Toelichting bij COM(2024)150 - Programma voor de Europese defensie-industrie en van een kader van maatregelen ter waarborging van de tijdige beschikbaarheid en levering van defensieproducten (“EDIP-verordening”) - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)150 - Programma voor de Europese defensie-industrie en van een kader van maatregelen ter waarborging van de tijdige ... |
---|---|
bron | COM(2024)150 |
datum | 05-03-2024 |
• Motivering en doel van het voorstel
Op 24 februari 2022 startte Rusland een grootschalige militaire invasie in Oekraïne, met verwoestende gevolgen voor Oekraïne en de Oekraïense bevolking. Twee jaar intensieve gevechten, zware artilleriebeschietingen en luchtaanvallen hebben geleid tot grote aantallen burgerslachtoffers en enorm menselijk leed. De Russische aanvalsoorlog heeft grote schade toegebracht aan kritieke infrastructuur voor civiele en defensiedoeleinden, productiecapaciteit en diensten in heel Oekraïne en heeft in bepaalde delen van het land geleid tot de grootschalige vernietiging van steden en gemeenten. De daaruit voortvloeiende humanitaire crisis heeft miljoenen Oekraïners van huis en haard verdreven, en velen hebben dringend behoefte aan voedsel, onderdak en medische hulp. Tot op de dag van vandaag worden er Russische luchtaanvallen op doelen in het hele land uitgevoerd. Het zal jaren, zo niet decennia duren voordat het trauma van deze zinloze oorlog zal kunnen worden verwerkt. De EU steunt de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen, zijn inherente recht op zelfverdediging en zijn streven naar een alomvattende, rechtvaardige en duurzame vrede in overeenstemming met het internationaal recht en het Handvest van de Verenigde Naties. De Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne vormt een fundamentele bedreiging, niet alleen voor Oekraïne, maar ook voor de Europese en mondiale veiligheid. De bijdrage van de EU aan de zelfverdediging van Oekraïne is een cruciale investering in de eigen veiligheid van de EU. In deze geest zullen de Europese Unie en haar lidstaten, samen met partners, bijdragen tot de toekomstige toezeggingen aan Oekraïne op het gebied van veiligheid, wat het land zal helpen om zichzelf in de toekomst te verdedigen, pogingen tot destabilisering te weerstaan en daden van agressie af te weren. Zonder defensie-industrie kan er geen sprake zijn van defensie. Oekraïne is sterk afhankelijk van militaire steun van de EU en haar lidstaten, ook vanwege het feit dat zijn industriële defensiebasis grotendeels is vernietigd.
Met de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne zijn territoriale conflicten en intensieve oorlogvoering op dramatische wijze teruggekeerd op Europees grondgebied. De productiecapaciteit van de Europese industriële en technologische defensiebasis (EDTIB) is er vooral op gericht te voldoen aan de beperkte behoeften van de lidstaten, voornamelijk langs nationale scheidslijnen, vanwege decennia van ontoereikende overheidsinvesteringen. Defensiebedrijven zagen zich in die situatie vaak geconfronteerd met de noodzaak om de productieniveaus te verlagen om de productielijnen in stand te houden en gekwalificeerd personeel te behouden, en hebben weinig defensiesystemen voor nationale klanten geproduceerd. Vandaag de dag vormt de uitvoer van defensiematerieel naar klanten van buiten de EU voor veel Europese defensiebedrijven een belangrijke markt.
De sterke toename van de vraag naar bepaalde defensieproducten in Europa als gevolg van het radicaal omgeslagen veiligheidsklimaat vond plaats tegen deze achtergrond van een EDTIB die werd ingeperkt door de beperkte productiecapaciteit in “vredestijd”. Op lange termijn roept deze situatie vraagtekens op ten aanzien van de paraatheid van de defensie-industrie in Europa, d.w.z. het vermogen van de EDTIB om doeltreffend (wat snelheid en wat schaal betreft) in te springen op veranderingen in de Europese vraag naar defensieproducten. Dit hangt nauw samen met de bredere uitdaging van de voorzieningszekerheid op het gebied van defensiematerieel in Europa. Hoewel dit onderwerp niet nieuw is voor de EU-lidstaten, heeft het recente munitieplan het in de schijnwerpers gezet doordat de vraag aan de orde werd gesteld of de EDTIB in staat is de Europese voorzieningszekerheid op het gebied van defensiematerieel zowel in tijden van vrede als in tijden van oorlog te waarborgen.
