Toelichting bij COM(2020)575 - Jaarlijkse strategie voor duurzame groei voor 2021

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2020)575 - Jaarlijkse strategie voor duurzame groei voor 2021.
bron COM(2020)575 NLEN
datum 17-09-2020
EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 17.9.2020


COM(2020) 575 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Jaarlijkse strategie voor duurzame groei voor 2021


I.

Inleiding



Door de COVID-19-pandemie is de wereld plotseling in een diepe recessie beland. Ondanks de sterke, gecoördineerde en innovatieve respons op nationaal en EU-niveau is er nog steeds veel onzekerheid, met name over hoe lang deze crisis zal duren en hoe deze precies van invloed zal zijn op ons leven en onze economieën. Wij moeten de Europese burgers beschermen, hun gezondheid en hun banen veiligstellen en tegelijkertijd rechtvaardigheid, veerkracht en macro-economische stabiliteit in de hele Unie waarborgen. Hoewel alle lidstaten door de pandemie zijn getroffen, zullen de impact en het tempo en de kracht van het herstel sterk verschillen per regio.

Volgens de economische zomerprognose 2020 zal de economie van de eurozone in 2020 met 8,7 % krimpen en in 2021 weer met 6,1 % opveren, terwijl de economie van de EU in 2020 naar verwachting met 8,3 % zal krimpen en in 2021 met 5,8 % zal groeien 1 . De werkgelegenheid is in het tweede kwartaal ook sterker dan ooit tevoren gedaald, zij het veel minder sterk dan het bruto binnenlands product gezien de ongekend omvangrijke steun die in de lidstaten en in de EU is verleend via haar nieuwe SURE-instrument 2 en de ongekende flexibiliteit bij het gebruik van de middelen van het cohesiebeleid in het kader van het investeringsinitiatief coronavirusrespons 3 . De economische vooruitzichten hangen sterk af van de ontwikkeling van de pandemie en van de beperkingen op de economische activiteit die worden ingesteld om deze in te dammen. Beleidsondersteuning op nationaal en EU-niveau is van cruciaal belang voor het herstel. Wat dat betreft zullen de groei- en werkgelegenheidsvooruitzichten naar verwachting een positieve stimulans krijgen van de op 21 juli 2020 bereikte overeenkomst van de Europese Raad over het volgende meerjarige financiële kader en “NextGenerationEU”. Op het niveau van de Unie en de lidstaten moeten we nu het beste uit deze baanbrekende overeenkomst halen.

De respons van de Unie is doorslaggevend geweest. Er wordt nu onderhandeld tussen het Europees Parlement en de Raad over het volgende meerjarige financiële kader en het nieuwe instrument NextGenerationEU om de werkzaamheden met betrekking tot alle rechtshandelingen met spoed af te ronden. Deze werkzaamheden moeten uiterlijk op 1 januari 2021 gereed zijn, zodat de programma’s tijdig operationeel zijn. Voor een snel en duurzaam herstel is het essentieel dat de slagkracht van de EU-begroting volledig wordt ingezet. Cruciaal daarbij is dat het eigenmiddelenbesluit, zodra het door de Raad is aangenomen, door alle lidstaten moet worden goedgekeurd overeenkomstig hun respectieve grondwettelijke vereisten voordat de Commissie een beroep kan doen op marktfinanciering voor de NextGenerationEU-programma’s. Voor een snelle uitrol van NextGenerationEU is het dan ook belangrijk dat deze goedkeuring tijdig plaatsvindt.

De faciliteit voor herstel en veerkracht zal een van de belangrijkste instrumenten voor herstel zijn, met een ongekend hoog bedrag van 672,5 miljard EUR aan leningen en subsidies die vervroegd beschikbaar worden gesteld in de eerste cruciale jaren van het herstel. De lidstaten zullen in hun plannen voor herstel en veerkracht hun nationale agenda van hervormingen en investeringen opnemen, die is opgesteld volgens de beleidsdoelstellingen van de EU en waarin de groene en digitale transities centraal staan. De faciliteit zal de inspanningen van de lidstaten ondersteunen om hun sociale en economische veerkracht, en daarmee het groeipotentieel van hun economieën en het scheppen van banen, doeltreffend te versterken en zo de EU-doelstellingen te ondersteunen.

De faciliteit voor herstel en veerkracht staat symbool voor de vastberadenheid van de EU om haar uitdagingen gezamenlijk aan te pakken. Het behoud van de werking van de eengemaakte markt was van cruciaal belang om het herstel op gang te brengen, eerlijke concurrentie te waarborgen en verstoringen van de grensoverschrijdende waardeketens en het vrije verkeer van werknemers en goederen te voorkomen. Het zal opwaartse convergentie van de levensstandaard bevorderen en verstoring van het economische speelveld voorkomen. Een doeltreffende uitvoering van NextGenerationEU kan tegen 2024 2 % extra bruto binnenlands product en twee miljoen banen opleveren, onder andere door de groene en digitale transities te versnellen 4 . Naar verwachting zal deze extra groei de faciliteit voor herstel en veerkracht mettertijd in staat stellen zichzelf te financieren door middel van extra activiteiten en extra belastinginkomsten voor de lidstaten en de EU.

Deze EU-beleidsmaatregelen moeten zo snel mogelijk worden uitgevoerd. Hoewel het akkoord over het herstelpakket de onzekerheid helpt weg te nemen, is een doeltreffende uitvoering in de komende jaren cruciaal om het herstel te ondersteunen. De onmiddellijke prioriteit is dat de Unie samenwerkt met de lidstaten om wezenlijke vooruitgang te boeken bij het formuleren van de juiste hervormings- en investeringsprioriteiten conform de Europese doelstellingen, en er vervolgens voor te zorgen dat deze doeltreffend worden uitgevoerd.

2.

II.De Europese faciliteit voor herstel en veerkracht: verwezenlijking van de EU-doelstelling van concurrerende duurzaamheid


De faciliteit voor herstel en veerkracht komt voort uit het streven van de EU naar concurrerende duurzaamheid en cohesie door middel van een nieuwe groeistrategie, de Europese Green Deal. De overgang naar een duurzaam en inclusief economisch model, dat mogelijk wordt gemaakt door een bredere verspreiding en toepassing van digitale en schone technologieën, kan van Europa een leider op het gebied van transformatie maken. In plaats van af te wijken van de agenda van de periode vóór COVID-19, moet de faciliteit voor herstel en veerkracht de maatregelen om de reeds bestaande uitdagingen aan te pakken versnellen en tegelijkertijd nieuwe tegenslagen als gevolg van de crisis vermijden. De vier dimensies – ecologische duurzaamheid, productiviteit, billijkheid en macro-economische stabiliteit – die in de jaarlijkse strategie voor duurzame groei voor 2020 waren vastgesteld, moeten de leidende beginselen blijven waarop de lidstaten hun plannen voor herstel en veerkracht baseren. Deze prioriteiten vormen de kern van het Europees semester en zorgen ervoor dat de nieuwe agenda voor groei het beste voor de mensen en de planeet oplevert.

