Toelichting bij COM(2020)795 - Terrorismebestrijdingsagenda voor de EU: anticiperen, voorkomen, beschermen en reageren - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2020)795 - Terrorismebestrijdingsagenda voor de EU: anticiperen, voorkomen, beschermen en reageren. |
---|---|
bron | COM(2020)795 |
datum | 09-12-2020 |
Inhoudsopgave
- Brussel, 9.12.2020
- II. EEN STRATEGIE MET VIER PIJLERS VOOR TERRORISMEBESTRIJDING: ANTICIPEREN, VOORKOMEN, BESCHERMEN EN REAGEREN
- 1. ANTICIPEREN
- Strategische inlichtingen en dreigingsanalyse
- Risicobeoordelingen en paraatheid
- Versterking van de capaciteit voor vroegtijdige opsporing
- Voorop blijven: de rol van nieuwe technologieën
- Integratie van prognoses in de beleidscyclus
- 2. VOORKOMEN
- Bestrijding van extremistische ideologieën online
- Lokale actoren ondersteunen voor meer veerkrachtige gemeenschappen
- Gevangenissen, rehabilitatie en re-integratie
- Consolidatie van kennis en ondersteuning
- KERNACTIES
- 3. BESCHERMEN
- Mensen beschermen in openbare ruimten
- Steden als ruggengraat van de openbare veiligheid
- Kritieke infrastructuur veerkrachtiger maken
- Beveiliging van de grenzen
- Terroristen de middelen ontnemen om aan te vallen
- 4. REAGEREN
- Operationele ondersteuning: versterking van Europol
- Samenwerking tussen handhavingsinstanties
- Een betere informatie-uitwisseling
- Ondersteuning van onderzoek en vervolging
- Betere ondersteuning voor terrorismeslachtoffers
- KERNACTIES
- 5. VERSTERKING VAN DE INTERNATIONALE SAMENWERKING ROND DE VIER PIJLERS
- CONCLUSIES
- De Commissie heeft richtsnoeren opgesteld voor de fysieke bescherming van openbare ruimten, bijvoorbeeld https://ec.europa.eu/jrc/en/publication/guideline-building-perimeter-protection
COM(2020) 795 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
Een terrorismebestrijdingsagenda voor de EU: anticiperen, voorkomen, beschermen en reageren
I.
Inleiding
De Europese Unie is een unieke ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, waar iedereen erop moet kunnen vertrouwen dat zijn of haar vrijheid en veiligheid worden gegarandeerd en goed worden beschermd. Democratie, de rechtsstaat, respect voor de grondrechten, met name het recht op privacy, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst en respect voor diversiteit vormen de fundamenten van onze Unie.
De recente golf van aanslagen op Europees grondgebied heeft ons er op een pijnlijke manier aan herinnerd dat terrorisme een reëel en actueel gevaar blijft. Naarmate deze dreiging zich verder ontwikkelt, moeten we ook onze samenwerking blijven aanpassen om gelijke tred te houden. Het grensoverschrijdende karakter van terroristische netwerken vereist een sterke collectieve aanpak op EU-niveau, waarmee we onze pluralistische samenleving, onze gemeenschappelijke waarden en onze Europese manier van leven beschermen en ondersteunen. Burgers hebben het recht zich veilig te voelen in hun eigen huis en op straat, maar ook online. De EU heeft een sleutelrol te vervullen om die veiligheid tot stand te brengen.
Het feit dat het terreurdreigingsniveau in de EU nog steeds hoog is, maakt de situatie alleen maar prangender. De jihadistische dreiging van of geïnspireerd door Da’esh, Al-Qaeda en de aan hen verbonden organisaties blijft bestaan 1 . De dreiging van gewelddadige rechtse en linkse extremisten neemt toe. Ook in de aard van de aanslagen is een verschuiving te merken. De overgrote meerderheid van de recente aanslagen werd uitgevoerd door individuen die alleen handelden — vaak met beperkte voorbereiding en gemakkelijk verkrijgbare wapens — en dichtbevolkte of erg symbolische plaatsen als doelwit namen. Hoewel aanslagen uitgevoerd door een enkele dader waarschijnlijk zullen blijven voorkomen, kunnen ook meer gecoördineerde aanslagen niet worden uitgesloten. De EU moet ook voorbereid zijn op de gevaren van nieuwe en opkomende technologieën, zoals kwaadwillig gebruik van drones, kunstmatige intelligentie en chemisch, biologisch, radiologisch en nucleair materiaal. De verspreiding van radicale ideologieën en terroristische handleidingen wordt versneld door het gebruik van online propaganda, waarbij sociale media vaak worden ingezet als een integraal onderdeel van de aanslag zelf.
In de afgelopen twee decennia is de Europese samenwerking op het gebied van terrorismebestrijding gestaag toegenomen. Dit heeft de lidstaten geholpen om hun capaciteit uit te breiden en zo de veiligheid van hun burgers te garanderen. We beschikken over uitgebreide netwerken om informatie te delen, ondersteund door EU-databanken die steeds beter met elkaar in verbinding staan en door een betere politiële en justitiële samenwerking. Dit helpt ons om verbanden te leggen over de grenzen heen. We hebben ook krachtige instrumenten ontwikkeld waarmee we terroristen de middelen kunnen ontnemen om te handelen, bijvoorbeeld als het gaat om vuurwapens, precursoren voor explosieven, terrorismefinanciering en het strafbaar stellen van reizen met terroristisch oogmerk. De stand van zaken van deze inspanningen wordt uiteengezet in het voortgangsverslag over de veiligheidsunie 2 . Toch moeten we onze collectieve inspanningen nog verder opdrijven, met name om de aantrekkingskracht van extremistische ideologieën tegen te gaan en de openbare ruimten die het doelwit zijn van terroristen, beter te beschermen. We moeten ook een einde maken aan de valse tweedeling tussen online en offline, door de respectieve veiligheidsomgevingen op elkaar af te stemmen en de rechtshandhavings- en justitiële autoriteiten uit te rusten met de middelen om het recht in beide ruimten af te dwingen.
Deze nieuwe terrorismebestrijdingsagenda, die is aangekondigd in de EU-strategie voor de veiligheidsunie 3 , brengt bestaande en nieuwe werkterreinen samen in een gezamenlijke aanpak om terrorisme te bestrijden. Deze aanpak zal in overleg met de lidstaten worden voorgesteld, in samenwerking met het Europees Parlement en de Raad 4 , en ook met de betrokkenheid van de samenleving in haar geheel: burgers, gemeenschappen, geloofsgemeenschappen, het maatschappelijk middenveld, onderzoekers, bedrijven en particuliere partners. De agenda bouwt voort op wat de afgelopen jaren al is bereikt en bevat een reeks maatregelen die op nationaal, Europees en internationaal niveau op vier fronten moeten worden genomen.
Ten eerste moeten we beter kunnen anticiperen op bestaande en nieuwe bedreigingen in Europa. Informatie delen en een multidisciplinaire cultuur van samenwerking op meerdere niveaus blijven van cruciaal belang voor een solide dreigingsanalyse die de basis kan vormen voor een toekomstbestendig terrorismebestrijdingsbeleid.
Ten tweede moeten we werken aan het voorkomen van aanslagen, door radicalisering en extremistische ideologieën aan te pakken en doeltreffender tegen te gaan voordat ze voet aan de grond krijgen. Daarbij moeten we duidelijk maken dat respect voor de Europese manier van leven, de Europese democratische waarden en alles wat dit vertegenwoordigt niet facultatief is. In deze agenda worden manieren uiteengezet om in de eerste plaats de lokale actoren te ondersteunen en meer veerkrachtige gemeenschappen op te bouwen, in nauwe samenwerking met de lidstaten en met inachtneming van het feit dat sommige aanslagen ook zijn uitgevoerd door Europeanen die in onze samenlevingen zijn opgegroeid en die zijn geradicaliseerd zonder ooit een conflictgebied te hebben bezocht.
Ten derde moeten we, om de Europeanen op een doeltreffende manier te beschermen, onze kwetsbare punten aanpakken, zowel in openbare ruimten als wat betreft kritieke infrastructuren die essentieel zijn voor de werking van onze samenlevingen en economie. Het is van essentieel belang dat we het beheer van de EU-buitengrenzen moderniseren via nieuwe en verbeterde grootschalige EU-informatiesystemen, met versterkte steun van Frontex en eu-LISA, en dat we zorgen voor systematische controles aan de buitengrenzen van de EU. Dit is nodig om de veiligheidskloof te dichten die anders zou ontstaan als buitenlandse terroristische strijders worden teruggestuurd.
Ten vierde moeten we, om te kunnen reageren op aanslagen wanneer die zich voordoen, optimaal gebruikmaken van de operationele steun die EU-agentschappen zoals Europol en Eurojust kunnen bieden. We moeten er ook voor zorgen dat we over het juiste rechtskader beschikken om daders voor het gerecht te brengen en te garanderen dat de slachtoffers de steun en bescherming krijgen die ze nodig hebben.
5 6 Aan de basis van deze aanpak ligt de noodzaak om te blijven hameren op uitvoering en handhaving. Om de voordelen te benutten van een EU-brede harmonisatie en samenwerking is het van fundamenteel belang dat er geen hiaten of vertragingen zijn in de manier waarop we belangrijke instrumenten in de praktijk omzetten, zoals de richtlijn inzake terrorismebestrijding, de vuurwapenrichtlijn en het rechtskader voor de bestrijding van witwaspraktijken en terrorismefinanciering.
Tot slot is de internationale betrokkenheid bij alle vier de pijlers van deze agenda van essentieel belang om de veiligheid binnen de EU te verbeteren door de samenwerking te vergemakkelijken en de capaciteitsopbouw te bevorderen.
II. EEN STRATEGIE MET VIER PIJLERS VOOR TERRORISMEBESTRIJDING: ANTICIPEREN, VOORKOMEN, BESCHERMEN EN REAGEREN
Anticiperen op blinde vlekken blijft een belangrijk middel om de reactie van Europa op terrorisme te versterken en voorop te blijven.
Strategische inlichtingen zijn van groot belang voor de ontwikkeling en vormgeving van een steeds meer op dreigingen gebaseerd EU-beleid en EU-wetgeving op het gebied van terrorismebestrijding om beter te kunnen anticiperen op die dreigingen. Een antiterrorismebeleid dat klaar is voor de toekomst moet gebaseerd zijn op solide dreigingsanalysen, met name van de nationale veiligheids- en inlichtingendiensten. In deze context is de rol en deskundigheid van het Inlichtingen- en situatiecentrum van de Europese Unie (EU-IntCEN) als het gaat om de belangrijkste bedreigingen, tendensen en modus operandi voor de interne veiligheid van de EU van vitaal belang om ons situationeel bewustzijn te verbeteren en onze risicobeoordelingen te ondersteunen. EU-IntCEN is in hoge mate afhankelijk van de kwaliteit van de inbreng die door de lidstaten wordt geleverd en die zij moeten trachten verder te verbeteren. De lidstaten moeten er daarom voor zorgen dat EU-IntCEN kan rekenen op nauwkeurige en actuele inbreng en voldoende middelen. De Commissie en de EDEO zullen streven naar een betere integratie van de strategische inlichtingen in het terrorismebestrijdingsbeleid. Belangrijk daarbij is een verdere dialoog om de samenwerking te versterken, voortbouwend op bestaande structuren en op het werk van de EU-coördinator voor terrorismebestrijding.
Met doelgerichte risicobeoordelingen kunnen belanghebbenden uit verschillende sectoren bestaande tekortkomingen aan het licht brengen en zodoende beter anticiperen op mogelijke aanslagen. De Commissie zal nieuwe manieren voorstellen om de activiteiten op het gebied van risicobeoordeling en intercollegiale toetsing aan te moedigen voor maatregelen die erop gericht zijn om beter te anticiperen op terroristische dreigingen. Als onderdeel van het komende voorstel over de veerkracht van kritieke entiteiten zal de Commissie voorstellen om adviesmissies op te zetten om de gastlidstaten en de exploitanten van kritieke infrastructuur van bijzonder Europees belang te ondersteunen bij het vergroten van hun veerkracht ten aanzien van verstoringen, met inbegrip van de anticipatie op mogelijke terroristische acties. Dit zal voortbouwen op de ervaring van een groep veiligheidsadviseurs die momenteel worden opgeleid en die op verzoek kunnen worden ingezet: de EU-adviesmissies voor de bescherming van de veiligheid.
De risicobeoordelingen voor de luchtvaartveiligheid in de EU zullen verder worden ontwikkeld om de reactietijd na incidenten en de uitwisseling van informatie te verbeteren, inclusief de deelname van gelijkgestemde derde landen, met name de VS, Australië en Canada. De Commissie zal ook een nieuw werkterrein op het gebied van risicobeoordelingen lanceren om de veiligheid van het transport op zee te garanderen. Tot slot zullen gezamenlijke opleidingen en oefeningen een belangrijke rol spelen bij de inspanningen om de paraatheid en veerkracht van de lidstaten, de EU-instellingen en -organen en de internationale partners te versterken 7 .
