Toelichting bij COM(2023)643 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 1379/2013, Verordening (EU) nr. 167/2013 en Verordening 168/2013 wat bepaalde rapportagevereisten betreft - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2023)643 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 1379/2013, Verordening (EU) nr. 167/2013 en Verordening 168/2013 wat bepaalde ... |
---|---|
bron | COM(2023)643 ![]() ![]() |
datum | 17-10-2023 |
• Motivering en doel van het voorstel
In haar mededeling over “Concurrentievermogen van de EU op lange termijn: blik op de periode na 2030” 1 heeft de Commissie gewezen op het belang van een regelgevingssysteem dat ervoor zorgt dat doelstellingen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Daarom wil zij een nieuwe impuls geven aan het rationaliseren en vereenvoudigen van rapportagevereisten, met als uiteindelijk doel dat dergelijke lasten met 25 % worden verminderd zonder dat dit ten koste gaat van de daarmee samenhangende beleidsdoelstellingen.
Rapportagevereisten zijn van essentieel belang voor een correcte handhaving en een goede monitoring van wetgeving. De kosten van deze voorschriften vallen per saldo grotendeels weg tegen het voordeel dat ze opleveren, met name op het gebied van de monitoring van en zorg voor de naleving van essentiële beleidsmaatregelen. Rapportagevereisten kunnen belanghebbenden, en met name kmo’s en micro-ondernemingen, echter ook opzadelen met onevenredige lasten, mede gezien de organisatorische en technologische ontwikkelingen die een aanpassing van de oorspronkelijke rapportagevereisten wenselijk maken. Wanneer deze vereisten zich in de loop der tijd opstapelen, kan dit resulteren in overbodige, elkaar overlappende of achterhaalde verplichtingen, in een inefficiënte frequentie en timing of in inadequate verzamelmethoden.
Daarom geniet de stroomlijning van rapportageverplichtingen en terugdringing van administratieve lasten prioriteit. In dit verband wordt met dit voorstel getracht initiatieven te vereenvoudigen die deel uitmaken van de grote ambitie van de Europese Green Deal op het beleidsterrein van de gemeenschappelijke marktordening voor visserij- en aquacultuurproducten die gevolgen heeft voor de visserijsector. Het zal ook bepaalde rapportageverplichtingen op het gebied van de goedkeuring van en het markttoezicht op landbouw- en bosbouwvoertuigen en twee- of driewielige voertuigen en vierwielers vereenvoudigen of elimineren.
Het voorstel zal de rapportageverplichtingen rationaliseren door verslagen te schrappen die geen waarde meer toevoegen om de beleidsdoelstellingen te bereiken (zie voor meer details hieronder).
De rapportageverplichtingen hebben betrekking op: overheidsinstanties.
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
Het voorstel maakt deel uit van een eerste maatregelenpakket om rapportagevereisten te rationaliseren. Dit is een stap in een proces waarin uitgebreid wordt gekeken naar de bestaande rapportagevereisten om te zien of ze nog zinvol zijn en in hoeverre de efficiëntie ervan kan worden vergroot.
De rationalisering die met deze maatregelen wordt doorgevoerd, doet geen afbreuk aan de verwezenlijking van de doelstellingen op het beleidsterrein, en wel om de volgende redenen:
–Van de rapportageverplichting op het beleidsterrein van de gemeenschappelijke marktordening voor visserij- en aquacultuurproducten waarvan de schrapping wordt voorgesteld, is gebleken dat deze niet langer waarde toevoegt voor de Unie en niet bijdraagt aan de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 1379/2013 2 . De rapportageverplichting in Verordening (EG) nr. 2406/96 van de Raad 3 werd ingevoerd om te voorkomen dat vis onder een bepaalde versheidsgraad voor menselijke consumptie in de handel zou worden gebracht en om de versheids- en grootteklassen die bij de eerste verkoop werden gebruikt, te standaardiseren om prijsniveaus vast te stellen voor marktinterventies vóór Verordening (EU) nr. 1379/2013. Die interventiemaatregelen zijn in 2013 afgeschaft, maar de handelsnormen zijn van kracht gebleven. Aangezien de voedselveiligheid nu wordt gegarandeerd door de algemene levensmiddelenwetgeving 4 , is de bijbehorende rapportageverplichting veel minder relevant geworden.
