Toelichting bij COM(2021)733 - Uitoefening van het actieve en passieve kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen door Unieburgers in een lidstaat waarvan zij de nationaliteit niet bezitten (herschikking)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Democratie is een van de waarden waarop de Europese Unie is gegrondvest. Iedere burger heeft het recht deel te nemen aan het democratisch bestel van de EU en besluiten moeten zo transparant mogelijk en zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen.

Het EU-burgerschap brengt specifieke democratische rechten met zich mee. EU-burgers die gebruik hebben gemaakt van hun recht om te wonen, te werken, te studeren of onderzoek te doen in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn (“mobiele EU-burgers”), hebben in hun lidstaat van verblijf het actief en passief kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen.

In Richtlijn 94/80/EG van de Raad zijn de nadere regels vastgesteld voor de uitoefening van hun kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen in de lidstaat van verblijf.

In het verslag over het EU-burgerschap 2020 1 heeft de Commissie haar voornemen kenbaar gemaakt om een actualisering voor te stellen van Richtlijn 94/80/EG van de Raad betreffende het actief en passief kiesrecht van mobiele EU-burgers bij gemeenteraadsverkiezingen. Het belangrijkste doel is de informatieverstrekking aan burgers te vergemakkelijken en verouderde en achterhaalde bepalingen in de bijlage bij de richtlijn van de Raad te actualiseren. In het werkprogramma van de Commissie voor 2021 is een wetgevingsinitiatief aangekondigd om het kiesrecht van mobiele EU-burgers te verbeteren.

Ondanks de huidige maatregelen ondervinden mobiele EU-burgers nog steeds moeilijkheden bij de uitoefening van hun kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen. Zo worden mobiele EU‑burgers geconfronteerd met problemen bij het verkrijgen van correcte informatie over de wijze waarop zij hun kiesrecht kunnen uitoefenen, omslachtige registratieprocedures en het effect van de schrapping voor de verkiezingen in de lidstaat van herkomst. De bijlage bij de richtlijn moet worden herzien in verband met wijzigingen in sommige lidstaten van de “primaire lokale lichamen” en de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.

Dit initiatief voorziet in de aanpak van de problemen die zijn geconstateerd bij de uitoefening van het kiesrecht door mobiele EU-burgers. Het actualiseert, verduidelijkt en versterkt de regels om ervoor te zorgen dat zij de brede en inclusieve deelname van mobiele EU-burgers aan gemeenteraadsverkiezingen in de lidstaat van verblijf ondersteunen.

Dit voorstel bouwt voort op reeds lang bestaande en regelmatige gedachtewisselingen met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten via de specifieke groep van de Commissie voor de uitvoering van richtlijnen, de deskundigengroep inzake electorale aangelegenheden en twee andere specifieke bijeenkomsten van het multidisciplinaire Europees samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen en de deskundigengroep inzake electorale aangelegenheden.

Dit is een initiatief in het kader van het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Refit).

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorstel hangt ook nauw samen met het voorstel tot herschikking van Richtlijn 93/109/EG van de Raad van 6 december 1993 2 en met de werkzaamheden in verband met andere initiatieven van het pakket transparantie en democratie van het werkprogramma van de Commissie 3 .

