Toelichting bij COM(2022)409 - Kracht van handelspartnerschappen: samen voor groene en rechtvaardige groei

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 16.8.2022


COM(2022) 409 final/2


CORRIGENDUM
This document corrects document COM(2022) 409 final of 22.6.2022.
Concerns the English language version.
Correction of footnote 9 on page 2.
The footnote mistakenly referred to the “elimination of non-discrimination in respect of employment and occupation”.
The text shall read as follows:

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

De kracht van handelspartnerschappen: samen voor groene en rechtvaardige groei


Inleiding



De EU is vastbesloten ervoor te zorgen dat haar handelsovereenkomsten duurzaamheid bevorderen, zodat economische groei hand in hand gaat met de bescherming van de mensenrechten, waardig werk, het klimaat en het milieu, met volledige inachtneming van de waarden en prioriteiten van de Unie. In de huidige geopolitieke context, die wordt gekenmerkt door toegenomen instabiliteit, moet de EU haar betrokkenheid bij derde landen als betrouwbare partner versterken. Het handelsbeleid van de EU vormt een solide kader voor samenwerking met handelspartners op het gebied van handelsgerelateerde duurzaamheidskwesties. Deze aanpak steunt op internationale arbeids- en milieuvoorschriften en gestructureerde en transparante processen, met betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld.

In deze mededeling wordt uiteengezet hoe de bijdrage van handelsovereenkomsten aan duurzame ontwikkeling nog kan worden vergroot. Alle moderne handelsovereenkomsten van de EU bevatten reeds hoofdstukken over handel en duurzame ontwikkeling. Sinds 2018 heeft het 15‑puntenactieplan gediend als leidraad voor de verbeterde uitvoering en handhaving ervan 1 . In juni 2021 heeft de Commissie het startsein gegeven voor een diepgaande evaluatie met als doel om handelsovereenkomsten in hun geheel – en niet alleen de hoofdstukken inzake handel en duurzame ontwikkeling daarvan – beter toe te rusten voor de bevordering van duurzame handel, in samenwerking met handelspartners en in samenhang met andere relevante beleidsinstrumenten van de EU, waaronder de Europese Green Deal 2 3 .

In het kader van de evaluatie heeft de Commissie verzocht om een onafhankelijke vergelijkende studie over praktijken op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling in handelsovereenkomsten van derde landen, waarin werd bevestigd dat de EU een pionier en koploper is bij het bevorderen van duurzaamheid via haar handelsovereenkomsten 4 . Daarnaast heeft de Commissie, om input te verzamelen van een zo breed mogelijk scala aan burgers en belanghebbenden, een openbare raadpleging gehouden waarbij tal van bijdragen werden verzameld, van het bedrijfsleven en vakbonden tot milieu- en mensenrechtengroepen en sociale partners 5 . Dit ging gepaard met een uitvoerige gedachtewisseling met de lidstaten, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité.

Op basis van de input en de aanbevelingen die tijdens het proces van evaluatie van het aspect handel en duurzame ontwikkeling zijn ontvangen, heeft de Commissie een reeks beleidsprioriteiten en kernactiepunten in kaart gebracht die de doeltreffendheid van de huidige, op verbintenissen gebaseerde benadering van handel en duurzame ontwikkeling verder zullen verbeteren, met inachtneming van het internationale kader en internationale normen en met versterkte maatregelen op het gebied van uitvoering en handhaving. De hieronder beschreven nieuwe aanpak omvat een volwaardige nalevingsfase en voorziet in het gebruik van handelssancties in specifieke en welomschreven gevallen.

2.

2.Hoe de handelsovereenkomsten van de EU bijdragen tot de agenda voor duurzame ontwikkeling


Handelsovereenkomsten zijn zowel in de EU als in de partnerlanden een belangrijke motor voor duurzame groei. Een actieve handelsagenda is van cruciaal belang voor de economische welvaart en het concurrentievermogen van Europa. Handelsovereenkomsten dragen bij tot het scheppen van banen, de verruiming van markten en het stimuleren van economische groei en innovatie 6 . Door belemmeringen voor markttoegang weg te nemen, verlagen zij ook de kosten en vergemakkelijken zij de invoering en toepassing van klimaatvriendelijke technologieën en daarmee verband houdende goederen en diensten die de uitstoot van broeikasgassen wereldwijd helpen verminderen en de aanpassing aan een veranderend klimaat bevorderen. Handelsovereenkomsten dragen ook bij tot het veiligstellen van de aanvoer van noodzakelijke grondstoffen, waaronder die voor koolstofarme technologieën. Tegelijkertijd kan de wereldhandel ook gevolgen hebben voor het klimaat, de biodiversiteit of de arbeidsomstandigheden. Om de positieve effecten van open handel te waarborgen, moeten liberalisering van de handel en bevordering van internationale arbeidsnormen hand in hand gaan met doortastende klimaat- en milieumaatregelen. Als instrumenten van bevoorrechte partnerschappen bieden handelsovereenkomsten een platform voor beleidsdialoog en samenwerking met partnerlanden op het gebied van duurzaamheid. Dit is van cruciaal belang, want mondiale uitdagingen kunnen alleen met mondiale samenwerking worden aangepakt.

De evaluatie van het handelsbeleid heeft de steun voor de groene en rechtvaardige transitie, samen met openheid en assertiviteit, tot een van de pijlers van het handelsbeleid van de EU gemaakt 7 . Dit strookt met de Europese Green Deal en de mededeling over waardig werk wereldwijd 8 , waarin duurzame ontwikkeling centraal wordt geplaatst in de beleidsvorming en ‑actie van de EU. De prioriteiten en doelstellingen op het gebied van duurzame ontwikkeling zijn in al het EU-beleid geïntegreerd in overeenstemming met Agenda 2030 van de Verenigde Naties en de 17 doelstellingen voor duurzame ontwikkeling, de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering en andere multilaterale overeenkomsten ter bescherming van het milieu en arbeidsnormen. Deze multilaterale overeenkomsten en verdragen zijn uitgegroeid tot het mondiale kader voor internationale samenwerking en actie op het gebied van duurzame ontwikkeling en dienen ook in handelsovereenkomsten van de EU als kompas voor verbintenissen inzake duurzame ontwikkeling.