–Van de rapportagevereisten in Verordening (EU) nr. 167/2013 5 die worden voorgesteld om te worden geschrapt, is gebleken dat zij niet langer waarde toevoegen voor de Unie en niet bijdragen aan haar doelstellingen. Verordening (EU) nr. 167/2013 stelt de voorschriften vast inzake de goedkeuring van en het markttoezicht op landbouw- en bosbouwvoertuigen. Volgens de artikelen 74 en 75 van die verordening moeten de lidstaten de Commissie informeren over de toepassing van respectievelijk de typegoedkeuringsprocedures en de goedkeuringen van individuele voertuigen, en moet de Commissie verslagen indienen bij het Europees Parlement en de Raad. Aangezien de Commissie in 2022 een onderzoek 6 heeft uitgevoerd naar de vragen die onder deze informatie- en rapportageverplichtingen vallen, en uit dit onderzoek is gebleken dat de typegoedkeuringsprocedures en goedkeuringsprocedures voor individuele voertuigen bevredigend zijn, zou dit niet langer van toepassing moeten zijn.
–Van de rapportagevereisten die in Verordening (EU) nr. 168/2013 7 worden voorgesteld om te worden geschrapt, is gebleken dat zij niet langer waarde toevoegen voor de Unie en niet bijdragen aan haar doelstellingen. Verordening (EU) nr. 168/2013 stelt de voorschriften vast inzake de goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers. Volgens de artikelen 78 en 80 van die verordening moeten de lidstaten de Commissie op de hoogte brengen van de toepassing van respectievelijk de typegoedkeuringsprocedures en de goedkeuringen van individuele voertuigen, en moet de Commissie verslagen indienen bij het Europees Parlement en de Raad. Aangezien de Commissie in 2022 een onderzoek 8 heeft uitgevoerd naar de vragen die onder deze informatie- en rapportageverplichtingen vallen, en uit dit onderzoek is gebleken dat de typegoedkeuringsprocedures en goedkeuringsprocedures voor individuele voertuigen bevredigend zijn, zou dit niet langer van toepassing moeten zijn.
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
In het kader van het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Refit) zorgt de Commissie ervoor dat haar wetgeving geschikt is voor het beoogde doel, op de behoeften van belanghebbenden is toegesneden en de doelstellingen ervan worden bereikt met zo beperkt mogelijke lasten. Dit voorstel maakt derhalve deel uit van het Refit-programma om de uit de juridische omgeving van de EU voortvloeiende rapportagedruk minder complex te maken.
Bepaalde rapportagevereisten zijn van essentieel belang, maar ze moeten wel zo efficiënt mogelijk zijn door overlappingen te voorkomen, overbodige lasten weg te nemen en zo veel mogelijk gebruik te maken van digitale en interoperabele oplossingen.
Het huidige voorstel rationaliseert bepaalde rapportagevereisten, zodat de wetgevingsdoelstellingen efficiënter en met minder rompslomp voor de overheidsinstanties worden bereikt.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
Het voorstel is gebaseerd op artikel 43, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, die de rechtsgrondslag vormen voor de besluiten die het wijzigt.
• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
De desbetreffende rapportagevereisten worden opgelegd door het EU-recht. Het rationaliseren ervan kan daarom alleen op het niveau van de EU worden uitgevoerd. Dit resulteert in een gelijk speelveld voor overheidsdiensten in de gehele EU, die baat zullen hebben bij de rationalisering van de rapportagevereisten als gevolg van deze voorstellen.
• Evenredigheid
Met de rationalisering van bepaalde rapportagevereisten wordt het rechtskader vereenvoudigd doordat minimale wijzigingen in bestaande vereisten worden doorgevoerd die niet van invloed zijn op de inhoud van de bredere beleidsdoelstelling. Het voorstel blijft dus beperkt tot de wijzigingen die nodig zijn om een efficiënte rapportage te waarborgen zonder dat de wezenlijke elementen van de betrokken wetgeving veranderen.
• Keuze van het instrument
Aangezien de beoogde wijziging tot doel heeft de bepalingen van Verordening (EU) nr. 1379/2013 te wijzigen, neemt dit voorstel de vorm aan van een verordening tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1379/2013.
Aangezien de beoogde wijziging tot doel heeft de bepalingen van Verordening (EU) nr. 167/2013 te wijzigen, neemt dit voorstel de vorm aan van een verordening tot wijziging van Verordening (EU) nr. 167/2013.
Aangezien de beoogde wijziging tot doel heeft de bepalingen van Verordening (EU) nr. 168/2013 te wijzigen, neemt dit voorstel de vorm aan van een verordening tot wijziging van Verordening (EU) nr. 168/2013.
De beoogde wijzigingen hebben uitsluitend betrekking op rapportagevereisten en zijn daarom geschikt om in één enkel voorstel te worden opgenomen.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
• Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
N.v.t.
• Raadpleging van belanghebbenden
N.v.t.
• Bijeenbrengen en gebruik van expertise
Dit voorstel is tot stand gekomen na een interne doorlichting van bestaande rapportageverplichtingen en op basis van de ervaring die is opgedaan met de uitvoering van de desbetreffende wetgeving. Het gaat om een stap in het proces van permanente toetsing van rapportagevereisten die voortvloeien uit EU-wetgeving. De doorlichting van dergelijke lasten en van de gevolgen ervan voor belanghebbenden loopt na deze stap dus gewoon door.