Concurrerende duurzaamheid en veerkracht zijn twee kanten van dezelfde medaille; de COVID-19-crisis heeft dit opnieuw duidelijk gemaakt. Veerkracht is het vermogen om niet alleen uitdagingen aan te gaan en te overwinnen, maar ook om transities op een duurzame, billijke en democratische manier te doorlopen 5 . Voor minder veerkrachtige EU-landen en sectoren bleek het moeilijker de crisis het hoofd te bieden en er goed op te reageren. Zonder een adequate respons zal dit de komende jaren en decennia van invloed zijn op hun economische en sociale resultaten. Verschillen in veerkracht binnen de EU hebben ook gevolgen voor de sociale, economische en territoriale cohesie, de convergentie binnen de eurozone en de doeltreffendheid van het gemeenschappelijke monetaire beleid. Door grootschalige financiële steun voor publieke investeringen en hervormingen te verlenen en tegelijkertijd de cohesie en convergentie te bevorderen, zal de faciliteit voor herstel en veerkracht de economieën en samenlevingen van de lidstaten veerkrachtiger maken en beter uitrusten voor de toekomst. Ook moet de veerkracht van sommige kritieke toeleveringsketens worden verbeterd, met name in sectoren die het meest aan externe schokken zijn blootgesteld.

De faciliteit voor herstel en veerkracht zal helpen de schade als gevolg van de crisis te herstellen en de volgende generaties een betere toekomst te bieden. De hogere schuldenlast die nu ontstaat, is het directe resultaat van de inspanningen om de uitdagingen aan te pakken waarmee de toekomstige generaties zullen worden geconfronteerd. De massale investeringen die nodig zijn om de economie aan te zwengelen, moeten de last op hun schouders verlichten, niet verzwaren. Daarom moet de faciliteit voor herstel en veerkracht de koers uitzetten voor de ontwikkeling van een duurzamer, veerkrachtiger en eerlijker Europa voor de volgende generatie, zoals is vastgelegd in de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties.

Het aanpakken van de klimaat- en milieucrisis is de belangrijkste uitdaging van onze tijd en is een kans om onze economieën op duurzame wijze nieuw leven in te blazen. Het vraagt om dringende en duurzame maatregelen van alle actoren in de samenleving om de gezondheid, de welvaart en het welzijn van de mensen in Europa en de rest van de wereld te beschermen. De Europese Green Deal is onze politieke verbintenis en ons antwoord op deze uitdaging. Het is tevens de groeistrategie van Europa, die erop gericht is de EU om te vormen tot een eerlijke en welvarende samenleving met een hulpbronnenefficiënte en concurrerende economie. De economische respons op de COVID-19-crisis biedt een unieke kans om de groene transitie te versnellen. Om deze crisis te boven te komen, zijn enorme investeringen en ingrijpende hervormingen nodig, die grotendeels zullen worden ondersteund door de EU-faciliteit voor herstel en veerkracht. Om de groene transitie tot stand te brengen, zijn hervormingen nodig om de publieke en private investeringen te richten op klimaat- en milieuacties, en moet ons beleid op verschillende gebieden ingrijpend veranderen. Naast het herstellen van de kortetermijnschade als gevolg van de crisis moeten onze herstelinstrumenten de economie weer op weg helpen naar duurzame groei en werkgelegenheid op de lange termijn, met als doel tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken en de economische groei los te koppelen van het gebruik van hulpbronnen. Dit is een belangrijke kans om traditionele industriële modellen te moderniseren en te investeren in innovatieve groene technologieën en in een duurzamere en digitale infrastructuur, waardoor de overgang naar een duurzamer, veerkrachtiger en inclusiever Europa wordt versneld. Aangezien de particuliere consumptie goed is voor meer dan de helft van het bruto binnenlands product van de EU, zal de bevordering van duurzamere consumptiepatronen ook een belangrijke factor zijn in deze transformatie.

De digitale transitie is van doorslaggevend belang om de sociale en economische veerkracht van de EU en de lidstaten, hun duurzame groeipotentieel en het scheppen van banen te versterken. De COVID-19-pandemie heeft de trends in de richting van de digitale transformatie versneld: Lidstaten hebben maatregelen genomen om de digitale infrastructuur te versterken, online onderwijs aan te bieden of kmo’s te ondersteunen bij de digitalisering. De crisis heeft echter ook tekortkomingen aan het licht gebracht en kwetsbaarheden blootgelegd. Zo blijven er verschillen bestaan qua digitalisering van economieën en samenlevingen. De resterende belemmeringen en de ongelijke toegang tot infrastructuur blijven de vooruitgang afremmen en Europa is voor veel belangrijke digitale capaciteiten en diensten nog steeds grotendeels afhankelijk van andere regio’s. De enige manier om de productiviteitsgroei en het concurrentievermogen van Europa zeker te stellen en tegelijkertijd op technologisch gebied onafhankelijk te blijven – een cruciaal aspect van de open strategische autonomie – is een transformatieve en toekomstgerichte strategie voor onderzoek, innovatie en verspreiding te ontwikkelen die voortbouwt op de wetenschappelijke en technologische expertise van Europa.

De COVID-19-pandemie heeft duidelijk gemaakt dat lang aanslepende kwesties die van invloed zijn op de rechtvaardige verhoudingen in de samenleving, dringend moeten worden aangepakt. Daartoe behoren de paraatheid en veerkracht van de nationale stelsels voor gezondheidszorg en sociale bescherming alsmede de gelijke toegang tot betaalbare en kwalitatief goede gezondheidszorg, langdurige zorg en kinderopvang, demografische verandering, globalisering en de digitale en groene transities. De uitdagingen in kwestie liggen op gebieden als werkgelegenheid, vaardigheden, gezondheid en onderwijs, waarbij met name de toenemende ongelijkheid moet worden aangepakt en steun moet worden gegeven aan degenen die het hardst door de crisis zijn getroffen, zoals de jongere generaties, vrouwen en kwetsbare groepen. De COVID-19-pandemie heeft ook aangetoond dat er behoefte is aan een rechtvaardiger en duurzamer ondernemingsklimaat en dat in veel sectoren de arbeidsomstandigheden opnieuw onder de loep moeten worden genomen. De langdurige lockdown heeft onlinediensten en de e-handel een stimulans gegeven, een trend die waarschijnlijk zal aanhouden. De online-omgeving wordt momenteel echter gedomineerd door enkele grote spelers, met toenemende marktmacht en mobiele belastinggrondslagen, wat soms ten koste gaat van het vermogen van veel kleinere Europese bedrijven om op de eengemaakte markt te starten en op te schalen. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan de ondersteuning van sectoren die een sleutelrol spelen in onze democratieën, met name de mediasector, waar steun moet worden verleend op een manier die de vrijheid en het pluralisme van de media eerbiedigt en bevordert. Ook moeten de regio’s, bedrijfstakken en werknemers die het zwaarst worden getroffen door de groene transitie, worden ondersteund en de sociaal-economische gevolgen van de transitie worden verzacht. Dit is nodig om te zorgen voor gelijke en eerlijke kansen voor mensen en bedrijven.