De cruciale rol die moderne technologie kan spelen bij het plegen van terreur werd duidelijk na de extreemrechtse terroristische aanslag op een synagoge in het Duitse Halle in 2019, waarbij de aanslagpleger verschillende wapens had gebouwd met behulp van een 3D-printer. We moeten beter anticiperen op de manier waarop technologie de terroristische dreiging beïnvloedt zodat we de handhavingsautoriteiten van de juiste instrumenten kunnen voorzien.
8 9 10 Het EU-veiligheidsonderzoek zal zich richten op verschillende modi operandi, waarbij wordt voortgebouwd op initiatieven die bedoeld zijn om de capaciteit van de handhavingsautoriteiten te vergroten op het gebied van analytische oplossingen en de verwerking van grote hoeveelheden online-inhoud. Het door de EU gefinancierde veiligheidsonderzoek zal ook de capaciteit voor vroegtijdige opsporing van potentiële terroristische dreigingen verhogen, met name door het gebruik van kunstmatige intelligentie te onderzoeken om grote hoeveelheden gegevens efficiënter en nauwkeuriger te kunnen verwerken, naast projecten als RED-Alert en PREVISION. Het kan ook helpen in de zoektocht naar nieuwe manieren om radicalisering aan te pakken.
Tot slot zal in het kader van het toekomstige onderzoeksprogramma Horizon Europa het onderzoekaspect verder worden geïntegreerd in de cyclus van het veiligheidsbeleid zodat de resultaten nog meer effect kunnen sorteren om tegemoet te komen aan de vastgestelde handhavingsbehoeften. Met het voorgestelde versterkte mandaat zou Europol de Commissie kunnen bijstaan bij de identificatie van belangrijke onderzoeksthema’s en de opstelling en uitvoering van de EU-kaderprogramma’s voor onderzoek en innovatie die relevant zijn voor de rechtshandhaving.
Technologieën om bedreigingen op te sporen kunnen tot bezorgdheid aanleiding gevende voorwerpen en stoffen, zoals bommen of materialen voor het maken van bommen, opsporen. De Commissie werkt samen met de particuliere sector om de prestaties van dergelijke opsporingstechnologieën ook buiten de luchtvaart 11 te verbeteren. Dit moet de mogelijke ontwikkeling van vrijwillige EU-eisen voor opsporingstechnologieën ondersteunen zodat deze technologieën de bedreigingen opsporen die zij moeten opsporen, zonder de mobiliteit van de burgers aan te tasten. Bovendien is in 2019 in de schoot van het EU-spoorwegveiligheidsplatform een document met goede praktijken vastgesteld inzake beveiligingstechnologieën die zijn aangepast aan de spoorwegen. In dit document worden oplossingen voorgesteld zoals willekeurige of gerichte controles met behulp van mobiele detectieapparatuur.
Nieuwe technologieën kunnen bijdragen aan de bescherming van openbare ruimten als ze op een welomschreven, doelgerichte en evenredige manier worden gebruikt. In het geval van een ernstige terroristische dreiging 12 is er mogelijk een veiligheidsrol weggelegd voor identificatietechnologieën waarmee rondtrekkende terroristen kunnen worden opgespoord door een afbeelding van hun gezicht te vergelijken met een referentiedatabank. Bovendien kan de identificatie van bepaalde categorieën voorwerpen (bijvoorbeeld achtergelaten bagage) of verdacht gedrag zeer nuttig zijn om bedreigingen op te sporen. Kunstmatige intelligentie speelt een sleutelrol bij de ontwikkeling van instrumenten waarmee potentiële bedreigingen nauwkeurig en doelgericht kunnen worden geïdentificeerd. In de beschouwingen van de Commissie over het gebruik van kunstmatige intelligentie 13 zal daarom rekening worden gehouden met de veiligheidsoverwegingen, op voorwaarde dat die de grondrechten eerbiedigen. De Commissie staat klaar om projecten te financieren voor de ontwikkeling van nieuwe technologieën in het kader van de Stedenagenda voor de EU en zij ondersteunt de uitwisseling van beste praktijken op dit gebied in overeenstemming met het EU-recht.
De ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie (KI) zullen een grote invloed hebben op het vermogen van de rechtshandhavingsautoriteiten om te reageren op terroristische dreigingen. Rechtshandhavingsautoriteiten ontwikkelen nu al innovatieve oplossingen op basis van KI-technologie, bijvoorbeeld om terroristische online-inhoud te identificeren en de verspreiding ervan tegen te gaan, om te voorkomen dat terroristen nieuwe accounts aanmaken op sociale media en om symbolen op te sporen. Een belangrijk aspect voor de ontwikkeling van betrouwbare KI-toepassingen is dat algoritmen worden getraind met gegevens die relevant, verifieerbaar, van goede kwaliteit en voldoende gevarieerd zijn om vooringenomenheid ten aanzien van bijvoorbeeld geslacht of ras tot een minimum te beperken. KI-toepassingen moeten worden ontwikkeld en gebruikt met de nodige waarborgen voor de rechten en vrijheden, in overeenstemming met de relevante wetgeving en voldoende gedocumenteerd om de rechtmatigheid van hun gebruik te kunnen vaststellen. De Commissie zal onderzoeken hoe de rechtshandhavings- en justitiële autoriteiten de voordelen van KI kunnen benutten in volledige overeenstemming met het EU-recht.
14 Voorop blijven betekent ook dat nieuwe bedreigingen die kunnen ontstaan door nieuwe technologieën moeten worden aangepakt. Drones (onbemande vliegtuigsystemen) kunnen worden misbruikt om te worden ingezet tegen openbare ruimten, personen en kritieke infrastructuur. Hoewel de EU het moeilijker heeft gemaakt om bepaalde soorten drones voor kwaadaardige doeleinden te gebruiken, zal de dreiging waarschijnlijk toenemen door het snelle innovatietempo en de gemakkelijke toegang tot drones. Om deze uitdaging het hoofd te bieden, zal de Commissie onderzoeken of het mogelijk is om in 2021 een EU-handboek uit te brengen om steden te beschermen tegen niet-coöperatieve drones.
Om bescherming te bieden tegen het kwaadwillige gebruik van drones moeten ook betrouwbare technologieën voor tegenmaatregelen beschikbaar zijn. Via het Europees programma voor het testen van maatregelen tegen onbemande luchtvaartsystemen zal een gemeenschappelijke methode worden opgesteld om verschillende systemen te evalueren die door de politie en andere veiligheidsdiensten kunnen worden ingezet om potentieel kwaadaardige drones op te sporen, te traceren en te identificeren. De resultaten van deze tests zullen met de hele EU worden gedeeld.
15 De bescherming van de burgers begint met een beter begrip van de toekomstige bedreigingen. Daartoe moeten prognoses op een structurele manier worden geïntegreerd in de ontwikkeling van het terrorismebestrijdingsbeleid. De Commissie zal streven naar een dialoog tussen vooraanstaande deskundigen op het gebied van terrorismebestrijding uit de rechtshandhaving, de inlichtingendiensten en de academische wereld om nieuwe risico’s op te sporen en gebieden te belichten waarop de Europese Unie en haar lidstaten sterker moeten optreden. De Commissie zal hiervoor gebruikmaken van bestaande structuren, met nauwe betrokkenheid van Europol, Eurojust en de EDEO, alsook van EU-IntCEN. Het resultaat van deze dialoog kan vervolgens worden meegenomen in de beleidsdiscussies, zoals de besprekingen van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken over de interne veiligheid.
KERNACTIESDe Commissie zal:risicobeoordelingen en intercollegiale toetsingen ontwikkelen, met inzet van EU-veiligheidsadviseurs op verzoek;EU-veiligheidsonderzoek financieren om de capaciteit voor vroegtijdige opsporing te versterken en nieuwe technologieën te ontwikkelen in het kader van de Stedenagenda voor de EU;nagaan hoe nieuwe technologieën kunnen bijdragen aan de veiligheid, en strategische inlichtingen- en dreigingsanalysen beter integreren om een toekomstgericht beleid te ondersteunen.De lidstaten worden aangespoord om:het EU-IntCEN te blijven voorzien van de nodige middelen en inbreng van hoge kwaliteit.KERNACTIESDe Commissie zal:risicobeoordelingen en intercollegiale toetsingen ontwikkelen, met inzet van EU-veiligheidsadviseurs op verzoek;EU-veiligheidsonderzoek financieren om de capaciteit voor vroegtijdige opsporing te versterken en nieuwe technologieën te ontwikkelen in het kader van de Stedenagenda voor de EU;nagaan hoe nieuwe technologieën kunnen bijdragen aan de veiligheid, en strategische inlichtingen- en dreigingsanalysen beter integreren om een toekomstgericht beleid te ondersteunen.De lidstaten worden aangespoord om:het EU-IntCEN te blijven voorzien van de nodige middelen en inbreng van hoge kwaliteit.
Aan de basis van de Europese Unie ligt een reeks krachtige waarden. Onze onderwijs-, gezondheids- en welzijnssystemen zijn van nature inclusief, maar ze zijn onlosmakelijk verbonden met de acceptatie van de waarden die eraan ten grondslag liggen. Onze Europese levenswijze — die gelijkstaat met inclusieve en tolerante samenlevingen — is niet facultatief en we moeten al het mogelijke doen om diegenen tegen te houden die haar proberen te ondermijnen — van binnenuit of van buitenaf.
Terroristen en gewelddadige extremisten maken in toenemende mate gebruik van het internet om hun extremistische ideologieën te verspreiden, onder meer door middel van livestreaming en verheerlijking van terroristische aanslagen. Het antwoord moet komen van alle actoren — nationale autoriteiten, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld — en op alle niveaus (nationaal, Europees en internationaal). De vaststelling en uitvoering van de voorgestelde verordening betreffende de aanpak van de verspreiding van terroristische online-inhoud zou de lidstaten in staat moeten stellen om dergelijke inhoud snel te verwijderen en zou bedrijven ertoe verplichten sneller te reageren om misbruik van hun platforms voor de verspreiding van terroristische inhoud te voorkomen. De vaststelling door het Europees Parlement en de Raad is dan ook dringend. Zodra het voorstel is goedgekeurd, zal de Commissie onlinedienstverleners en nationale autoriteiten ondersteunen om de verordening op doeltreffende wijze toe te passen.
Meer in het algemeen zal de Commissie een wet inzake digitale diensten voorstellen waarmee de horizontale regels zullen worden opgewaardeerd zodat digitale dienstverleners op een verantwoorde manier te werk gaan en gebruikers over doeltreffende middelen beschikken om illegale inhoud te melden. In het voorstel wordt de toenemende maatschappelijke rol van zeer grote onlineplatforms erkend en het bevat verplichtingen om de risico’s van hun systemen te beoordelen, niet alleen met betrekking tot illegale inhoud en producten, maar ook als het gaat om systemische risico’s voor de bescherming van het algemeen belang, zoals de volksgezondheid en de openbare veiligheid, en van de grondrechten, ook tegen manipulatieve technieken.
Het EU-internetforum zal richtsnoeren ontwikkelen om op te treden tegen online en publiek toegankelijk materiaal van extremistische aard en de kennis hierover verder verspreiden. Het EU-internetforum ontwikkelde het EU-protocol voor crisisrespons, een vrijwillig mechanisme om een snelle, collectieve en grensoverschrijdende reactie op de virale verspreiding van terroristische en gewelddadige extremistische online-inhoud te helpen coördineren 16 . Het is van essentieel belang dat de partners uit de industrie dit protocol volledig operationeel maken. De Commissie zal, in samenwerking met Europol, steun verlenen aan de ontwikkeling van verdere richtsnoeren voor de uitvoering van het EU-crisisprotocol om een virale verspreiding van terroristische en gewelddadige extremistische online-inhoud aan te pakken. De middelen en de capaciteit van de Europol-eenheid voor de melding van internetuitingen moeten worden versterkt om alle soorten terroristische inhoud die verschijnt op onlineplatforms te controleren en door te verwijzen, 24 uur per dag en 7 dagen per week.
Terroristische inhoud is afkomstig van en wordt verspreid vanuit de hele wereld. Daarom zal de Commissie haar betrokkenheid bij internationale partners vergroten, met name bij het wereldwijd internetforum ter bestrijding van terrorisme voor een wereldwijde operationele respons, evenals bij partnerregeringen, in overeenstemming met de Christchurch Call for Action 17 om wereldwijd te streven naar minimumnormen, onder meer op het gebied van transparantie.