De op waarden gebaseerde benadering van handel en duurzame ontwikkeling van de EU streeft naar meer omvattende verbintenissen van partnerlanden dan die welke voorkomen in handelsovereenkomsten van andere internationale actoren. Met name vereisen de hoofdstukken over handel en duurzame ontwikkeling in handelsovereenkomsten van de EU de effectieve uitvoering van verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en van de multilaterale milieuovereenkomsten die elke partij heeft geratificeerd, zoals de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering en het Verdrag inzake biologische diversiteit.

De hoofdstukken over handel en duurzame ontwikkeling in handelsovereenkomsten van de EU eisen ook de naleving van de fundamentele IAO-principes zoals uiteengezet in de IAO-verklaring van 1998 betreffende de fundamentele principes en rechten op het werk 9 . In dit verband is de Commissie ingenomen met het werk van de IAO en haar leden om deze fundamentele principes te versterken en te verruimen (meest recentelijk een besluit om veiligheid en gezondheid op het werk daarin op te nemen), en is zij van mening dat deze ontwikkelingen ook in de hoofdstukken over handel en duurzame ontwikkeling op passende wijze moeten worden weerspiegeld.

De hoofdstukken over handel en duurzame ontwikkeling sporen ook aan tot ratificatie van de niet geratificeerde fundamentele IAO-verdragen en bevatten een breed scala aan verbintenissen en samenwerkingsbepalingen op gebieden als arbeidsrechten, sociale dialoog, fatsoenlijke arbeidsomstandigheden (waaronder arbeidsinspectie), duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, bosbouw, visserij, aquacultuur, oceaangovernance en de bevordering van verantwoord ondernemerschap 10 . De handelsovereenkomsten van de EU bevorderen nu ook samenwerking om de overgang naar een circulaire en hulpbronnenefficiënte economie of ontbossingsvrije toeleveringsketens aan te moedigen en internationale milieugovernance te bevorderen. Recente handelsovereenkomsten van de EU bevatten ook bepalingen met betrekking tot de verdragen van de VN en de IAO ter bevordering van de economische empowerment van vrouwen en gendergelijkheid, met inbegrip van het bevorderen van samenwerking in internationale fora om deze doelstellingen te verwezenlijken, bijvoorbeeld in de WTO.

3.

Interactie met andere beleidsinstrumenten


Handelsovereenkomsten van de EU zijn geen op zichzelf staande instrumenten voor de bevordering en versterking van de duurzaamheidsagenda van de Unie jegens derde landen. De daarin opgenomen verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling gaan in een alomvattende aanpak hand in hand met een breder scala aan beleidsinstrumenten, multilaterale inspanningen en instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking. Samen met autonome instrumenten van de EU dragen zij ertoe bij de positieve effecten van handel op duurzame ontwikkeling optimaal te benutten en ervoor te zorgen dat de negatieve effecten worden beperkt.

Tegen het einde van het mandaat van de huidige Commissie zal de EU naar verwachting beschikken over een ambitieuze reeks aanvullende autonome instrumenten ter ondersteuning van duurzame handel. In 2021 heeft de Commissie een voorstel ingediend voor de instelling van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens om koolstoflekkage te voorkomen en de doeltreffendheid van wereldwijde klimaatactie te versterken 11 , en een voorstel over ontbossingsvrije producten om de inspanningen ter bestrijding van ontbossing en bosdegradatie op te voeren 12 . In dat jaar heeft de Commissie ook een strategie goedgekeurd voor een ambitieus en alomvattend pakket maatregelen om geld beter te laten stromen naar de financiering van de overgang naar een duurzame economie 13 . Begin 2022 heeft de Commissie een voorstel ingediend inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid, teneinde duurzaam en verantwoord ondernemerschap in alle mondiale waardeketens te bevorderen 14 . Zij heeft ook een voorstel aangenomen voor een kader dat tot doel heeft alle producten die in de Unie in de handel worden gebracht, ecologisch duurzamer en meer circulair te maken 15 . Zoals aangekondigd in de mededeling over waardig werk wereldwijd, zal de Commissie later dit jaar ook een nieuw wetgevingsinitiatief presenteren om het in de EU in de handel brengen van producten die door dwangarbeid zijn vervaardigd, daadwerkelijk te verbieden 16 .

In haar voorstel voor een nieuwe EU-verordening betreffende het stelsel van algemene preferenties heeft de Commissie de bijdrage van het stelsel aan de bevordering van duurzame ontwikkeling versterkt, onder meer door toevoeging van een aantal internationale instrumenten op het gebied van mensenrechten, goed bestuur, en arbeids- en milieubescherming. Deze toevoegingen omvatten de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering, het VN-Verdrag tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad, en twee nieuwe IAO-verdragen, en hebben ook betrekking op ordelijke internationale migratie die bijdraagt tot duurzame ontwikkeling. Het voorstel beoogt ook om van de uitvoer van goederen die zijn vervaardigd door internationaal verboden kinderarbeid en dwangarbeid een grond te maken voor de mogelijke intrekking van handelspreferenties 17 .