Sinds de financiële en economische crisis van 2008 is de economische en monetaire unie veel robuuster om crises het hoofd te bieden, maar er ontstaan nieuwe uitdagingen voor de macro-economische stabiliteit. De COVID-19-crisis is zeer verschillend van de financiële crisis van 2008; zij heeft directe negatieve gevolgen voor de economische activiteit en heeft mogelijk gevolgen voor de macro-economische stabiliteit, die snel en daadkrachtig moeten worden aangepakt. Bestaande onevenwichtigheden dreigen te verergeren terwijl er nieuwe bij komen. De onmiddellijke prioriteit is daarom een veerkrachtig herstel te bevorderen. Er zijn voortdurende monitoring en waakzaamheid nodig en de lidstaten moeten nieuw ontstane onevenwichtigheden aanpakken door middel van hervormingen die de economische en sociale veerkracht vergroten. De faciliteit voor herstel en veerkracht zal de lidstaten helpen de economische en sociale uitdagingen waarmee zij worden geconfronteerd het hoofd te bieden. De lidstaten moeten in 2021 door middel van een zinvol gebruik van de begrotingsflexibiliteit de economie blijven ondersteunen. De overheidsfinanciën zullen een rol spelen bij het stimuleren van duurzame en inclusieve groei, het waarborgen van economische stabiliteit en het vermogen om de vraag te ondersteunen en bijstand te verlenen in tijden van nood. De COVID-19-pandemie zet de economische activiteit sterk onder druk, met negatieve gevolgen voor de openbare en de particuliere schuldenlast. Wanneer de economische omstandigheden het toelaten, is het tijd om een begrotingsbeleid te voeren dat erop gericht is prudente begrotingsposities op middellange termijn tot stand te brengen en tegelijkertijd investeringen, de twee transities en sociale inclusie te bevorderen.

Concurrerende duurzaamheid vereist openheid en een sterke eengemaakte markt. De deelname van particuliere belanghebbenden en investeerders is noodzakelijk om het succes van de uitvoering van de faciliteit voor herstel en veerkracht te waarborgen. De overheidsgelden mogen particuliere investeerders niet vervangen of verdringen, maar moeten waar nodig de private investeringen aanvullen en sturen, d.w.z. wanneer het als gevolg van systeem- of marktfalen of schade als gevolg van de COVID-19-uitbraak en de daaropvolgende economische crisis voor de markt onmogelijk is zich alleen te herstellen en beleidsdoelstellingen te verwezenlijken. Waarborging van een gelijk speelveld in de eengemaakte markt is noodzakelijk om innovatie te bevorderen en het herstel te versnellen.


3.

III.Kernbeginselen die de basis vormen van de plannen voor herstel en veerkracht: de vaststelling van prioriteiten voor de lidstaten


Het Europees semester biedt een beproefd kader voor de coördinatie van het economisch en werkgelegenheidsbeleid dat een koers moet aangeven voor de Unie en de lidstaten om de uitdagingen van het herstel en de twee transities het hoofd te bieden. De plannen voor herstel en veerkracht van de lidstaten moeten een doeltreffend antwoord bieden op de beleidsuitdagingen zoals beschreven in de door de Raad vastgestelde landspecifieke aanbevelingen. Het is in ons gemeenschappelijk belang de hervormings- en investeringsbehoeften parallel aan te pakken; deze moeten hand in hand gaan om een wederzijds versterkend effect te bereiken.

De plannen voor herstel en veerkracht moeten ingaan op de relevante landspecifieke uitdagingen en aansluiten bij de prioriteiten van de EU. Dit omvat de landspecifieke aanbevelingen die de afgelopen jaren, en met name in de cycli van het Europees semester van 2019 en 2020, aan de lidstaten zijn gedaan. Bij het vertalen van deze aanbevelingen in specifieke hervormingen en investeringen moeten de lidstaten zich richten op die uitdagingen en prioriteiten die het langdurigst effect zullen sorteren en het groeipotentieel, het scheppen van banen, de gezondheidszorgstelsels, de economische en sociale veerkracht en de regionale cohesie van de lidstaat zullen versterken. Tegelijkertijd zullen hervormingen en investeringen moeten voldoen aan het “niet-schaden”-beginsel, waarbij zo veel mogelijk de EU-taxonomieverordening als referentie wordt gebruikt 6 .

4.

Groene transitie


Alle nationale plannen voor herstel en veerkracht moeten sterk gericht zijn op zowel hervormingen als investeringen die de groene transitie ondersteunen. Om te voldoen aan de toezegging van de Europese Raad om een doelstelling wat klimaatmainstreaming betreft te bereiken van 30 % voor zowel het meerjarige financiële kader als NextGenerationEU, moet elk plan voor herstel en veerkracht ten minste 37 % aan klimaatgerelateerde uitgaven omvatten.

Europa wil in 2050 klimaatneutraliteit bereiken en zijn ambitie met betrekking tot de vermindering van broeikasgasemissies tegen 2030 aanzienlijk verhogen. Om de klimaatambitie te halen om de emissies tegen 2030 met 55 % te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990, moeten de lidstaten hervormingen en investeringen presenteren om de groene transitie op het gebied van energie, vervoer, koolstofvrij maken van de industrie, de circulaire economie, waterbeheer en biodiversiteit te ondersteunen. Dit komt ook overeen met de belangrijkste investeringsgebieden die voor het Europees semester zijn vastgesteld. Daarbij moeten de lidstaten voortbouwen op hun nationale energie- en klimaatplannen waarin zij hun nationale bijdragen aan de collectieve klimaat- en energiedoelstellingen voor de hele EU bepalen en aangeven welke hervormingen en investeringen zij in de periode 2021-2030 willen doorvoeren om deze te bereiken. In oktober van dit jaar zal de Commissie een afzonderlijke beoordeling van het nationale energie- en klimaatplan van elke lidstaat presenteren; dit biedt belangrijke richtsnoeren die de lidstaten kunnen volgen bij het opstellen van hun plannen voor herstel en veerkracht.