Na het uitbreken van de oorlog en naar aanleiding van de uitnodiging daartoe in de Verklaring van Versailles van maart 2022 hebben de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (“de hoge vertegenwoordiger”)/het hoofd van het Europees Defensieagentschap (EDA) in mei 2022 de gezamenlijke mededeling over de analyse van de lacunes op het gebied van defensie-investeringen en de te volgen koers (JOIN(2022) 24 final) aangenomen. In de gezamenlijke mededeling werd benadrukt dat de onderinvesteringen van de lidstaten in defensie gedurende de afgelopen decennia in de Unie hebben geleid tot lacunes in de defensievermogens en -industrie.
Sinds de presentatie van de gezamenlijke mededeling van mei 2022 zijn voorstellen ingediend voor verschillende maatregelen om te reageren op de dringendste gevolgen van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne:
- zoals aangekondigd in de gezamenlijke mededeling van mei 2022 hebben de Commissie en de hoge vertegenwoordiger/het hoofd van het Agentschap de taskforce voor gezamenlijke aanbestedingen op defensiegebied opgericht voor samenwerking met de lidstaten om deze te ondersteunen bij de coördinatie van hun aankoopbehoeften op zeer korte termijn. De taskforce richtte zich op conflictoplossing en coördinatie om een wedloop naar bestellingen te voorkomen. De taskforce heeft ook een geaggregeerde raming van de behoeften opgesteld en heeft de uitbreiding van de vereiste industriële productiecapaciteit van de EU die nodig is om aan de behoeften te voldoen, in kaart gebracht en benadrukt;
- zoals ook aangekondigd in de gezamenlijke mededeling van mei 2022, heeft de Commissie in juli 2022 het instrument voor de versterking van de Europese defensie-industrie door middel van gemeenschappelijke aanbestedingen (Edirpa) gepresenteerd, die tot doel heeft de samenwerking tussen de lidstaten bij de aanbesteding van het meest urgente en kritieke defensiematerieel te stimuleren door middel van financiële ondersteuning. Edirpa is op 18 oktober 2023 door de medewetgevers vastgesteld en draagt bij tot een sterkere aanpassing van de defensie-industrie van de Unie aan structurele marktveranderingen. Edirpa loopt op 31 december 2025 af;
- de vermogensgerelateerde lacunes waarop in de gezamenlijke mededeling van mei 2022 werd gewezen, waren van uiteenlopende aard, maar in het licht van de ontwikkeling van de situatie in Oekraïne ontstond een specifieke dringende behoefte aan grond-grondmunitie, artilleriemunitie en raketten. Dit werd formeel erkend door de Raad, die op 20 maart 2023 overeenstemming bereikte over een drieledige aanpak voor de levering en gezamenlijke aankoop van munitie voor Oekraïne. In dit verband heeft de Commissie in mei 2023 een nieuw voorstel ingediend voor een verordening betreffende de ondersteuning van de productie van munitie (ASAP) om het hoofd te bieden aan de plotselinge toename van de vraag naar deze producten en de tijdige beschikbaarheid ervan met spoed mogelijk te maken, door een beroep te doen op de EU-begroting ter ondersteuning van investeringen in uitbreiding van de productiecapaciteit van de EDTIB op dit gebied. De ASAP-verordening is op 20 juli 2023 door de medewetgevers goedgekeurd. Zij komt op 30 juni 2025 te vervallen.