Op multilateraal vlak stond de EU onlangs mede aan de basis van drie plurilaterale WTO-initiatieven inzake handel en milieuduurzaamheid, plasticvervuiling en duurzame handel in plastic, en de hervorming van subsidies voor fossiele brandstoffen 18 . Tijdens de 12e Ministeriële Conferentie van de WTO heeft de EU een belangrijke rol gespeeld bij het bereiken van een eerste multilaterale overeenkomst inzake visserijsubsidies, die wereldwijd schadelijke visserijsubsidies aan banden legt en waarbij milieuduurzaamheid centraal staat. De EU zal tijdens de volgende ministeriële conferentie blijven aandringen op een verruiming van de regels inzake subsidies 19 . De EU heeft ook de lancering van de klimaatcoalitie van ministers van Handel actief gesteund om een verdere politieke impuls te geven voor een positieve handels- en klimaatagenda, met name in de WTO 20 . In het kader van de hervorming van de WTO wil de EU de dialoog over de wisselwerking tussen handel en waardig werk bevorderen, onder meer via samenwerking tussen de WTO en de IAO. In de OESO steunt de EU wijzigingen van de regels voor officiële exportkredieten teneinde de afstemming daarvan op de klimaatdoelstellingen te bevorderen. De EU is er ook in geslaagd kolengestookte energiecentrales zonder emissiereductie te laten verbieden 21 .

Al deze handelsgerelateerde beleidsinstrumenten en ‑initiatieven maken deel uit van een alomvattend antwoord op mondiale duurzaamheidsuitdagingen en gaan hand in hand met handelsovereenkomsten.

4.

3.Nieuwe beleidsoriëntaties voor duurzame ontwikkeling in handelsovereenkomsten


De evaluatie van de bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling heeft aangetoond dat het EU-model voor handel en duurzame ontwikkeling deugdelijk is, maar ook dat er ook ruimte voor verbetering is ten aanzien van zes beleidsprioriteiten, die kunnen worden samengevat als 1) de noodzaak om proactiever te zijn bij de samenwerking met partners; 2) intensivering van de landspecifieke aanpak; 3) integratie van duurzaamheid ook buiten het hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling in handelsovereenkomsten; 4) intensivering van het toezicht op de uitvoering van de verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling; 5) versterking van de rol van het maatschappelijk middenveld; en 6) versterking van de handhaving door middel van handelssancties als laatste redmiddel 22 .

Om de doeltreffendheid van haar bijdrage te optimaliseren, zal het beleid van de Commissie inzake duurzame ontwikkeling in handelsovereenkomsten toegespitst zijn op een aantal actiepunten per beleidsprioriteit. Deze actiepunten bouwen voort op de ervaring met de uitvoering, de verzamelde gegevens en de via de openbare raadpleging ontvangen input. De actiepunten vormen een aanvulling op en een verruiming van de actiegebieden die in het 15‑puntenactieplan in kaart zijn gebracht.

5.

3.1 Een alomvattende benadering van handel en duurzame ontwikkeling, die is verankerd in multilaterale overeenkomsten en samenwerking



Zoals hierboven uiteengezet, moet de wisselwerking tussen handel en duurzame ontwikkeling in haar geheel worden aangepakt, waarbij het handelsbeleid in de bredere context van andere instrumenten ter ondersteuning van duurzaamheid moet worden geplaatst. In deze alomvattende aanpak bevorderen handelsovereenkomsten het mondiale governancekader, met name door de opname van fundamentele internationale normen en verbintenissen en door handhaving van de effectieve uitvoering, naleving en verdere verbetering ervan door middel van samenwerkingsprocessen. De stevige verankering van bilaterale verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling in de multilaterale context maakt de EU-aanpak van handel en duurzame ontwikkeling legitiem, geloofwaardig en doeltreffend. Daarmee wordt ook gepoogd versnippering te voorkomen en wordt er in plaats daarvan voor gezorgd dat de verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling de mondiale inspanningen versterken. Nu zij op internationale normen zijn gebaseerd, kunnen verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling ook bescherming bieden tegen protectionistische reflexen.

Een aanpak op basis van betrokkenheid en samenwerking stelt de EU en haar partners in staat gezamenlijk de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de bijdrage van handelsovereenkomsten aan de bevordering van een groene en rechtvaardige transitie en aan de verwezenlijking van doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling. Die aanpak stimuleert een bredere inbreng van een reeks belanghebbenden, waaronder lokale gemeenschappen, niet-gouvernementele organisaties (ngo’s), werkgevers en vakbonden. Deze zijn allen essentieel om veranderingen in de praktijk teweeg te brengen.

In dit verband zal de Commissie ten volle gebruikmaken van de platforms die handelsovereenkomsten bieden om de dialoog over de handelsgerelateerde autonome duurzaamheidsinstrumenten van de EU te vergemakkelijken en handelspartners aan te moedigen de naleving ervan te bevorderen. De Commissie wil ook de algehele doeltreffendheid van haar samenwerkingsinspanningen verbeteren door voort te bouwen op de in het 15‑puntenactieplan vastgestelde “Working Together”-acties, en de collectieve aanpak van de EU versterken in situaties waarin technische of financiële bijstand nodig is of handelspartners ertoe kan aanzetten hun niveau van arbeids- en milieubescherming verder te verhogen.

6.

Actiepunten


De Commissie zal:

1.de samenwerking met handelspartners opvoeren in een coöperatief proces, om de naleving van internationale arbeids- en milieunormen te bevorderen;

2.waar nodig handelspartners met technische en financiële bijstand stimuleren en steunen bij hervormingsprocessen en capaciteitsopbouw. In voorkomend geval moet de EU ook een Team-Europa-aanpak ontwikkelen ter ondersteuning van met partnerlanden gezamenlijk overeengekomen prioriteiten op het gebied van duurzame ontwikkeling;

3.handelsovereenkomsten gebruiken om de dialoog met partnerlanden te vergemakkelijken en, in voorkomend geval, hen helpen te voldoen aan de duurzaamheidsvereisten van de handelsgerelateerde autonome instrumenten van de EU.


7.

3.2 Vaststelling van landspecifieke uitvoeringsprioriteiten


Uit de evaluatie van de bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling is duidelijk de verwachting gebleken dat de verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling in handelsovereenkomsten van de EU doeltreffender en sneller concrete veranderingen teweeg moeten brengen en dat de resultaten sterk afhankelijk zijn van de specifieke situatie van de afzonderlijke landen. Deze bevindingen pleiten ervoor om de landspecifieke aanpak die in het 15‑puntenactieplan is vastgesteld, meer op maat te snijden en toe te spitsen.

