Toelichting bij COM(2020)409 - Instrument voor technische ondersteuning - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2020)409 - Instrument voor technische ondersteuning. |
---|---|
bron | COM(2020)409 |
datum | 28-05-2020 |
• Motivering en doel van het voorstel
De uitbraak van de COVID‑19-pandemie heeft de economische vooruitzichten voor de komende jaren in de Unie en in de hele wereld gewijzigd. De impact van de COVID‑19-crisis op de korte termijn in de afzonderlijke lidstaten zal afhangen van de duur en de strengheid van de lockdown-maatregelen, de samenstelling van de output en de economische beleidsmaatregelen die zijn genomen om de onmiddellijke impact van de crisis op te vangen; de effecten van de crisis op middellange en lange termijn zullen afhangen van de veerkracht van hun economieën. Gezien de verschillen in de economische impact op de korte termijn en de beschikbare beleidsruimte, bestaat er een reëel risico dat de COVID‑19-crisis de verschillen in de Unie zal vergroten indien geen doortastende beleidsactie wordt ondernomen.
Nu de inperkingsmaatregelen geleidelijk worden opgeheven, moet het herstel strategisch worden gepland om de economie nieuw leven in te blazen en de groei weer duurzaam te maken. Hiertoe is ondersteuning van openbare en particuliere investeringen nodig, maar ook versterking van de inspanningen van de lidstaten om de onderliggende sociale en economische zwakke punten van hun economieën aan te pakken, hun veerkracht te vergroten en de terugkeer naar duurzame groei te vergemakkelijken. In dit verband is het van cruciaal belang de hervormingsinspanningen van de lidstaten te blijven begeleiden door hun aanzienlijke technische ondersteuning te bieden ter versterking van hun administratieve capaciteit om de hervormingen voor te bereiden en uit te voeren die de veerkracht en het herstel ondersteunen.
In deze verordening wordt voorgesteld een autonoom instrument voor technische ondersteuning in te stellen dat beschikbaar is voor alle lidstaten, als opvolger van het steunprogramma voor structurele hervormingen (Structural Reform Support Programme, afgekort SRSP) 1 . Via het instrument voor technische ondersteuning zal de Commissie in de praktijk op maat gemaakte expertise kunnen blijven bieden, om ervoor te zorgen dat de lidstaten over de nodige institutionele en administratieve capaciteit beschikken om groeibevorderende hervormingen te ontwikkelen en uit te voeren en in staat zijn om de veerkracht van Europese economieën te versterken door middel van efficiënte en goed functionerende administratieve structuren. Daartoe zal zij, net als in het kader van het steunprogramma voor structurele hervormingen, ernaar streven de nationale autoriteiten van de verzoekende lidstaten gedurende het hele hervormingsproces of bepaalde fasen daarvan te begeleiden.
Om praktische redenen, en opdat de medewetgevers zo spoedig mogelijk een akkoord bereiken, wordt de meest recente tekst van het instrument voor technische ondersteuning in het voorstel van de Commissie tot vaststelling van een steunprogramma voor hervormingen (Reform Support Programme, RSP) 2 zoals de afgelopen maanden door de medewetgevers besproken als basis genomen voor dit voorstel voor een verordening. Het voorstel voor het steunprogramma voor hervormingen wordt ingetrokken.
Op 31 mei 2018 heeft de Commissie het steunprogramma voor hervormingen voorgesteld in het kader van de voorstellen voor sectorale programma’s van het meerjarig financieel kader (MFK) voor 2021‑2027. Dat voorstel omvatte een instrument voor technische ondersteuning dat tot doel had de inspanningen van de lidstaten ter verbetering van de uitvoering van structurele hervormingen in het kader van het Europees Semester te ondersteunen. De tekst van dat voorstel is in de Raad onder het Finse en het Kroatische voorzitterschap besproken, en in de Raad is over dat instrument een beginselakkoord bereikt. Daarnaast heeft het Europees Parlement gewerkt aan het voorstel van de Commissie voor het steunprogramma voor hervormingen en op 20 april 2020 zijn ontwerpverslag ingediend.