Als reactie op de verspreiding van racistische en xenofobe haatzaaiende uitlatingen op het internet heeft de Commissie in 2016 de ondertekening van de EU-gedragscode voor de bestrijding van illegale haatzaaiende uitlatingen op het internet aangemoedigd 18 . De Commissie zal in 2021 een initiatief voorstellen om de lijst van misdrijven op EU-niveau op grond van artikel 83, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de EU uit te breiden naar haatmisdrijven en haatzaaiende uitlatingen, ongeacht of deze gebaseerd zijn op ras, etniciteit, godsdienst, geslacht of seksuele geaardheid. De lidstaten moeten hun inspanningen opvoeren om de nieuwe bepalingen van de richtlijn audiovisuele mediadiensten met betrekking tot haatzaaiende uitlatingen op onlinevideoplatforms volledig uit te voeren.
De Commissie zal de lidstaten ondersteunen bij de ontwikkeling van hun strategische communicatiecapaciteit om te reageren na een aanslag door expertise uit te wisselen op lokaal en nationaal niveau. Dit is niet alleen noodzakelijk in de nasleep van een terroristische aanslag, maar zou ook een onafgebroken preventieve oefening moeten zijn voor de overheid. De Commissie zal de lidstaten daarom bijstaan zodat ze deze uitdagingen kunnen aangaan en de door het maatschappelijk middenveld ontwikkelde alternatieve verhalen en tegengeluiden beter kunnen verspreiden. De Commissie zal ook soortgelijke inspanningen op nationaal niveau ondersteunen. Het programma voor de versterking van het maatschappelijk middenveld van de Commissie zal in 2022 worden geëvalueerd om daaruit lessen te trekken.
Tegelijkertijd moeten zowel de EU als de lidstaten er voortdurend op toezien dat projecten die niet verenigbaar zijn met de Europese waarden of een illegale agenda nastreven, geen steun krijgen van de overheid en de Europese fondsen.
Onze steden moeten betere toegang krijgen tot financiering, begeleiding en opleiding om de huidige uitdagingen aan te pakken en hun veerkracht te vergroten. De Commissie ondersteunt de lokale preventiecoördinatoren via het netwerk voor voorlichting over radicalisering. Voorts bevordert de Commissie de strategische dialoog tussen steden in het kader van het initiatief “EU-steden tegen radicalisering”. Om de veerkracht te vergroten, is het ook belangrijk om de gemeenschappen te betrekken en te versterken door middel van een bottom-upbenadering, in nauwe samenwerking met de lidstaten. Het netwerk voor voorlichting over radicalisering zal beste praktijken identificeren, buurtpolitiewerk 19 ondersteunen en betrokkenheid aanmoedigen om het vertrouwen met en tussen de gemeenschappen te vergroten.
Door inclusie te bevorderen en kansen te bieden aan risicojongeren via onderwijs, cultuur, jeugd en sport kan verder worden bijgedragen aan de preventie van radicalisering en aan de cohesie binnen de EU. De Commissie zal de inspanningen van de lidstaten en andere belanghebbenden op het gebied van integratie en sociale inclusie blijven steunen via de maatregelen die zijn opgenomen in het actieplan voor integratie en inclusie 20 .
Gezien de belangrijke rol van niet-formeel onderwijs in de radicalisering en de mogelijke verbanden met extremistische ideologieën, zal de Commissie de samenwerking tussen scholen, gemeenschappen (met inbegrip van geloofsgemeenschappen), jeugdwerkers, maatschappelijk werkers en maatschappelijke organisaties faciliteren. De Commissie zal de lidstaten ook steunen bij de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken wat betreft de contacten tussen religieuze en gemeenschapsleiders inzake de preventie van radicalisering, met inbegrip van degenen die actief zijn in scholen en gevangenissen.
Echte of vermeende sociale uitsluiting, discriminatie en marginalisering kunnen de vatbaarheid voor een radicaal discours vergroten en de sociale cohesie verder bedreigen. De Commissie zal daarom ook de actie in het kader van haar actieplan tegen racisme voortzetten. 21
Radicaliseringsprocessen moeten zo vroeg mogelijk worden opgepikt, zodat tijdig werk kan worden gemaakt van deradicalisering. We zullen het optreden van de EU op drie belangrijke gebieden versterken: gevangenissen, rehabilitatie en re-integratie. Ten eerste door de beste aanpak te identificeren wat betreft het beheer en de risicobeoordeling van geradicaliseerde gevangenen en terroristische daders 22 , alsmede door opleiding van professionals te ondersteunen die op dit gebied actief zijn 23 . Ten tweede door, voortbouwend op de inzichten van het rehabilitatiehandboek van het netwerk voor voorlichting over radicalisering, 24 de lidstaten te ondersteunen om meer op maat gesneden begeleiding te voorzien bij de rehabilitatie en re-integratie van radicale gevangenen, ook na hun vrijlating. Ten derde door de ontwikkeling van een methodologie met gemeenschappelijke normen en indicatoren om de doeltreffendheid van re-integratieprogramma’s te evalueren 25 . Bij alle inspanningen met betrekking tot de rehabilitatie en re-integratie van kinderen moet rekening worden gehouden met hun specifieke behoeften en rechten 26 .
Buitenlandse terroristische strijders en hun familieleden, waaronder zij die zich momenteel in detentiecentra en kampen in het noordoosten van Syrië bevinden, brengen specifieke en complexe uitdagingen met zich mee, waarvoor coördinatie tussen de betrokkenen op alle niveaus nodig is. De Commissie zal de lidstaten verder ondersteunen bij de uitwisseling van beste praktijken en zal ook meer steun verlenen aan de opleiding van mensen op het terrein en aan de uitwisseling van kennis en informatie op dit gebied, met inachtneming van de specifieke behoeften en rechten van kinderen van buitenlandse terroristische strijders. Daarnaast zal de Commissie ook steun verlenen aan de lidstaten zodat zij hun inspanningen kunnen opvoeren om buitenlandse terroristische strijders te vervolgen door desbetreffende activiteiten op lokaal, nationaal en internationaal niveau te ondersteunen.
27 28 29 Met het oog op een meer gecoördineerde actie en een gestructureerde outreach op nationaal niveau zal de Commissie in een eerste fase steun verlenen aan de oprichting en verdere ontwikkeling van nationale netwerken met relevante actoren, inclusief mensen op het terrein en nationale expertisecentra. In een tweede fase zal de Commissie de oprichting voorstellen van een EU-kenniscentrum voor de preventie van radicalisering, bedoeld voor beleidsmakers, mensen op het terrein en onderzoekers. Dit EU-kenniscentrum zou dan kennis en deskundigheid verspreiden en ook de volledige benutting aanmoedigen van de financieringsmogelijkheden in het kader van de verschillende EU-programma’s, interventies evalueren, beste praktijken certificeren en gerichte steun bieden aan de betrokkenen op nationaal en lokaal niveau. Het zou ook een toekomstig EU-centrum voor terrorismeslachtoffers kunnen integreren om expertise en steun te bieden aan nationale autoriteiten en organisaties voor slachtofferhulp. Andere relevante gebieden zijn onderzoek, informatieverstrekking over radicale ideologieën, organisaties en netwerken en de verspreiding van alternatieve verhalen en tegengeluiden, evenals samenwerking met religieuze en gemeenschapsleiders.
Tot slot zal de Commissie, voortbouwend op onderzoek, richtsnoeren ontwikkelen voor de lidstaten en andere belanghebbenden wat betreft alleen handelende daders, met inbegrip van risicobeoordelingen en mogelijke reacties op dit fenomeen.
De Commissie zal:
·een wet inzake digitale diensten voorstellen;
·in samenwerking met Europol richtsnoeren uitvaardigen voor de uitvoering van het EU-crisisprotocol;
·de lidstaten helpen om strategische communicatie te ontwikkelen en de verspreiding van alternatieve verhalen en tegengeluiden te verbeteren;
·richtsnoeren verstrekken voor het beheer en de risicobeoordeling in gevangenissen en voor vroegtijdige rehabilitatie en re-integratie;
·de uitwisseling van beste praktijken bevorderen tussen de lidstaten wat betreft de behandeling van terugkerende buitenlandse terroristische strijders en hun familieleden;
·voorstellen om een EU-kenniscentrum voor de preventie van radicalisering op te richten, alsook nationale netwerken van belanghebbenden en nationale centra ondersteunen.
Het Europees Parlement en de Raad worden aangespoord om:
·de verordening ter voorkoming van de verspreiding van terroristische online-inhoud met spoed vast te stellen.
De Commissie en de lidstaten zullen:
·ervoor zorgen dat projecten die onverenigbaar zijn met de Europese waarden of die een illegale agenda nastreven, geen steun uit overheidsmiddelen ontvangen; de veerkracht van gemeenschappen vergroten door middel van de maatregelen die zijn opgenomen in het actieplan voor integratie en inclusie.
In het kader van de versterking van terrorismebestrijding moeten ook de kwetsbaarheden worden aangepakt die door terroristen kunnen worden uitgebuit of aangevallen. Door onze grenzen beter te beveiligen en terroristen de middelen te ontnemen om terroristische handelingen uit te voeren, kunnen we ons beschermen tegen mogelijke aanslagen.
30 Terroristische aanslagen zijn vooral gericht tegen mensen in openbare ruimten, die door hun open en toegankelijke karakter bijzonder kwetsbaar zijn. We moeten het open karakter van deze ruimten beschermen en ze tegelijkertijd veiliger maken via sterkere fysieke beschermingsmaatregelen zodat mensen er vrij en veilig kunnen rondlopen, zonder er een versterkte vesting van te maken. Daarom zal de Commissie op EU-niveau meer inspanningen leveren om het principe van beveiliging door ontwerp te promoten, waarbij veiligheid wordt ingebouwd in openbare ruimten (gebouwen en infrastructuren) vanaf de start van de ontwerpfase en de stadsontwikkeling. De Commissie zal een virtueel architectuurboek voor stedelijke vormgeving uitgeven, dat als inspiratiebron kan dienen voor overheden om veiligheidsaspecten te integreren in het ontwerp van toekomstige en de renovatie van bestaande openbare ruimten.
Het EU-forum voor de bescherming van openbare ruimten heeft een grote groep mensen bijeengebracht die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van openbare ruimten. Het gaat onder meer om de overheden van EU-lidstaten en om particuliere exploitanten, die bijvoorbeeld verantwoordelijk zijn voor winkelcentra, vervoersdiensten of horecagelegenheden. Er kan veel worden geleerd uit de verschillende ervaringen op het gebied van bescherming van openbare ruimten 31 . De Commissie is vastbesloten om dit forum, dat kennis moet verzamelen, consolideren en verspreiden, te versterken en de EU-belofte inzake stedelijke veiligheid en veerkracht te ondersteunen, maar ook om via gerichte financiering de bescherming van openbare ruimten te helpen verbeteren 32 . De Commissie zal ook de mogelijkheid onderzoeken om minimumeisen vast te stellen voor degenen die verantwoordelijk zijn voor het waarborgen van de veiligheid van openbare ruimten, om duidelijk te maken wat er van de exploitanten van openbare ruimten kan worden verwacht.
Gebedshuizen hebben een bijzonder hoge symbolische waarde en zijn vaak het doelwit geweest van terroristen. We moeten kerken, moskeeën en synagogen, alsook andere religieuze plaatsen in de EU beter beschermen. We moeten ook de samenwerking tussen de verschillende geloofsgemeenschappen en de relevante nationale autoriteiten bevorderen wanneer zij ervaringen uitwisselen. Vanaf 2021 wil de Commissie in nauwe samenwerking met de lidstaten projecten ondersteunen die de fysieke bescherming van gebedshuizen verbeteren.
De lokale en regionale overheden spelen een sleutelrol bij de bescherming van openbare ruimten en de preventie van radicalisering. In samenwerking met de Stedenagenda voor het EU-partnerschap voor veiligheid in openbare ruimten en voortbouwend op het succesvolle initiatief “EU-steden tegen radicalisering” zal de Commissie een EU-belofte inzake stedelijke veiligheid en veerkracht voorstellen, waarin de basisbeginselen en -doelstellingen voor de lokale autoriteiten op deze gebieden worden uiteengezet. De Commissie zal bovendien geïnteresseerde steden oproepen een positieve agenda op te stellen om radicalisering te voorkomen en tegen te gaan en de kwetsbaarheid van openbare ruimten aan te pakken. Steden die deelnemen aan de belofte zullen deel uitmaken van een EU-breed initiatief van Steden tegen radicalisering en terrorisme, waarmee de Commissie de uitwisseling van goede praktijken zal vergemakkelijken en ondersteuning zal bieden aan projecten onder leiding van steden en aan intercollegiale adviezen. De Commissie zal alle beschikbare financieringsinstrumenten inzetten om de uitvoering van de belofte te ondersteunen.