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel zorgt voor samenhang met de verordening inzake één digitale toegangspoort van de EU 4 wat betreft de toegang van burgers tot informatie van goede kwaliteit met betrekking tot regels van de Unie en van de lidstaten die van toepassing zijn op burgers die hun op de rechtsorde van de Unie gebaseerde rechten op het gebied van de interne markt uitoefenen of wensen uit te oefenen en met de “Unie van gelijkheid: Strategie inzake de rechten van personen met een handicap 2021-2030” 5 , waarmee wordt beoogd de politieke rechten van personen met een handicap op voet van gelijkheid met anderen te waarborgen 6 . Het voorstel vormt ook een aanvulling op ander EU-beleid op het gebied van democratie en de digitale wereld 7 . Door voor mobiele EU-burgers te streven naar gelijke toegang tot toepassingen voor elektronisch stemmen of stemmen via het internet, wordt met het voorstel beoogd hun grondrechten beter te beschermen en de democratische participatie voor de samenleving als geheel te vergroten. Het initiatief is in overeenstemming met de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Bij artikel 20 VWEU wordt het burgerschap van de Unie ingesteld. In artikel 20, lid 2, punt b), en artikel 22, lid 1, VWEU en in artikel 40 van het Handvest van de grondrechten van de EU wordt bepaald dat Unieburgers in hun lidstaat van verblijf het actief en passief kiesrecht hebben bij gemeenteraadsverkiezingen, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die staat. In artikel 22 VWEU wordt bepaald dat de uitoefening van dit recht onderworpen is aan de nadere regelingen die door de Raad met eenparigheid van stemmen volgens een bijzondere wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Europees Parlement worden vastgesteld.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het actief en passief kiesrecht van mobiele EU-burgers bij gemeenteraadsverkiezingen in de lidstaat waar zij verblijven, maakt deel uit van de rechten die verbonden zijn aan de status van Unieburger, zoals verankerd in het tweede deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Artikel 22, lid 1, van het Verdrag voorziet uitdrukkelijk in de vaststelling door de Raad van de nadere regelingen om de daadwerkelijke uitoefening van dit recht in alle lidstaten te waarborgen. Dergelijke regelingen zijn oorspronkelijk vastgesteld in Richtlijn 94/80/EG.

De herschikking van Richtlijn 94/80/EG en de herziening en actualisering van de daarin vervatte gemeenschappelijke normen en procedures vereisen een optreden op het niveau van de Unie.

Evenredigheid



De voorgestelde gerichte maatregelen gaan niet verder dan wat nodig is om de langetermijndoelstelling van ontwikkeling en versterking van de Europese democratie te verwezenlijken. Zij verbeteren en verfijnen het kader voor de uitoefening door mobiele EU‑burgers van het hun door de Verdragen toegekende kiesrecht. Het voorstel is bijgevolg in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Keuze van het instrument

De richtlijn van de Raad bevat reeds een robuuste reeks normen inzake de standaarden en procedures voor de uitoefening van het kiesrecht door mobiele EU-burgers. Dit voorstel heeft tot doel gerichte wijzigingen in die richtlijn van de Raad aan te brengen teneinde bepaalde tekortkomingen en belemmeringen waarmee lidstaten en burgers te maken krijgen, aan te pakken. Aangezien het taalgebruik en de verouderde verwijzingen en bepalingen moeten worden geactualiseerd, moet de richtlijn van de Raad worden herschikt. Aangezien dit voorstel een herschikking van de richtlijn van de Raad betreft, is eenzelfde soort rechtsinstrument het meest geschikt.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Gelet op het bestaan van recente verslagen van de Commissie, is er afgeweken van het beginsel “eerst evalueren”. Uit de beschikbare gegevens blijkt duidelijk dat Richtlijn 94/80/EG 8 moet worden geactualiseerd, en dit wordt voldoende geacht voor de evaluatiefase. Tot slot bevat de externe studie die ter ondersteuning van de effectbeoordeling is uitgevoerd ook elementen ter evaluatie van het bestaande rechtskader 9 .

Raadpleging van belanghebbenden

Bij de voorbereiding van dit voorstel heeft de Commissie nauw overleg gepleegd met de relevante belanghebbenden.

Het voorstel is onder meer gebaseerd op een openbare raadpleging 10 van burgers, niet‑gouvernementele organisaties en lokale en regionale overheden, relevante studies, waaronder een studie van het academisch netwerk inzake EU-burgerschapsrechten 11 , en de conclusies van een externe studie die is opgesteld ter ondersteuning van een effectbeoordeling en die voorafgaand aan het voorstel is uitgevoerd 12 . Daarnaast werd er relevante feedback gegeven door mobiele EU-burgers 13 , het Europees samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen 14 en de deskundigengroep inzake electorale aangelegenheden. Dit werd aangevuld met de resultaten van relevante projecten die werden gefinancierd in het kader van de programma’s Rechten, gelijkheid en burgerschap 15 en Europa voor de burger 16 , en met rechtstreekse feedback van EU-burgers die door de Commissie en het Europees Parlement werd ontvangen.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Relevante informatie is verkregen via raadplegingen van deskundigen, met name met de deskundigengroep van de Commissie inzake electorale aangelegenheden 17 en het Europees samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen 18 .