Parallel met dit voorstel heeft de Commissie, om te kunnen reageren op de nieuwe uitdagingen van de COVID‑19-crisis, ook een verordening voorgesteld voor een faciliteit voor herstel en veerkracht 3 die grootschalige financiële steun zal bieden voor overheidsinvesteringen en hervormingen die de economieën van de lidstaten veerkrachtiger en toekomstbestendiger maken. Het instrument voor technische ondersteuning kan de lidstaten ondersteunen bij de voorbereiding en uitvoering van herstel- en veerkrachtsplannen in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht.
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
Dankzij het instrument voor technische ondersteuning kan de Commissie de autoriteiten van de lidstaten ondersteunen bij hun inspanningen om hervormingen te ontwerpen volgens hun eigen prioriteiten, hun capaciteit te versterken om hervormingsbeleid en -strategieën te ontwikkelen en uit te voeren, en te profiteren van de goede praktijken en voorbeelden van anderen. Technische ondersteuning zal met name in de nasleep van de crisis nodig zijn. Dit voorstel vormt derhalve een passende aanvulling op de maatregelenpakketten die door de Commissie worden voorgesteld om de economische gevolgen van de COVID‑19-pandemie aan te pakken, namelijk de faciliteit voor herstel en veerkracht, de REACT EU 4 in het kader van de structuurfondsen en het Cohesiefonds, de gewijzigde voorstellen voor het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) en InvestEU, en de reeks maatregelen die zijn ontwikkeld in reactie op de huidige pandemie van COVID‑19, zoals het “investeringsinitiatief coronavirusrespons” 5 .
Het instrument voor technische ondersteuning bouwt voort op het succes van het SRSP, waar de begunstigde lidstaten voortdurend positief over waren en waar tijdens de vorige selectieronden meer vraag naar was dan dat er middelen beschikbaar waren (voor de ronde voor 2019 konden er van de 508 ingediende verzoeken met een totale waarde van 194 miljoen EUR 263 worden geselecteerd, voor een bedrag van 79,3 miljoen EUR; voor de ronde voor 2020 konden van de 609 ingediende verzoeken (250 miljoen EUR) 228 worden geselecteerd (84,7 miljoen EUR). Het instrument voor technische ondersteuning is opgezet als een voortzetting van het bestaande SRSP en is consistent, coherent en complementair met de bestaande hulpbronnen voor capaciteitsopbouw en technische bijstand via andere financieringsprogramma’s van de Unie. De technische bijstand die beschikbaar is in het kader van het cohesiebeleid heeft tot doel belanghebbenden te helpen bij de uitvoering van door de Unie gefinancierde programma’s en projecten, in de vorm van financiële steun uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Cohesiefonds voor voorbereiding, beheer, evaluatie, toezicht, audit en controle. De technische bijstand die in dat verband beschikbaar is, is dus gericht op het opbouwen van capaciteit om de middelen van de Unie te beheren en op het bevorderen van de uitvoering van projecten die door de fondsen van de Unie worden medegefinancierd, wat de absorptie van deze middelen vergemakkelijkt. De hub voor technische bijstand in het kader van InvestEU is voornamelijk gericht op de voorbereiding van grote (particuliere) investeringsprojecten en niet op structurele hervormingen. Het instrument voor technische ondersteuning daarentegen is bedoeld om steun te verlenen voor administratieve capaciteit en structurele hervormingen op lange termijn, waarmee de bestaande bijstand van de verschillende sectorale programma’s van de Unie en de acties die in het kader van de fondsen van de Unie zijn uitgevoerd, op passende wijze wordt aangevuld en in waarde toeneemt.
Bovendien is dit instrument in overeenstemming met de beleidsrichtsnoeren die in het kader van het Europees Semester zijn verstrekt, door technische ondersteuning te bieden ter bevordering van de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen aan de lidstaten in die context.
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
Het voorstel is in overeenstemming met de andere beleidslijnen van de Unie en voorziet in complementariteit en synergieën daarmee.
Het voorstel tot instelling van een faciliteit voor herstel en veerkracht heeft tot doel financiële steun te bieden voor overheidsinvesteringen en hervormingen, met name op het gebied van groene en digitale transities, die economieën veerkrachtiger en toekomstbestendiger maken.