De lidstaten moeten de emissiereductie versnellen door een snelle inzet van hernieuwbare energie en waterstof en meer maatregelen op het gebied van de energie-efficiëntie van gebouwen. Als onderdeel van hun plannen voor herstel en veerkracht moeten de lidstaten zich richten op de verst gevorderde en de meest innovatieve projecten om het gebruik van hernieuwbare energie te versnellen. Renovatieprogramma’s voor gebouwen zullen essentieel zijn om het economisch herstel te ondersteunen door het creëren van banen in de bouwsector, besparingen op de energierekeningen, gezondere levensomstandigheden en minder energiearmoede. De Commissie zal verschillende inspanningen ondersteunen om de renovatie van gebouwen te verbeteren met als doel het jaarlijkse renovatiepercentage van het bestaande gebouwenbestand ten minste te verdubbelen, met name via het “renovatiegolf”-initiatief. Deze investeringen moeten gepaard gaan met de nodige regelgevingshervormingen om dergelijke investeringen mogelijk te maken en duurzaam te maken.

Ook investeringen in duurzame mobiliteit kunnen aanzienlijk bijdragen tot het herstel. Maatregelen op het gebied van vervoer kunnen leiden tot een forse vermindering van de broeikasgasemissies en verbetering van de luchtkwaliteit, terwijl tegelijkertijd de productiviteitsgroei wordt bevorderd. Bij het opstellen van de nationale plannen voor herstel en veerkracht moeten de lidstaten nadenken over maatregelen als investeren in het openbaar vervoer en in infrastructuur die de overgang naar duurzamere en slimme mobiliteit ondersteunt, zoals naadloze en efficiënte Europese multimodale netwerken en modernisering van de trans-Europese netwerken voor passagiers- en goederenvervoer. Hervormingen en investeringen die zijn bedoeld om de vraag naar emissievrije en -arme voertuigen te stimuleren en de uitrol van oplaad- en tankpunten te versnellen, zijn eveneens van cruciaal belang om dit doel te bereiken. Dit zou moeten worden aangevuld met investeringen in koolstofarme energietechnologieën en waardeketens, waaronder waterstof of accu’s, en op het gebied van duurzame energie-infrastructuur. De hervorming van de milieustimuleringsmaatregelen die worden geboden via de belasting op motorvoertuigen en brandstoffen zal van bijzonder belang zijn als begeleidende maatregel bij deze trend. De strategie voor duurzame en slimme mobiliteit van de Commissie, die vóór eind 2020 moet worden vastgesteld, zal nader ingaan op de kansen in de vervoerssector.

De lidstaten moeten ook actie ondernemen om een meer circulaire economie te bevorderen, de milieu-infrastructuur te verbeteren en de biodiversiteit te beschermen en te herstellen. De circulaire economie creëert lokale, duurzame banen door preventie en hergebruik, reparatie, herfabricage en recycling van afval. Zij vergroot de veerkracht van de EU en de open strategische autonomie door innovatieve bedrijfsmodellen te ontwikkelen die worden aangedreven door digitale technologieën om een efficiënt gebruik van hulpbronnen en secundaire grondstoffen te bevorderen. Verbetering van de milieu-infrastructuur, met name met betrekking tot afval- en waterbeheer en vermindering van de vervuiling, beschermt de gezondheid en het welzijn van de burgers tegen milieugerelateerde risico’s en effecten. Het beschermen en herstellen van biodiversiteit en natuurlijke ecosystemen en het waarborgen van duurzame voedselsystemen is essentieel om de koolstofput te versterken, de veerkracht te vergroten en nieuwe uitbraken en verdere verspreiding te voorkomen. Dit zal ook nieuwe economische kansen creëren in plattelandsgebieden als gevolg van duurzamer landgebruik.

Tot slot moeten de lidstaten er rekening mee houden dat zij op alle gebieden van het groene beleid moeten zorgen voor een rechtvaardige en sociaal billijke transitie. Dat betekent met name dat de nationale plannen voor herstel en veerkracht volledig moeten worden afgestemd op de voorgestelde territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie in het kader van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie.

5.

Digitale transitie en productiviteit


De lidstaten moeten in hun plannen voor herstel en veerkracht zorgen voor een hoog niveau van ambitie wat de digitale transitie betreft. De faciliteit voor herstel en veerkracht biedt een unieke kans om de digitale transformatie van alle economische en sociale sectoren, waaronder de overheidsdiensten, te stimuleren. Met het oog op een doeltreffende uitvoering stelt de Commissie voor dat in elk plan voor herstel en veerkracht ten minste 20 % van de uitgaven betrekking heeft op digitaal beleid.

De lidstaten moeten zich concentreren op hervormingen en investeringen die de connectiviteit verbeteren. Dit omvat bijvoorbeeld het bevorderen en faciliteren van de brede uitrol van netwerken met een zeer hoge capaciteit, met inbegrip van 5G- en gigabitconnectiviteit, naar huishoudens in steden en op het platteland, alsmede grootschalige vervoerscorridors, zoals is vastgelegd in de EU-doelstellingen inzake 5G- en gigabitconnectiviteit voor 2025. Deze investeringen zijn belangrijk om de digitale kloof te overbruggen en tegelijkertijd te voorkomen dat private investeringen worden verdrongen in gevallen waarin geen sprake is van marktfalen. Zoals uiteengezet in NextGenerationEU, zal de snelle uitrol van netwerken met een zeer hoge capaciteit, waaronder 5G- en glasvezelnetwerken, positieve overloopeffecten hebben op de hele maatschappij. Zo kan bijvoorbeeld een passende bandbreedte en dekking worden geboden aan sectoren die van cruciaal belang zijn voor het herstel en de veerkracht, zoals de landbouw, het vervoer, de gezondheidszorg en het onderwijs. Dit initiatief zal er ook toe bijdragen de open strategische autonomie van Europa te versterken, waarbij door steun te verlenen voor de aanleg van de infrastructuur die nodig is voor toekomstige toepassingen en processen, tegelijkertijd de vruchten worden geplukt van een open economie.