De onwettige oorlog van Rusland tegen Oekraïne heeft niet alleen dringende uitdagingen voor de EU en haar lidstaten met zich meegebracht, maar blijft door de langdurige voortzetting ervan ook de structurele problemen verergeren die het concurrentievermogen van de EDTIB aantasten en vraagtekens oproepen ten aanzien van het vermogen ervan om de lidstaten een toereikend niveau van voorzieningszekerheid te bieden. Daarom moet de EU nu overstappen van onmiddellijke noodmaatregelen (zoals die hierboven zijn geïllustreerd) naar het opbouwen van de paraatheid van de defensie-industrie van de EU, van het zorgen voor de beschikbaarheid van verbruiksgoederen in de vereiste hoeveelheden in tijden van crisis naar het waarborgen van de tijdige levering van de geavanceerde kritieke vermogens van morgen gedurende de komende jaren. Dit is precies het doel van de op 5 maart gepresenteerde strategie voor de Europese defensie-industrie. Ter uitvoering van de in de strategie voor de Europese defensie-industrie vastgestelde richtsnoeren en de in die strategie aangekondigde acties, stelt de Commissie een nieuwe verordening voor betreffende het programma voor de Europese defensie-industrie (EDIP). Het EDIP, dat in de gezamenlijke mededeling van mei 2022 is aangekondigd en waartoe de Europese Raad heeft opgeroepen, streeft ernaar om urgent optreden en een langetermijnaanpak met elkaar te verenigen, door de steun voor de EDTIB in het kader van het huidige meerjarig financieel kader (MFK) te handhaven en te werken aan het waarborgen van de paraatheid van de defensie-industrie van de EU voor de toekomst. Daarbij zal het EDIP in feite een deel van de strategie voor de Europese defensie-industrie in de praktijk brengen, waarbij de acties van het programma volgens drie hoofdpijlers zijn gestructureerd.
- Versterken van het concurrentie- en reactievermogen van de EDTIB. Teneinde de inspanningen voor het bundelen en harmoniseren van de Europese vraag naar benodigde defensie-uitrusting via de EDTIB op te voeren, stelt het EDIP een gebruiksklaar rechtskader voor, de structuur voor een Europees bewapeningsprogramma (SEAP), die samenwerking en het gezamenlijk beheer van defensiematerieel gedurende de gehele levenscyclus ervan mogelijk moet maken. Op vergelijkbare wijze verlengt het EDIP de Edirpa-logica tot na 2025, om de Europese vraag te blijven defragmenteren en harmoniseren. Het EDIP volgt ook de logica van ASAP met als doel de investeringen van de EDTIB ten behoeve van de productie te ondersteunen, het helpt de EDTIB op weg in de richting van flexibelere productievermogens, en waarborgt tevens dat EDF-projecten de fase van productontwikkeling bereiken. Om de toegang tot financiering voor de EDTIB te verbeteren, voorziet het EDIP ook in de oprichting van een fonds om de benodigde investeringen voor vergroting van de productiecapaciteit op defensiegebied van in de EU gevestigde kmo’s en kleine midcaps aan te trekken, de risico’s van die investeringen te verminderen en ze te versnellen, voortbouwend op de ervaring van de Commissie met het “opschalingsfonds” in het kader van ASAP en de succesvolle opzet van de eigenvermogensfaciliteit voor defensie in het kader van de Eudis.
- Verbeteren van het vermogen van de EDTIB om de tijdige productie, beschikbaarheid en levering van defensieproducten te waarborgen. Het doel van het EDIP is de inspanningen van de lidstaten te ondersteunen om een zo hoog mogelijk niveau van voorzieningszekerheid te bereiken op het gebied van defensiematerieel, door de invoering van een EU-brede regeling voor voorzieningszekerheid. Een dergelijke regeling zou ook het vertrouwen van de lidstaten in grensoverschrijdende toeleveringsketens vergroten en tegelijkertijd een belangrijk concurrentievoordeel voor de EDTIB scheppen. Een alomvattend kader voor crisisbeheersing zou een gecoördineerde respons op mogelijke toekomstige crises in de levering van specifiek defensiematerieel of in de toeleveringsketens daarvan mogelijk maken.