De bilaterale handelsbetrekkingen van de EU bestrijken de hele wereld en omvatten partners van verschillende ontwikkelingsniveaus die te maken hebben met verschillende uitdagingen en kansen op economisch, sociaal en milieugebied. Terwijl de hoofdstukken over handel en duurzame ontwikkeling dezelfde bindende toezeggingen bevatten voor zowel de EU als de partnerlanden, vergt het vinden van doeltreffende oplossingen voor deze uiteenlopende partners flexibiliteit en prioritering om de doelstellingen inzake handel en duurzame ontwikkeling beter af te stemmen op de uitdagingen, behoeften en capaciteiten van elk van hen.

Het vaststellen van dergelijke uitvoeringsprioriteiten per land vereist een vroegtijdige kloofanalyse en de integratie van een grotere mate van granulariteit en specificiteit in de dimensie handel en duurzame ontwikkeling. De belangrijkste uitdagingen, kansen en prioriteiten moeten gezamenlijk en in een vroeg stadium van de samenwerking met een specifieke partner in kaart worden gebracht. Dergelijke prioriteiten moeten samen met het maatschappelijk middenveld worden ontwikkeld en reeds vóór de start van de onderhandelingen in de effectbeoordeling worden opgenomen, maar moeten vervolgens tijdens de duurzaamheidseffectbeoordeling verder worden verfijnd en beoordeeld in een analyse achteraf tijdens de uitvoering. In overeenstemming met de EU-biodiversiteitsstrategie 23 zal de impact van de liberalisering van de handel op de biodiversiteit bij deze beoordelingen een belangrijke rol spelen. Op basis daarvan moeten de EU en de partnerlanden overwegen te onderhandelen over en zich te concentreren op de belangrijkste uitvoeringsprioriteiten per land, zodat vooruitgang wordt geboekt bij de verwezenlijking van de doelstellingen inzake handel en duurzame ontwikkeling. Deze prioriteiten moeten realistisch en gericht zijn om resultaten te helpen boeken. Zij moeten ook flexibel genoeg zijn om in de loop van de tijd te kunnen worden aangepast naarmate de duurzaamheidssituatie evolueert.

Het doel zou zijn om waar nodig de uitvoering op een specifiek gebied te verbeteren, bijvoorbeeld wat betreft de eerbiediging van een IAO-principe of ‑verdrag of de naleving van een geratificeerde multilaterale milieuovereenkomst. Indien nodig en in voorkomend geval kan dit worden bereikt door met een partnerland specifieke stappen overeen te komen met vastgestelde termijnen en mijlpalen voor de uitvoeringsfase (zogenoemde stappenplannen voor de uitvoering) met passende follow-up, en in voorkomend geval met inbegrip van steun van internationale organisaties en belanghebbenden in dit proces.

Bovendien zal de EU blijven aandringen op de ratificatie van fundamentele IAO-verdragen. Zij zal de ratificatie-inspanningen toespitsen op de ondersteuning van de vastgestelde uitvoeringsprioriteiten. Dit moet van geval tot geval worden beoordeeld, waarbij de nadruk moet liggen op kwesties die van grote invloed zijn op de doeltreffende eerbiediging van de grondrechten.

8.

Actiepunten


De Commissie zal:

4.een op maat gesneden aanpak volgen en beter toegesneden effectbeoordelingen inzake handel en duurzame ontwikkeling verrichten, teneinde landspecifieke duurzaamheidsprioriteiten vast te stellen en al vroeg te voorzien in gedetailleerde analyses van de effecten;

5.in voorkomend geval in het licht van specifiek vastgestelde prioriteiten in partnerlanden per geval onderhandelen over gedetailleerde en tijdgebonden routekaarten met mijlpalen. In de routekaarten moet worden erkend dat het maatschappelijk middenveld een rol speelt bij het toezicht op de uitvoering ervan.


9.

3.3 Integratie van duurzaamheid in de hele handelsovereenkomst



Alle handelsovereenkomsten van de EU bevatten reeds verschillende bepalingen die gericht zijn op het behoud van het recht van landen om regelgeving uit te vaardigen om legitieme milieu- en arbeidsdoelstellingen te bereiken. Naast de inachtneming van deze noodzakelijke beleidsruimte moeten duurzaamheidsoverwegingen ook proactief worden geïntegreerd in de verschillende onderdelen van handelsovereenkomsten.

Het integreren van doelstellingen inzake handel en duurzame ontwikkeling in handelsovereenkomsten kan onder meer inhouden dat prioriteit wordt gegeven aan de liberalisering van milieugoederen en ‑diensten, met name die goederen en diensten die bijdragen tot de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen en die hulpbronnenefficiëntie en circulariteit bevorderen. Voorts moeten handelsovereenkomsten zorgen voor niet-verstoorde handel en investeringen in grondstoffen en energiegoederen die nodig zijn voor de transitie naar klimaatneutrale, hulpbronnenefficiënte economieën.

Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door niet-tarifaire belemmeringen aan te pakken en aan te sporen tot het gebruik van internationale normen bij het bevorderen van handel en investeringen in milieubescherming, hulpbronnenefficiëntie en hernieuwbare energiebronnen. Daarnaast zouden handelsovereenkomsten het gebruik van niet-discriminerende duurzaamheidsoverwegingen bij openbare aanbestedingen moeten aanmoedigen en zou ernaar moeten worden gestreefd in handelsovereenkomsten bepalingen inzake duurzame voedselsystemen op te nemen.

Om de prioritering van doelstellingen inzake handel en duurzame ontwikkeling uit te breiden tot buiten de hoofdstukken over handel en duurzame ontwikkeling, moeten effectbeoordelingen en duurzaamheidseffectbeoordelingen de duurzaamheidsuitdagingen en ‑kansen op alle relevante gebieden van handelsovereenkomsten onderzoeken. De in het vorige punt genoemde landspecifieke aanpak moet op de hele handelsovereenkomst van toepassing zijn.