Naast het Fonds voor interne veiligheid kunnen ook middelen van het EU-cohesiebeleid worden gebruikt om de openbare veiligheid in steden te verbeteren via investeringen die gericht zijn op de verbetering van de sociale cohesie, integratie en veerkracht om zo radicalisering te voorkomen en de openbare infrastructuur op te waarderen. De Commissie zal met de lidstaten samenwerken om de beschikbare financieringsmogelijkheden beter bekend te maken en roept de lidstaten op om ten volle gebruik te maken van de middelen van het EU-cohesiebeleid en dergelijke investeringen op te nemen in hun programma’s voor de periode na 2020. De investeringen die voortvloeien uit geïntegreerde strategieën voor duurzame stadsontwikkeling zullen, zoals voorgesteld door de Commissie, goed zijn voor meer dan 6 % van de toewijzing uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling.
Kritieke infrastructuur, waaronder vervoersknooppunten, elektriciteitscentrales, gezondheidsinfrastructuur en waterzuiveringsinstallaties, lopen het risico om terroristische doelwitten te worden. De exploitanten van kritieke infrastructuur zijn verantwoordelijk voor de levering van diensten die essentieel zijn om aan vitale maatschappelijke behoeften te voldoen. Tegelijkertijd worden deze exploitanten steeds afhankelijker van elkaar en worden ze geconfronteerd met een steeds complexere risico-omgeving. Dergelijke risico’s omvatten terreuraanslagen, natuurrampen, ongevallen en kwaadwillige dreigingen. Om de essentiële diensten in de hele EU te blijven garanderen en de betrouwbare werking van de interne markt te waarborgen, is het van vitaal belang dat kritieke exploitanten van essentiële diensten veerkrachtig zijn, d.w.z. voldoende voorbereid zijn om verstoringen te voorkomen, te beperken en te herstellen. De Commissie zal een reeks maatregelen vaststellen om de veerkracht van de exploitanten ten aanzien van zowel fysieke als digitale risico’s te vergroten.
33 Buitenlandse terroristen die illegaal uit Syrië waren teruggekeerd, waren betrokken bij de dodelijke aanslag in Parijs op 13 november 2015. Dit bracht de verwoestende gevolgen van de tekortkomingen in de grensbeveiliging aan het licht. Naar schatting 50 000 personen zijn naar Syrië en Irak gereisd om zich bij jihadistische groeperingen aan te sluiten, inclusief 5 000 personen uit de EU, waarvan ongeveer een derde zich nog steeds in het gebied bevindt. Om de veiligheid van onze burgers te garanderen is het van cruciaal belang dat de rechtshandhavingsinstanties zowel EU-burgers als niet-EU-burgers die van terrorisme worden verdacht aan de buitengrenzen kunnen opsporen. Europol, Frontex en eu-Lisa zullen de lidstaten blijven ondersteunen op het gebied van grensbeveiliging.
De werking van het Schengengebied zonder binnengrenzen moet worden versterkt. Op 30 november 2020 heeft de Commissie een Schengenforum georganiseerd om een alomvattend politiek debat op gang te brengen over een sterkere Schengenzone gebaseerd op wederzijds vertrouwen. Dit zal worden meegenomen in de Schengenstrategie die de Commissie in 2021 wil presenteren en waarin zij manieren zal voorstellen om de Schengengrenscode te herzien, het evaluatiemechanisme en de Schengengovernance op te waarderen, de politiële samenwerking en informatie-uitwisseling te verbeteren en de buitengrenzen te versterken.
Tegelijkertijd moeten de lidstaten dringend de modernisering van het beheer van de buitengrenzen afronden binnen de overeengekomen stappenplannen, met de ambitie om het modernste grensbeheersysteem te ontwikkelen 34 . Ondanks de geboekte vooruitgang moet er nog meer worden gedaan. Hoewel de lidstaten onder bepaalde voorwaarden afwijkingen kunnen toepassen, is het van belang dat zij snel voldoen aan de doelstelling om alle reizigers aan de buitengrenzen systematisch te controleren aan de hand van relevante databanken. Tegen midden 2021 zal de Commissie, in samenwerking met de lidstaten, richtsnoeren opstellen zodat eventuele afwijkingen in beperkte mate worden toegepast en aan de hoogste veiligheidsnormen voldoen.
De doeltreffendheid van systematische controles hangt af van de kwaliteit en interoperabiliteit van de EU-informatiesystemen 35 . Nieuwe en opgewaardeerde, grootschalige EU-informatiesystemen 36 zullen de veiligheid verbeteren en de controles aan de buitengrenzen doeltreffender en efficiënter maken. Dankzij de interoperabiliteit zal de nodige informatie onmiddellijk ter beschikking worden gesteld van de politieagenten en grenswachters die daarvan op de hoogte moeten zijn. Van cruciaal belang is het inreis-uitreissysteem (EES) 37 , een geautomatiseerd systeem voor de registratie van reizigers uit derde landen. Dit zal helpen om alle onderdanen van derde landen die het grondgebied van de lidstaten binnenkomen te identificeren en om identiteitsfraude op te sporen.
38 39 Het Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (Etias), een systeem voor het verstrekken van autorisaties vóór afreis aan reizigers die zijn vrijgesteld van visumplicht, is net zo belangrijk. Aan de hand van een speciale Etias-watchlist zal informatie over personen die verdacht worden van of banden hebben met terroristische activiteiten beter kunnen worden ingezet, zodat de lidstaten deze informatie in overweging kunnen nemen bij het afgeven van reisautorisaties. Bovendien zal aan de hand van een controle in het toekomstige gecentraliseerde systeem met informatie van lidstaten die beschikken over veroordelingsgegevens van onderdanen van derde landen en staatlozen (Ecris-TCN) kunnen worden nagegaan of een bepaalde onderdaan van een derde land of personen met een dubbele nationaliteit van de EU en een derde land al eerder in de EU zijn veroordeeld voor ernstige misdrijven en in welke lidstaat dat is gebeurd. De interoperabiliteit tussen EES, Etias en Ecris-TCN zal leiden tot een meer systematische informatie-uitwisseling voor rechtshandhavers, grenswachters en migratiefunctionarissen, en zal bijdragen aan de bestrijding van identiteitsfraude. De lidstaten moeten deze systemen dan ook snel en volledig uitvoeren en de interoperabiliteit ervan mogelijk maken.
Met de drie nieuwe verordeningen inzake het Schengeninformatiesysteem (SIS) die in december 2018 in werking zijn getreden 40 is een aantal maatregelen ingevoerd om de informatie-uitwisseling, onder meer over terreurverdachten, te verbeteren. Het is van cruciaal belang dat de lidstaten alle nieuwe SIS-functies zo snel mogelijk uitvoeren. De lidstaten moeten met name dringend de zoekfunctie voor vingerafdrukken in het SIS, namelijk het geautomatiseerd systeem voor de identificatie van vingerafdrukken (AFIS), uitrollen naar hun functionarissen, met name aan de buitengrenzen.
Het is ook van essentieel belang dat informatie over buitenlandse terroristische strijders die wordt verstrekt door betrouwbare derde landen in het SIS wordt opgenomen. Samen met deze mededeling stelt de Commissie ook een versterkt mandaat voor Europol voor en een wijziging van de verordening voor de oprichting, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) zodat Europol in overleg met de lidstaten specifieke signaleringen kan aanmaken in het SIS. Er moet dringend werk worden gemaakt van de door de lidstaten besproken invoering van de vrijwillige procedure om voorlopige en toekomstige gegevens te verwerken die door derde landen worden verstrekt. Tegelijkertijd moeten de lidstaten worden aangemoedigd om de mededelingen van Interpol over terrorismeverdachten beschikbaar te stellen voor de eerstelijnsgrenscontroles.
Bovendien moeten de lidstaten volgens de nieuwe regels niet alleen een inreisverbod van maximaal vijf jaar uitvaardigen als onderdeel van een terugkeerbesluit 41 , maar ook signaleringen invoeren in het SIS over onderdanen van derde landen voor wie een terugkeerbesluit geldt (vanaf 2022), en over weigeringen van toegang en verblijf. Dit zou de terugkeerbesluiten en weigeringen van toegang en verblijf zichtbaar maken voor alle autoriteiten die toegang hebben tot het SIS. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat in dergelijke signaleringen ook is opgenomen of de onderdaan van een derde land een ernstige bedreiging vormt voor de veiligheid en of de persoon betrokken was bij activiteiten die verband houden met terrorisme.
De verwerking van vooraf te verstrekken passagiersgegevens (API) en persoonsgegevens van passagiers (PNR) speelt een essentiële rol bij de identificatie, voorkoming, opsporing en verstoring van terrorisme en andere ernstige misdrijven. Om het gebruik van API-gegevens te stroomlijnen, onder meer voor de bestrijding van terrorisme, zal de Commissie een voorstel indienen om de API-richtlijn in 2021 te herzien en te overwegen om deze gegevens te gebruiken voor de bestrijding van zware criminaliteit, de doeltreffendheid van het gebruik van API-gegevens te verbeteren en de samenhang met andere instrumenten, zoals het inreis-/uitreissysteem, het Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie en het PNR-systeem te vergroten.
Het gebruik en de analyse van PNR-gegevens is een essentieel instrument voor de bestrijding van terrorisme en georganiseerde misdaad, zowel in de EU als wereldwijd. Door bewaarde PNR-gegevens te analyseren, kunnen onbekende bedreigingen worden geïdentificeerd. Het biedt de rechtshandhavingsautoriteiten ook inlichtingen over criminele activiteiten, waardoor zij verdachte reispatronen kunnen opsporen en medeplichtigen van terroristen en criminelen kunnen identificeren. De Commissie dringt er bij de lidstaten die dat nog niet doen op aan om ook PNR-gegevens te verzamelen voor vluchten binnen de EU. De Commissie zal zich blijven inzetten om de doorgifte van PNR-gegevens te vergemakkelijken, in volledige overeenstemming met de wettelijke vereisten van de EU zoals die door het Hof zijn verduidelijkt in het kader van de nieuwe PNR-normen die door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) zijn vastgesteld. De volledige uitvoering van het huidige PNR-kader en de bestaande bilaterale samenwerking met derde landen, zoals de VS en Australië, blijven van cruciaal belang. Tegelijkertijd zijn er sinds 2010, toen de Commissie voor het laatst haar externe PNR-beleid bijstelde, wereldwijde trends en nieuwe realiteiten 42 ontstaan, waarmee rekening zal worden gehouden in de herziening van de externe EU-strategie voor de doorgifte van PNR-gegevens volgend jaar.
In het licht van de terroristische dreiging voor de luchtvaart moeten de inspanningen worden voortgezet om de veiligheid in deze sector te verbeteren. De Commissie zal mogelijkheden onderzoeken om een Europees rechtskader te creëren en uit te voeren om veiligheidsfunctionarissen in te zetten op vluchten (meereizende beveiligingsagenten).
43 44 Om een bestaande lacune weg te werken, zal de Commissie een uitvoeringsverordening vaststellen in het kader van de vuurwapenrichtlijn, waarbij een systeem wordt opgezet voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten over weigeringen van vergunningen voor het verkrijgen van een vuurwapen. Op die manier zal iemand die om veiligheidsredenen geen vergunning kreeg voor een vuurwapen in de ene lidstaat, geen vergelijkbaar verzoek kunnen indienen in een andere lidstaat. Deze werkzaamheden worden aangevuld met het EU-actieplan inzake illegale vuurwapenhandel. De nationale knooppunten voor vuurwapens zijn van essentieel belang voor de ontwikkeling van onderbouwde kennis over de dreiging van vuurwapens door samenwerking tussen de verschillende diensten en grensoverschrijdende uitwisseling van informatie en inlichtingen mogelijk te maken. In het kader van de prioriteit “vuurwapens” van het Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging (Empact) zal de Commissie in 2021 een scorebord publiceren om te laten zien hoe ver de lidstaten zijn gevorderd met de oprichting van dergelijke knooppunten.
De dreiging die uitgaat van zelfgemaakte explosieven is nog steeds groot, zoals aangetoond door diverse aanslagen in de EU 45 . De EU heeft de meest geavanceerde wetgeving ter wereld ontwikkeld om de toegang tot precursoren voor explosieven 46 te beperken en verdachte transacties op te sporen die erop kunnen wijzen dat terroristen zelfgemaakte explosieven maken. Het is daarom van cruciaal belang dat de lidstaten de nieuwe regels, die op 1 februari 2021 in werking treden, volledig uitvoeren en handhaven. Dit betekent ook dat moet worden voorkomen dat personen de controles kunnen omzeilen door precursoren voor explosieven online te kopen.
