Toelichting bij COM(2022)309 - Sluiting van de Overeenkomst met Moldavië betreffende het goederenvervoer over de weg

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Op 16 juni 2022 heeft de Commissie aan de Raad voorgesteld haar te machtigen om de overeenkomst tussen de Europese Unie en Moldavië inzake goederenvervoer over de weg te ondertekenen.

Het onderhavige voorstel heeft tot doel de sluiting van de overeenkomst namens de Europese Unie goed te keuren.

Door de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne is het goederenvervoer vanuit de Republiek Moldavië zeer moeilijk geworden. Moldavische vervoersexploitanten moeten alternatieve routes zoeken om doorvoer over Oekraïens grondgebied te vermijden. Tot dusver was dit de enige manier om de markten ten oosten van Oekraïne te bereiken. Omdat doorvoer door Oekraïne onmogelijk is, bestaat het risico dat Moldavische vervoersexploitanten langetermijnovereenkomsten voor de levering van goederen (met name landbouwproducten) met hun handelspartners in het oosten niet kunnen nakomen. Dit hangt samen met het feit dat exploitanten nu mogelijk andere ondernemingspartners moeten zoeken en daardoor meer bilaterale vervoersactiviteiten met lidstaten van de Europese Unie moeten verrichten.

Het goederenvervoer over de weg tussen de Unie en de Republiek Moldavië wordt momenteel geregeld door twee grote mechanismen, namelijk bilaterale vervoersovereenkomsten tussen lidstaten en de Republiek Moldavië en vergunningen in het kader van het multilaterale quotasysteem van de Europese Conferentie van Ministers van Verkeer (ECMT) binnen het International Transport Forum. Beide mechanismen leggen quota’s op aan vervoerders van beide partijen, voor wat doorvoer en bilaterale handel betreft.

Gezien de situatie in Oekraïne zouden Moldavische exploitanten meer doorvoer in de Europese Unie en meer bilaterale vervoersactiviteiten met lidstaten moeten verrichten. Dit zou ook de Moldavische samenleving en economie ondersteunen, die ernstig getroffen zijn door de Russische aanvalsoorlog. Bovendien heeft Moldavië voorlopige opvang geboden aan meer dan 350 000 vluchtelingen uit Oekraïne die op doorreis zijn naar andere landen. Dit extra vervoer over de weg, in vergelijking met normale tijden, zal echter zeer waarschijnlijk tot gevolg hebben dat de quota’s in de bilaterale overeenkomsten tussen lidstaten en de Republiek Moldavië, alsook de quota’s die via het ECMT binnen het International Transport Forum zijn verleend, worden overschreden.

Deze overeenkomst inzake wegvervoer tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië zou derhalve in de plaats komen van bestaande bilaterale vervoersovereenkomsten tussen lidstaten en Moldavië en zou het gebruik van alternatieve routes door exploitanten vergemakkelijken, aangezien het bilateraal vervoer en de doorvoer tussen de twee partijen zouden worden geliberaliseerd.

Het is dan ook passend een overeenkomst te sluiten waarbij het goederenvervoer tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië wordt geliberaliseerd voor wat bilateraal vervoer en doorvoer betreft. Deze overeenkomst moet beperkt zijn in de tijd, maar het moet mogelijk zijn ze te verlengen.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Deze overeenkomst is samenhangend met het huidige beleid van de EU op het gebied van externe betrekkingen met Moldavië. De regering van de Republiek Moldavië heeft dringend om een dergelijke overeenkomst gevraagd.

De overeenkomst inzake goederenvervoer over de weg met de Republiek Moldavië zou ook in de lijn liggen van de Associatieovereenkomst 1 , aangezien in artikel 82 van die overeenkomst wordt opgeroepen tot samenwerking ter verbetering van het goederenverkeer en de doorstroming van het vervoer tussen de Republiek Moldavië, de EU en derde landen in de regio, door administratieve, technische en andere belemmeringen weg te nemen.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 91 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, in samenhang met artikel 218, lid 6, punt a), daarvan.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Niet van toepassing.

Evenredigheid

De overeenkomst is het meest doeltreffende instrument om de betrekkingen op het gebied van goederenvervoer over de weg tussen de EU en de Republiek Moldavië te verbeteren omdat zij ervoor zorgt dat quota’s en vergunningen niet langer noodzakelijk zijn in bilaterale overeenkomsten tussen lidstaten en de Republiek Moldavië.

Deze overeenkomst legt geen aanvullende administratieve of financiële lasten op aan de autoriteiten van de lidstaten, noch aan het bedrijfsleven, in vergelijking met de huidige situatie. Zij zal daarentegen de administratieve lasten voor zowel het bedrijfsleven als de lidstaten doen afnemen. Zo hoeven EU-vervoerders niet meer over een vervoersvergunning te beschikken voor de aangegeven categorieën vervoersrechten (doorvoer en bilaterale rechten), waardoor de administratieve lasten voor de EU-vervoerssector en voor de autoriteiten van de lidstaten zullen afnemen omdat zij deze vergunningen meer hoeven af te drukken en af te geven.

Keuze van het instrument

Internationale overeenkomst.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

Niet van toepassing.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

Niet van toepassing.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De artikelen 5 en 6 van deze overeenkomst hebben betrekking op een toetsingsmechanisme dat het mogelijk maakt te beoordelen of en voor hoe lang de overeenkomst moet worden verlengd. Daartoe is in artikel 5, lid 2, en artikel 6, lid 2, vastgesteld dat het gemengd comité uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de overeenkomst moet worden bijeengeroepen.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 heeft betrekking op de goedkeuring van de overeenkomst namens de Europese Unie.

Artikel 2 bepaalt dat de Commissie de kennisgeving zal doen waarbij de Europese Unie ermee instemt door de overeenkomst gebonden te zijn.

Artikel 3 heeft betrekking op de inwerkingtreding van het voorgestelde besluit.