10.

Actiepunten


De Commissie zal:

6.prioriteit geven aan markttoegang voor milieugoederen en -diensten – met name op het gebied van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie, bijvoorbeeld door tarifaire en niet-tarifaire belemmeringen aan te pakken – en aan toegang tot en investeringen in grondstoffen en goederen die nodig zijn voor de groene transitie;

7.ervoor zorgen dat effectbeoordelingen en duurzaamheidseffectbeoordelingen alle relevante hoofdstukken van handelsovereenkomsten analyseren om vast te stellen welke bepalingen en verbintenissen het meest waarschijnlijk gevolgen zullen hebben voor duurzaamheidskwesties en wanneer de overeenkomst mogelijkheden biedt om duurzaamheidsdoelstellingen te verwezenlijken die verder gaan dan het hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling.


11.

3.4 Collectief toezicht op de uitvoering van verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling



Een van de lessen die uit de toepassing van het 15‑puntenactieplan kunnen worden getrokken, is dat resultaten worden geboekt door onafgebroken met de betrokken handelspartner samen te werken. Deze aanpak vergt veel middelen, maar levert in de praktijk blijvende resultaten op. De Commissie is voornemens de expertise en de beschikbare instrumenten en programma’s waarover zij beschikt, te blijven bundelen in een dienstenoverschrijdende EU-totaalaanpak. Dit omvat bijvoorbeeld bilaterale arbeids- en milieubeleidsdialogen en regelgevingsdialogen en, indien nodig, ontwikkelingssamenwerking en financiële steun.

De rol van de EU-delegaties bij het toezicht op de uitvoering van de verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling is van bijzonder belang. Zij hebben rechtstreeks contact met zowel regeringen en overheden als lokale belanghebbenden, waaronder interne adviesgroepen 24 . De EU-delegaties kunnen zich ook rechtstreeks bezighouden met handelsgerelateerde kwesties op het gebied van duurzame ontwikkeling. Samen met de lidstaten zijn zij niet alleen de ogen en oren ter plaatse, maar vormen zij een collectief netwerk van Europese diplomaten, die gezamenlijk bijdragen aan het anticiperen op en aanpakken van duurzaamheidsproblemen in hun respectieve geografische en expertisegebieden.

Deze alomvattende aanpak moet worden aangevuld met nauwere samenwerking met de lidstaten, zowel in de hoofdsteden als ter plaatse, via hun ambassades en missies in derde landen. Het doel moet zijn ervoor te zorgen dat de relevante instrumenten van de Commissie en de nationale instrumenten met elkaar in wisselwerking staan en elkaar versterken, zodat de EU schaalvoordelen en een groter effect ter plaatse kan realiseren.

Het is ook belangrijk om de betrokkenheid van het Europees Parlement te versterken. Via dienstreizen en bezoeken ter plaatse van zijn leden zou het Europees Parlement verder kunnen bijdragen aan het toezicht op en de uitvoering van de verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling. De interactie tussen het Europees Parlement en de parlementen van partnerlanden kan bijzonder doeltreffend blijken wanneer hervormingen van de wetgeving nodig zijn. Bezoeken ter plaatse door leden van het Europees Parlement en van nationale parlementen bieden ook mogelijkheden om de duurzaamheidsdoelstellingen van de EU in het buitenland te communiceren, waarbij niet alleen contacten worden gelegd met lokale ambtenaren, maar ook met vertegenwoordigers van het lokale maatschappelijk middenveld, lokale interne adviesgroepen en bedrijven.

De door de commissie INTA opgerichte toezichtgroepen hebben ook een belangrijke rol gespeeld tijdens onderhandelingen over en bij de uitvoering van handelsovereenkomsten. Deze dimensie zou nog kunnen worden versterkt, bijvoorbeeld door regelmatige landspecifieke besprekingen over handel en duurzame ontwikkeling. Samen met de EU-delegaties staat de Commissie klaar om het Europees Parlement hierbij te helpen.

Een collectief toezicht op de uitvoering van de verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling in handelsovereenkomsten impliceert ook een sterkere rol voor het maatschappelijk middenveld, met inbegrip van de sociale partners. Zowel de EU als elk van haar handelspartners moet ernaar streven om samen te werken met maatschappelijke organisaties aan beide zijden en gestructureerde en materiële bijdragen aan te moedigen.

De creatie van de functie van hoge ambtenaar voor handhaving van de handelsregels in 2020 en van het centrale toegangspunt (Single Entry Point, SEP) is een belangrijke stap in de versterking van de uitvoering en handhaving van de verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling 25 . Het SEP vormt een centraal contactpunt voor alle belanghebbenden in de EU die een klacht willen indienen over onder meer schendingen van de verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling 26 . De operationele richtsnoeren en het bijbehorende klachtenformulier zijn ontwikkeld om belanghebbenden (bv. vakbonden, brancheorganisaties, ngo’s) te helpen optimaal gebruik te maken van het nieuwe systeem. De behandeling en follow-up van klachten over handel en duurzame ontwikkeling is een belangrijk onderdeel van de rol van de hoge ambtenaar voor handhaving van de handelsregels bij de uitvoering en handhaving van handelsovereenkomsten 27 .

Het aantal contacten van belanghebbenden met het SEP betreffende handel en duurzame ontwikkeling is tot op heden echter beperkt gebleven. Het SEP-systeem is ontworpen om vroegtijdige contacten over specifieke problemen mogelijk te maken en de Commissie bevestigt dat zij bereid is mogelijke problemen op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling aan te pakken en om, naast de gedetailleerde informatie die online staat, te verduidelijken hoe het systeem kan worden gebruikt en welke informatie vereist kan zijn. De Commissie zal verdere verduidelijkingen en bijstand verstrekken om het gebruik ervan te verbeteren. Daartoe heeft zij, parallel aan de evaluatie van de bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling, de operationele richtsnoeren geactualiseerd om duidelijk te maken dat interne adviesgroepen ook collectieve klachten kunnen indienen en dat een in de EU gevestigde klager de belangen inzake handel en duurzame ontwikkeling van een in een partnerland gevestigde entiteit kan behartigen. De actualisering omvat meer transparantie en duidelijkheid over hoe en binnen welke termijnen het SEP de eerste fasen van een klacht over schendingen op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling kan behandelen.

