Toelichting bij COM(2022)184 - Wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het Financieel Reglement1 stelt de beginselen en algemene financiële regels vast voor de vaststelling en uitvoering van de begroting van de Unie en de controle op de financiën van de Unie.

Wanneer een door de Commissie opgelegde boete, andere dwangsom of sanctie voor de rechterlijke instanties van de Unie wordt aangevochten, kunnen degenen tot wie de boete is gericht, deze provisorisch betalen of een bankgarantie stellen ter dekking van het bedrag van de boete en de toepasselijke rente voor het uitstel van betaling, totdat het definitieve vonnis is gewezen. In geval van provisorische betaling crediteert de betrokken partij het bedrag op een bankrekening van de Commissie. Sinds 2009 worden de provisorisch aan de Commissie betaalde boeten gestort in een speciaal fonds (BUFI) om direct of indirect te worden belegd in zeer veilige staatsobligaties om de waarde ervan veilig te stellen indien dergelijke bedragen aan de betrokken partij moeten worden terugbetaald op grond van de nietigverklaring of verlaging van de boete door de rechterlijke instanties van de Unie.

In zijn arrest van 20 januari 2021 in zaak C-301/19 P, Commissie/Printeos, oordeelde het Hof dat de Commissie, wanneer zij krachtens artikel 266, lid 1, VWEU, verplicht is de nodige maatregelen te nemen ter uitvoering van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarbij een door een onderneming provisorisch betaalde mededingingsboete wordt verlaagd of nietig verklaard, verplicht is vertragingsrente te betalen wegens te late terugbetaling van de boete vanaf de datum waarop de onderneming de boete provisorisch heeft betaald tot de datum van terugbetaling.

In het kader van haar hogere voorziening in zaak C-221/22 P, Commissie/Deutsche Telekom, heeft de Commissie het Hof verzocht zijn arrest in de zaak Printeos te herzien teneinde de verplichtingen te verduidelijken die op de Commissie rusten in geval van verlaging of nietigverklaring van een provisorisch betaalde boete om de degene tot wie de boete is gericht, adequaat te compenseren voor het feit dat de gelden van de betaalde boete niet beschikbaar waren in de periode waarin zij aan rechterlijke toetsing was onderworpen.

Zolang het Hof van Justitie de gevraagde verduidelijkingen niet heeft verstrekt, heeft de Commissie echter te maken met ongeziene rentevorderingen die ver boven de rente op de provisorisch betaalde bedragen liggen en waarvoor in de begroting van de Unie een passende oplossing moet worden gevonden. Onverminderd de uitkomst van het beroep in zaak C-221/22 P is het daarom dringend noodzakelijk wetgevingsmaatregelen voor te stellen om te zorgen voor een passend compensatieniveau in geval van terugbetaling van een provisorisch betaalde boete en het vermogen van de begroting van de Unie om in de daaruit voortvloeiende financiële behoeften te voorzien. Dit vereist een aantal gerichte wijzigingen van artikel 48, lid 2, artikel 99, lid 4, artikel 107, lid 2, en artikel 108, leden 1, 2 en 4.

Overeenkomstig het algemene beginsel van herstel in de vorige toestand dat van toepassing is op de terugbetaling van door de instellingen van de Unie opgelegde en provisorisch betaalde boeten, andere dwangsommen of sancties die later door het Hof van Justitie van de Europese Unie zijn nietig verklaard of verlaagd, moet worden verduidelijkt dat een negatief rendement op het provisorisch geïnde bedrag van dergelijke boeten, andere dwangsommen of sancties niet in mindering mag worden gebracht op het terug te betalen bedrag.