Op 28 januari 2021 en 10 juni 2021 werden er twee gezamenlijke bijeenkomsten van het Europees samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen en de deskundigengroep inzake electorale aangelegenheden gehouden. De punten die tijdens deze bijeenkomsten werden behandeld, waren reeds grotendeels besproken tijdens eerdere bijeenkomsten.

Effectbeoordeling

Het voorstel wordt ondersteund door een effectbeoordeling (SWD(2021) 357). Gezien de gelijkenissen tussen Richtlijn 94/80/EG van de Raad en Richtlijn 93/109/EG van de Raad, zowel wat betreft de belangrijkste begunstigden (mobiele EU-burgers) als wat betreft de toegekende rechten en de daarmee samenhangende verplichtingen voor de lidstaten, werden de mogelijkheden tot verbetering ervan alsook de werking ervan in één document beoordeeld. De Raad voor regelgevingstoetsing bracht een positief advies uit over de effectbeoordeling (SEC(2021) 576).

In de effectbeoordeling werden er twee alternatieve beleidsopties voor de aanpak van de vastgestelde problemen onderzocht. De beleidsopties omvatten een reeks mogelijke maatregelen om de uitoefening van het kiesrecht te verbeteren. Meer bepaald variëren deze beleidsopties van zachte, niet-wetgevende maatregelen ter ondersteuning van bewustmaking en versterkte administratieve samenwerking, tot het vaststellen van gemeenschappelijke normen voor procedures voor de registratie van mobiele EU-burgers en ter voorkoming van schrappingspraktijken.

Optie 1 voorziet in gerichte wetswijzigingen en zachte maatregelen. Het doel is de bestaande bepalingen van de richtlijn van de Raad te consolideren en te verduidelijken.

Optie 2 voorziet in uitgebreide wetgevende maatregelen. Met inachtneming van het non‑discriminatiebeginsel als basis van de richtlijn, wordt met de tweede beleidsoptie een ingrijpende hervorming van de richtlijn beoogd door bijvoorbeeld wettelijke vereisten vast te stellen voor de termijnen voor registratie.

De verschillende opties zijn getoetst op hun doeltreffendheid, efficiëntie, samenhang met ander EU-beleid, subsidiariteit en evenredigheid.

Optie 2 wordt beschouwd als de meest doeltreffende optie om alle beoogde doelstellingen te verwezenlijken. Optie 1 is echter de voorkeursoptie om redenen van efficiëntie, coherentie, subsidiariteit en evenredigheid.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Het voorstel brengt voor de overheidsdiensten van de lidstaten en de EU bepaalde kosten met zich mee die voortvloeien uit de intensievere samenwerking, maar zou voor de autoriteiten ook efficiëntiewinst moeten opleveren als gevolg van de harmonisatie van procedures. Bovendien beschikken sommige lidstaten reeds over systemen die de in de voorkeursoptie bedoelde verplichtingen bestrijken en zouden zij dus niet met aanzienlijke extra kosten worden geconfronteerd.

Het voorstel vereenvoudigt voor mobiele EU-burgers de procedure voor de registratie van hun actief en passief kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen.

In het kader van het voorstel zijn er geen negatieve effecten vastgesteld die zouden voortvloeien uit een betere integratie en democratische participatie van mobiele EU-burgers in hun gastlidstaat. Het vereenvoudigen van de registratievereisten en het verbeteren van de informatieverstrekking en de bewustmaking over het kiesrecht ten behoeve van mobiele EU‑burgers ondersteunen het vrije verkeer en de integratie.

Het voorstel houdt in dat mobiele EU-burgers dezelfde toegang tot stemmen op afstand en elektronisch stemmen krijgen als de onderdanen van de betrokken lidstaat. De mogelijkheid om op afstand te stemmen, maakt het voor mobiele EU-burgers gemakkelijker om aan verkiezingen deel te nemen.

Grondrechten

In artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) wordt het volgende bepaald: “(d)e waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, non‑discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen.”