12.

Actiepunten


De Commissie zal:

8.een dienstenoverschrijdende EU-totaalaanpak ontwikkelen, waarbij gebruik wordt gemaakt van alle beschikbare instrumenten om toezicht te houden op de uitvoering van de verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling, en waarbij de EU-delegaties worden betrokken en actief wordt samengewerkt met de hoofdsteden, ambassades en plaatselijke kantoren van de lidstaten;

9.met de EU-delegaties samenwerken bij de ondersteuning en vaststelling van beste praktijken wanneer handelspartners hun lokale interne adviesgroepen opzetten en beginnen met hen samen te werken;

10.de voortdurende betrokkenheid van het Europees Parlement bij de uitvoering van bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling in het kader van zijn interparlementaire contacten steunen, en klaarstaan om het Parlement bij te staan bij zijn inspanningen voor regelmatige landspecifieke besprekingen over handel en duurzame ontwikkeling;

11.parallel aan de evaluatie van de bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling de operationele richtsnoeren voor het Single Entry Point herzien om de transparantie en voorspelbaarheid voor belanghebbenden te vergroten en tegelijkertijd te verduidelijken wie klachten kan indienen, hoe deze zullen worden behandeld en welke termijnen van toepassing zijn. De richtsnoeren zullen ook duidelijk maken dat interne adviesgroepen collectieve klachten kunnen indienen over schendingen van verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling en de belangen kunnen behartigen van een partij die in een partnerland is gevestigd.


13.

3.5 Versterking van de rol van het maatschappelijk middenveld



De Commissie raadpleegt belanghebbenden regelmatig en vaak via een gevestigde horizontale structuur van dialogen met het maatschappelijk middenveld, waar kwesties op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling regelmatig aan de orde worden gesteld en besproken. De Commissie levert ook meer inspanningen om het maatschappelijk middenveld in de lidstaten doeltreffender te bereiken, onder meer door het aantal specifieke evenementen en discussies op hoog niveau te vergroten. Daarnaast voorzien de handelsovereenkomsten van de EU specifiek in de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld bij de uitvoering van de verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling, onder meer via interne adviesgroepen. Het maatschappelijk middenveld kan ook in de handhavingsfase een actieve rol spelen door klachten inzake handel en duurzame ontwikkeling in te dienen bij het Single Entry Point (zie hoger) en als amicus curiae opmerkingen in te dienen bij het panel.

De inbreng die maatschappelijke organisaties door middel van goed gestaafde en empirisch onderbouwde bijdragen leveren, is voor de Commissie van essentieel belang om kwesties op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling in kaart te brengen, te prioriteren en aan te pakken. Ook de samenwerking en uitwisselingen tussen de belanghebbenden in de EU en hun partnerorganisaties in het buitenland zijn in dit verband van essentieel belang. Een dergelijke bijdrage kan dan beter worden benut voor het stellen van doelen en prioriteiten. Zo zou de raadpleging van het maatschappelijk middenveld tijdens de effectbeoordelingsfase (zowel bij effectbeoordelingen als duurzaamheidseffectbeoordelingen) kunnen helpen om lacunes en uitdagingen in kaart te brengen, om prioriteiten vast te stellen die tijdens het onderhandelingsproces moeten worden aangepakt en om te anticiperen op mogelijke belangrijke kwesties in verband met de uitvoering. Na de inwerkingtreding van een overeenkomst kunnen tijdige en relevante opmerkingen die in het kader van handelsovereenkomsten op basis van kennis en deskundigheid ter plaatse worden ingediend bij de comités voor handel en duurzame ontwikkeling, als input dienen voor het gezamenlijke toezicht op de naleving van de bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling en richting geven aan de bilaterale uitvoeringsinspanningen.

De Commissie zal ook blijven samenwerken met de interne adviesgroepen die in het kader van de handelsovereenkomsten zijn opgericht, en zal logistieke steun en ondersteuning voor capaciteitsopbouw en expertise bieden. De Commissie heeft ook de transparantie vergroot door de agenda’s en notulen van bestaande comités voor handel en duurzame ontwikkeling te publiceren. In de toekomst zal de Commissie de interne adviesgroepen blijven versterken door nauwlettend toe te zien op de oprichting ervan overeenkomstig de in handelsovereenkomsten overeengekomen voorwaarden en zal zij de interactie tussen de interne adviesgroepen in de EU en de partnerlanden ondersteunen. De Commissie erkent het belang van hun bijdrage en zal hun ervaring en deskundigheid blijven benutten, en zal er ook naar streven het takenpakket van de interne adviesgroepen uit te breiden tot andere gebieden dan handel en duurzame ontwikkeling, zodat handelsovereenkomsten er in hun geheel onder vallen, zoals reeds is voorzien in de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK.

14.

Actiepunten


De Commissie zal:

12.zorgen voor een inclusief raadplegingsproces met het maatschappelijk middenveld in alle fasen van de levenscyclus van handelsovereenkomsten, van de analyse van lacunes tot de uitvoering, inclusief de vaststelling van prioriteiten;

13.de rol van de interne adviesgroepen in de EU verder versterken door middelen ter beschikking te stellen voor hun logistieke ondersteuning, capaciteitsopbouw en werking;

14.vertegenwoordigers van interne adviesgroepen in de EU uitnodigen voor door de Commissie geleide groepen van deskundigen van de lidstaten inzake handel en duurzame ontwikkeling, waar zij specifieke expertise kunnen leveren, en de interne adviesgroepen nauw betrekken bij de voorbereiding van vergaderingen van comités voor handel en duurzame ontwikkeling, met name over de vaststelling van en het toezicht op de uitvoeringsprioriteiten;

15.de interactie tussen interne adviesgroepen in de EU en interne adviesgroepen van de partnerlanden bevorderen en vergemakkelijken;

16.transparantie over de samenstelling van interne adviesgroepen bevorderen;

17.met de interne adviesgroepen in de EU van gedachten wisselen over aan handel en duurzame ontwikkeling gerelateerde projecten van de EU voor technische bijstand;

18.ervoor zorgen dat de taken van de interne adviesgroepen verder reiken dan handel en duurzame ontwikkeling, zodat zij de handelsovereenkomsten in hun geheel bestrijken.