- Bijdragen aan het herstel, de wederopbouw en de modernisering van de technologische en industriële defensiebasis van Oekraïne (Oekraïense DTIB). De huidige behoeften van Oekraïne op het gebied van militair materieel gaan zijn industriële productiecapaciteit ruimschoots te buiten, terwijl de EU en haar lidstaten militaire bijstand verlenen uit hun eigen — grotendeels uitgeputte — voorraden en met een defensie-industrie die is afgestemd op tijden van vrede. In dit verband heeft zowel de defensie-industrie van de EU als die van Oekraïne er belang bij een diepgaandere samenwerking aan te gaan. Indien er geen sterk verband tussen de respectieve industriële bases tot stand kan worden gebracht, kan dit op de korte termijn leiden tot gemiste zakelijke kansen en op de middellange tot lange termijn tot economische en strategische afhankelijkheden . Met het oog op de toekomstige toetreding van Oekraïne tot de EU is het noodzakelijk dat het EDIP de samenwerking met Oekraïne op het niveau van de industrie versterkt. In het kader van de toekomstige toezeggingen van de EU aan Oekraïne op het gebied van veiligheid1 moet de EU nauwere samenwerking met de Oekraïense DTIB bevorderen om het vermogen daarvan om in de onmiddellijke behoeften te voorzien, te verbeteren, en om te werken aan afstemming van normen en een betere interoperabiliteit. Nauwere samenwerking met de Oekraïense DTIB zal bijdragen tot een versterking van het vermogen van Oekraïne om zichzelf te verdedigen, en zal ten goede komen aan het vermogen van de EDTIB om in de behoeften van zowel de lidstaten als Oekraïne te voorzien.
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
De steun in het kader van het EDIP zal consistent zijn met en complementair zijn aan bestaande samenwerkingsinitiatieven van de EU op het gebied van het defensie-industriebeleid en andere vormen van bilaterale steun aan Oekraïne via andere EU-instrumenten, waaronder de faciliteit voor Oekraïne. Deze steun zal een aanvulling vormen op het belangrijkste programma van de EU op dit beleidsterrein, het Europees Defensiefonds (EDF), met name door de projecten van het EDF in een later stadium van de levenscyclus van defensiematerieel te ondersteunen en zo bij te dragen tot de toekomstige marktintroductie van de resultaten van het programma. Het EDIP zal ook voortbouwen op de ervaring die is opgedaan in het kader van andere EU-programma’s, zoals Edirpa of ASAP, met name door de logica van de financiële ondersteuning uit hoofde van deze instrumenten door te trekken en het toepassingsgebied ervan uit te breiden tot andere soorten uitrusting. Tot slot zal het EDIP de inspanningen en de dialoog die in het kader van de taskforce voor gezamenlijke aanbestedingen op defensiegebied zijn aangegaan, consolideren.
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
Het EDIP zal synergieën creëren met het defensiebeleid van de EU en de uitvoering van het strategisch kompas voor veiligheid en defensie. Het zal worden uitgevoerd in volledige overeenstemming met het EU-vermogensontwikkelingsplan (CDP), waarmee de prioriteiten inzake defensievermogens op EU-niveau worden vastgesteld, en met de gecoördineerde jaarlijkse evaluatie inzake defensie (CARD) van de EU, waarmee onder meer nieuwe mogelijkheden voor defensiesamenwerking in kaart worden gebracht. Het EDIP zal ook de samenwerkingsinspanningen van de lidstaten in het kader van de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) vergemakkelijken. Het moet de uitvoering van PESCO-projecten ten goede komen en bijdragen tot het versnellen, vergemakkelijken en ondersteunen van de nakoming van de verdergaande verbintenissen die de lidstaten in dit verband zijn aangegaan. Het EDIP zal een aanvulling vormen op de reeds bestaande actie van het Europees Defensieagentschap (EDA) op het gebied van voorzieningszekerheid. Het EDIP zal met name ook voortbouwen op het werkgebied “belangrijke strategische activiteiten” van het EDA en input leveren voor de besprekingen in het kader van het Comité voor paraatheid van de defensie-industrie. Het EDIP zal ook worden uitgevoerd in volledige overeenstemming met de militaire bijstand van de EU aan Oekraïne in het kader van de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Het EDIP zal een nuttige aanvulling vormen op de doelstellingen van herstel en wederopbouw die de EU in het kader van de faciliteit voor Oekraïne nastreeft, met name door Oekraïne beter in staat te stellen zichzelf te verdedigen doordat het kan terugvallen op een weerbare en sneller en adequater reagerende DTIB. Meer in het algemeen kan ook rekening worden gehouden met relevante activiteiten van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en andere partners, op voorwaarde dat zij de veiligheids- en defensiebelangen van de Unie dienen en geen lidstaat van deelname uitsluiten.
