Toelichting bij COM(2023)559 - Ondertekening van de Economische partnerschapsovereenkomst tussen Kenia, lid van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, enerzijds, en de EU, anderzijds - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2023)559 - Ondertekening van de Economische partnerschapsovereenkomst tussen Kenia, lid van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, enerzijds, ... |
---|---|
bron | COM(2023)559 ![]() ![]() |
datum | 28-09-2023 |
• Motivering en doel van het voorstel
Bijgaand voorstel voor een besluit van de Raad is het rechtsinstrument voor de ondertekening van de Economische Partnerschapsovereenkomst (EPO) tussen de Republiek Kenia, lid van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (OAG), enerzijds, en de Europese Unie (EU), anderzijds (“EPO tussen de EU en Kenia” of “de overeenkomst”).
De overeengekomen teksten van de EPO zijn gepubliceerd en kunnen via de volgende link worden geraadpleegd: https://policy.trade.ec.europa.eu/eu-trade-relationships-country-and-region/countries-and-regions/east-african-community-eac/eu-kenya-agreement/text-agreement_en
De overeenkomst beoogt de bilaterale uitvoering van de bepalingen van de EPO tussen de EU en de OAG-partnerstaten (Burundi, Kenia, Rwanda, Tanzania en Uganda), de “EPO tussen de EU en de OAG”, waarvoor de onderhandelingen op 16 oktober 2014 zijn afgerond. De EU, Kenia en Rwanda hebben de EPO tussen de EU en de OAG in september 2016 ondertekend, en Kenia heeft die diezelfde maand nog geratificeerd. De regionale EPO tussen de EU en de OAG is echter nooit voorlopig toegepast, aangezien niet alle OAG-leden de overeenkomst hebben ondertekend en geratificeerd (een vereiste voor de inwerkingtreding van de EPO tussen de EU en de OAG).
In februari 2021 heeft de gewone top van staatshoofden van de OAG besloten de afzonderlijke OAG-landen toe te staan de EPO tussen de EU en de OAG volgens het beginsel van “variabele geometrie” bilateraal uit te voeren. Op 4 mei 2021 heeft Kenia de Europese Commissie verzocht stappen daartoe te ondernemen.
Op 17 februari 2022 ondertekenden uitvoerend vicevoorzitter Valdis Dombrovskis, namens de EU, en ambassadeur Raychelld Omamo, namens Kenia, in de marge van de top EU-Afrikaanse Unie een gezamenlijke verklaring waarin zij overeenkwamen voort te gaan met de onderhandelingen over de EPO tussen de EU en Kenia, die open blijft staan voor andere OAG-partnerstaten.
De onderhandelingen met het oog op de invoering van de nodige aanpassingen om de bepalingen van de EPO tussen de EU en de OAG bilateraal uit te voeren tussen Kenia en de EU werden op 24 mei 2023 op technisch niveau afgerond, en op 19 juni 2023 op politiek niveau tijdens het bezoek van uitvoerend vicevoorzitter Dombrovskis aan Kenia. Tijdens de onderhandelingen hebben de Partijen overeenstemming bereikt over een aantal aanpassingen van de oorspronkelijke overeenkomst die het mogelijk maken deze op bilaterale basis uit te voeren, onder meer op het gebied van oorsprongsregels en ontwikkelingshulp. Bovendien is aan de overeenkomst een nieuwe bijlage inzake handel en duurzame ontwikkeling toegevoegd.
De geplande sluiting van deze overeenkomst komt op het juiste moment.
Ten eerste is Kenia een groeiende economie en een belangrijke regionale economische speler. Kenia is de negende grootste economie van het Afrikaanse continent en het belangrijkste economische knooppunt van Oost-Afrika. Tussen 2015 en 2019 kende Kenia een groei op brede basis van gemiddeld 4,8 % per jaar, waardoor de armoede aanzienlijk is teruggedrongen, van 36,5 % in 2005 tot 27,2 % in 2019. De economie heeft zich na de COVID-19-pandemie sterk hersteld: het bbp groeide in 2022 met naar verwachting 5,5 % en het armoedecijfer, dat tijdens de pandemie was gestegen, ging weer naar beneden. Wat de toekomst betreft, zal Kenia volgens de Wereldbank op middellange termijn flink blijven groeien. Verwacht wordt dat het reële bbp zal stijgen met 5,0 % in 2023 en met gemiddeld 5,2 % in 2024-25. Deze groeiprognose op korte termijn ligt boven de geraamde potentiële groei van het bbp van Kenia van 4,9 % en het gemiddelde van vóór de pandemie (2010-2019) van 5,0 %. Verwacht wordt dat het reële inkomen per hoofd van de bevolking zal stijgen, met 2,8 % in 2022 tot 3,1 %.