De ontwikkeling van digitale vaardigheden op alle niveaus is een voorwaarde om ervoor te zorgen dat alle Europeanen kunnen deelnemen aan de samenleving en kunnen profiteren van de digitale transitie. Er zijn hervormingen van het basis- en hoger onderwijs en van een leven lang leren nodig om een arbeidsmarkt in transitie te ondersteunen, belangrijke digitale technologieën te ontwikkelen en in te zetten en de digitale toekomst van Europa vorm te geven. Om een digitale kloof te voorkomen, moet gelijke toegang tot digitale infrastructuur, uitrusting en vaardigheden worden ondersteund. De transformatie van de overheidsdiensten, met inbegrip van de digitalisering van justitie, met behulp van nieuwe generaties digitale instrumenten, zal de administratieve processen verbeteren en het gemakkelijker maken online met burgers en bedrijven te communiceren. De digitalisering van bedrijven moet worden versneld door de duurzame invoering van digitale oplossingen en een cyberweerbare digitale transformatie in alle sectoren. De ontwikkeling van digitale oplossingen zal een cruciale factor zijn in de groene transitie.

De plannen voor herstel en veerkracht moeten ook gericht zijn op de ontwikkeling en inzet van geavanceerde digitale capaciteiten. Hervormingen en investeringen die kunstmatige intelligentie, high-performance computing, cyberbeveiliging, kwantumtechnologie en -infrastructuur, veilige connectiviteit, micro-elektronica en elektronische componenten, cloudinfrastructuur en -diensten, ruimtediensten of blockchain mogelijk maken, bieden een unieke kans om de productiviteit op lange termijn te verhogen en Europees leiderschap in die wereldwijd concurrerende sectoren mogelijk te maken. Om de open strategische autonomie van de EU te versterken, kan de faciliteit voor herstel en veerkracht de lidstaten helpen investeringen en hervormingen door te voeren in deze belangrijke sectoren van hun economie.

6.

Rechtvaardigheid


Het herstel- en transitieproces moet rechtvaardig zijn voor alle Europeanen om toenemende ongelijkheden te voorkomen en steun van alle geledingen van de samenleving zeker te stellen, en moet bijdragen aan de sociale, economische en territoriale cohesie. De faciliteit voor herstel en veerkracht zal de lidstaten helpen de structurele uitdagingen het hoofd te bieden die al sinds vele jaren zijn vastgesteld bij het Europees semester en die door de COVID-19-crisis zijn verergerd. Hoewel regelingen voor arbeidstijdverkorting hebben geholpen de gevolgen van de crisis voor de werkgelegenheid op te vangen, is de situatie op de arbeidsmarkt aan het verslechteren: de werkloosheid zal naar verwachting in verschillende sectoren en delen van Europa sterk toenemen. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar de situatie van jongeren. Er moet alles aan worden gedaan om te voorkomen dat de werkloosheid en sociale uitsluiting structureel worden en om de aanpassing van de arbeidsmarkt die nodig is voor de groene en digitale transities, te vergemakkelijken. Het is ook belangrijk de convergentie te bevorderen en de veerkracht van de regio’s te verbeteren, met name om de territoriale verschillen te verkleinen.

In het kader van de Europese pijler van sociale rechten moeten de lidstaten maatregelen nemen om gelijke kansen, inclusief onderwijs, eerlijke arbeidsvoorwaarden en adequate sociale bescherming te waarborgen. Als gevolg van niet alleen de demografische veranderingen, maar ook de groene en digitale transities, moeten de stelsels van sociale bescherming en arbeidsmarkten van vandaag opnieuw onder de loep worden genomen. Naast jongeren heeft de crisis vrouwen en kansarme groepen, zoals laaggeschoolden, mensen met een handicap en mensen die tot een raciale of etnische minderheid behoren, onevenredig hard getroffen. Het zal aanzienlijke inspanningen vergen om hun toegang tot de arbeidsmarkt te vergemakkelijken, bijvoorbeeld door de segmentering van de arbeidsmarkt in veel lidstaten aan te pakken, een sterker actief arbeidsmarktbeleid te voeren, maar ook door de inclusiviteit van de onderwijsstelsels te vergroten. In dit verband is gelijke toegang tot onderwijs en opleiding van hoge kwaliteit voor kansarme groepen zeer belangrijk om het feit dat sociaal-economische achtergrond momenteel de belangrijkste bepalende factor is voor de onderwijsresultaten van jongeren, te compenseren.

Verschillende vormen van ongelijkheid beperken de groei en de sociale cohesie. Gelijke toegang tot onderwijs, kwalitatief goede gezondheidszorg en verbetering van de langdurige zorg zullen steeds belangrijker worden, ook omdat de gevolgen van COVID-19 voor de volksgezondheid nog jaren voelbaar zullen zijn. Het waarborgen van kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorg die fiscaal gezond, betaalbaar en toegankelijk is, draagt bij tot een gezonde en veerkrachtige samenleving en tot een productieve beroepsbevolking. Ook de grote verschillen in participatiegraad en beloning tussen mannen en vrouwen moet worden aangepakt. Adequate steun voor een doeltreffend beleid inzake het evenwicht tussen werk en privéleven, waarborging van de toegang tot kwalitatief goede kinderopvang, inkomenssteunregelingen, hervormingen van de belasting- en uitkeringsstelsels ter ondersteuning van het scheppen van hoogwaardige banen en het verminderen van belemmeringen om te werken, zijn hiervoor van cruciaal belang. Dergelijke ongelijkheden kunnen worden verminderd door hervormingen van het stelsel van sociale bescherming en hervormingen van het belastingstelsel, bijvoorbeeld door de belastingdruk te verschuiven van arbeid naar minder verstorende belastingen.

7.

Macro-economische stabiliteit


De lidstaten moeten in 2021 gerichte en tijdelijke begrotingssteun blijven verlenen in een context waarin de algemene ontsnappingsclausule wordt geactiveerd, waarbij de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op middellange termijn wordt gewaarborgd. Zij moeten van beschermende noodmaatregelen geleidelijk overgaan op maatregelen die het gemakkelijker maken de middelen te herschikken en het herstel ondersteunen. Wanneer de economische omstandigheden het toelaten, moet het begrotingsbeleid erop gericht zijn prudente begrotingsposities op middellange termijn te herstellen en de houdbaarheid van de schuld te waarborgen, alsook de investeringen te verhogen. Het is belangrijk dat de begrotingsbuffers in de loop van de tijd worden aangevuld om voorbereid te zijn op toekomstige crises. De activering van de algemene ontsnappingsclausule schorst de procedures van het stabiliteits- en groeipact niet.

Verbetering van de kwaliteit van de overheidsfinanciën is belangrijk om het groeipotentieel te stimuleren en de economische transformatie te ondersteunen. Voorts is het met de ongekend grote begrotingspakketten die in de lidstaten zijn aangenomen en de prominentere rol van de overheidssector in de economie die daaruit voortvloeit, zeer belangrijk dat de overheidsdiensten doeltreffend en efficiënt werken. De verwachting bestaat dat lidstaten die een gezonde financiële werking van de overheidsfinanciën ter harte nemen, de crisis sneller te boven zullen komen. De groene en digitale transities zullen met overheidsuitgaven moeten worden ondersteund, onder meer door groene en digitale overheidsopdrachten en groene budgettering. Bovendien zullen koolstofbeprijzing en milieubelastingen belangrijke milieu- en fiscale instrumenten zijn om de groene transitie tot uitvoering te brengen.Verhoging van de particuliere financiering zal een belangrijke rol spelen bij het aantrekken van overheidsgelden voor het herstel, bijvoorbeeld door verdere verdieping van de kapitaalmarktenunie, de lokale kapitaalmarkten en duurzame financiering.

