Toelichting bij COM(2020)308 - Beheers-, instandhoudings- en controlemaatregelen die gelden in het verdragsgebied van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het voorstel beoogt de omzetting in EU-recht van de controle-, instandhoudings- en beheersmaatregelen die zijn vastgesteld door de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn (IATTC), waarbij de Europese Unie (EU) sinds 2006 verdragsluitende partij is. De IATTC is de regionale organisatie voor visserijbeheer (ROVB) die verantwoordelijk is voor het beheer van tonijn en tonijnachtigen in het oostelijke deel van de Stille Oceaan, als bepaald in het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica (hierna “het IATTC-verdrag” genoemd). De EU heeft gemiddeld drie ringzegenvaartuigen en een dertigtal beugvisserijvaartuigen die actief zijn in het IATTC-verdragsgebied. De belangrijkste bestanden waarop de EU-vloot vist, zijn tropische tonijn en zwaardvis.

Alle partijen bij het IATTC-verdrag zijn lid van de IATTC. De IATTC stelt instandhoudings- en beheersmaatregelen bij consensus vast (“resoluties”), overeenkomstig artikel IX.7 van het IATTC-verdrag. De Commissie stelt namens de EU onderhandelingsrichtsnoeren vast op grond van een bij besluit van de Raad vastgesteld mandaat van vijf jaar en op basis van wetenschappelijk advies. Overeenkomstig dit mandaat worden deze richtsnoeren gepresenteerd, besproken en goedgekeurd in de werkgroep van de Raad en verder aangepast, rekening houdend met realtimeontwikkelingen, bij coördinatievergaderingen met de lidstaten die tijdens de jaarvergaderingen van de IATTC worden gehouden.

In het IATTC-verdrag is bepaald dat de door de IATTC aangenomen resoluties bindend zijn (artikel IX.7) en dat de verdragsluitende partijen de nodige maatregelen moeten nemen voor de uitvoering en naleving van het verdrag en de op grond daarvan vastgestelde instandhoudings- en beheersmaatregelen, met inbegrip van de aanneming van de nodige wet- en regelgeving (artikel XVIII.1). De IATTC-resoluties zijn weliswaar hoofdzakelijk gericht op de verdragsluitende partijen bij de IATTC, maar leggen ook verplichtingen op aan exploitanten (zoals kapiteins van vaartuigen).

Tijdens haar jaarvergaderingen stelt de IATTC nieuwe maatregelen vast of wijzigt zij de bestaande maatregelen. 45 dagen na de vaststelling ervan en na de kennisgeving ervan door de uitvoerend secretaris van de IATTC aan de verdragsluitende partijen treden deze in werking als IATTC-resoluties. Na de jaarvergadering brengt de Commissie de Raad op de hoogte van de door de IATTC aangenomen maatregelen, samen met de geplande datum van inwerkingtreding ervan. In artikel 3, lid 5, van het Verdrag betreffende de Europese Unie is bepaald dat de EU het internationaal recht – waaronder de IATTC-resoluties vallen – strikt moet naleven.

Dit voorstel heeft betrekking op de maatregelen die sinds 2008 door de IATTC zijn goedgekeurd. De IATTC-resoluties kunnen jaarlijks tijdens de jaarvergadering van de IATTC worden gewijzigd. Uit een historisch overzicht blijkt dat tijdens deze vergaderingen niet alleen nieuwe resoluties worden aangenomen, maar dat eveneens elk deel van de bestaande IATTC-resoluties kan worden gewijzigd. Het is de taak van de EU om te waarborgen dat deze maatregelen, als internationale verplichtingen, worden nageleefd zodra zij in werking treden. Met dit voorstel wordt daarom beoogd de bestaande IATTC-resoluties om te zetten; tevens bevat het een mechanisme om de uitvoering van de IATTC-maatregelen in de toekomst te vergemakkelijken.

Het wetgevingsproces voor de omzetting van door de ROVB’s vastgestelde instandhoudings- en beheersmaatregelen in EU-recht duurt gemiddeld 18 maanden vanaf de eerste opstelling van het voorstel van de Commissie tot de vaststelling van de definitieve handeling door de Raad en het Europees Parlement. Dankzij gedelegeerde bevoegdheden kan de Unie, met inachtneming van de richtsnoeren van de medewetgever, zorgen voor een snelle omzetting in Unierecht van door de EU aangenomen instandhoudingsmaatregelen die gunstig zouden zijn voor de EU-vloot, het gelijke speelveld bevorderen en het duurzame beheer van de bestanden op lange termijn verder ondersteunen. Dit voorstel voorziet in de verlening van gedelegeerde bevoegdheden aan de Commissie uit hoofde van artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), om rekening te houden met wijzigingen van maatregelen, die naar verwachting frequent zullen zijn, en om te waarborgen dat de vissersvaartuigen van de Unie op gelijke voet worden geplaatst met vaartuigen van andere verdragsluitende partijen bij de IATTC; het betreft onder meer de technische specificaties voor haaienlijnen, de aangifte van overlading, sluitingsperioden, de termijnen voor de verslaglegging betreffende visaantrekkende voorzieningen, bepalingen betreffende het ontwerp en het gebruik van visaantrekkende voorzieningen, termijnen voor gegevensverzameling, gebieden en risicobeperkende maatregelen ter bescherming van zeevogels, de aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers, informatie over het regionale vaartuigenregister, verwijzing naar de tabel voor verstrekking van gegevens via logboeken en losregisters, het statistische document voor grootoogtonijn, de termijnen voor verslaglegging en de richtsnoeren inzake schildpaddensterfte.