15.

3.6 Assertievere handhaving, onder meer door middel van handelssancties



Verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling zijn juridisch bindend en kunnen worden afgedwongen via een specifiek mechanisme voor geschillenbeslechting tussen staten 28 , met een onafhankelijke en transparante evaluatie door een panel van deskundigen en de actieve betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld 29 . Deze aanpak is gebaseerd op betrokkenheid en pakt nieuwe problemen aan door middel van dialoog en samenwerking.

Tot dusver bevat dit mechanisme geen specifieke regels over de wijze waarop toezicht wordt gehouden op de uitvoering van het verslag van het deskundigenpanel (de zogenoemde nalevingsfase). De Commissie stelt nu voor de handhaving van de bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling verder af te stemmen op de algemene beslechting van geschillen tussen staten, en de nalevingsfase uit te breiden tot geschillen in het kader van het hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling. Dit betekent dat de partij die haar verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling niet is nagekomen, onverwijld moet meedelen hoe zij het panelverslag zal uitvoeren en dit binnen een bepaalde termijn moet doen. Het panel zal daarop toezien. Ook in dit stadium zal het maatschappelijk middenveld bij het panel opmerkingen kunnen indienen.

De aanpak van de EU ten aanzien van handel en duurzame ontwikkeling voorzag evenmin in het gebruik van sancties in geval van niet-naleving van het panelverslag. De Commissie stelt nu de mogelijkheid voor om als laatste redmiddel handelssancties op te leggen in geval van ernstige schendingen van de fundamentele verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling, namelijk de fundamentele IAO-principes en rechten op het werk, en van de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering. In dergelijke gevallen zouden handelssancties geschikt zijn als middel om naleving te bevorderen. In het geval van de Overeenkomst van Parijs zou het de bedoeling zijn dat dit geldt bij een niet-nakoming van verplichtingen die het voorwerp en het doel van de overeenkomst wezenlijk ondermijnt. Wat de fundamentele IAO-principes en rechten op het werk betreft, zouden handelssancties gerechtvaardigd zijn in ernstige gevallen van niet-naleving van de principes, waarbij wordt uitgegaan van het feit dat de IAO toezicht houdt op de ontwikkelingen in alle leden. Deze aanpak bouwt voort op en versterkt de eerbiediging van de fundamentele arbeidsrechten en van de Overeenkomst van Parijs als essentiële elementen van onze handelsovereenkomsten 30 .

De toepassing van handelssancties voor schendingen van specifieke bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling zal de algemene regels voor geschillenbeslechting volgen. Bijgevolg zullen handelssancties tijdelijk en evenredig zijn en kunnen zij de vorm van schorsing van handelsconcessies aannemen. Zij zullen alleen kunnen worden opgelegd indien een panel vaststelt dat een partij haar verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling niet nakomt, en deze partij het verzuim niet binnen de gestelde termijn herstelt. In dat verband kunnen de partijen ook te allen tijde tot een onderling overeengekomen oplossing van het geschil komen.

Door in handelsovereenkomsten van de EU voor het eerst handelssancties op te nemen voor fundamentele verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling, zal de EU, in combinatie met de op samenwerking gebaseerde aanpak, haar hoofdstukken over handel en duurzame ontwikkeling assertiever kunnen handhaven. Op die manier zal de EU de instrumenten waarover zij beschikt om duurzaamheidsdoelstellingen na te streven en de bijdrage van handelsovereenkomsten aan deze doelstellingen verbeteren.

16.

Actiepunten


De Commissie zal:

19.de handhaving van de verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling in toekomstige overeenkomsten verder versterken door aan de handelspartners van de EU voor te stellen:

a.de algemene nalevingsfase bij de beslechting van geschillen tussen staten uit te breiden tot het hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling;

b.de interne adviesgroepen te betrekken bij het toezicht op de nalevingsfase;

c.de mogelijkheid uit te breiden om handelssancties op te leggen in geval van een niet-nakoming van verplichtingen die het voorwerp en het doel van de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering wezenlijk ondermijnt of in ernstige gevallen van niet-naleving van de fundamentele IAO-principes en rechten op het werk.

Bij de toepassing van handelssancties zullen de algemene regels voor de beslechting van geschillen tussen staten worden gevolgd;

20.prioriteit te geven aan de handhaving van zaken betreffende handel en duurzame ontwikkeling op basis van het belang van de betrokken verbintenissen, de ernst van de schending ervan en de gevolgen voor het milieu of de werknemers.


17.

4.Conclusie


Aan verschillende van de in kaart gebrachte actiepunten, met name de meeste actiepunten die verband houden met de uitvoering van verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling en de versterking van de rol van het maatschappelijk middenveld, kan onmiddellijk uitvoering worden gegeven, ook in handelsovereenkomsten die al van kracht zijn.

In de toekomst zal het resultaat van de evaluatie van de bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling worden meegenomen in alle toekomstige onderhandelingen, en in voorkomend geval in de lopende onderhandelingen worden weerspiegeld. De Commissie zal de in kaart gebrachte actiepunten in een vroeg stadium in haar voorbereidende werkzaamheden voor onderhandelingen integreren.

De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad om de in deze mededeling beschreven aanpak te onderschrijven en bij de uitvoering van de actiepunten samen te werken.

