecoördineerde exit- en herstelstrategie omvatten en zorgen voor beperking van de risico’s voor toeleveringsketens voor de handel;
·samenwerking met de betrokken internationale financiële instellingen, met name het IMF en de Wereldbank, om snel passende internationale financiële bijstand te verlenen aan opkomende markten en ontwikkelingslanden zodat deze het hoofd kunnen bieden aan de uitdagingen waarvoor de coronapandemie hen stelt. Deze bijstand omvat liquiditeits- en schuldverlichtingsmaatregelen die de armste landen helpen hun schuldaflossingsverplichtingen onmiddellijk te reduceren;
·samenwerking met de Raad voor financiële stabiliteit (FSB), die zorgt voor de coördinatie van de regelgevings- en toezichtmaatregelen voor de financiële sector die de landen in reactie op de pandemie nemen. Zoals de ministers van Handel van de G20 hebben afgesproken, zal de EU onmiddellijk de nodige maatregelen treffen om de handel in essentiële goederen te faciliteren en zal de EU met de internationale partners blijven samenwerken om de markten open te houden. In deze geest blijft de EU alles in het werk stellen om de Wereldhandelsorganisatie (WTO) te moderniseren en te versterken en de handel te faciliteren. Daarnaast zal de EU maatregelen bevorderen die kunnen bijdragen tot het herstel van economieën op groene en inclusieve wijze.
In reactie op de oproep van de G20-leiders in hun buitengewone verklaring over het coronavirus hebben de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, en de voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel, aangeboden een internationale online donorconferentie te organiseren, zoals hierboven beschreven, om voldoende financiering bijeen te brengen voor de ontwikkeling en toepassing van een vaccin tegen COVID-19.
In het kader van de WHO zullen de EU en haar lidstaten vóór de 73e Wereldgezondheidsvergadering in mei het voortouw nemen bij het opstellen van een resolutie over de coronacrisis. Met logistieke steun van het WHO-secretariaat zal de EU inclusieve overlegrondes organiseren om tot een consensus te komen over deze belangrijke resolutie, waarbij de nadruk zal liggen op solidariteit, coördinatie en gezondheidscrisisbeheersing.
Tot slot is het de bedoeling dat de EU de wereldwijde samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie bevordert, waarbij wordt gestreefd naar Open Science en open toegang tot gegevens en onderzoeksresultaten alsmede versterking van de bestaande multilaterale platformen die relevant zijn voor de bestrijding van pandemieën.
De EU zet zich in voor de gezamenlijke onderzoeks- en innovatie-inspanningen met Afrika in de strijd tegen de uitbraak van het coronavirus. Het Partnerschap voor klinische proeven tussen Europese en ontwikkelingslanden (EDCTP) start met spoed oproepen tot het indienen van blijken van belangstelling ter ondersteuning van het onderzoek naar het coronavirus en ter versterking van de onderzoekscapaciteit in sub-Saharaans Afrika. Er zullen drie oproepen worden gefinancierd met in totaal meer dan 25 miljoen EUR uit Horizon 2020, het EU-programma voor onderzoek en innovatie.
(1)
Gezamenlijke mededeling “Naar een brede strategie met Afrika”, JOIN (2020) 4.
(2)
COM(2020) 114 final: voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad om financiële steun te verlenen aan lidstaten en landen die over toetreding tot de Unie onderhandelen die zwaar worden getroffen door een grote volksgezondheidscrisis.
(3)
Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
(4)
Zie het persbericht van de G20 van 30 maart (ministers van Financiën en presidenten van de centrale banken van de G20), de verklaring van de G20-leiders van 26 maart en de verklaring van de G7-leiders van 16 maart.