Er blijft bezorgdheid bestaan over de risico’s verbonden aan chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) materialen 47 . In 2017 waren terroristen van plan om een bom te laten ontploffen in een Australisch vliegtuig en een chemisch wapen te bouwen, op basis van instructies van Da’esh 48 . In 2018 probeerde een terrorist in Duitsland het zeer giftige ricine te maken 49 . De potentiële schade van een CBRN-aanslag is extreem hoog. De Commissie geeft met name prioriteit aan de dreiging die uitgaat van chemische stoffen. Op basis van de aanpak waarmee de toegang tot precursoren van explosieven wordt gereguleerd, bestudeert de Commissie de haalbaarheid om de toegang te beperken tot bepaalde gevaarlijke chemische stoffen. Deze inspanning zal in 2021 worden afgerond. In 2020 heeft de Commissie de lidstaten diverse instrumenten ter beschikking gesteld 50 die kunnen worden gebruikt om de bioveiligheid te verhogen en zij zal nagaan hoe de samenwerking tegen biologische bedreigingen op EU-niveau kan worden verbeterd. Vanaf begin 2021 zal de Commissie ook een gezamenlijke actie van 18 landen steunen om de paraatheid op het gebied van de volksgezondheid en de reactiecapaciteit bij biologische en chemische terreuraanslagen te verbeteren en de sectoroverschrijdende samenwerking (gezondheid, veiligheid en civiele bescherming) te intensiveren.
KERNACTIES:
De Commissie zal:
De lidstaten worden aangespoord om:
·een Schengenstrategie voorstellen in 2021;
·een EU-belofte inzake stedelijke veiligheid en veerkracht voorstellen, om radicalisering te voorkomen en tegen te gaan en de kwetsbaarheid van openbare ruimten te verminderen;
·de fysieke bescherming van gebedshuizen helpen te verbeteren, in nauwe samenwerking met de lidstaten;
·maatregelen voorstellen om de veerkracht van kritieke infrastructuur te vergroten;
·een herziening van de richtlijn betreffende vooraf te verstrekken passagiersgegevens voorstellen;
·een systeem invoeren voor de uitwisseling van informatie over weigeringen om vergunningen voor vuurwapens te verlenen;
·voor follow-up zorgen met de lidstaten over de uitvoering van relevante wetgeving en verdere stappen zetten in inbreukprocedures, voor zover van toepassing.
·leemten en tekortkomingen in de uitvoering van de relevante wetgeving snel aan te pakken;
·voor een systematische controle aan de buitengrenzen te zorgen van alle reizigers in de relevante databanken;
·signaleringen van verdachte buitenlandse terroristen in te voeren in het SIS;
·dringend de zoekfunctie voor vingerafdrukken uit te rollen in het geautomatiseerd systeem voor de identificatie van vingerafdrukken van het SIS;
·snel EES, Etias en Ecris-TCN uit te voeren en de interoperabiliteit ervan mogelijk te maken;
·de bio- en chemische veiligheid te verbeteren.
De bestaande beperkende maatregelen voor terrorismebestrijding (“sancties”) bestaan uit een reisverbod voor natuurlijke personen en een bevriezing van tegoeden, alsook een verbod om tegoeden en economische middelen ter beschikking te stellen van natuurlijke personen en entiteiten. De EU voert de binnen de VN vastgestelde sancties voor terrorismebestrijding uit en heeft eigen sancties vastgesteld om de strijd tegen het terrorisme te ondersteunen 51 . Als zodanig zijn sancties voor terrorismebestrijding een krachtig voorzorgsinstrument om terroristen hun middelen en mobiliteit te ontnemen. De bestaande sanctieregelingen waarover de EU beschikt, moeten dan ook ten volle worden benut, onder meer door een robuuste handhaving.
Na een terroristische aanslag moeten snel maatregelen worden genomen om de gevolgen van de aanslag tot een minimum te beperken en zo snel mogelijk een onderzoek in te stellen en de daders te vervolgen. Geen enkele lidstaat kan dit alleen. Zowel op Europees als op internationaal niveau moet worden samengewerkt.
Europol en zijn Europees Centrum voor terrorismebestrijding (ECTC) zijn essentieel voor het optreden van de EU op het gebied van terrorismebestrijding. In de afgelopen jaren is de operationele steun van Europol vervijfvoudigd (van 127 operationele gevallen ondersteund in 2016 tot 632 gevallen in 2019). Het ECTC maakt nu deel uit van elk groot terrorismebestrijdingsonderzoek in de EU. In het kader van het wetgevingsinitiatief om het mandaat van Europol te versterken moeten we Europol in staat stellen op een doeltreffende manier samen te werken met particuliere partijen. Terroristen maken misbruik van de grensoverschrijdende diensten van bedrijven om aanhangers te rekruteren, aanslagen te plannen en uit te voeren en propaganda te verspreiden die aanzetten tot meer aanslagen. Veel bedrijven willen wel gegevens delen, maar weten niet altijd met wie, omdat het soms onduidelijk is welke lidstaten bevoegd zijn om het specifieke misdrijf te vervolgen. Europol is het best geplaatst om deze leemte op te vullen en een eerste aanspreekpunt te zijn om relevant bewijsmateriaal te identificeren en aan de autoriteiten van de betrokken lidstaten door te geven.
52 Europol moet ook in staat zijn om nationale onderzoeken naar terrorisme te ondersteunen door grote en complexe gegevensbestanden te analyseren (“big data”). Dit zal voortbouwen op de geslaagde acties van Europol met de taskforce Fraternité waarbij de Franse en Belgische autoriteiten worden ondersteund bij het onderzoek naar de aanslagen van november 2015 in Parijs en de aanslagen van maart 2016 in Brussel. De versterking van de rol van Europol op het gebied van onderzoek en innovatie zal de nationale autoriteiten helpen bij het gebruik van moderne technologieën om de dreiging van het terrorisme tegen te gaan. Terroristen maskeren hun identiteit, verbergen de inhoud van hun communicatie en brengen in het geheim illegale goederen en middelen over door gebruik te maken van nieuwe technologieën. Daarom moeten we de operationele steun van Europol op het gebied van ontcijfering opvoeren, met respect voor het EU-recht.
Om de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren, zal de Commissie eind 2021 een EU-code voor politiële samenwerking voorstellen. Hierdoor zullen de verschillende EU-instrumenten voor operationele samenwerking op het gebied van rechtshandhaving worden gestroomlijnd tot een coherente en moderne, geconsolideerde juridische EU-regeling, waardoor ook de grensoverschrijdende samenwerking in de strijd tegen het terrorisme wordt vergemakkelijkt. In dit voorstel zal ook de balans worden opgemaakt van de bestaande richtsnoeren van de Raad en van de meest geavanceerde bilaterale of multilaterale overeenkomsten die van kracht zijn tussen de lidstaten 53 .
De Commissie zal de activiteiten van de verschillende wetshandhavingsnetwerken blijven ondersteunen. Het gaat dan bijvoorbeeld om gezamenlijke trainingen en oefeningen, de ontwikkeling van kanalen en capaciteiten voor grensoverschrijdende communicatie en operaties, en een betere bundeling van de middelen die bij incidenten kunnen worden ingezet. De Commissie zal het duurzame karakter van het ATLAS-netwerk van speciale interventie-eenheden van de EU-lidstaten blijven ondersteunen en waarborgen. Dit netwerk heeft tot doel de respons van de politie tijdens grensoverschrijdende terrorismebestrijdingsoperaties te verbeteren.
Binnen de Interreg-programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking heeft het Europees Fonds voor regionale Ontwikkeling (EFRO) de samenwerking tussen de politie en andere veiligheidsdiensten in de grensregio’s ondersteund. In de programmeringsperiode 2021-2027 kan deze steun worden voortgezet, maar het EFRO kan ook bijdragen aan acties op het gebied van grens- en migratiebeheer, bijvoorbeeld voor de economische en sociale integratie van onderdanen van derde landen, met inbegrip van personen die internationale bescherming genieten.
De Commissie zal ook sectoroverschrijdende samenwerking aanmoedigen met andere cruciale actoren in de frontlinie, die bijvoorbeeld worden ingezet in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming en die een cruciale rol kunnen spelen in de reactie op grote incidenten die de nationale capaciteit overstijgen, zoals terroristische aanslagen of chemische, biologische, radiologische of nucleaire incidenten.
Om terroristische en andere strafbare feiten te voorkomen, te onderzoeken en te vervolgen, moeten rechtshandhavingsautoriteiten op het juiste moment toegang hebben tot de relevante informatie. De bestaande Prüm-besluiten 54 hebben ertoe bijgedragen dat de lidstaten vingerafdrukken, DNA en bepaalde gegevens uit de kentekenregisters kunnen uitwisselen. In het licht van de technische, forensische, operationele en gegevensbeschermingsontwikkelingen moeten de Prüm-besluiten echter worden geactualiseerd en zouden zij verder kunnen worden uitgebreid om de lidstaten beter te ondersteunen bij hun strafrechtelijke en terroristische onderzoeken. De Commissie zal in 2021 een herziening van de Prüm-besluiten voorstellen om na te gaan hoe deze kunnen worden aangepast aan de huidige en toekomstige operationele behoeften van de rechtshandhavingsinstanties en om deze besluiten in overeenstemming te brengen met het EU-rechtskader voor gegevensbescherming.
Agentschappen voor justitie en binnenlandse zaken (zoals Europol, Eurojust en Frontex) zullen hun coördinatie moeten versterken om het terrorisme te bestrijden. Samen met de lidstaten, en gezien hun respectieve verantwoordelijkheden, moeten aanknopingspunten worden geïdentificeerd en oplossingen worden uitgevoerd met het oog op een efficiënte aanpak op EU-niveau. De Commissie zal daartoe specifieke voorstellen doen, met name om een efficiënt mechanisme voor informatie-uitwisseling in het kader van terrorismebestrijding op te zetten, dat een digitaal samenwerkingsplatform voor gemeenschappelijke onderzoeksteams zou moeten omvatten en om de uitvoering van een hit/no-hit-systeem tussen Europol en Eurojust te intensiveren zodat verbanden tussen hun gegevens kunnen worden opgespoord. De Commissie stelt ook voor om in het kader van het versterkte mandaat van Europol een “hit/no-hit-systeem” tussen Europol en het Europees Openbaar Ministerie (EOM) op te zetten. Bovendien is het nog steeds de bedoeling om het mandaat van het Europees Openbaar Ministerie uit te breiden tot de vervolging van grensoverschrijdende terroristische misdrijven.
55 De recente reeks aanslagen heeft het belang onderstreept van een betrouwbare analyse van de dreiging die uitgaat van personen die als terroristen of gewelddadige extremisten worden beschouwd. De Commissie steunt het werk dat onlangs door de Raad is uiteengezet. Er is behoefte aan regelmatiger strategische discussies over dit relevante onderwerp, aan een beter wederzijds begrip en bewustzijn van nationale concepten, en aan de facilitering van informatie-uitwisseling bij het invoeren van relevante informatie in de informatiesystemen van de EU. De regelmatige strategische uitwisseling moet uitwisselingen omvatten over praktische instrumenten, zoals risicobeoordelingen, en de evaluatie daarvan.
Hoewel meer informatie-uitwisseling tussen de EU-lidstaten een absolute noodzaak is, is dit niet altijd voldoende om wereldwijde bedreigingen doeltreffend aan te pakken. Daarom is internationale samenwerking een essentieel onderdeel van een doeltreffende respons op bedreigingen. Bilaterale overeenkomsten met belangrijke partners spelen een belangrijke rol bij de uitwisseling van informatie en het verkrijgen van bewijsmateriaal en aanwijzingen uit onderzoeken in rechtsgebieden buiten de EU. In dat opzicht vervult Interpol, de internationale gerechtelijke politie, een belangrijke rol. Ondanks de lange samenwerking tussen de EU en Interpol zijn er gebieden waarop de samenwerking nog tot stand moet komen of moet worden versterkt. Interpol is een belangrijke partner op het gebied van terrorismebestrijding, onder meer vanwege hun expertise op het gebied van buitenlandse terroristische strijders. Dit omvat bijvoorbeeld hun activiteiten om slagveldinformatie te verzamelen en onopgemerkte grensoverschrijdingen te voorkomen. Verschillende EU-organen worden geconfronteerd met de operationele noodzaak om toegang te hebben tot de databanken van Interpol om hun taken uit te voeren. Om deze toegang mogelijk te maken in overeenstemming met de eisen in de EU-wetgeving bereidt de Commissie passende instrumenten voor om te onderhandelen over een samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Interpol.
56 De financiële inlichtingendiensten spelen een essentiële rol bij de opsporing van terrorismefinanciering, aangezien zij meldingen ontvangen over verdachte transacties van een groot aantal financiële en niet-financiële instellingen, die zij samen met andere relevante informatie analyseren voordat zij de resultaten van hun analyse aan de rechtshandhavingsinstanties of de openbare aanklagers bekendmaken. De Commissie zal nagaan hoe hun analysecapaciteit kan worden verbeterd door de oprichting van een Europees coördinatie- en ondersteuningsmechanisme voor financiële inlichtingeneenheden.