Ten tweede hebben de EU en Kenia goede economische betrekkingen. De EU is de op een na grootste handelspartner van Kenia. De totale handel tussen de EU en Kenia bedroeg 3,3 miljard EUR in 2022, een stijging van 27 % ten opzichte van 2018. De EU-invoer uit Kenia bedraagt 1,2 miljard EUR en betreft voornamelijk groenten, fruit en bloemen, waarbij Kenia voornemens is steeds complexere goederen uit te voeren en de toegevoegde waarde van de uitgevoerde goederen te verhogen. De EU-uitvoer naar Kenia bedraagt 2,02 miljard EUR en betreft voornamelijk minerale producten, chemische producten en machines. Dit zijn belangrijke inputs voor het voornemen van Kenia om zijn industriële sectoren te verdiepen. De EU is de eerste uitvoerbestemming voor Kenia, met 16 % van de totale uitvoer in 2022, gevolgd door Uganda (12 %) en de VS (8 %). De EU staat op de derde plaats met 10 % van de totale Keniaanse invoer.
Een handelsovereenkomst met Kenia — die de handel in goederen, ontwikkelingssamenwerking en duurzaamheid bestrijkt — zou het marktaandeel van de EU op een florerende markt behouden en zelfs vergroten en de positie van Kenia in de regio versterken 1 . De samenwerking van de EU met Kenia zou het land aanmoedigen om de liberalisering van de handel in de OAG-regio te bevorderen (aangezien de overeenkomst open zal staan voor toetreding van andere OAG-partnerstaten).
Ten derde speelt Kenia vanuit een meer geopolitiek perspectief steeds meer een leidende regionale en internationale rol, met name bij het bevorderen van vrede en veiligheid in de buurlanden en het ondersteunen van de mondiale duurzaamheidsagenda. De EU heeft Kenia aangemerkt als een belangrijke speler voor meer betrokkenheid bij regionale aangelegenheden, met name in Ethiopië en Sudan 2 . Kenia herbergt het enige VN-hoofdkwartier op het Afrikaanse continent (VN-milieuprogramma/UNEP en VN-programma voor menselijke nederzettingen/VN-Habitat) en had een tijdelijke zetel in de VN-Veiligheidsraad (2021-2022). Voorts speelt Kenia een voortrekkersrol in de duurzaamheidsinspanningen op het Afrikaanse continent en is het een betrouwbare bondgenoot in de strijd tegen klimaatverandering. Het leidt samen met de EU en andere internationale partners de coalitie van ministers van Handel voor klimaatinitiatieven die in 2023 is gelanceerd.
In de huidige internationale politieke context geeft de tijdige afronding van deze onderhandelingen met een belangrijke partner als Kenia ook een sterk signaal af dat er sprake is van een gezamenlijke inzet voor een op regels gebaseerd handelssysteem en voor duurzaamheid.
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
De hierboven vermelde doelstellingen zijn verenigbaar met het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), dat bepaalt dat de EU “de integratie van alle landen in de wereldeconomie, onder meer door het geleidelijk wegwerken van belemmeringen voor de internationale handel” moet stimuleren 3 .
De sluiting van deze overeenkomst is volledig in overeenstemming met de ambitie van de EU om haar handelsbetrekkingen met Afrikaanse partners te bevorderen, zoals vastgelegd in de Afrikastrategie van de EU (2020) 4 , de evaluatie van het handelsbeleid (2021) 5 en de mededeling over de evaluatie van het beleid inzake duurzame handel (2022) 6 .
Met dit voorstel wordt met name uitvoering gegeven aan de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds 7 (“ACS-EU-Partnerschapsovereenkomst”), waarin wordt aangedrongen op de sluiting van economische partnerschapsovereenkomsten in overeenstemming met de WTO-regels.
Deze overeenkomst heeft tot doel de bepalingen van de EPO tussen de EU en de OAG bilateraal ten uitvoer te leggen volgens het beginsel van “variabele geometrie”. De overeenkomst zal open staan voor toetreding van andere OAG-partnerstaten.
De EPO tussen de EU en Kenia is ook expliciet opgenomen als een belangrijk resultaat van de strategische dialoog tussen de EU en Kenia, die in juni 2021 van start is gegaan, en is een cruciaal onderdeel van de strategie van de EU voor samenwerking met Afrika.
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
De doelstellingen stroken met ander EU-beleid, met name het ontwikkelings- en milieubeleid van de EU.