Het instrument voor technische ondersteuning vormt een aanvulling op het voorstel tot instelling van een faciliteit voor herstel en veerkracht, aangezien het ondersteuning biedt voor de versterking van de administratieve capaciteit van de lidstaten en in deze context voor de voorbereiding en uitvoering van de herstel- en veerkrachtsplannen waarin de hervormingen en investeringen worden uiteengezet die in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht zullen worden gefinancierd, en meer in het algemeen ook voor de nationale hervormingsacties met betrekking tot groene en digitale transities.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
Het voorstel is gebaseerd op artikel 175, derde alinea, en artikel 197, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
In artikel 175, derde alinea, VWEU is bepaald dat indien specifieke maatregelen buiten de fondsen om noodzakelijk blijken, zulke maatregelen, onverminderd de maatregelen waartoe in het kader van ander beleid van de Unie wordt besloten, door het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s kunnen worden vastgesteld.
In artikel 197, lid 2, VWEU is bepaald dat de Unie de inspanningen van de lidstaten ter verbetering van hun administratieve vermogen om het recht van de Unie uit te voeren, kan steunen, onder meer door de uitwisseling van informatie te vergemakkelijken en opleidingsregelingen te ondersteunen. Geen enkele lidstaat is verplicht gebruik te maken van dergelijke steun. Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure de daartoe noodzakelijke maatregelen vast, met uitsluiting van enige harmonisering van de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten.
Met het oog op de artikelen 175 en 197 VWEU is de verordening bedoeld om de cohesie te versterken door middel van maatregelen die herstel, veerkracht en convergentie in de betrokken lidstaten mogelijk maken.
• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
De financiering van de voorgestelde activiteiten via de voorgenomen verordening is in overeenstemming met het beginsel van Europese toegevoegde waarde en het subsidiariteitsbeginsel. De financiering uit de begroting van de Unie is gericht op activiteiten waarvan de doelstellingen niet voldoende door de lidstaten alleen kunnen worden verwezenlijkt (de “noodzakelijkheidstoetsing”) en waarbij het EU-optreden een toegevoegde waarde kan bieden ten opzichte van het optreden van de lidstaten.
Doel van de verordening is de cohesie te bevorderen door de lidstaten te ondersteunen bij hun inspanningen om de hervormingen door te voeren die nodig zijn voor economisch en sociaal herstel, veerkracht en convergentie en ter versterking van hun administratieve capaciteit voor de uitvoering van het recht van de Unie met betrekking tot de uitdagingen voor de instellingen, het bestuur, de overheidsdiensten en de economische en sociale sectoren.
De verordening is gebaseerd op het idee dat technische ondersteuning wordt verleend in antwoord op een vrijwillig verzoek van de betrokken lidstaat. Elke lidstaat beslist dus op grond van de beschikbare mogelijkheden op nationaal, regionaal of lokaal niveau of actie op het niveau van de Unie noodzakelijk is. De uitvoering van de technischeondersteuningsmaatregelen die verband houden met het economische en sociale herstel, de veerkracht en de convergentie, en met de versterking van de administratieve capaciteit van de lidstaten om het recht van de Unie ten uitvoer te leggen, is voor de Unie een zaak van gemeenschappelijk belang.
Het instrument voor technische ondersteuning vervangt het huidige SRSP en maakt bovendien deel uit van de initiatieven die de Commissie naar aanleiding van de uitbraak van de COVID‑19-pandemie heeft genomen om de lidstaten te helpen de enorme economische en sociale gevolgen ervan te verzachten. Om een snel en robuust economisch herstel in de Unie tot stand te brengen, zijn dus maatregelen op het niveau van de Unie nodig. Dit doel kan niet in voldoende mate door de lidstaten alleen worden bereikt; de Unie daarentegen kan toegevoegde waarde bieden door een verordening vast te stellen die voorziet in een instrument dat versterkte technische ondersteuning biedt bij het ontwerpen en uitvoeren van de hoognodige structurele hervormingen. Dergelijke ondersteuning zou ook bijdragen tot het verzachten van de gevolgen van de huidige COVID‑19-crisis.
• Evenredigheid
Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: het is beperkt tot het minimum dat vereist is om de genoemde doelstelling op Europees niveau te verwezenlijken en gaat niet verder dan wat daartoe nodig is. Het vrijwillige karakter van het instrument voor technische ondersteuning en de op consensus gebaseerde samenwerking gedurende het gehele proces vormen een extra garantie voor de naleving van het evenredigheidsbeginsel en voor de ontwikkeling van wederzijds vertrouwen en samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie.