Er zijn adequate maatregelen nodig om een ordelijke ontwikkeling van de particuliere schuldenlast te waarborgen. De COVID-19-crisis zet de werkgelegenheid en de winstgevendheid van het bedrijfsleven onder druk. De particuliere schuldenlast neemt toe en de vooruitzichten voor een tijdige aflossing van de uitstaande schulden verslechteren. Tegen deze achtergrond is het van belang de juiste voorwaarden te creëren voor snelle en doeltreffende oplossingen, onder andere met betrekking tot insolventiekaders, en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de kredietverlening aan bedrijven en huishoudens in overeenstemming blijft met de beste praktijken die zijn overeengekomen tussen de financiële sector, consumenten en bedrijven.


8.

IV.Hervormingen en investeringen bevorderen voor een robuust herstel: Europese vlaggenschipinitiatieven


Hoewel de plannen afgestemd zullen zijn op de specifieke situatie van elke lidstaat, zijn er enkele gemeenschappelijke uitdagingen waarvoor gecoördineerde investeringen en hervormingen nodig zijn. De faciliteit voor herstel en veerkracht biedt een kans om Europese vlaggenschipinitiatieven te creëren met tastbare voordelen voor de economie en de burgers in de hele EU. Deze vlaggenschipinitiatieven moeten gericht zijn op kwesties die alle lidstaten gemeen hebben, grote investeringen vergen, banen en groei creëren en nodig zijn voor de dubbele transitie. De Commissie moedigt de lidstaten ten zeerste aan om in hun plannen voor herstel en veerkracht investeringen en hervormingen op de onderstaande gebieden op te nemen. Het nastreven van deze vlaggenschipinitiatieven zal zorgen voor een succesvol herstel van Europa; het zal van Europa een digitaal en groener continent maken en de cohesie tussen de lidstaten vergroten.

1.Versnellen – Toekomstbestendige schone technologieën moeten zo spoedig mogelijk worden ingezet en er moet vaart worden gezet achter de ontwikkeling en ingebruikname van hernieuwbare energiebronnen en de integratie ervan via gemoderniseerde netten en verbeterde interconnectiviteit. Het vlaggenschipinitiatief zal de grondslagen leggen voor leidende markten voor waterstof in Europa en de bijbehorende infrastructuur. Het is bedoeld ter ondersteuning van de opbouw en sectorale integratie van bijna 40 % van de 500 GW aan stroomopwekking uit hernieuwbare energiebronnen die tegen 2030 nodig is, de opbouw van 6 GW aan elektrolysecapaciteit en de productie en het vervoer van 1 miljoen ton hernieuwbare waterstof in de hele EU tegen 2025.


2.Renoveren – De verbetering van de energie-efficiëntie van openbare en particuliere gebouwen zal aanzienlijk bijdragen tot de verwezenlijking van de klimaatdoelstellingen van de EU, een groot aantal lokale banen in de lidstaten creëren en digitale ontwikkeling bevorderen door slim wonen en slimme metersystemen. Tegen 2025 zal dit bijdragen tot een verdubbeling van het renovatiepercentage en bevordering van grondige renovaties.


3.Opladen en bijtanken – Bevordering van toekomstbestendige schone technologieën om het gebruik van duurzaam, toegankelijk en slim vervoer, laad- en tankstations en uitbreiding van het openbaar vervoer te versnellen, zal Europese steden en regio’s schoner maken, de industriële transitie versnellen en bijdragen tot de verwezenlijking van de klimaatdoelstellingen van Parijs. Tegen 2025 zal dit vlaggenschipinitiatief gericht zijn op de aanleg van een van de drie miljoen oplaadpunten die in 2030 nodig zullen zijn en de helft van de duizend benodigde waterstoftankstations.


4.Verbinden – Burgers en bedrijven in Europa moeten toegang hebben tot snelle breedbanddiensten. Momenteel heeft slechts 44 % van de huishoudens toegang tot netwerken met zeer hoge capaciteit, die ten minste gigabitconnectiviteit kunnen bieden; de dekking in plattelandsgebieden is aanzienlijk lager. De snelle uitrol van snelle breedbanddiensten voor alle regio’s en huishoudens, waaronder glasvezel- en 5G-netwerken, alsook de ontwikkeling van communicatie met kwantumencryptie, is van essentieel belang om te zorgen voor een zo breed mogelijke territoriale dekking in gebieden die niet door de markt worden bediend en tegelijkertijd de open strategische autonomie van de EU te behouden. Hoewel stedelijke gebieden en belangrijke transportroutes over land vermoedelijk sneller door particuliere financiering zullen worden gedekt, moet de faciliteit voor herstel en veerkracht ervoor zorgen dat er tegen 2025 in alle gebieden een zo ruim mogelijke ononderbroken 5G-dekking is.


5.Moderniseren – Diensten met betrekking tot de Europese identiteitskaart en belangrijke digitale overheidsdiensten moeten worden gemoderniseerd en voor iedereen toegankelijk zijn. Veilige en EU-brede elektronische identificatie en authenticatie ten aanzien van overheden en particuliere actoren en toegang tot hun diensten zullen burgers controle geven over hun online identiteit en gegevens en toegang verschaffen tot online digitale diensten. De digitalisering van de overheidsadministratie en -diensten zal beide doeltreffender maken. Dit omvat ook justitie en de gezondheidszorg. Tegen 2025 moeten de lidstaten voorzien in een Europese digitale identiteit (e-ID) en moeten overheidsdiensten interoperabele, gepersonaliseerde en gebruikersvriendelijke digitale overheidsdiensten aanbieden.


6.Opschaling – De digitale transitie van de EU hangt af van de uitbreiding van de cloudcapaciteiten van de Europese industrie en de ontwikkeling van de krachtigste, modernste en duurzaamste processoren. Dit vlaggenschipinitiatief is erop gericht tegen 2025 de productie van halfgeleiders in Europa te verdubbelen en tien keer energie-efficiëntere processoren te produceren. Dit maakt het bijvoorbeeld mogelijk om geconnecteerde auto’s snel op de markt te brengen en om het aandeel van EU-bedrijven die gebruikmaken van geavanceerde clouddiensten en big data te verdubbelen (ten opzichte van 16 % vandaag).