De EPO met Kenia is een op ontwikkeling gerichte handelsovereenkomst. Zij biedt Kenia asymmetrische markttoegang, zodat het gevoelige sectoren kan afschermen tegen liberalisering; zij voorziet in een groot aantal vrijwaringsmaatregelen en in een clausule voor de bescherming van opkomende industrieën; en zij maakt een einde aan het gebruik van uitvoersubsidies in de handel tussen de Partijen. Deze bepalingen dragen bij tot de doelstelling van beleidscoherentie voor ontwikkeling en zijn in overeenstemming met artikel 208, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
Daarnaast bevat de overeenkomst een ambitieuze bijlage inzake handel en duurzame ontwikkeling die betrekking heeft op milieu-, sociale, arbeids-, mensenrechten- en gendergelijkheidskwesties. De doelstellingen van de overeenkomst stroken derhalve met het milieu-, klimaat- en sociaal beleid van de EU en met internationaal overeengekomen verbintenissen.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
Overeenkomstig Advies 2/15 van het Hof van Justitie van 16 mei 2017 over de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Singapore zouden alle door de EPO bestreken materies onder de exclusieve bevoegdheid van de EU en meer in het bijzonder onder artikel 207 VWEU vallen.
Daaruit volgt dat deze overeenkomst door de Unie moet worden ondertekend krachtens een besluit van de Raad op basis van artikel 218, lid 5, VWEU.
• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
Deze EPO zoals deze wordt voorgelegd aan de Raad bestrijkt geen aangelegenheden die niet onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen.
• Evenredigheid
Handelsovereenkomsten zijn passende middelen om markttoegang en aanverwante kwesties van alomvattende economische betrekkingen met een land buiten de EU te regelen. Er is geen alternatief om de desbetreffende toezeggingen en liberaliseringsinspanningen juridisch bindend te maken.
Dit initiatief streeft rechtstreeks de doelstelling van de Unie op het gebied van extern optreden na en draagt bij tot de politieke prioriteit van de “EU als sterkere mondiale speler”. Het is in overeenstemming met de uitgangspunten van de integrale EU-strategie om met andere partners samen te werken en de externe partnerschappen van de EU op verantwoorde wijze te vernieuwen om aldus de externe prioriteiten van de EU te verwezenlijken. Het draagt bij aan de handels- en ontwikkelingsdoelstellingen van de EU.
• Keuze van het instrument
Dit voorstel is in overeenstemming met artikel 218, lid 5, VWEU, uit hoofde waarvan de Raad besluiten over de ondertekening van internationale overeenkomsten vaststelt. Er bestaat geen ander rechtsinstrument dat kan worden gebruikt om de in dit voorstel uitgedrukte doelstellingen te bereiken.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
• Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
Deze EPO beoogt de bilaterale uitvoering van de bepalingen van een reeds gesloten regionale vrijhandelsovereenkomst (de EPO tussen de EU en de OAG). Zij strookt met de bijgewerkte onderhandelingsrichtsnoeren 8 . De vereisten voor betere regelgeving zijn derhalve niet van toepassing.
In de toekomst kan een evaluatie achteraf van de overeenkomst worden gepland.
• Raadpleging van belanghebbenden
Niet van toepassing.
In het kader van een dialoog met het maatschappelijk middenveld werd in maart 2023 een presentatie gehouden van de bijlage inzake handel en duurzame ontwikkeling bij de overeenkomst (het belangrijkste nieuwe element in vergelijking met de EPO tussen de EU en de OAG).
• Bijeenbrengen en gebruik van expertise
Niet van toepassing.
• Effectbeoordeling
In dit stadium is geen effectbeoordeling vereist. Aangezien deze overeenkomst de bilaterale uitvoering van de bepalingen van een reeds gesloten regionale vrijhandelsovereenkomst (de EPO tussen de EU en de OAG) beoogt, vereist het instrumentarium voor betere regelgeving geen aanvullende effectbeoordelingen.
Eerder is in 2002 voor alle EPO’s een duurzaamheidseffectbeoordeling verricht. Het resultaat van die duurzaamheidseffectbeoordeling betrof zowel de onderhandelingen over de kader-EPO tussen de EU en de OAG, die in 2007 is gesloten (KEPO), als de uitgebreide EPO tussen de EU en de OAG over de handel in goederen die in oktober 2014 is gesloten.
Na de sluiting van de EPO tussen de EU en de OAG in oktober 2014 is in 2018 een “economische analyse van de overeengekomen resultaten” uitgevoerd om de economische impact van de EPO tussen de EU en de OAG op de Partijen te beoordelen.
• Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
Deze overeenkomst valt niet onder de Refit-procedures; zij brengt geen kosten mee voor kleine en middelgrote ondernemingen in de Unie, en levert geen problemen op vanuit het oogpunt van de digitale omgeving.
• Grondrechten
Het voorstel heeft geen negatieve gevolgen voor de bescherming van de grondrechten in de Unie.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Kenia valt reeds onder de markttoegangsverordening, waardoor het net als krachtens een EPO rechten- en contingentvrije toegang tot de EU-markt heeft. De markttoegangsverordening had tot doel de ACS-landen die zich hebben ingespannen voor de sluiting, ondertekening en ratificatie van een EPO die om redenen buiten hun wil uiteindelijk niet voorlopig kon worden toegepast, toegang tot de EU-markt te verlenen. Dit was het geval voor Kenia en de EPO tussen de EU en de OAG van 2014, die niet voorlopig kon worden toegepast omdat niet alle OAG-leden de EPO hebben ondertekend en geratificeerd.
Er zullen dan ook geen gevolgen voor de begroting zijn, aangezien de overeenkomst de toegang van Kenia tot de EU-markt onder dezelfde voorwaarden handhaaft.
5. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
De overeenkomst bevat institutionele bepalingen waarbij instanties op ministerieel niveau en op het niveau van hoge ambtenaren alsmede technische instanties worden opgericht om toezicht te houden op, sturing te geven aan en ondersteuning te bieden aan de uitvoering, de werking en de impact ervan, en de nodige maatregelen te nemen.
Op ministerieel niveau zal de EPO-Raad worden opgericht, die bevoegd zal zijn om besluiten te nemen en aanbevelingen te doen. Deze zal worden bijgestaan door een Comité van hoge ambtenaren dat toezicht houdt op de uitvoering en toepassing van de EPO en de gevolgen ervan voor de Partijen beoordeelt.
Op technisch niveau kan het Comité van hoge ambtenaren gespecialiseerde comités, werksessies, taskforces of organen instellen voor de behandeling van aangelegenheden die zich in het kader van de overeenkomst voordoen. Bij de inwerkingtreding van de overeenkomst wordt verder een Bijzonder Comité voor douane en handelsfacilitering ingesteld, dat toezicht zal houden op de uitvoering en het beheer van de bepalingen inzake douanesamenwerking en handelsfacilitering en van de oorsprongsregels. Daarnaast zal een brede dialoog over landbouw en plattelandsontwikkelingsbeleid worden ingesteld, die toezicht moet houden op de vorderingen bij de uitvoering van het landbouwhoofdstuk en een forum moet bieden voor uitwisseling en samenwerking op het gebied van het interne landbouwbeleid van de Partijen. Op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling zal bij de inwerkingtreding een Bijzonder Comité voor handel en duurzame ontwikkeling worden opgericht dat de uitvoering van de desbetreffende bijlage moet vergemakkelijken, monitoren en evalueren.
De overeenkomst zal vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld (de particuliere sector, bedrijfsverenigingen, vakbonden, niet-gouvernementele organisaties) een rol geven bij de uitvoering ervan, met inbegrip van de bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling. Er zullen interne adviesgroepen worden opgericht, met een evenwichtige vertegenwoordiging van onafhankelijke maatschappelijke organisaties, waaronder niet-gouvernementele organisaties, bedrijfs- en werkgeversverenigingen alsmede vakbonden, die actief zijn op economisch en sociaal gebied en op het gebied van duurzame ontwikkeling, mensenrechten, milieu en andere aangelegenheden. Deze zullen regelmatig bijeenkomen en de betrokken Partij adviseren over de uitvoering van de overeenkomst. Voorts wordt een Raadgevend Comité — een gemeenschappelijk adviesorgaan van het maatschappelijk middenveld waaraan de interne adviesgroepen deelnemen — opgericht, dat het Comité van hoge ambtenaren bijstaat teneinde de dialoog en de samenwerking tussen vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, de particuliere sector en de sociale en economische partners over aangelegenheden die zich in het kader van de overeenkomst voordoen, te bevorderen.
Tot slot zal de EPO tussen de EU en Kenia vanaf de inwerkingtreding ervan worden behandeld in het jaarlijkse uitvoerings- en handhavingsverslag van de Commissie.