• Effectbeoordeling
Het voorstel betreft beperkte en gerichte wijzigingen in de wetgeving, die gericht zijn op de rationalisering van rapportagevereisten. De voorgestelde wijziging berust op de ervaring die is opgedaan met de uitvoering van de wetgeving. De wijziging heeft geen significante gevolgen voor het beleid, maar zorgt slechts voor een efficiëntere en effectievere uitvoeringspraktijk. Door het gerichte karakter ervan en door het gebrek aan relevante beleidsopties is een effectbeoordeling niet nodig.
• Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
Dit is een Refit-voorstel om de wetgeving te vereenvoudigen en de lasten voor belanghebbenden te verminderen.
Hoewel het voorstel met betrekking tot de gemeenschappelijke marktordening voor visserij- en aquacultuurproducten geen directe gevolgen heeft voor individuele bedrijven, zal het een rapportageverplichting en de daarmee gepaard gaande kosten/lasten voor overheidsinstanties wegnemen door de noodzaak te elimineren om lijsten bij te houden van aangewezen deskundigen en organisaties van het bedrijfsleven voor de indeling van visserijproducten.
Op het gebied van de goedkeuring van en het markttoezicht op landbouw- en bosbouwvoertuigen en twee- of driewielige voertuigen en vierwielers zal het voorstel de rapportageverplichtingen en de daarmee verband houdende lasten voor overheidsinstanties wegnemen doordat de lidstaten niet meer hoeven te rapporteren over informatie die al via een afzonderlijk onderzoek aan de Commissie beschikbaar is gesteld.
• Grondrechten
N.v.t.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
N.v.t.
5. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
N.v.t.
• Artikelsgewijze toelichting
Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad bepaalt dat de voorschriften tot vaststelling van gemeenschappelijke handelsnormen, zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 2406/96 van de Raad, van toepassing blijven. Op grond van artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2406/96 van de Raad moet elke lidstaat de andere lidstaten en de Commissie een lijst verstrekken met de namen en adressen van de deskundigen en organisaties van het bedrijfsleven die zijn aangewezen om de visserijproducten naar versheid en grootte in te delen, en op de hoogte te brengen van eventuele wijzigingen van de lijst. Deze rapportageverplichting werd ingevoerd om te voorkomen dat vis onder een bepaalde versheidsgraad voor menselijke consumptie in de handel zou worden gebracht en om de versheid- en grootteklassen die bij de eerste verkoop werden gebruikt, te standaardiseren om prijsniveaus vast te stellen voor marktinterventies vóór Verordening (EU) nr. 1379/2013. Die interventiemaatregelen zijn in 2013 afgeschaft, maar de handelsnormen zijn van kracht gebleven. Aangezien de voedselveiligheid nu wordt gegarandeerd door de algemene levensmiddelenwetgeving 9 , is de bijbehorende rapportageverplichting veel minder relevant geworden. Bijgevolg zou de rapportageverplichting niet langer van toepassing moeten zijn.
Verordening (EU) nr. 167/2013 stelt de voorschriften vast inzake de goedkeuring van en het markttoezicht op landbouw- en bosbouwvoertuigen. Volgens de artikelen 74 en 75 van die verordening moeten de lidstaten de Commissie informeren over de toepassing van respectievelijk de typegoedkeuringsprocedures en de goedkeuringen van individuele voertuigen, en moet de Commissie verslagen indienen bij het Europees Parlement en de Raad. Aangezien de Commissie in 2022 een onderzoek 10 heeft uitgevoerd naar de vragen die onder deze informatie- en rapportageverplichtingen vallen, en uit dit onderzoek is gebleken dat de typegoedkeuringsprocedures en goedkeuringsprocedures voor individuele voertuigen bevredigend zijn, zou dit niet langer van toepassing moeten zijn.
Verordening (EU) nr. 168/2013 stelt de voorschriften vast inzake de goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers. Volgens de artikelen 78 en 80 van die verordening moeten de lidstaten de Commissie op de hoogte brengen van de toepassing van respectievelijk de typegoedkeuringsprocedures en de goedkeuringen van individuele voertuigen, en moet de Commissie verslagen indienen bij het Europees Parlement en de Raad. Aangezien de Commissie in 2022 een onderzoek 11 heeft uitgevoerd naar de vragen die onder deze informatie- en rapportageverplichtingen vallen, en uit dit onderzoek is gebleken dat de typegoedkeuringsprocedures en goedkeuringsprocedures voor individuele voertuigen bevredigend zijn, zou dit niet langer van toepassing moeten zijn.