Ter compensatie van het verlies van het genot van de gelden vanaf de datum waarop de onderneming de boete provisorisch aan de Commissie heeft betaald tot de datum van terugbetaling, wordt voorgesteld het terugbetaalde bedrag te verhogen met rente tegen de rentevoet die de Europese Centrale Bank voor haar basisherfinancieringstransacties hanteert, vermeerderd met anderhalf procentpunt, als passende compensatie voor de onderneming in dergelijke situaties, waardoor geen andere rentevoet op dat bedrag hoeft te worden toegepast. Dit percentage komt overeen met de rentevoet die van toepassing is op de schuldenaar wanneer de schuldenaar ervoor kiest de betaling van een geldboete, een andere dwangsom of een sanctie uit te stellen en een financiële zekerheid stelt in plaats van betaling.

In afwijking van de algemene regel dat de begroting geen negatieve ontvangsten mag bevatten, moet worden gespecificeerd dat de bovengenoemde rente en alle andere heffingen die verschuldigd zijn op dergelijke nietig verklaarde of verlaagde bedragen van boeten, andere dwangsommen of sancties, met inbegrip van eventuele negatieve opbrengsten in verband met die bedragen, moeten worden beschouwd als negatieve ontvangsten van de begroting van de Unie, teneinde ongewenste gevolgen voor de uitgavenzijde van de begroting van de Unie te voorkomen.

Om de buitensporige druk op de uitgavenzijde van de begroting van de Unie zo snel mogelijk te verhelpen, wordt dit voorstel los van de komende herziening van het Financieel Reglement gepresenteerd.

Samenhang met bestaande bepalingen op dit beleidsterrein

Dit voorstel is volledig in overeenstemming met de bestaande algemene financiële regels en beoogt buitensporige druk op de begroting van de Unie als gevolg van de rechtspraak in zaak Printeos te voorkomen.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel is gebaseerd op artikel 322, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

De vaststelling van de algemene financiële regels van de Unie valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie.

Evenredigheid

Dit voorstel heeft tot doel te zorgen voor een passende compensatie in geval van terugbetaling van provisorisch betaalde boeten, andere dwangsommen of sancties en ervoor te zorgen dat de Unie in staat is de daaruit voortvloeiende financiële verplichtingen na te komen. Het bevat geen regels die niet noodzakelijk zijn om de doelstellingen van het Verdrag te verwezenlijken.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbenden

Voor deze beperkte wijziging heeft geen raadpleging van belanghebbenden plaatsgevonden.

Effectbeoordeling

Overeenkomstig de verklaring van de Commissie over toekomstige herzieningen van het Financieel Reglement1 is geen effectbeoordeling vereist. Het Financieel Reglement voorziet in de algemene regels en het instrumentarium voor de uitvoering van de uitgavenprogramma’s. Er zijn dus geen directe economische, sociale of milieueffecten die voortvloeien uit herzieningen van de wetgeving en waarvoor analyse in een effectbeoordeling nuttig zou zijn. Effectbeoordelingen hebben alleen toegevoegde waarde als er beleidskeuzes moeten worden gemaakt over specifieke uitgavenprogramma's die aan het door het Financieel Reglement geboden regelgevend kader moeten voldoen. In plaats daarvan is voor dit voorstel een evaluatie vooraf uitgevoerd, met name om na te gaan wat de meest geschikte manier is om rekening te houden met de recente jurisprudentie inzake de betrokken ondernemingen, maar ook met betrekking tot de budgettaire behandeling van de overeenkomstige bedragen.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Hoewel deze wijziging van het Financieel Reglement niet onder het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (REFIT) valt, draagt zij bij tot de agenda voor betere regelgeving. Dit voorstel komt tegemoet aan de noodzaak om de bepalingen inzake achterstands- en compensatierente en negatieve ontvangsten te herzien, in overeenstemming met de recente jurisprudentie. De voorgestelde aanpak is volledig in overeenstemming met het kader voor betere regelgeving en met de vereenvoudigingsinspanningen.

Grondrechten

Het voorstel is in overeenstemming met het Handvest van de grondrechten van de Unie.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting.

5. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Zoals aangegeven in punt 4 heeft het voorstel zelf geen gevolgen voor de begroting van de Unie. Het voorstel verduidelijkt de begrotingsinstrumenten en -procedures om de gevolgen aan te pakken van de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarbij boeten, andere dwangsommen of sancties die initieel door een instelling van de Unie zijn opgelegd, worden verlaagd of nietig verklaard. Alleen dergelijke arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie kunnen aanleiding geven tot betalingsverplichtingen jegens derden.

Artikel 48, lid 2, over negatieve ontvangsten: om een passende budgettaire behandeling te waarborgen en onnodige financiële druk op de uitgavenzijde van de begroting van de Unie te voorkomen, moet worden bepaald dat rente en verschuldigde vergoedingen in geval van nietigverklaring van een geldboete, andere dwangsom of sanctie of verlaging van het bedrag, met inbegrip van een eventueel negatief rendement in verband met dergelijke boeten, andere dwangsommen of sancties, in mindering moeten worden gebracht op de ontvangstenzijde van de begroting van de Unie (negatieve ontvangsten). Dit zou een beperkte en naar behoren gemotiveerde afwijking zijn van de algemene regel van artikel 48, lid 1, dat de begroting geen negatieve ontvangsten mag bevatten.

Artikel 99, lid 4, over achterstandsrente: verduidelijkt moet worden dat de door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet, verhoogd met anderhalf procentpunt wanneer een debiteur van boeten, andere dwangsommen of sancties een financiële garantie stelt die door de rekenplichtige wordt aanvaard in plaats van betaling, van deze bepaling is uitgesloten omdat zij geen betrekking heeft op achterstandsrente. De verwijzing naar dit percentage moet in plaats daarvan worden verplaatst naar artikel 108, lid 1.

Artikel 107, lid 2, betreffende de opname in de begroting: om voldoende kasstroom te waarborgen om derden te compenseren voor het verlies van het genot van gelden, moet worden bepaald dat bedragen uit boeten, andere dwangsommen of sancties alsmede de rente hierover of andere hieruit voortvloeiende inkomsten, tegen het einde van het volgende begrotingsjaar in de begroting kunnen worden opgenomen.

Artikel 108, leden 1, 2 en 4 inzake de invordering van door instellingen van de Unie opgelegde boeten, andere dwangsommen of sancties:

Zoals hierboven is uiteengezet, moet in het geval van een financiële garantie de verwijzing naar artikel 99, lid 4, in de eerste alinea worden vervangen door de rentevoet die de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties toepast, vermeerderd met anderhalf procentpunt, zoals momenteel aangegeven in artikel 99, lid 4, punt a).

In artikel 108, lid 2, moet een verwijzing naar goed financieel beheer in de plaats komen van de verwijzing naar het streven naar een positief rendement. Rekening houdend met de mogelijkheid van een negatief investeringsrendement, mag de Commissie niet streven naar een positief verwacht rendement indien dit vereist dat een te hoog investeringsrisico wordt genomen. Daarom moet, overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer, worden gespecificeerd dat de Commissie bij investeringen in financiële activa prioriteit moet geven aan de doelstelling van zekerheid en liquiditeit van de gelden.

Overeenkomstig het algemene beginsel van herstel in de vorige toestand dat van toepassing is op de terugbetaling van provisorisch betaalde boeten, andere dwangsommen of sancties die later door het Hof van Justitie van de Europese Unie zijn nietig verklaard of verlaagd, moet worden verduidelijkt dat een negatief rendement op het provisorisch geïnde bedrag van dergelijke boeten, andere dwangsommen of sancties niet in mindering mag worden gebracht op het terug te betalen bedrag. Bijgevolg moet de tweede alinea van artikel 108, lid 4, worden geschrapt. Om het verlies van het genot van de gelden te compenseren, dient het terug te betalen bedrag te worden vermeerderd met een rente tegen de rentevoet die door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, vermeerderd met anderhalf procentpunt, naar analogie van de rentevoet die een debiteur moet betalen in geval van uitstel van betaling van een boete, andere dwangsom of sanctie die door een financiële garantie wordt gedekt.