In artikel 10, leden 1 en 2, VEU wordt het volgende bepaald: “(d)e werking van de Unie is gegrond op de representatieve democratie” en “(d)e burgers worden op het niveau van de Unie rechtstreeks vertegenwoordigd in het Europees Parlement.”

Volgens artikel 26 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkent en eerbiedigt de Unie het recht van personen met een handicap op maatregelen die beogen hun zelfstandigheid, hun maatschappelijke en beroepsintegratie en hun deelname aan het gemeenschapsleven te bewerkstelligen.

Dit voorstel streeft de doelstellingen van deze bepalingen na en is derhalve verenigbaar met en geeft uitvoering aan de grondrechten die worden gewaarborgd door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Dit voorstel versterkt het vrije verkeer van EU-burgers (artikel 45 van het Handvest). Het ondersteunt ook de toegang van mobiele EU-burgers tot stemprocedures onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor de onderdanen van de gastlidstaat. Bovendien versterkt het voorstel het passief kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen (artikel 40 van het Handvest) en het recht op behoorlijk bestuur (artikel 41).

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit voorstel leidt niet tot financiële of administratieve lasten voor de EU. Het heeft dan ook geen gevolgen voor de EU-begroting.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De lidstaten moeten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking doen treden om aan de richtlijn van de Raad te voldoen binnen twee jaar na de inwerkingtreding ervan. Binnen drie jaar na de inwerkingtreding en vervolgens om de vier jaar moeten de lidstaten aan de Commissie verslag uitbrengen over de toepassing van de richtlijn. Het verslag moet relevante statistische gegevens bevatten over de deelname van kiezers en kandidaten aan gemeenteraadsverkiezingen en een overzicht van de maatregelen die in dat verband zijn genomen. Binnen vijf jaar na de inwerkingtreding en vervolgens om de vijf jaar moet de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag indienen over de toepassing van deze richtlijn van de Raad.

Om te zorgen voor synergie en samenhang tussen haar verschillende beleidsmaatregelen inzake de deelname van mobiele EU-burgers aan verkiezingen, voert de Commissie de evaluatie van de toepassing van deze richtlijn uit samen met de evaluatie van de toepassing van de richtlijn betreffende de verkiezingen voor het Europees Parlement. Daarnaast wordt bij de evaluatie rekening gehouden met de verslagen van de lidstaten en de bijeenkomsten van het Europees samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen. Daarom zal de Commissie binnen twee jaar na de volgende twee verkiezingen voor het Europees Parlement, na de inwerkingtreding van deze richtlijn, de toepassing ervan beoordelen en een evaluatieverslag opstellen over de vooruitgang die is geboekt bij de verwezenlijking van de doelstellingen ervan.

Toelichtende stukken

In zijn arrest van 8 juli 2019 19 en in zijn verdere jurisprudentie 20 heeft het Hof van Justitie verduidelijkt dat de lidstaten bij de mededeling van nationale omzettingsmaatregelen aan de Commissie voldoende duidelijke en nauwkeurige inlichtingen moeten verstrekken en moeten uiteenzetten met welke nationale bepaling of bepalingen elk van de bepalingen van een richtlijn wordt omgezet.

Artikelsgewijze toelichting

Alleen de bepalingen van de richtlijn die door dit voorstel worden gewijzigd, worden toegelicht.

1. Om de toegang van mobiele EU-burgers tot informatie over verkiezingen te vergemakkelijken, worden in artikel 12 strengere normen vastgesteld voor het verstrekken van dergelijke informatie aan mobiele EU-burgers. Krachtens het voorstel moeten de lidstaten autoriteiten aanwijzen die mobiele EU-burgers die op hun grondgebied verblijven proactief informeren over de voorwaarden en nadere regels voor de registratie als kiezer of als kandidaat bij gemeenteraadsverkiezingen (vóór en na hun registratie), hetzij voor verkiezingsdoeleinden, hetzij voor het in Richtlijn 2004/38/EG vermelde doel. Dit kan ook inhouden dat er informatie wordt verstrekt en dat er gebruik wordt gemaakt van communicatiemiddelen die zijn toegesneden op specifieke groepen kiezers, zoals jonge kiezers.