• Keuze van het instrument
De in het voorgaande beschreven doelstellingen kunnen niet worden bereikt door harmonisatie van de wetgevingen, of door vrijwillig optreden van de lidstaten. Ze kunnen enkel met een verordening worden bereikt. Teneinde een gelijke behandeling van de lidstaten te waarborgen is een voor alle lidstaten geldende verordening ook het meest geschikte rechtsinstrument om de verlening van technische ondersteuning te organiseren.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
• Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
Het instrument voor technische ondersteuning is een voortzetting van het bestaande SRSP 2017‑2020, dat is gebaseerd op Verordening (EU) 2017/825, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/1671 6 . De uitvoering van het SRSP begon met de goedkeuring, in september 2017, van het jaarlijkse werkprogramma van 2017 7 , gevolgd door de goedkeuring van de daaropvolgende werkprogramma’s 8 . Overeenkomstig artikel 16 van de SRSP-verordening verstrekt de Commissie het Europees Parlement en de Raad jaarlijkse monitoringverslagen over de uitvoering van het programma 9 en een onafhankelijk tussentijds en een ex‑postevaluatieverslag.
In een binnenkort door de Commissie goed te keuren werkdocument van de diensten van de Commissie is de uitvoering van het SRSP bij het onafhankelijke tussentijdse evaluatieverslag getoetst op relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie, coherentie en meerwaarde voor de EU. Daaruit zijn een aantal lessen getrokken. Hoewel het programma onlangs is goedgekeurd en veel projecten voor technische ondersteuning zich nog in de beginfase bevinden, blijkt uit de bevindingen dat het SRSP goede vooruitgang boekt bij de verwezenlijking van zijn doelstellingen. Uit de evaluatie blijkt namelijk dat het ontwerp van het SRSP goed is afgestemd op de feitelijke behoeften van de lidstaten en een geschikt instrument is om de lidstaten te ondersteunen bij het versterken van hun administratieve en institutionele capaciteit. De hoge mate van flexibiliteit en het ontbreken van medefinancieringsvereisten maken het mogelijk de behoeften van de lidstaten om te zetten in haalbare maatregelen met realistische termijnen en aan de verwachtingen van de lidstaat te voldoen. Ook was men van oordeel dat het delen van goede praktijken tussen de lidstaten een aanzienlijke toegevoegde waarde vertegenwoordigt. Bovendien is het SRSP goed geïntegreerd in het proces van economische governance van de Unie. De jaarlijkse cycli van het SRSP en het Europees Semester sluiten goed op elkaar aan, wat een brede en gecoördineerde benadering van structurele hervormingen in de lidstaten mogelijk maakt. Een hoge mate van betrokkenheid van alle belanghebbenden, een hoog niveau van deskundigheid van de aanbieders van technische ondersteuning en gunstige politieke omstandigheden worden geacht een positieve invloed te hebben op de resultaten van het SRSP. Een gebrek aan samenwerking tussen belanghebbenden en veranderende of onzekere politieke omstandigheden wordt daarentegen geacht een negatieve invloed te hebben op de succesvolle uitvoering van technischeondersteuningsprojecten.
• Raadpleging van belanghebbenden
Omdat het voorstel met spoed moest worden voorbereid om tijdig door de medewetgevers aangenomen te kunnen worden, was geen formele raadpleging van de belanghebbenden mogelijk. In de loop van het wetgevingsproces over het voorstel voor het steunprogramma voor hervormingen is echter wel rekening gehouden met de standpunten van de belanghebbenden.
• Effectbeoordeling
Vanwege het spoedeisende karakter van het voorstel heeft geen nieuwe effectbeoordeling plaatsgevonden. Dit voorstel voor een verordening bouwt echter voort op de meest recente tekst van de werkgroep van de Raad over technische ondersteuning in het RSP-voorstel en is in overeenstemming met het op 20 april 2020 gepubliceerde gezamenlijke ontwerpverslag van de Begrotingscommissie en de Commissie economische en monetaire zaken van het Europees Parlement over de instrumenten voor technische ondersteuning in het RSP-voorstel. Dit voorstel vervangt gedeeltelijk het oorspronkelijke RSP-voorstel van de Commissie (COD...), dat gebaseerd was op een effectbeoordeling, waarvan de belangrijkste bevindingen mutatis mutandis geldig blijven.