• Toelichtende stukken (bij richtlijnen)
Inhoudsopgave
• Gedetailleerde toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel
Deze overeenkomst heeft de facto tot doel de bepalingen van de vorige overeenkomst, die in 2014 met de leden van de OAG is overeengekomen, ten uitvoer te leggen. Zij voorziet in de nodige aanpassingen voor de tenuitvoerlegging van de regionale EPO door een individueel OAG-lid en staat open voor alle andere OAG-landen om zich in de toekomst daarbij aan te sluiten. Zij is ook bijgewerkt om haar af te stemmen op de huidige uitdagingen, zoals het bevorderen van duurzaamheid door er een ambitieuze bijlage inzake handel en duurzame ontwikkeling in op te nemen en het hoofdstuk over economische samenwerking en ontwikkeling te actualiseren.
De EPO tussen de EU en Kenia bevat bepalingen inzake de handel in goederen, douane en handelsfacilitering, technische handelsbelemmeringen, sanitaire en fytosanitaire maatregelen, landbouw en visserij, ontwikkelingssamenwerking, het vermijden en beslechten van geschillen, en een bijlage inzake handel en duurzame ontwikkeling. De overeenkomst bevat ook twee gezamenlijke verklaringen betreffende de toepasselijkheid van respectievelijk de bepalingen inzake handel en duurzame handel en de oorsprongsregels.
–de asymmetrische afschaffing van rechten: terwijl de EU vrije toegang tot haar markt verleent door rechten en quota (behalve voor wapens) af te schaffen, zal Kenia zijn markt geleidelijk openstellen, met overgangsperioden en de uitsluiting van gevoelige producten van liberalisering;
–de tijdelijke toepassing van de oorsprongsregels van de verordening inzake markttoegang (reeds van toepassing op Kenia) op de handel van beide Partijen totdat bij de inwerkingtreding van de overeenkomst en binnen vijf jaar na de tenuitvoerlegging van de EPO wordt onderhandeld over een nieuw protocol inzake oorsprongsregels. Dit nieuwe protocol inzake oorsprongsregels zal worden gebaseerd op de oorsprongsregels van de EPO tussen de EU en de OAG, zoals bepaald in de gezamenlijke verklaring over de oorsprongsregels;
–bepalingen die rekening houden met de ontwikkelingsbehoeften van Kenia, zoals speciale waarborgen voor de landbouw, maatregelen inzake voedselzekerheid en bescherming van opkomende industrieën;
–douanegerelateerde bepalingen die gericht zijn op het vergemakkelijken van de handel, het bevorderen van betere douanewetgeving en -procedures, het verlenen van steun aan de Keniaanse douane en het versterken van de samenwerking tussen de douane-instellingen;
–bepalingen inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen om de harmonisatie van intraregionale normen te bevorderen en de technische capaciteit van Kenia te vergroten;
–een hoofdstuk over economische en ontwikkelingssamenwerking met bepalingen ter versterking van het concurrentievermogen van de Keniaanse economie door het opbouwen van voorzieningscapaciteit en het ondersteunen van Kenia bij de vlotte uitvoering van de EPO. Het oorspronkelijke hoofdstuk van de OAG-EPO is grotendeels behouden, maar met de nodige aanpassingen. Er is een voor Kenia en de EU specifieke bijlage toegevoegd waarin de wijzigingen ten opzichte van de tekst van de regionale overeenkomst zijn opgenomen;
–een specifieke bijlage inzake handel en duurzame ontwikkeling die betrekking heeft op arbeid, gendergelijkheid en milieu- en klimaataangelegenheden, met bindende en afdwingbare toezeggingen (via een specifiek mechanisme voor geschillenbeslechting). De mogelijkheid om verplichtingen uit hoofde van de bijlage inzake handel en duurzame ontwikkeling tijdelijk op te schorten (d.w.z. het opleggen van “sancties”) is niet in de overeenkomst opgenomen. In de gezamenlijke verklaring inzake handel en duurzame ontwikkeling hebben de EU en Kenia zich er echter uitdrukkelijk toe verbonden de onderhandelingen over dit aspect voort te zetten in het kader van de rendez-vousclausule.
Deze overeenkomst wordt elke vijf jaar vanaf de datum van inwerkingtreding ervan geëvalueerd. De tekst van de EPO bevat een verbintenis om te onderhandelen over nieuwe gebieden die in de EPO moeten worden opgenomen (“rendez-vousclausule”), waaronder bepalingen over de handel in diensten en handelsgerelateerde regels inzake duurzame ontwikkeling, mededingingsbeleid, investeringen en ontwikkeling van de particuliere sector, intellectuele-eigendomsrechten en transparantie bij overheidsopdrachten. De resultaten van de onderhandelingen over deze gebieden zouden binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden toegevoegd.