Financiële onderzoeken die het geldspoor volgen en voorheen onbekende betrokkenen identificeren zijn cruciaal. Er zijn nieuwe structuren nodig om financiële onderzoekers te ondersteunen, hun grensoverschrijdende werk te vergemakkelijken en de doeltreffendheid van financiële onderzoeken in terrorismezaken te verbeteren. De Commissie stelt voor om een netwerk van financiële onderzoekers voor terrorismebestrijding op te richten. Een dergelijk netwerk zou de uitwisseling van onderzoekstechnieken en ervaringen op het gebied van financiële onderzoeken ondersteunen, waarbij rekening wordt gehouden met het werk van de nationale financiële inlichtingendiensten. Europol en zijn Europees Centrum voor financiële en economische criminaliteit moeten hierbij worden betrokken en er moet worden samengewerkt met het netwerk van Bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen. Het netwerk moet ook ondersteuning bieden bij de verbetering van de analysen en het inzicht in trends en nieuwe risico’s van de onderzoekers en bij de versterking van hun capaciteit.
Om terrorismefinanciering en bredere terroristische netwerken te onderzoeken, hebben onderzoekers toegang nodig tot informatie over bankrekeningen. De Commissie heeft erop gewezen dat de financiële inlichtingeneenheden en de rechtshandhavingsinstanties snel grensoverschrijdende toegang moeten hebben tot informatie over nationale bankrekeningen in andere lidstaten 57 . Dit kan worden verwezenlijkt door de centrale registers van bankrekeningen met elkaar te verbinden, wat de Commissie haalbaar acht 58 . Dit zou ook inspelen op het verzoek van de Raad aan de Commissie om te overwegen het rechtskader voor de onderlinge koppeling van nationale gecentraliseerde mechanismen te verbeteren 59 . De Commissie is voornemens om in 2021 wetgeving voor te stellen om deze koppeling tot stand te brengen en onderling gekoppelde bankrekeningregisters op te zetten. De Commissie zal overwegen om de rechtshandhavingsinstanties en de bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen toegang te verlenen tot een dergelijk register, onder voorbehoud van een effectbeoordeling, onder meer wat betreft de fundamentele rechten en met volledige inachtneming van het evenredigheidsbeginsel 60 . Dit zal de grensoverschrijdende samenwerking verbeteren. In 2021 zal de Commissie ook de bedreigingen en kwetsbaarheden in verband met buitenlandse terrorismefinanciering en de inning en overdracht van middelen via organisaties zonder winstoogmerk 61 opnieuw beoordelen, rekening houdend met de recente ontwikkelingen op dit gebied.
Het programma voor het traceren van terrorismefinanciering 62 (TFTP) heeft veel nuttige inlichtingen opgeleverd die hebben bijgedragen tot de opsporing van terreurplannen en het traceren van de daders 63 . De TFTP-overeenkomst tussen de EU en de VS over de uitwisseling van financiële informatie geeft de rechtshandhavingsautoriteiten van de VS en de EU een krachtig instrument in de strijd tegen het terrorisme en biedt waarborgen voor de bescherming van de privacy van EU-burgers. De volgende gezamenlijke herziening van de overeenkomst vindt plaats in 2021.
Vandaag de dag wordt bij een aanzienlijk deel van de onderzoeken naar alle vormen van criminaliteit en terrorisme gebruikgemaakt van versleutelde informatie. Versleuteling is essentieel voor de digitale wereld, namelijk voor de beveiliging van digitale systemen en transacties. Het is een belangrijk instrument voor de bescherming van de cyberveiligheid en de grondrechten, waaronder de vrijheid van meningsuiting, privacy en gegevensbescherming. Tegelijkertijd kan het ook worden gebruikt als een veilig kanaal voor daders om hun acties te verbergen voor de ordehandhavers en de rechterlijke macht. De Commissie zal samenwerken met de lidstaten om mogelijke juridische, operationele en technische oplossingen voor rechtmatige toegang te identificeren. Zij zal ook een aanpak aanmoedigen die enerzijds een doeltreffende versleuteling waarborgt om de privacy en de communicatiebeveiliging te beschermen en anderzijds een doeltreffend antwoord biedt op criminaliteit en terrorisme.
64 65 Zoals de EU-ministers in hun gezamenlijke verklaring van 13 november 2020 hebben erkend, is de beschikbaarheid van en de toegang tot digitaal bewijsmateriaal van essentieel belang. Er is een helder en robuust kader nodig voor tijdige, grensoverschrijdende toegang tot elektronisch bewijsmateriaal en onderzoeksinformatie, aangezien in ongeveer 85 % van alle strafrechtelijke onderzoeken digitaal bewijsmateriaal nodig is. De Commissie roept de medewetgevers op om de autoriteiten op een snelle en betrouwbare manier toegang te geven tot elektronisch bewijsmateriaal door de voorstellen over elektronisch bewijsmateriaal met spoed goed te keuren. Bovendien is het belangrijk dat alle lidstaten zonder onnodige vertraging een verbinding met het digitale systeem voor de uitwisseling van elektronisch bewijsmateriaal (eEDES) tot stand brengen. De Commissie is voornemens het toekomstige toepassingsgebied van eEDES vast te leggen in een wetgevingsvoorstel over de digitalisering van de procedures voor justitiële samenwerking.
De EU heeft ook sterke regels nodig voor de samenwerking met onze internationale partners bij digitale onderzoeken. Het Verdrag van Boedapest inzake cybercriminaliteit vormt het internationale kader voor een dergelijke samenwerking. De Commissie zal alles in het werk stellen om de onderhandelingen over een bijgewerkt kader (tweede aanvullend protocol) begin 2021 af te ronden. Daarin zullen de uitdagingen van de huidige cybercriminaliteit, met inbegrip van terrorisme, worden aangepakt door middel van nieuwe en verbeterde samenwerkingsinstrumenten met de nodige waarborgen voor de bescherming van de grondrechten. De Commissie zal de onderhandelingen over een overeenkomst tussen de EU en de VS over grensoverschrijdende toegang tot elektronisch bewijsmateriaal zo snel mogelijk een impuls geven en er tegelijkertijd voor zorgen dat het resultaat van de onderhandelingen verenigbaar is met de interne regels van de Unie inzake elektronisch bewijsmateriaal.
66 Bovendien is bewijsmateriaal over het slagveld, namelijk informatie die door de strijdkrachten tijdens gevechtshandelingen of door particuliere partijen in een conflictgebied wordt ontdekt en verzameld, van het grootste belang voor de vervolging. De Commissie zal de lidstaten blijven steunen zodat ze bewijsmateriaal over het slagveld kunnen gebruiken om terugkerende buitenlandse terroristische strijders te identificeren, op te sporen en te vervolgen via beste praktijken, informatie-uitwisseling en mogelijke projectfinanciering. De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden zullen met name de samenwerking met belangrijke derde landen zoals de Verenigde Staten blijven ondersteunen en versterken, met inbegrip van informatie-uitwisseling en de integratie van slagveldgegevens in de Europese veiligheidsarchitectuur en -netwerken.
67 68 69 Om de toegang tot digitaal bewijsmateriaal en aanwijzingen te waarborgen, vertrouwen de lidstaten op gegevensbewaringskaders om de nationale en openbare veiligheid te garanderen en strafrechtelijke onderzoeken in te stellen. In recente arresten van het Hof van Justitie over gegevensbewaring wordt weliswaar bevestigd dat het EU-recht algemene en ongedifferentieerde gegevensbewaring verbiedt, maar worden ook bepaalde situaties genoemd waarin bewaring toelaatbaar is, op basis van duidelijke en evenredige verplichtingen die in de wet zijn vastgelegd en met inachtneming van strikte inhoudelijke en procedurele waarborgen. In hun recente gezamenlijke verklaring onderstreepten de EU-ministers van Binnenlandse Zaken dat het belangrijk is een manier te vinden om vooruitgang te boeken op het gebied van gegevensbewaring voor criminaliteitsbestrijding. De Commissie zal de beschikbare opties beoordelen zodat terroristen en andere criminelen kunnen worden geïdentificeerd en opgespoord, met inachtneming van het EU-recht zoals geïnterpreteerd door het Hof van Justitie.
De capaciteitsuitbreiding van de lidstaten om onderzoeken in te stellen en bewijsmateriaal te verzamelen is een belangrijk aspect van de strafrechtelijke reactie op terrorisme. De Commissie zal ook nagaan of er behoefte is aan regels voor het grensoverschrijdend gebruik van bewijsmateriaal in strafprocedures. Bovendien moeten mogelijke verbanden tussen gerechtelijke procedures (onderzoek en vervolging) in terrorismezaken in de lidstaten worden geïdentificeerd. Daartoe heeft Eurojust in 2019 het register voor terrorismebestrijding opgezet. Het register moet een proactief instrument worden om ervoor te zorgen dat grensoverschrijdende gerechtelijke procedures in terrorismezaken worden gecoördineerd en dat Eurojust over voldoende middelen beschikt. Daartoe zal de Commissie in 2021 een wetgevingsvoorstel vaststellen om de informatie-uitwisseling en de coördinatie tijdens gerechtelijke procedures in grensoverschrijdende terrorismezaken te verbeteren, zodat deze uitwisseling veilig en efficiënt kan verlopen en Eurojust er tijdig op kan reageren.
Terrorismeslachtoffers de nodige steun, bescherming en erkenning geven, is een cruciaal onderdeel van de reactie op terrorisme. De EU heeft een krachtig pakket met regels vastgesteld voor de ondersteuning en bescherming van de rechten van slachtoffers, met inbegrip van terrorismeslachtoffers 70 . Bovendien vereist de schadevergoedingsrichtlijn van 2004 71 dat de lidstaten over nationale stelsels voor vergoeding van schade beschikken, ook voor terrorismeslachtoffers.
In januari 2020 heeft de Commissie een tweejarig proefproject opgestart in de vorm van een EU-kenniscentrum voor slachtoffers van terrorisme 72 . Het centrum helpt de lidstaten en de nationale organisaties voor slachtofferhulp de EU-regels toe te passen door richtsnoeren en opleidingsactiviteiten aan te bieden en als expertisecentrum op te treden. De noodzaak om dit voort te zetten zal eind 2021 worden beoordeeld. Ook zal worden gekeken naar een mogelijke integratie in een toekomstig EU-kenniscentrum voor de preventie van radicalisering. In juni 2020 heeft de Commissie haar eerste EU-strategie inzake de rechten van slachtoffers (2020-2025) vastgesteld 73 . In de strategie wordt speciale aandacht besteed aan de meest kwetsbare slachtoffers, waaronder slachtoffers van terrorisme. Om de samenwerking en coördinatie voor terrorismeslachtoffers te verbeteren, moet elke lidstaat één nationaal contactpunt voor slachtoffers van terrorisme oprichten 74 . In het kader van de strategie zal de Commissie de bestaande EU-regels inzake de rechten van slachtoffers beoordelen en zo nodig tegen 2022 wetswijzigingen voorstellen. De Commissie zal ook nagaan hoe de toegang van slachtoffers tot schadeloosstelling kan worden verbeterd, ook met betrekking tot terrorismeslachtoffers in grensoverschrijdende situaties, die ingezetenen zijn van een andere lidstaat dan die waar de terroristische aanslag heeft plaatsgevonden. De Commissie herdenkt jaarlijks de slachtoffers tijdens de Europese herdenkingsdag voor slachtoffers van terrorisme, om eenheid en veerkracht te tonen tegen terrorisme binnen onze samenleving.
De Commissie zal:
Het Europees Parlement en de Raad worden aangespoord om:
·voorstellen om de Prüm-besluiten te herzien;
·een netwerk van financiële onderzoekers voor terrorismebestrijding oprichten om de grensoverschrijdende financiële onderzoeken te verbeteren;
·de lidstaten ondersteunen bij het gebruik van slagveldgegevens om terugkerende buitenlandse terroristische strijders te identificeren, op te sporen en te vervolgen;
·een mandaat voorstellen om te onderhandelen over een samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Interpol;
·terrorismeslachtoffers ondersteunen, onder meer via het EU-kenniscentrum voor slachtoffers van terrorisme.
·de voorstellen voor elektronisch bewijsmateriaal met spoed goed te keuren om de autoriteiten op een snelle en betrouwbare manier toegang te verschaffen tot elektronisch bewijsmateriaal;
·het voorstel tot herziening van het mandaat van Europol te onderzoeken.