Teneinde mobiele EU-burgers meer bewust te maken van en meer inzicht te verschaffen in de procedures en praktijken om zich te registreren voor en deel te nemen aan gemeenteraadsverkiezingen, voorziet hetzelfde artikel in de verplichting voor de door de lidstaten aangewezen autoriteiten om mobiele EU-burgers die als kiezer of als kandidaat zijn geregistreerd, specifieke en op maat gesneden informatie te verstrekken over het volgende:

a) de status van hun registratie;

b) de datum van de verkiezingen en hoe en waar er kan worden gestemd, zodra die informatie beschikbaar is;

c) de relevante regels inzake de rechten en plichten van kiezers en kandidaten, met inbegrip van verboden en onverenigbaarheden en toepasselijke sancties bij schending van de verkiezingsregels;

d) de wijze waarop nadere informatie kan worden verkregen over de organisatie van de verkiezingen, met inbegrip van de lijst van kandidaten.

Krachtens Verordening (EU) 2018/1724 moeten de lidstaten ervoor zorgen dat gebruikers op hun nationale webpagina’s gemakkelijk toegang hebben tot gebruiksvriendelijke, nauwkeurige, actuele en voldoende uitvoerige informatie over de deelname aan gemeenteraadsverkiezingen. De lidstaten maken gebruik van verschillende communicatiemiddelen en -kanalen. Om redenen van consistentie heeft het initiatief bijgevolg tot doel de in Verordening (EU) 2018/1724 vastgestelde kwaliteitseisen dienovereenkomstig uit te breiden tot de gevallen waarin de lidstaten rechtstreeks en individueel officiële informatie over de verkiezingen verstrekken aan mobiele EU-burgers.

De informatie moet niet alleen in de officiële taal van de lidstaat van verblijf worden meegedeeld, maar ook in een officiële EU-taal die in grote lijnen wordt begrepen door zoveel mogelijk Unieburgers die op het grondgebied van die lidstaat verblijven. De lidstaten zullen gebruik kunnen maken van de portaalsite “Uw Europa”. Samen met de contactgegevens, die worden ingevoerd door de wijzigingen in de gegevens die mobiele EU-burgers moeten verstrekken om zich als kiezer of als kandidaat te registreren, zullen de lidstaten hierdoor elektronische kanalen kunnen gebruiken voor de rechtstreekse doorgifte van informatie. Om te zorgen voor een inclusieve deelname aan de verkiezingen worden in het initiatief ook toegankelijkheidseisen vastgesteld voor de informatie die wordt verstrekt aan personen met een handicap en aan oudere burgers, waarbij de algemene opmerkingen van het Comité van de Verenigde Naties voor de rechten van personen met een handicap betreffende de artikelen 21 en 29 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap als inspiratiebron zijn gebruikt.

2. Om de administratieve belemmeringen voor mobiele EU-burgers te reduceren, voorziet het initiatief (de artikelen 8 en 9) in gestandaardiseerde modellen voor de formele verklaringen in de bijlagen II en III, die door mobiele EU-burgers moeten worden ingediend om zich als kiezer of als kandidaat te registreren. De gegevens worden aangevuld met contactgegevens, waardoor de lidstaten hun informatieplicht kunnen nakomen. Aangezien de bijlagen bij de richtlijn in het Publicatieblad van de Europese Unie zullen worden bekendgemaakt, zullen zij zowel voor de burgers als voor de nationale autoriteiten in alle officiële talen van de EU beschikbaar zijn.

3. Het voorstel (artikel 8, lid 5) beperkt de reikwijdte van de registratie van mobiele EU‑burgers op de kiezerslijsten van de gastlidstaat, waardoor wordt voorkomen dat zij uitsluitend op grond daarvan van de kiezerslijsten van de lidstaat van herkomst worden geschrapt.