7.Om- en bijscholing – Ongekend hoge investeringen in om- en bijscholing zijn van cruciaal belang om de groene en digitale transities te ondersteunen, het innovatie- en groeipotentieel te versterken, de economische en sociale veerkracht te bevorderen en hoogwaardige werkgelegenheid en sociale inclusie te waarborgen. Investeringen en hervormingen moeten gericht zijn op digitale vaardigheden en onderwijs en beroepsopleiding voor alle leeftijden. In 2019 beschikte 42 % van de Europeanen nog altijd niet over ten minste elementaire digitale vaardigheden. Tegen 2025 moet het aandeel van de Europeanen in de leeftijdsgroep van 16-74 jaar met elementaire digitale vaardigheden toenemen tot 70 %. De onderwijsstelsels moeten verder worden aangepast aan de uitdagingen van de 21e eeuw. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de digitale competentie van leerlingen sterk wordt verbeterd, zodat het percentage leerlingen van 13-14 jaar dat ondermaats presteert op het gebied van computer- en informatievaardigheden wordt teruggebracht tot minder dan 15 %. Daarbij moeten zij bijzondere aandacht besteden aan kansarme groepen, vrouwen en met name jongeren die de arbeidsmarkt betreden, door kwalitatief hoogwaardige arbeidskansen te creëren, een adequaat aanbod aan leerlingplaatsen te ondersteunen en beroepsonderwijs en -opleiding te versterken. Tegen 2025 moeten ten minste vier op de vijf afgestudeerden van beroepsonderwijs en -opleiding een baan hebben en drie op de vijf een stage volgen.

Voor een snelle inzet van de steun voor herstel is het cruciaal de juiste voorwaarden te creëren om de investeringsprojecten snel te kunnen uitvoeren. De belangrijkste prioriteit om de investeringen snel te kunnen uitvoeren is het identificeren van knelpunten en de onderliggende redenen, zowel in de lidstaten als op EU-niveau. Belemmeringen die risico’s voor investeringsprojecten kunnen vormen, zijn heel verschillend van aard. Deze kunnen variëren van administratieve rompslomp bij het opstarten van een bedrijf tot vaardigheidstekorten, hoge of ingewikkelde belastingen, belastingontduiking, restrictieve sectorspecifieke wetgeving of langdurige gerechtelijke procedures. Een succesvolle uitvoering van de faciliteit voor herstel en veerkracht hangt af van een doeltreffende aanpak van de investeringsbelemmeringen en verbetering van het ondernemingsklimaat. Dit wijst er nog eens op hoe belangrijk het is het investeringsbeleid te ondersteunen met aanvullende structurele hervormingen.

De lidstaten moeten zich richten op investeringen die de eengemaakte markt ten goede komen. Grensoverschrijdende en meerlandenprojecten zijn essentieel om bepaald soort investeringen te bevorderen, bijvoorbeeld in energie-interconnectoren of vervoersnetwerken, of toekomstgerichte digitale en groene projecten, die tastbare voordelen voor de eengemaakte markt zullen opleveren. De Commissie zal er actief voor zorgen dat meerlandenprojecten openstaan voor alle geïnteresseerde lidstaten, om hun potentieel met betrekking tot de integratie van waardeketens te maximaliseren, de veerkracht van de industriële ecosystemen te versterken en de eengemaakte markt te verdiepen, en dat zij in overeenstemming zijn met de doelstellingen van de faciliteit wat economische, sociale en territoriale cohesie betreft. Grensoverschrijdende en meerlandenprojecten, met name indien er andere EU-programma’s bij betrokken zijn, zouden gebaat zijn bij een efficiënte coördinatie, die de Commissie bereid is te bieden. Veel van deze projecten zullen ook de strategische autonomie van de Europese economie versterken.

De lidstaten moeten het nationale absorptievermogen van EU-middelen vergroten. Zij moeten zich derhalve richten op de landspecifieke aanbevelingen die belangrijk zijn om de uitvoering van de hervormingen en de daarmee verband houdende investeringen te vergemakkelijken. Eerbiediging van de rechtsstaat en goed bestuur, doeltreffende instellingen, onafhankelijke en efficiënte rechtsstelsels, kwalitatief hoogstaande overheidsdiensten, robuuste kaders voor corruptiebestrijding, de bestrijding van witwassen en fraudebestrijding, een efficiënte uitvoering van overheidsopdrachten, doeltreffende insolventiekaders en efficiënte belastingstelsels zijn belangrijke factoren voor het ondernemingsklimaat in een lidstaat. Al deze aspecten kunnen van invloed zijn op de investeringsbeslissingen en op de snelheid waarmee alle actoren met de investeringsprojecten beginnen. Ook de werkzaamheden op EU-niveau met betrekking tot de juridische en procedurele aspecten moeten worden versneld ter aanvulling van de inspanningen van de lidstaten, met name om de financiële belangen van de Unie te beschermen. De Commissie zal aanvullende richtsnoeren verstrekken wat betreft de belangrijkste acties die kunnen worden ondernomen om te zorgen dat de investeringen snel worden uitgevoerd, en zal de lidstaten in de uitvoering van hun plannen voor herstel en veerkracht bijstaan met behulp van het instrument voor technische ondersteuning.

Het geld dat de lidstaten in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht zullen ontvangen, komt bovenop de financiering die zij normaliter ontvangen in het kader van het EU-cohesiebeleid of uit andere EU-bronnen. Met het oog op de consistentie en synergieën kunnen de lidstaten financiering afkomstig uit verschillende instrumenten combineren als er geen sprake is van dubbele financiering en als de lidstaten de verschillende financieringsbijdragen vermelden in hun plannen voor herstel en veerkracht. Het is belangrijk dat de lidstaten gedegen coördinatiemechanismen invoeren, zowel voor de plannings- als voor de uitvoeringsfase, en een brede dialoog met belanghebbenden en de regionale, economische en sociale partners garanderen. De faciliteit voor herstel en veerkracht kan ook worden ingezet om private investeringen te stimuleren, bijvoorbeeld samen met InvestEU of met missies en partnerschappen in het kader van Horizon Europa. De faciliteit voor herstel en veerkracht zal met name nuttig zijn voor grote projecten die op nationaal niveau worden uitgevoerd. Gezien de tijdshorizon van 2023 voor de vastlegging van het geld in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht kunnen de lidstaten zich concentreren op projecten die zich in een vrij vergevorderd stadium van voorbereiding bevinden.


9.

