Toelichting bij COM(2020)190 - Gewijzigde begroting nr. 4 2020 bij het voorstel voor beschikbaarstelling van middelen uit het EU Solidariteitsfonds voor bijstand aan Portugal, Spanje, Italië en Oostenrijk - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2020)190 - Gewijzigde begroting nr. 4 2020 bij het voorstel voor beschikbaarstelling van middelen uit het EU Solidariteitsfonds voor ... |
---|---|
bron | COM(2020)190 |
datum | 30-04-2020 |
Het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 4 voor het jaar 2020 vergezelt het voorstel 6 voor de beschikbaarstelling van een bedrag van 278 993 814 EUR uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (SFEU) voor het verlenen van bijstand aan Portugal, Spanje, Italië en Oostenrijk naar aanleiding van natuurrampen die zich in 2019 in die lidstaten hebben voorgedaan.
·Portugal: schade ten gevolge van de orkaan Lorenzo op de Azoren in oktober 2019;
·Spanje: overstromingen in de regio’s Valencia, Murcia, Castilla-La Mancha en Andalusië in september 2019;
·Italië en Oostenrijk: extreme weersomstandigheden die hebben geleid tot overstromingen en aardverschuivingen in het grootste deel van het Italiaanse grondgebied (uitmondend in de overstroming van Venetië), en in Karinthië en Oost-Tirol in Oostenrijk in het najaar van 2019.
In OGB nr. 4/2020 wordt voorgesteld de nodige vastleggings- en betalingskredieten in de algemene begroting 2020 op te nemen, na aftrek van de al aan Portugal en Spanje betaalde voorschotten (6 495 606 EUR).
2. Financiering
Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 7 (hierna “de MFK-verordening” genoemd), was het totaal beschikbare bedrag voor de beschikbaarstelling van middelen uit het SFEU 1 150 524 045 EUR aan het begin van 2020, zijnde de som van de toewijzing voor 2020 van EUR 597 546 284 plus de toewijzing voor 2019 van 552 977 761 EUR die onbesteed was en naar 2020 was overgedragen.
Het bedrag dat in dit stadium van het jaar 2020 beschikbaar kan worden gesteld, is gelijk aan 1 001 137 474 EUR. Dat stemt overeen met het totale beschikbare bedrag voor SFEU-steun aan het begin van 2020 (1 150 524 045 EUR) verminderd met het gereserveerde bedrag van 149 386 571 EUR om te voldoen aan de in artikel 10, lid 1, van de MFK-verordening vastgelegde verplichting om 25 % van de jaarlijkse toewijzing voor 2020 tot 1 oktober 2020 opzij te zetten.
3. Gevraagde kredieten in begroting 2020
Op basis van de aanvragen van Portugal, Spanje, Italië en Oostenrijk en uitgaande van de raming van de totale veroorzaakte directe schade, wordt de financiële bijdrage uit het SFEU berekend op 278 993 814 EUR.
Gezien het bedrag van 6 495 606 EUR dat in deze SFEU-dossiers reeds als voorschot is uitbetaald, stelt de Commissie voor om de begroting 2020 te wijzigen door begrotingsonderdeel 13 06 01 te verhogen met 272 498 208 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten (zie tabel hieronder).