Door te voorzien in een EU-brede regeling voor voorzieningszekerheid en met name in een tweetrapscrisiskader, zal het EDIP een aanvulling vormen op de verordening inzake noodsituaties en veerkracht voor de interne markt (Imera), die geen betrekking heeft op defensieproducten. De maatregelen waarover de Commissie beschikt binnen het EDIP-crisiskader voor bepaalde niet-defensieproducten die van kritiek belang zijn voor de levering van als prioritair aangemerkte defensieproducten, zijn alleen bedoeld om ervoor te zorgen dat de betrokken toeleveringsketens op defensiegebied bij voorrang toegang hebben tot de componenten en materialen die nodig zijn om een adequaat niveau van voorzieningszekerheid op EU-niveau te waarborgen.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
Het EDIP bevat een reeks maatregelen en stelt een begroting vast teneinde de paraatheid van de Unie en haar lidstaten op defensiegebied te ondersteunen door middel van het versterken van het concurrentie- en reactievermogen van de EDTIB en van het vermogen daarvan om de tijdige beschikbaarheid en levering van defensieproducten te waarborgen, en teneinde bij te dragen tot het herstel, de wederopbouw en de modernisering van de Oekraïense DTIB. De verordening berust derhalve op drie verschillende rechtsgrondslagen:
- artikel 173 VWEU met betrekking tot het concurrentievermogen van de EDTIB;
- artikel 114 VWEU met betrekking tot de Europese markt voor defensie-uitrusting (EDEM);
- artikel 212 VWEU met betrekking tot het versterken van de Oekraïense DTIB;
- artikel 322 VWEU met betrekking tot de financiële bepalingen.
Om recht te doen aan deze verschillende rechtsgrondslagen, is het EDIP volgens drie pijlers gestructureerd, die elk overeenkomen met één van de rechtsgrondslagen van deze verordening.
- De eerste pijler bestaat uit maatregelen om ervoor te zorgen dat de voorwaarden voor het concurrentievermogen van de EDTIB aanwezig zijn; de passende rechtsgrondslag voor dergelijke maatregelen is artikel 173. Zoals beschreven in de strategie voor de Europese defensie-industrie heeft de onwettige aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne het veiligheidsklimaat in Europa drastisch en structureel gewijzigd, wat leidt tot een nieuwe marktsituatie voor de EDTIB. Twee jaar na het uitbreken van de ongerechtvaardigde oorlog van Rusland in Oekraïne moet de EDTIB zich echter nog steeds aanpassen aan deze nieuwe realiteit. Bovendien moet de EDTIB, zoals vermeld in de strategie voor de Europese defensie-industrie, zich een flexibel productieapparaat aanmeten dat in staat is zich aan te passen aan en in te spelen op de ontwikkeling van de Europese vraag. Daarom kan de Commissie overeenkomstig artikel 173, lid 1, maatregelen nemen om de aanpassing van de defensie-industrie aan structurele wijzigingen te bespoedigen. Maatregelen zoals het doortrekken van de logica van Edirpa en ASAP, het opzetten van het SEAP-rechtskader en de oprichting van het fonds zullen erop gericht zijn de EDTIB te helpen zich aan te passen aan de nieuwe marktrealiteit. Ten slotte kan de Commissie overeenkomstig artikel 173, lid 2, initiatieven nemen om de coördinatie tussen de lidstaten op het gebied van het defensie-industriebeleid te bevorderen.