• Grondrechten
Als de lidstaten ondersteuning vragen en ontvangen op daarmee verband houdende gebieden heeft het voorstel gunstige gevolgen voor de bescherming en ontwikkeling van de grondrechten van de Unie. Ondersteuning op gebieden als arbeidsmarkt en sociale verzekering, gezondheidszorg, onderwijs, milieu, eigendom, overheidsdiensten en justitie, bijvoorbeeld, kan de grondrechten van de Unie zoals waardigheid, vrijheid, gelijkheid, solidariteit, burgerrechten en justitie ondersteunen.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
De financiële middelen voor de uitvoering van het instrument voor technische ondersteuning voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2027 bedragen 864 406 000 EUR (in lopende prijzen).
In het financieel memorandum is over de financiële middelen de nodige uitleg opgenomen.
5. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplannen en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
Om bij te houden in hoeverre de doelstellingen van het instrument voor technische ondersteuning door de verordening worden verwezenlijkt, zijn enkele essentiële prestatie-indicatoren vastgesteld waarvoor periodiek gegevens zullen worden verzameld. Specifieke resultaat- en impactindicatoren zullen voor concrete projecten worden vastgesteld, met basisscenario’s en streefdoelen, om de vorderingen in de richting van de uiteindelijke streefdoelen te volgen en de impact van de uitgevoerde hervormingen te evalueren.
Er zal een tussentijdse evaluatie en een evaluatie achteraf worden uitgevoerd om de doeltreffendheid, efficiëntie, relevantie en samenhang van het instrument te beoordelen. De evaluaties zullen worden uitgevoerd overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 10 . De evaluaties bevatten tevens de lessen die zijn getrokken om eventuele tekortkomingen en/of problemen te identificeren of na te gaan of er mogelijkheden zijn voor verdere verbetering van de acties of de resultaten ervan, en om de toepassing en de impact ervan te maximaliseren.
De tussentijdse evaluatie van de verordening zal worden uitgevoerd zodra voldoende informatie over de uitvoering ervan beschikbaar is, maar uiterlijk vier jaar nadat met de uitvoering van de verordening is begonnen. Uiterlijk drie jaar na het einde van de toepassingsperiode van de verordening zal de Commissie een eindevaluatie achteraf verrichten. De Commissie zal de conclusies van de evaluaties samen met haar opmerkingen meedelen aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s.
• Artikelsgewijze toelichting
Bij de verordening wordt het instrument voor technische ondersteuning vastgesteld, dat de lidstaten met technische maatregelen zal ondersteunen bij het uitvoeren van institutionele, administratieve en groeiondersteunende en veerkrachtsbevorderende structurele hervormingen (artikel 1).
De algemene doelstelling van het instrument voor technische ondersteuning is de cohesie te bevorderen door de lidstaten te ondersteunen bij hun inspanningen om de hervormingen door te voeren die nodig zijn voor economisch en sociaal herstel, veerkracht en convergentie en ter versterking van hun administratieve capaciteit voor de uitvoering van het recht van de Unie met betrekking tot de uitdagingen voor de instellingen, het bestuur, de overheidsdiensten en de economische en sociale sectoren. (Artikel 3)
De specifieke doelstellingen van het instrument (artikel 4) zijn de nationale autoriteiten te bij te staan bij het verbeteren van hun capaciteit om hervormingen te ontwerpen, te ontwikkelen en uit te voeren, onder meer door de uitwisseling van goede praktijken, passende processen en methoden en een doeltreffender en efficiënter personeelsbeheer. Zij moeten in nauwe samenwerking met de betrokken lidstaten worden nagestreefd.
Het toepassingsgebied is een brede waaier aan beleidsterreinen, waaronder het beheer van overheidsfinanciën en -activa, institutionele en administratieve hervormingen, ondernemingsklimaat, de markten voor arbeid, goederen en diensten, onderwijs en opleiding, duurzame ontwikkeling, volksgezondheid, onderwijs en de financiële sector (artikel 5). Bijzondere nadruk wordt gelegd op acties ter bevordering van groene en digitale transities.