Partnerschappen rond terrorismebestrijding, met inbegrip van een nauwe samenwerking met de buurlanden van de EU, zijn van essentieel belang om de veiligheid binnen de EU te verbeteren. De Raad heeft opgeroepen om de externe betrokkenheid van de EU op het gebied van terrorismebestrijding verder te versterken, met bijzondere aandacht voor de Westelijke Balkan, Noord-Afrika en het Midden-Oosten, de Sahel, de Hoorn van Afrika en in andere Afrikaanse landen waar de terroristische activiteiten toenemen, alsook in belangrijke regio’s in Azië. Een dergelijke betrokkenheid kan de lidstaten helpen bij hun activiteiten om terroristische activiteiten stil te leggen en kan wereldwijd helpen bij de bestrijding van terroristische organisaties. In dit verband blijft de steun van het netwerk van terrorismebestrijdings-/beveiligingsdeskundigen in de EU-delegaties essentieel om de samenwerking te vergemakkelijken en de capaciteitsopbouw te bevorderen.
De samenwerking met de partners in de Westelijke Balkan op het gebied van terrorismebestrijding, onder meer via de relevante EU-agentschappen, blijft belangrijk. Het is essentieel dat het gezamenlijke actieplan inzake terrorismebestrijding voor de Westelijke Balkan 75 volledig wordt uitgevoerd, met inbegrip van de verdere integratie van de regio in de activiteiten van het netwerk voor voorlichting over radicalisering. De Commissie zal prioriteit blijven geven aan de samenwerking op politieel en justitieel vlak. De bestrijding van terrorismefinanciering en de bescherming van burgers en infrastructuur is ook van groot belang 76 . De samenwerking met de partners in de Westelijke Balkan op het gebied van vuurwapens zal de komende jaren worden opgevoerd door hun grotere betrokkenheid bij de prioriteit “vuurwapens” van het Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging (Empact). De Commissie zal ook de partners in de Westelijke Balkan, Oekraïne en Moldavië financieel blijven steunen bij de uitvoering van het EU-actieplan inzake illegale vuurwapenhandel.
De samenwerking met de prioritaire landen van het zuidelijk nabuurschap moet verder worden geïntensiveerd om de maatregelen ter voorkoming en bestrijding van terrorisme te versterken, met inbegrip van witwaspraktijken en terrorismefinanciering, maar ook om de openbare ruimten te beschermen en de rechtsstaat te versterken. De landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied zijn ook voor de EU een prioriteit voor de ontwikkeling van de politiële samenwerking, gezien hun geografische nabijheid en de gemeenschappelijke bedreigingen voor de veiligheid. De Commissie heeft een mandaat om te onderhandelen over internationale overeenkomsten met Algerije, Egypte, Israël, Jordanië, Tunesië, Marokko en Libanon om persoonsgegevens uit te wisselen met Europol in het kader van terrorisme en zware georganiseerde misdaad. Bovendien vraagt de Commissie momenteel toestemming aan de Raad om met tien 77 derde landen onderhandelingen te openen over samenwerking tussen Eurojust en die derde landen om doeltreffend te kunnen reageren op terrorisme. Verder zal de Commissie de samenwerking versterken met belangrijke landen in Sub-Saharaans Afrika en Azië over belangrijke onderwerpen binnen de strategie.
De EU moet met name haar betrokkenheid bij relevante VN-organen zoals het Bureau van de Verenigde Naties voor terrorismebestrijding en andere organisaties zoals de OVSE of de Raad van Europa vergroten als het om terrorisme gaat.
De Commissie en de EDEO zullen ook hun betrokkenheid versterken bij internationale organisaties zoals de NAVO, Interpol, de Financial Action Task Force (FATF) en het mondiaal forum voor terrorismebestrijding, en bij belangrijke strategische partners zoals de Verenigde Staten, Canada en Nieuw-Zeeland en de wereldwijde coalitie tegen Da’esh om ervaringen uit te wisselen en een nauwere samenwerking te bevorderen — onder meer met uitwisselingen over de rol van het internet en de sociale media — en de onderzoekscapaciteiten op het gebied van preventie te vergroten. Wereldwijd zal de EU het maatschappelijk middenveld en actoren op het terrein en in de gemeenschap blijven aanmoedigen om te reageren op de situatie van kwetsbare personen en veerkrachtige samenlevingen te ondersteunen.
De EU-aanpak van de externe veiligheid in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) en het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) blijft een essentieel onderdeel van de inspanningen van de EU om terrorisme en gewelddadig extremisme tegen te gaan teneinde de stabiliteit te verbeteren en de Europese veiligheidsbelangen te beschermen. De hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter zal, met steun van de EDEO, een sleutelrol blijven spelen bij de verbetering van de strategische en operationele samenwerking met derde landen en internationale organisaties door ten volle gebruik te maken van externe instrumenten, zoals de dialogen op hoog niveau over terrorismebestrijding, het netwerk van terrorismebestrijdings-/beveiligingsdeskundigen in EU-delegaties en, indien relevant, GVDB-missies en -operaties.
KERNACTIES:
De Commissie en de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter zullen waar nodig:
Het Europees Parlement en de Raad worden aangespoord om:
·de samenwerking met de partners in de Westelijke Balkan op het gebied van vuurwapens intensiveren;
·onderhandelen over internationale overeenkomsten met landen van het zuidelijk nabuurschap om persoonsgegevens uit te wisselen met Europol;
·de betrokkenheid bij internationale organisaties versterken;
·de strategische en operationele samenwerking met andere regio’s versterken, zoals de Sahel, de Hoorn van Afrika, alsook met andere Afrikaanse landen en belangrijke regio’s in Azië.
·de opstart van de onderhandelingen goed te keuren met de landen van het zuidelijk nabuurschap om samenwerking met Eurojust mogelijk te maken.
Terrorisme is een reële, gevaarlijke en helaas blijvende dreiging. Dit vraagt om een hernieuwde en duurzame verbintenis om samen te werken om deze dreiging tegen te gaan. Het vraagt ook om eenheid tegenover het terrorisme, dat verdeeldheid probeert te zaaien. Deze terrorismebestrijdingsagenda voor de EU stippelt de koers uit.
Om deze activiteiten voort te zetten en te coördineren zal de Commissie een coördinator voor terrorismebestrijding aanstellen, die de verschillende onderdelen van het EU-beleid en de financiering op het gebied van terrorismebestrijding binnen de Commissie zal coördineren, met inbegrip van de samenwerking en coördinatie met de lidstaten, in samenwerking met de EU-coördinator voor terrorismebestrijding van de Raad, de relevante EU-agentschappen en het Europees Parlement.
De inclusieve en op rechten gebaseerde grondslagen van onze Unie zijn onze beste bescherming tegen de dreiging van het terrorisme. Een inclusieve en gastvrije samenleving die de rechten van iedereen volledig respecteert, is een samenleving waarin terroristen het moeilijker zullen hebben om te radicaliseren en te rekruteren. We moeten onze democratische en fundamentele waarden gezamenlijk handhaven, versterken en verdedigen tegen diegenen die ze proberen te ondermijnen. Daartoe moeten we investeren in sociale cohesie, onderwijs en inclusieve samenlevingen waar iedereen het gevoel heeft dat zijn of haar identiteit wordt gerespecteerd en dat hij of zij volledig deel uitmaakt van de gemeenschap in haar geheel.
Deze terrorismebestrijdingsagenda voor de EU bouwt voort op het bestaande beleid en de bestaande instrumenten en zal het EU-kader versterken om beter te kunnen anticiperen op dreigingen en risico’s, om radicalisering en gewelddadig extremisme te voorkomen, om mensen en infrastructuur te beschermen, onder meer door beveiliging van de buitengrenzen, en om doeltreffend te kunnen reageren op aanslagen.
Hoewel in deze agenda een reeks nieuwe maatregelen wordt aangekondigd, blijven uitvoering en handhaving van cruciaal belang en moet er een gemeenschappelijke inspanning worden geleverd om daarvoor te zorgen, vanaf de snelle vaststelling en toepassing van het rechtskader tot de versnelling van het effect van de maatregelen op het terrein. De Commissie zal met de lidstaten samenwerken en het Europees Parlement, de Raad en de belanghebbenden op de hoogte houden van en betrekken bij alle relevante acties om de terrorismebestrijdingsagenda voor de EU uit te voeren.
(1)
Zie EEAS(2020) 1114.
(2)
COM(2020) 797.
(3)
Mededeling van de Commissie betreffende de EU-strategie voor de veiligheidsunie van 24.7.2020, COM(2020) 605 final.
(4)
Zie de recente videoconferentie van de ministers van Binnenlandse Zaken van 13 november 2020, waarbij een gezamenlijke verklaring werd vastgesteld: https://www.consilium.europa.eu/nl/meetings/jha/2020/11
(5)
Richtlijn (EU) 2017/541 van 15 maart 2017 inzake terrorismebestrijding, PB L 88/6 van 31.3.2017.
(6)
Richtlijn (EU) 2018/1673 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 inzake de strafrechtelijke bestrijding van het witwassen van geld, PB L 284 van 12.11.2018. De richtlijn is niet bindend voor Denemarken en Ierland. Richtlijn (EU) 2018/843 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU, PB L 156/43 van 19.6.2018.
(7)
In het kader van het met de NAVO overeengekomen proefproject voor parallelle en gecoördineerde oefeningen (PACE) zijn in 2017 en 2018 al twee oefenreeksen georganiseerd. De inspanningen zijn momenteel gericht op de uitvoering van de verbeterpunten die tijdens deze oefeningen zijn ontdekt. De EU en de NAVO zijn overeengekomen het PACE-concept te verlengen voor de periode 2022-2023. De EU ondersteunt een ambitieuzere aanpak van de PACE-oefeningen op lange termijn, met inbegrip van de actieve deelname van EU-lidstaten en NAVO-bondgenoten in de uitvoeringsfase.
(8)
In navolging van succesvolle projecten zoals DANTE en TENSOR. Het DANTE-project heeft doeltreffende, efficiënte, geautomatiseerde oplossingen voor datamining en -analyse opgeleverd en een geïntegreerd systeem om enorme hoeveelheden heterogene, complexe, meertalige multimedia-inhoud van terroristische aard te detecteren, op te halen, te verzamelen en te analyseren, op zowel het zichtbare als het onzichtbare internet en op darknets. (https://cordis.europa.eu/project/id/700367). De aanpak van TENSOR was complementair aan die van DANTE. Er werd een platform ontwikkeld om politiediensten de nodige instrumenten te bieden waarmee ze hun capaciteit kunnen vergroten om met enorme hoeveelheden online-inhoud om te gaan bij de vroegtijdige opsporing van georganiseerde, terroristische onlineactiviteiten, radicalisering en rekrutering. (https://cordis.europa.eu/project/id/700024)
(9)
RED-Alert maakt gebruik van geavanceerde analysetechnieken, zoals de analyse van natuurlijke taal op sociale netwerken, kunstmatige intelligentie en de verwerking van complexe gebeurtenissen, om in te spelen op de behoeften van de rechtshandhaving inzake preventie en acties met betrekking tot onlineactiviteiten van terroristen op sociale media. ( https://cordis.europa.eu/project/id/740688 )
(10)
PREVISION is een lopend project met als doel de rechtshandhaving te voorzien van de mogelijkheid om meerdere grote gegevensstromen te analyseren en gezamenlijk te benutten, deze semantisch te integreren in dynamische kennisgrafieken en abnormaal of afwijkend gedrag en radicaliseringsrisico’s te voorspellen. ( https://cordis.europa.eu/project/id/833115 )
(11)
Wat betreft de burgerluchtvaart zijn prestatienormen voor detectieapparatuur vastgelegd in een rechtskader. Dit kader is alleen van toepassing op de beveiliging van de luchtvaart en niet op bijvoorbeeld detectieapparatuur die wordt gebruikt om andere openbare ruimten te beschermen.
(12)
Alarmniveau voor terrorisme zoals gedefinieerd door de nationale autoriteiten, in overeenstemming met hun nationale wetgeving.
(13)
Witboek over kunstmatige intelligentie: Een Europese benadering op basis van excellentie en vertrouwen, COM(2020) 65 final van 19.2.2020.
(14)
Via de nieuwe Europese regelgeving voor drones en het vooruitzicht op een Europees kader voor onbemand verkeersbeheer (de U-Space). De recente EU-wetgeving op dit gebied zal bijdragen aan de veiligheid van droneoperaties door van de meeste drones te eisen dat zij worden uitgerust met systemen voor identificatie op afstand en geobewustzijn. Vanaf januari 2021 moeten exploitanten van drones zich ook verplicht laten registeren bij de nationale autoriteiten. Dit wordt aangevuld met een voorstel van de Commissie voor een regelgevingskader voor de U-Space, het Europese beheersysteem voor onbemande luchtvaart, om een veilig en beveiligd gebruik van drones te garanderen.
(15)
Zie conclusies van de Raad over het externe optreden van de EU op het gebied van terrorismebestrijding van 19 juni 2017.