Bedragen in EUR | |||
Begrotingsonderdeel | Naam | Vastleggingskredieten | Betalingskredieten |
13 06 01 | Bijstand aan lidstaten in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie | 272 498 208 | 272 498 208 |
Totaal | 272 498 208 | 272 498 208 |
4. Samenvatting per MFK-rubriek
In EUR | |||||||
Rubriek | Begroting 2020 | Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2020 | Begroting 2020 | ||||
(incl. GB 1-2/2020 & OGB3/2020) | (incl. GB 1-2 & OGB3&4/2020) | ||||||
VK | BK | VK | BK | VK | BK | ||
1. | Slimme en inclusieve groei | 83 930 597 837 | 72 353 828 442 | 83 930 597 837 | 72 353 828 442 | ||
Maximum | 83 661 000 000 | 83 661 000 000 | |||||
Marge | |||||||
1a | Concurrentievermogen voor groei en banen | 25 284 773 982 | 22 308 071 592 | 25 284 773 982 | 22 308 071 592 | ||
waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen | 93 773 982 | 93 773 982 | |||||
Maximum | 25 191 000 000 | 25 191 000 000 | |||||
Marge | |||||||
1b | Economische, sociale en territoriale samenhang | 58 645 823 855 | 50 045 756 850 | 58 645 823 855 | 50 045 756 850 | ||
waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen | 175 823 855 | 175 823 855 | |||||
Maximum | 58 470 000 000 | 58 470 000 000 | |||||
Marge | |||||||
2. | Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen | 59 907 021 051 | 57 904 492 439 | 59 907 021 051 | 57 904 492 439 | ||
Maximum | 60 421 000 000 | 60 421 000 000 | |||||
Marge | 513 978 949 | 513 978 949 | |||||
waarvan: Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) - marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen | 43 410 105 687 | 43 380 031 798 | 43 410 105 687 | 43 380 031 798 | |||
Submaximum | 43 888 000 000 | 43 888 000 000 | |||||
Afrondingsverschil uitgesloten voor de berekening van de marge | 888 000 | 888 000 | |||||
ELGF-marge | 477 006 313 | 477 006 313 | |||||
3. | Veiligheid en burgerschap | 7 152 374 489 | 5 278 527 141 | 7 152 374 489 | 5 278 527 141 | ||
waarvan onder flexibiliteitsinstrument | 1 094 414 188 | 1 094 414 188 | |||||
waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen | 2 392 402 163 | 2 392 402 163 | |||||
waarvan in het kader van de marge voor onvoorziene uitgaven | 714 558 138 | 714 558 138 | |||||
Maximum | 2 951 000 000 | 2 951 000 000 | |||||
Marge | |||||||
4. | Europa als wereldspeler | 10 406 572 239 | 8 944 061 191 | 10 406 572 239 | 8 944 061 191 | ||
Maximum | 10 510 000 000 | 10 510 000 000 | |||||
Marge | 103 427 761 | 103 427 761 | |||||
5. | Administratie | 10 271 193 494 | 10 274 196 704 | 10 271 193 494 | 10 274 196 704 | ||
Maximum | 11 254 000 000 | 11 254 000 000 | |||||
waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven | - 966 558 138 | - 966 558 138 | |||||
Marge | 16 248 368 | 16 248 368 | |||||
waarvan: Administratieve uitgaven van de instellingen | 7 955 303 132 | 7 958 306 342 | 7 955 303 132 | 7 958 306 342 | |||
Submaximum | 9 071 000 000 | 9 071 000 000 | |||||
waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven | - 966 558 138 | - 966 558 138 | |||||
Marge | 149 138 730 | 149 138 730 | |||||
Totaal | 171 667 759 110 | 154 755 105 917 | 171 667 759 110 | 154 755 105 917 | |||
waarvan onder flexibiliteitsinstrument | 1 094 414 188 | 1 017 029 444 | 1 094 414 188 | 1 017 029 444 | |||
waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen | 2 662 000 000 | 2 662 000 000 | |||||
waarvan in het kader van de marge voor onvoorziene uitgaven | 714 558 138 | 714 558 138 | |||||
Maximum | 168 797 000 000 | 172 420 000 000 | 168 797 000 000 | 172 420 000 000 | |||
waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven | - 966 558 138 | - 966 558 138 | |||||
Marge | 633 655 078 | 18 681 923 527 | 633 655 078 | 18 681 923 527 | |||
Andere speciale instrumenten | 587 763 000 | 418 500 000 | 272 498 208 | 272 498 208 | 860 261 208 | 690 998 208 | |
Algemeen totaal | 172 255 522 110 | 155 173 605 917 | 272 498 208 | 272 498 208 | 172 528 020 318 | 155 446 104 125 |
(1) PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.
(2) PB L 57 van 27.2.2020.
(3) PB L 126 van 21.4.2020.
(4) PB L 126 van 21.4.2020.
(5) COM(2020) 180 van 15.4.2020.
(6) COM(2020) 200 van 30.4.2020.
(7) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.