De totale financiële middelen voor de uitvoering van het instrument voor de periode 2021‑2027 bedragen 864 406 000 EUR in lopende prijzen (artikel 6). Naast deze financiële middelen kunnen de lidstaten op vrijwillige basis, overeenkomstig artikel 21 van Verordening [de opvolger van de GB-verordening] 11 , middelen voor technische bijstand in het kader van programma’s onder gedeeld beheer overdragen naar het instrument voor technische ondersteuning. De overgedragen middelen worden overeenkomstig de voorschriften van dit instrument ten uitvoer gelegd en worden uitsluitend ten behoeve van de betrokken lidstaat gebruikt (artikel 6, lid 3, en artikel 10).
De voorstellen van de Commissie voor het meerjarig financieel kader 2021‑2027 bevatten ambitieuzere doelstellingen voor klimaatmainstreaming in alle EU-programma’s met als streefdoel dat 25 % van de EU-uitgaven moet bijdragen aan klimaatdoelstellingen. De bijdrage van dit instrument aan de verwezenlijking van dit algemene streefdoel zal worden gevolgd met behulp van een EU-referentiesysteem van klimaatindicatoren, op passende wijze opgesplitst, en waar mogelijk zullen eveneens preciezere methoden worden gebruikt (overweging 10).
Het instrument voor technische ondersteuning moet ondersteuning bieden aan de uitvoering van groei- en veerkrachtsbevorderende hervormingen die op initiatief van de lidstaten of in het kader van economische beleidsprocessen worden ondernomen, of acties die verband houden met de uitvoering van het recht van de Unie en de beleidsprioriteiten van de Unie en de hervormingen in verband met de uitvoering van economische aanpassingsprogramma’s. Het instrument moet ook technische ondersteuning bieden voor hervormingen die in het kader van de nieuwe faciliteit voor herstel en veerkracht moeten worden voorbereid en uitgevoerd (artikel 8).
De Commissie analyseert de ondersteuningsverzoeken op basis van de urgentie, de omvang en de impact van de geïdentificeerde problemen, de steunbehoeften voor de betrokken beleidsterreinen, een analyse van de sociaaleconomische indicatoren en de algemene administratieve capaciteit van de lidstaat. Op basis van die analyse en rekening houdend met de bestaande maatregelen en acties die door andere fondsen van de Unie of Unieprogramma’s worden gefinancierd, zal de Commissie met de lidstaat tot een akkoord te komen wat betreft de prioriteitsgebieden voor ondersteuning, de doelstellingen, een indicatief tijdschema, het toepassingsgebied van de uit te voeren steunmaatregelen en de geraamde algemene financiële bijdrage, en dient dit in een samenwerkings- en steunplan te worden neergelegd (artikel 8).
Het type acties dat voor financiering via het instrument voor technische ondersteuning in aanmerking komt, omvat onder meer deskundigheid op het gebied van beleidsadvies en/of beleidsaanpassing, formulering van strategieën en stappenplannen voor hervormingen, alsmede wetgevende, institutionele, structurele en administratieve hervormingen; de terbeschikkingstelling van deskundigen, inclusief deskundigen ter plaatse; capaciteitsopbouw en daarmee samenhangende steunmaatregelen op alle bestuursniveaus, daarmee ook bijdragend aan meer eigen inbreng van het maatschappelijk middenveld (artikel 7). De acties die in het kader van het instrument voor technische ondersteuning worden gefinancierd, komen ook in aanmerking voor steun uit andere programma’s, instrumenten of fondsen van de Unie uit de begroting van de Unie, mits dergelijke steun niet dezelfde kostenposten dekt (artikel 11).
De Commissie zal bij uitvoeringshandelingen werkprogramma’s vaststellen voor de tenuitvoerlegging van het instrument voor technische ondersteuning, waarin de maatregelen voor het verstrekken van technische ondersteuning en alle op grond van het Financieel Reglement 12 vereiste elementen worden bepaald (artikel 12).
Er worden bepalingen vastgesteld over activiteiten voor communicatie naar het Europees Parlement, de Raad en het publiek toe (de artikelen 9 en 17) en bepalingen over complementariteit (artikel 13), monitoring (artikel 14), jaarlijkse verslagen (artikel 15) en evaluatie (artikel 16).