De in dit voorstel vervatte verslagleggingstermijnen zijn vastgesteld op basis van de in de IATTC-resoluties vermeldde termijnen. Doel is ervoor te zorgen dat de EU haar rapporten tijdig indient bij de IATTC.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

De bepalingen van een aantal IATTC-resoluties zijn laatstelijk omgezet bij titel IV van Verordening (EG) nr. 520/2007 van de Raad van 7 mei 2007 tot vaststelling van technische maatregelen voor de instandhouding van bepaalde over grote afstanden trekkende visbestanden en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 973/2001.

Omwille van duidelijkheid, vereenvoudiging en rechtszekerheid is het daarom verkieslijk Verordening (EG) nr. 520/2007 van de Raad te wijzigen door titel IV te schrappen en rekening te houden met de wijzigingen die sinds de vaststelling ervan zijn aangebracht, maar waarin het EU-recht nog niet voorziet. De IATTC-resoluties over de visserijperioden voor ringzegenvaartuigen en beperkingen voor visaantrekkende voorzieningen zijn omgezet in Verordening (EU) 2019/124 van de Raad 1 .

Het voorstel is volledig in overeenstemming met deel VI (extern beleid) van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), waarin is bepaald dat de EU haar externe betrekkingen op visserijgebied onderhoudt in overeenstemming met haar internationale verplichtingen, door de EU-visserijactiviteiten op regionale visserijsamenwerking te baseren en met het Europees Bureau voor visserijcontrole samen te werken om naleving te waarborgen.

Het voorstel vormt een aanvulling op Verordening (EU) 2017/2403 inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten, waarin is bepaald dat vissersvaartuigen van de Unie onderworpen zijn aan een reeks vismachtigingen van ROVB’s volgens de voorwaarden en regels van specifieke ROVB’s en Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad inzake illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij.

Dit voorstel heeft geen betrekking op door de IATTC vastgestelde vangstmogelijkheden voor de EU. Krachtens artikel 43, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) komt het aan de Raad toe om maatregelen vast te stellen voor de prijsbepaling, de heffingen, de steun en de kwantitatieve beperkingen, alsook voor de vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Niet van toepassing.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel is gebaseerd op artikel 43, lid 2, VWEU aangezien het bepalingen bevat die nodig zijn om de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid na te streven.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie (artikel 3, lid 1, onder d), VWEU). Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheid

Het voorstel zal ervoor zorgen dat het recht van de Unie in overeenstemming is met haar door de IATTC vastgestelde internationale verplichtingen en dat de Unie de besluiten naleeft die zijn genomen door de ROVB’s waarbij de Unie overeenkomstsluitende partij is. Met het voorstel worden de verplichtingen omgezet zonder verder te gaan dan wat nodig is om het gestelde doel te bereiken.

Keuze van het instrument

Het gekozen instrument is een verordening van het Europees Parlement en de Raad.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

1.

Niet relevant


Raadpleging van belanghebbenden

Het doel van dit voorstel is de omzetting en uitvoering van bestaande IATTC-maatregelen die bindend zijn voor de verdragsluitende partijen. Zowel de lidstaten als het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld uit de hele EU werden geraadpleegd in de aanloop naar de IATTC-vergaderingen waarin deze resoluties werden aangenomen en tijdens onderhandelingen die tijdens de jaarvergadering van de IATTC werden gevoerd. Daarom werd het niet nodig geacht een raadpleging van belanghebbenden te houden over deze verordening.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Niet relevant. Dit is een omzetting van een aanbeveling die rechtstreeks van toepassing is op de lidstaten.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Dit voorstel houdt geen verband met Refit.

Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten van de burgers.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Er zijn geen gevolgen voor de begroting.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Niet van toepassing.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk I bevat algemene bepalingen over het onderwerp, toepassingsgebied en doel van het voorstel. Het bevat ook definities. Deze verordening is van toepassing op EU-vaartuigen die vissen in het gebied dat onder het IATTC-verdrag valt.

Hoofdstuk II heeft betrekking op instandhoudings- en beheersmaatregelen, met inbegrip van bepalingen betreffende ringzegenvaartuigen die op tropische tonijn vissen, het verbod op de visserij bij instrumentboeien, bepalingen betreffende de visserij in de nabijheid van visaantrekkende voorzieningen, het gebruik ervan, het ontwerp ervan en voorschriften voor overlading in de haven.

Hoofdstuk III bevat maatregelen ter bescherming van bepaalde mariene soorten die aanwezig zijn in het gebied dat onder het IATTC-verdrag valt, zoals oceanische witpunthaaien, zijdehaaien, hamerhaaien en roggen van het geslacht Mobula. Deze maatregelen omvatten verplichtingen inzake het verstrekken van gegevens en het vrijlaten van dieren, evenals voorschriften ter bescherming van zeeschildpadden en zeevogels.

Hoofdstuk IV bevat bepalingen over de IATTC-waarnemersregeling, waaronder regels over de reikwijdte van het waarnemersprogramma en de verslagleggingsverplichtingen van waarnemers.

In hoofdstuk V worden de vereisten voor de vaartuigen vastgesteld, waaronder die betreffende het regionale vaartuigenregister van de IATTC, de verslagleggingsverplichtingen en het protocol voor de verzegeling van visopslagplaatsen.

Hoofdstuk VI bevat informatie over de verslagleggingsverplichtingen in verband met het statistische programma, en de vereisten voor het documentatieprogramma voor grootoogtonijn.

Hoofdstuk VII bevat slotbepalingen, onder meer met betrekking tot de vertrouwelijkheid van elektronische verslagen en berichten en de procedure voor het indienen van wijzigingsvoorstellen, gedelegeerde bevoegdheden en wijzigingen van bestaande EU-wetgeving.