4. Artikel 14 voorziet in regelmatige monitoring van en verslaglegging over de uitvoering door de lidstaten. Verslagen bevatten relevante statistische gegevens over de deelname van kiezers en kandidaten aan gemeenteraadsverkiezingen overeenkomstig artikel 3 en een overzicht van de in dat verband genomen maatregelen. Dit zal de Commissie in staat stellen de efficiëntie van de door de lidstaten gebruikte methoden te beoordelen en alternatieven voor verbetering aan te reiken. Artikel 16 voorziet in de evaluatie van de toepassing van de richtlijn binnen twee jaar na de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2029.

5. In de artikelen 2, 8 en 9 wordt aan de Commissie de bevoegdheid verleend gedelegeerde handelingen vast te stellen om ervoor te zorgen dat de lijst van primaire lokale administratieve lichamen actueel blijft en dat de modellen van de formele verklaringen die mobiele EU‑burgers indienen bij hun registratie als kiezer of als kandidaat relevante gegevens blijven bevatten. In artikel 16 zijn de grenzen vastgesteld voor de bevoegdheidsdelegatie overeenkomstig artikel 290 VWEU.

6. Conform het non-discriminatiebeginsel moeten de lidstaten er krachtens artikel 10 voor zorgen dat mobiele EU-burgers bij gemeenteraadsverkiezingen toegang hebben tot dezelfde middelen om vervroegd te stemmen, per post te stemmen, elektronisch te stemmen en via het internet te stemmen, als die welke voor hun eigen onderdanen beschikbaar zijn.

7. In het voorstel wordt de term “ambtshalve” geschrapt uit artikel 8, lid 3, conform de bepalingen van de algemene verordening gegevensbescherming betreffende de beperkingen op geautomatiseerde besluitvorming. Om ervoor te zorgen dat de toegang tot informatie onder dezelfde voorwaarden als voor de eigen onderdanen geldt, moeten de lidstaten mobiele EU‑burgers bovendien in kennis stellen van hun schrapping van de kiezerslijst, mits er ten aanzien van de eigen onderdanen ook een dergelijke verplichting bestaat.

8. Momenteel hebben gastlidstaten de mogelijkheid om van niet-nationale EU-kandidaten te verlangen dat zij vóór of na de verkiezingen een attest overleggen over hun passief kiesrecht. Dit attest kan worden verlangd ingeval er twijfel bestaat over de inhoud van de verklaring die moet aantonen dat zij dit recht niet hebben verloren in hun lidstaat van herkomst of in alle gevallen, wanneer de nationale wetgeving zulks vereist.

Aangezien een dergelijke verplichte verklaring op zich al burgers ontmoedigt om zich kandidaat te stellen zonder daartoe gerechtigd te zijn, heeft dit initiatief tot doel de mogelijkheid uit te sluiten om alle niet-nationale EU-kandidaten algemeen te verplichten om bovenbedoeld attest over te leggen. Intussen biedt het voorstel de lidstaten de mogelijkheid om na een beoordeling per geval van de geloofwaardigheid van de verklaring een dergelijk attest te verlangen.

9. Met hetzelfde doel, namelijk de bewustmaking bij mobiele EU-burgers intensiveren, voorziet het voorstel ook in de wijziging van artikel 11, lid 1, door de lidstaten te verplichten duidelijke en eenvoudige taal te gebruiken wanneer zij mobiele EU-burgers informeren over de status van hun registratie. Ook wordt de reikwijdte van de verplichting van de lidstaten verduidelijkt door de term “gevolg” te vervangen door “besluit”. In een nieuw lid van artikel 11 wordt bepaald dat kiezers en kandidaten in de zin van artikel 3 van de richtlijn het recht hebben eventuele inconsistenties of fouten in de gegevens van de kiezers- of kandidatenlijsten te corrigeren onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor onderdanen van de gastlidstaat.

10. Het voorstel voorziet ook in de aanpassing van gedateerd taalgebruik en verouderde verwijzingen (artikel 3, punt a), artikel 7, lid 1, artikel 8, lid 2, artikel 9, lid 1) door de verwijzingen naar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap te vervangen door verwijzingen naar het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en door genderneutrale taal te gebruiken.

11. De wijzigingen in de lijst van primaire lokale lichamen zijn een gevolg van kennisgevingen van de lidstaten en van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.

12. Artikel 17 voorziet in de omzetting van de richtlijn.


94/80/EG (aangepast)