(1)

Non-paper van de diensten van de Commissie, “Feedback and way forward on improving the implementation and enforcement of Trade and Sustainable Development chapters in EU Free Trade Agreements”. Het 15‑puntenactieplan omvat in vier rubrieken maatregelen om de uitvoering van de hoofdstukken inzake handel en duurzame ontwikkeling doeltreffender te maken en de handhaving ervan te verbeteren: i) samenwerken; ii) het maatschappelijk middenveld, waaronder de sociale partners, in staat stellen een grotere rol te spelen bij de uitvoering; iii) leveren van resultaten, en iv) transparantie en communicatie. Het is beschikbaar op https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2018/february/tradoc_156618.pdf

(2)

COM(2019) 640, beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52019DC0640X

(3)

Zie https://policy.trade.ec.europa.eu/development-and-sustainability/sustainable-development/sustainable-development-eu-trade-agreements_nl

(4)

Velut, J. e.a., Comparative Analysis of Trade and Sustainable Development Provisions in Free Trade Agreements, LSE Consulting, Londen, 2022, beschikbaar op https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2022/february/tradoc_160043.pdf

(5)

Zie https://policy.trade.ec.europa.eu/consultations/open-public-consultation-trade-and-sustainable-development-tsd-review_nl

(6)

De uitvoer van de EU ondersteunt 38 miljoen banen (twee derde meer dan in 2000) en het belang van handel voor het genereren van welvaart voor de EU-burgers zal in de toekomst nog toenemen: naar verwachting zal tegen 2026 86 % van de wereldwijde groei buiten de EU worden gegenereerd.

(7)

COM(2021) 66, beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52021DC0066

(8)

COM(2022) 66, beschikbaar op https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/ip_22_1187

(9)

Namelijk: de vrijheid van vereniging en de daadwerkelijke erkenning van het recht op collectieve arbeidsovereenkomsten; de uitbanning van alle vormen van dwangarbeid of verplichte arbeid; de daadwerkelijke afschaffing van kinderarbeid, en de uitbanning van discriminatie met betrekking tot werk en beroep. Op 10 juni 2022 heeft de IAO de verklaring van 1998 gewijzigd en een nieuw principe inzake veiligheid en gezondheid op het werk toegevoegd aan de lijst van fundamentele principes.

(10)

In overeenstemming met de desbetreffende internationale instrumenten, zoals de leidende beginselen van de VN inzake bedrijfsleven en mensenrechten, de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen, de tripartiete beginselverklaring van de IAO betreffende multinationale ondernemingen en sociaal beleid, en het Global Compact van de VN.

(11)

COM(2021) 564, beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/nl/TXT/?uri=CELEX:52021PC0564

(12)

COM(2021) 706, beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52021PC0706

(13)

COM(2021) 390, beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX: 52021DC0390

(14)

COM(2022) 71, beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX%3A52022PC0071

(15)

COM(2022) 142, beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52022PC0142

(16)

Zie voetnoot 8.

(17)

COM(2021) 579, beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52021PC0579

(18)

Zie https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/IP_21_6882

(19)

Zie https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/IP_22_3792

(20)

Zie https://ec.europa.eu/commission/commissioners/2019-2024/dombrovskis/announcements/speech-executive-vice-president-valdis-dombrovskis-trade-climate-cop26_nl

(21)

Zie https://policy.trade.ec.europa.eu/news/ban-export-credits-coal-fired-electricity-projects-agreed-oecd-2021-10-22_nl

(22)

De follow-up en handhaving van de hoofdstukken inzake handel en duurzame ontwikkeling in handelsovereenkomsten, inclusief de mogelijkheid van een op sancties gebaseerd mechanisme als laatste redmiddel, behoort ook tot de 49 voorstellen in het Verslag over het eindresultaat van de Conferentie over de toekomst van Europa (zie “Conference on the Future of Europe – Report on the Final Outcome”’ van mei 2022, voorstel nr. 19(4), blz. 63).

(23)

COM(2020) 380, beschikbaar op: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52020DC0380

(24)

Interne adviesgroepen zijn organen die in het kader van de handelsovereenkomsten zijn opgericht en bestaan uit onafhankelijke vertegenwoordigers van groepen uit het maatschappelijk middenveld, waaronder niet-gouvernementele organisaties, bedrijven en vakbonden, met een evenwichtige vertegenwoordiging van verschillende economische, sociale, mensenrechten-, milieu- en andere belangen. Interne adviesgroepen houden toezicht op de uitvoering van de verbintenissen inzake duurzame ontwikkeling in handelsovereenkomsten en verstrekken raad en adviezen aan de respectieve verdragsluitende partijen.

(25)

Zie https://policy.trade.ec.europa.eu/enforcement-and-protection/chief-trade-enforcement-officer_nl

(26)

Zie https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2021/november/tradoc_159907.pdf

(27)

“Operating guidelines for the Single Entry Point and complaints mechanism for the enforcement of EU trade agreements and arrangements”, beschikbaar op https://trade.ec.europa.eu/access-to-markets/en/form-assets/operational_guidelines.pdf

(28)

De specifieke beslechting van geschillen over handel en duurzame ontwikkeling volgt, met enkele aanpassingen (zoals de van de panelleden vereiste deskundigheid op het gebied van handel, arbeid en milieu), de procedure van het handhavingsmechanisme tussen staten dat van toepassing is op andere delen van de handelsovereenkomst, maar zonder mogelijkheid om sancties op te leggen in geval van niet-naleving van het panelverslag.

(29)

Bijvoorbeeld door als amicus curiae opmerkingen in te dienen of openbare hoorzittingen bij te wonen.

(30)

Voortbouwend op de ontwikkeling van het toekomstige robuuste mondiale biodiversiteitskader, met name wat de vaststelling van biodiversiteitsdoelstellingen en een passend mechanisme voor internationale rapportage en monitoring betreft, zal de Commissie nagaan of het Verdrag inzake biologische diversiteit in deze nieuwe aanpak kan worden opgenomen.