(16)
https://ec.europa.eu/home-affairs/sites/homeaffairs/files/what-we-do/policies/european-agenda-security/20191007_agenda-security-factsheet-eu-crisis-protocol_en.pdf
(17)
www.christchurchcall.com/call">https://www.christchurchcall.com/call
(18)
De resultaten zijn over het algemeen positief: IT-bedrijven beoordelen 90 % van de gemelde inhoud binnen 24 uur en verwijderen 71 % van de inhoud die als illegale haatzaaiende uitlating wordt beschouwd. https://ec.europa.eu/info/policies/justice-and-fundamental-rights/combatting-discrimination/racism-and-xenophobia/eu-code-conduct-countering-illegal-hate-speech-online_en
(19)
In deze context is buurtpolitiewerk een samenwerkingsverband tussen de wetshandhaving en de gemeenschappen om gewelddadige radicalisering te voorkomen en tegen te gaan.
(20)
COM(2020) 758 final.
(21)
Een Unie van gelijkheid: EU-actieplan tegen racisme 2020-2025, COM(2020) 565 final van 18.9.2020.
(22)
De Commissie zal ook werken aan de kwestie van de voorlopige hechtenis, rekening houdend met het feit dat lange perioden van voorlopige hechtenis het risico op radicalisering kunnen vergroten.
(23)
Dit omvat gevangenis- en reclasseringspersoneel, maar ook andere professionals die met gevangenen werken, zowel voor als na hun vrijlating (bv. aalmoezeniers, psychologen, maatschappelijk werkers, ngo’s enz.).
(24)
https://ec.europa.eu/home-affairs/sites/homeaffairs/files/what-we-do/networks/radicalisation_awareness_network/ran-papers/docs/ran_rehab_manual_en.pdf
(25)
Reacties op samenwerkingsmodellen en -protocollen voor deradicalisering en re-integratie, alsook de paraatheid van de betrokken partijen zullen worden verstrekt via projecten in het kader van een specifieke oproep van het Fonds voor interne veiligheid ter waarde van 4 miljoen EUR . De projecten zullen betrekking hebben op de deradicalisering en re-integratie van extremistische daders en geradicaliseerde personen die gelinkt zijn aan gewelddadig extreemrechts en moslimextremisme, met inbegrip van teruggekeerde buitenlandse terroristische strijders en hun families.
(26)
Richtlijn (EU) 2016/800 betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure, PB L 132/1 van 21.5.2016. Zie overweging 9: “Aan kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure, dient bijzondere aandacht te worden geschonken om hun mogelijkheden tot ontwikkeling en sociale herintegratie te behouden.”
(27)
Mogelijk medegefinancierd via de nationale programma’s van het Fonds voor interne veiligheid.
(28)
Met name de financiering via het Fonds voor interne veiligheid, het programma Burgerschap, gelijkheid, rechten en waarden, het programma Justitie, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus en Erasmus+.
(29)
Een dergelijk toekomstig centrum zou kunnen voortbouwen op de activiteiten van het twee jaar durende proefproject “EU-kenniscentrum voor slachtoffers van terrorisme” en zou kunnen zorgen voor een nauwe samenwerking met bestaande netwerken op het gebied van de rechten van slachtoffers, zoals het Europees netwerk voor de rechten van slachtoffers en de centrale contactpunten voor terrorismeslachtoffers.
(30)
De Commissie heeft richtsnoeren opgesteld voor de fysieke bescherming van openbare ruimten, bijvoorbeeld https://ec.europa.eu/jrc/en/publication/guideline-building-perimeter-protection
(31)
Zie ook het werkdocument van de diensten van de Commissie — Goede praktijken ter ondersteuning van de bescherming van openbare ruimten, SWD (2019) 140 final van 20.3.2019.
(32)
In het kader van het Fonds voor interne veiligheid — Politie, heeft de Commissie in 2017, 2019 en 2020 opgeroepen om projecten in te dienen ter verbetering van de bescherming van openbare ruimten ter waarde van meer dan 40 miljoen euro via initiatieven geleid door belanghebbenden. Het Fonds heeft ook steun verleend aan de opleidingen en oefeningen van verschillende wetshandhavingsnetwerken die de openbare ruimte beschermen tegen terrorisme, zoals het ATLAS-netwerk met speciale interventie-eenheden, alsook aan de lancering van de activiteiten van de veiligheidsadviseurs.
(33)
De daders van de aanslagen van november in Parijs waren leden van IS in Syrië of Irak. [...] In voorgaande jaren werd gemeld dat de meerderheid van de buitenlandse terroristische strijders hun eigen, authentieke documenten gebruiken om te reizen. Er wordt echter ook duidelijk gebruikgemaakt van valse documentatie, zoals het geval was bij een aantal personen die betrokken waren bij de aanslagen van november in Parijs (Europol, European Union Terrorism Situation and Trend Report, 2016).
(34)
Uitvoering van de nieuwe IT-architectuur en interoperabiliteit, uitvoering van EBCG 2.0, snelle goedkeuring van het screeningsvoorstel.
(35)
www.eulisa.europa.eu/Activities/Interoperability">https://www.eulisa.europa.eu/Activities/Interoperability . In overeenstemming met het Europees interoperabiliteitskader: https://ec.europa.eu/isa2/eif_en ; zie COM(2017)134 final.
(36)
Het Schengeninformatiesysteem, het inreis-uitreissysteem, het visuminformatiesysteem, Eurodac, het Europees Strafregisterinformatiesysteem (het deel dat betrekking heeft op onderdanen van derde landen en staatlozen).
(37)
Zoals vastgesteld bij Verordening (EU) 2017/2226 van 9.12.2017, PB L 327.
(38)
Zoals vastgesteld bij Verordening (EU) 2018/1240 van 19.9.2018, PB L 236/1.
(39)
Zoals vastgesteld bij Verordening (EU) 2019/816 van 22.5.2019, PB L 135/1.
(40)
Verordening (EU) 2018/1860, Verordening (EU) 2018/1861 en Verordening (EU) 2018/1862.
(41)
Richtlijn 2008/115/EC. De duur van een inreisverbod kan meer dan vijf jaar bedragen indien de betrokken onderdaan van een derde land een ernstige bedreiging vormt voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de nationale veiligheid. Bovendien mogen de lidstaten maatregelen nemen om de toegang en het verblijf te verbieden aan onderdanen van derde landen die in een derde land verblijven.
(42)
Zoals het bestaan van de PNR-richtlijn en de EU-instrumenten inzake gegevensbescherming.
(43)
COM(2020) 608.
(44)
“grensoverschrijdend” betekent “over gelijk welke grens”, maar betekent ook specifiek “kwesties die specifiek van invloed zijn op regio’s aan beide zijden van een gemeenschappelijke binnen- of buitengrens”.
(45)
Dergelijke verwoestende aanslagen zijn onder andere gepleegd in Oslo (2011), Parijs (2015), Brussel (2016) en Manchester (2017). Bij een aanslag met een zelfgemaakt explosief in Lyon (2019) raakten 13 mensen gewond.
(46)
Chemische stoffen die kunnen worden misbruikt voor de vervaardiging van zelfgemaakte explosieven. Deze worden gereguleerd door Verordening (EU) 2019/1148 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven die op 1 februari 2021 van kracht zal worden.
(47)
Europol meldde dat in 2019 op terroristische onlinefora en sociale media nog steeds intenties opdoken om terroristische aanslagen uit te voeren met CBRN-materiaal. Gesloten onlinefora werden gebruikt om mogelijke modi operandi te bespreken en kennis te delen via handboeken, handleidingen, posters en infografieken met recepten voor de productie en verspreiding van verschillende stoffen (Europol, Rapport over terroristische situaties en trends, 2020).
(48)
www.bbc.com/news/world-australia-49764450">https://www.bbc.com/news/world-australia-49764450
(49)
www.dw.com/en">https://www.dw.com/en
(50)
Zoals de Biosecurity Resource Toolbox, gefinancierd door de Commissie. Deze toolbox werd op 19 oktober 2020 tijdens een vergadering van de CBRN-adviesgroep ter beschikking gesteld van de lidstaten.
(51)
Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB en Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad; Besluit (GBVB) 2016/1693 van de Raad en Verordening (EG) 881/2002 van de Raad en Verordening (EU) 2016/1686 van de Raad.
(52)
De taskforce Fraternité analyseerde 19 terabyte aan informatie om de internationale banden van de terroristen verder te onderzoeken door hun communicatie- en internetgegevens, alsook hun financiële en forensische informatie te analyseren. De verwerking van grote en complexe gegevens door Europol heeft geleid tot 799 nuttige inlichtingen.
(53)
Het voorstel zal vergezeld gaan van een effectbeoordeling en raadpleging van de lidstaten, de met Schengen geassocieerde landen en de betrokken EU-organen.
(54)
Besluit 2008/615/JBZ van de Raad inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit en Beschikking 2008/616/JBZ van de Raad betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ.
(55)
In het respectieve deel van de conclusies van de Raad over interne veiligheid zoals goedgekeurd door de JBZ-Raad van 4 december en de gedetailleerde conclusies waarover de Groep terrorisme overeenstemming heeft bereikt en die op 19 november door het COSI zijn bekrachtigd.
(56)
Zoals voorgesteld in het actieplan tegen het witwassen van geld van 7 mei 2020, C(2020) 2800 final.
(57)
Het actieplan tegen het witwassen van geld van 7 mei 2020, C(2020) 2800 final.
(58)
COM(2019)273 final.
(59)
Conclusies van de Raad van juni 2020 over de versterking van het financieel onderzoek, document 8927/20 van de Raad.
(60)
Zie ook COM(2020)605 final.
(61)
Eerdere beoordelingen zijn gemaakt in de supranationale risicobeoordeling van de Commissie voor 2019, COM(2019) 370, en in de Mededeling van de Commissie over de voorkoming en bestrijding van terrorismefinanciering door middel van meer nationale coördinatie en meer transparantie van de non-profitsector, COM(2005) 620.
(62)
PB L 195 van 27.7.2010, blz. 5.
(63)
COM(2013) 843 final.
(64)
https://www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases
(65)
Zie het werkprogramma van de Commissie voor 2021.
(66)
Memorandum over slagveldgegevens van Eurojust, 2020: https://www.eurojust.europa.eu
(67)
Arresten in C-623/17, Privacy International, en gevoegde zaken C-511/18, C-512/18 en C-520/18, Quadrature du Net a.o., van 6 oktober 2020.
(68)
Ibid. Het gaat onder meer om mogelijkheden voor de algemene bewaring van verkeers- en locatiegegevens ter bescherming tegen reële, actuele en voorzienbare ernstige bedreigingen van de nationale veiligheid, de gerichte bewaring van verkeers- en locatiegegevens op basis van personen en geografische criteria met het oog op de bestrijding van zware criminaliteit en de voorkoming van ernstige bedreigingen van de openbare veiligheid, de algemene bewaring van IP-adressen die aan de bron van een communicatie zijn toegewezen voor een beperkte periode en met het oog op de bestrijding van zware criminaliteit, en de algemene bewaring van zogenaamde civiele identiteitsgegevens met het oog op de bestrijding van criminaliteit in het algemeen.
(69)
Gezamenlijke verklaring van de EU-ministers van Binnenlandse Zaken over de recente terroristische aanslagen in Europa, https://www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases
(70)
Het gaat onder meer om de richtlijn slachtofferrechten 2012/29/EU met rechten voor alle slachtoffers van alle misdrijven, en Richtlijn (EU) 2017/541 inzake terrorismebestrijding die meer rechtstreeks tegemoetkomt aan de specifieke behoeften van de terrorismeslachtoffers.
(71)
Richtlijn 2004/80/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven.
(72)
https://ec.europa.eu/info/policies/justice-and-fundamental-rights/criminal-justice/eu-centre-expertise-victims-terrorism_en
(73)
COM(2020) 258 final.
(74)
Overeenkomstig de conclusies van de Raad over terreurslachtoffers, 4 juni 2018 (9719/18).
(75)
Gezamenlijk actieplan ter bestrijding van terrorisme in de Westelijke Balkan van 5.10.2018, https://ec.europa.eu/home-affairs/sites/homeaffairs/files/news/docs/20181005_joint-action-plan-counter-terrorism-western-balkans.pdf
(76)
Mededeling over een geloofwaardig vooruitzicht op toetreding en een grotere EU-betrokkenheid bij de Westelijke Balkan, COM(2018)65, blz. 10; www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases">https://www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases en ook https://ec.europa.eu/home-affairs/sites/homeaffairs/files/news/docs/20181005_joint-action-plan-counter-terrorism-western-balkans.pdf
(77)
Algerije, Armenië, Bosnië en Herzegovina, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Marokko, Tunesië en Turkije.