V.Alle onderdelen van het Europees semester samenbrengen om zich te richten op hervormingen en investeringen


Het Europees semester en de nieuwe faciliteit voor herstel en veerkracht zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bij de beoordeling van de plannen voor herstel en veerkracht zullen zij worden getoetst aan de landspecifieke aanbevelingen. Aangezien de termijnen voor het Europees semester en de faciliteit voor herstel en veerkracht elkaar overlappen, moet het Europees semester tijdelijk worden aangepast aan de start van de faciliteit voor herstel en veerkracht.

De plannen voor herstel en veerkracht worden het belangrijkste referentiedocument over de toekomstgerichte beleidsinitiatieven van de lidstaten. Om de inhoud en het aantal gevraagde documenten te stroomlijnen, worden de lidstaten, gezien de complementariteit met het Europees semester, aangemoedigd het nationale hervormingsprogramma en hun plan voor herstel en veerkracht in één document in te dienen. Dit document zal een overzicht geven van de hervormingen en investeringen die de lidstaat de komende jaren in overeenstemming met de doelstellingen van de faciliteit voor herstel en veerkracht zal doorvoeren. Voor de lidstaten die hun plan voor herstel en veerkracht in 2021 indienen, zal de Commissie de voorstellen voor uitvoeringshandelingen van de Raad vergezeld doen gaan van analytische documenten waarin de inhoud van de plannen voor herstel en veerkracht wordt beoordeeld. Deze documenten zullen in 2021 in de plaats komen van de landenverslagen in het kader van het Europees semester. Het pakket met de voorstellen voor uitvoeringshandelingen en de aangepaste landenbeoordelingen wordt, naargelang de respectieve resultaten van de plannen voor herstel en veerkracht en de afronding van de beoordelingen van de Commissie, gefaseerd in tranches gepubliceerd.

Gezien het alomvattende en toekomstgerichte beleidskarakter van de plannen voor herstel en veerkracht is het niet nodig dat de Commissie in 2021 landspecifieke aanbevelingen voorstelt voor de lidstaten die een dergelijk plan hebben ingediend. Niettemin zal de Commissie in 2021 aanbevelingen doen over de begrotingssituatie van de lidstaten, zoals voorzien in het stabiliteits- en groeipact. De uitvoering van de hervormingen zal gemonitord blijven worden op basis van de landspecifieke aanbevelingen van voorgaande jaren.

De grote economische neergang als gevolg van de COVID-19-crisis zal leiden tot nieuwe macro-economische onevenwichtigheden, met name als gevolg van de stijgingen van de schuldenlast van bedrijven en huishoudens, die op hun beurt gevolgen kunnen hebben voor de financiële sector. Het toezicht in het kader van de procedures voor macro-economische onevenwichtigheden in de komende cyclus zal daarom gericht moeten zijn op deze plotseling optredende risico’s. Dit zal centraal staan in het waarschuwingsmechanismeverslag van november 2020. Samen met de beoordeling van de stabiliteits- en convergentieprogramma’s die de lidstaten uiterlijk eind april 2021 moeten indienen, zal de Commissie ook diepgaande evaluaties opnemen waarin de stand van de onevenwichtigheden voor de geselecteerde lidstaten wordt beoordeeld.

Er is momenteel post-programmatoezicht ingesteld om – ter inschatting van mogelijke risico’s voor hun terugbetalingscapaciteit – de economische, budgettaire en financiële situatie in Cyprus, Ierland, Spanje en Portugal te beoordelen. Dit betekent onder meer dat om de zes maanden verslag wordt uitgebracht 7 . In het geval van Griekenland wordt sinds het einde van het macro-economische aanpassingsprogramma in augustus 2018 verscherpt toezicht uitgeoefend. Met de invoering van de faciliteit voor herstel en veerkracht is het belangrijk te zorgen voor samenhang tussen de instrumenten, de rapportagelasten tot een minimum te beperken en onnodige overlapping te voorkomen, en tegelijkertijd ervoor te zorgen dat de verschillende wettelijke en institutionele vereisten worden nageleefd. De Commissie zal de verslagleggingsactiviteiten in het kader van zowel het post-programmatoezicht als het verscherpte toezicht zoveel mogelijk afstemmen op het gestroomlijnde tijdschema van het Europees semester. Vanaf het najaar van 2020 zal de Commissie in november en mei de halfjaarlijkse post-programmatoezichtverslagen en twee van de kwartaalverslagen over Griekenland publiceren als onderdeel van de bredere pakketten voor economisch en budgettair toezicht.


10.

VI.Conclusie


Het is van cruciaal belang dat de lidstaten zo spoedig mogelijk een brede beleidsdialoog aangaan met de sociale partners en alle andere relevante belanghebbenden om hun plannen voor herstel en veerkracht voor te bereiden. Eigen inbreng van de lidstaten is een essentiële voorwaarde voor een succesvolle uitvoering van de faciliteit en voor blijvend succes op nationaal niveau en geloofwaardigheid op Europees niveau. De Commissie staat klaar om, in nauwe samenwerking met de verantwoordelijke nationale autoriteiten en de relevante belanghebbenden, assistentie te verlenen bij het overleg en de informatievoorziening op alle niveaus en, waar nodig, technische ondersteuning te bieden. De Commissie moedigt de lidstaten aan nauw samen te werken met haar diensten om de ontwerpplannen in een vroeg stadium te bespreken. Om te zorgen dat de plannen van de lidstaten onderling consistent zijn, zullen de lidstaten aanvullende richtsnoeren ontvangen van de diensten van de Commissie over hoe zij hun plannen voor herstel en veerkracht het best kunnen presenteren. De Commissie zal tegelijkertijd van gedachten wisselen met het Europees Parlement over de stand van het herstel in het kader van de regelmatige economische dialoog.

De faciliteit voor herstel en veerkracht in actie omzetten is een gezamenlijke inspanning die uit vele parallelle stappen bestaat. De Commissie roept het Europees Parlement en de Raad op zo spoedig mogelijk overeenstemming te bereiken over de wetgevingshandeling, zodat de faciliteit per 1 januari 2021 operationeel wordt.

(1)

Europese economische prognose (zomer 2020), European Economy – Institutional Paper, 132 (juli).

(2)

Verordening (EU) 2020/672 van de Raad betreffende de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak; 100 miljard EUR aan financiële bijstand in de vorm van leningen die moeten worden verstrekt aan de lidstaten die daarom verzoeken.

(3)

CRII en CRII+: Verordening (EU) 2020/460 van het Europees Parlement en de Raad van 30 maart 2020 en Verordening (EU) 2020/558 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2020.

(4)

COM(2020) 456 final.

(5)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad – Strategisch prognoseverslag 2020: de koers naar een veerkrachtiger Europa.

(6)

Verordening (EU) 2020/852.

(7)

Verordening (EU) nr. 472/2013.