- De tweede pijler bestaat uit maatregelen die betrekking hebben op de werking van de interne markt en met name van de EDEM; de passende rechtsgrondslag voor dergelijke maatregelen is artikel 114. Het waarborgen van de openbare veiligheid van het grondgebied van de Unie is een dwingende doelstelling van overheidsbeleid, en deze veiligheid hangt ook af van de beschikbaarheid van voldoende defensiematerieel en defensiediensten. Zoals beschreven in de strategie voor de Europese defensie-industrie leidt de huidige geopolitieke context tot een algemene toename van defensiematerieel en een potentiële toekomstige piek in de vraag naar specifieke defensieproducten in de Unie en mogelijk op mondiale schaal. Deze situatie belemmert de werking van de interne markt voor deze producten en brengt de voorzieningszekerheid op het gebied van die producten in gevaar. De lidstaten zijn in de eerste plaats verantwoordelijk voor het waarborgen van hun militaire voorzieningszekerheid, als een kwestie van nationale defensie. Zoals uiteengezet in de strategie voor de Europese defensie-industrie heeft de voorzieningszekerheid echter een steeds sterkere Europese dimensie. Ook bleek, zoals met name werd aangetoond door de door ASAP aangepakte voorzieningscrisis op het gebied van munitie, het uiteenlopen van nationale wetgeving, met name met betrekking tot de certificering van defensieproducten en uiteenlopende benaderingen van nationale veiligheid, te leiden tot knelpunten in de Europese toeleveringsketens van defensieproducten en tot belemmeringen voor de interoperabiliteit. Daarom kan het waarborgen van de werking van de interne markt, door tekorten aan defensieproducten in de Unie te voorkomen, het best worden aangepakt door middel van harmonisatiewetgeving van de Unie op basis van artikel 114 van het Verdrag. Het opzetten van een EU-brede regeling voor voorzieningszekerheid op het gebied van defensiematerieel is afhankelijk van verschillende aspecten. Ten eerste omvat het EDIP maatregelen om de paraatheid van de lidstaten te vergroten tegen de achtergrond van de nieuwe geopolitieke context, die met name wordt gekenmerkt door de noodzaak om de voorraden aan te vullen en de defensievermogens zo spoedig mogelijk verder uit te breiden. Het EDIP omvat met name maatregelen om het openstellen van bestaande en toekomstige kadercontracten met de EDTIB voor andere lidstaten te vereenvoudigen. Ten tweede voorziet het EDIP in maatregelen om kritieke producten en industriële capaciteiten in de toeleveringsketens van bepaalde defensieproducten te identificeren en te monitoren. Ten slotte voorziet het EDIP, wanneer zich een voorzieningscrisis voordoet, in een modulair en geleidelijk kader voor crisisbeheersing, waarbij het Comité de mogelijkheid krijgt om te beslissen over de meest geschikte modus voor de crisisbeheersing en, in het geval van ernstigere crises, over de te activeren maatregelen. Het EDIP zal er dan ook voor zorgen dat verstoringen van de voorziening goed worden voorspeld en onverwijld worden aangepakt om de goede werking van de interne markt te behouden en de lidstaten een adequaat niveau van voorzieningszekerheid te bieden.
- De derde pijler bestaat uit maatregelen die bijdragen tot het herstel, de wederopbouw en de modernisering van de Oekraïense DTIB en de geleidelijke integratie ervan in de EDTIB. De passende rechtsgrondslag voor dergelijke maatregelen is artikel 212. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de doelstelling om Oekraïne te helpen zich geleidelijk aan te passen aan de regels, normen, beleidsmaatregelen en praktijken van de Unie (het “acquis”) met het oog op toekomstig lidmaatschap van de Unie. Met deze derde pijler zullen de activiteiten van de Unie die van de lidstaten aanvullen en versterken.
Andere artikelen van het VWEU of elk artikel afzonderlijk kunnen de drie bovengenoemde pijlers, en de maatregelen waarin deze voorzien, niet rechtvaardigen. De voorgestelde elementen zijn opgenomen in één handeling, aangezien alle maatregelen een coherente aanpak vormen om op verschillende wijzen tegemoet te komen aan de noodzaak om de paraatheid van de defensie-industrie van de Unie te versterken.
• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
De lidstaten zijn sterk afhankelijk van het vermogen van de EDTIB om tijdig en op de juiste schaal in de behoeften van hun strijdkrachten te voorzien. De omvang van de schade die door de Russische aanvalsoorlog aan Oekraïne en aan de industriële defensiebasis van Oekraïne is berokkend, is van dien aard dat Oekraïne uitgebreide en aanhoudende steun nodig zal hebben die geen enkele lidstaat alleen kan bieden. Het is daarom van cruciaal belang ervoor te zorgen dat zowel de EDTIB als de Oekraïense DTIB in staat zijn deze strategische rol te vervullen. Actie op Europees niveau lijkt het meest geschikt op dit gebied.
Inhoudsopgave
- de Unie en haar lidstaten worden enerzijds geconfronteerd met een brute omslag in het veiligheidsklimaat die heeft geleid tot een toename van de Europese vraag naar defensiematerieel, en anderzijds met een EDTIB die wordt ingeperkt door een beperkte productiecapaciteit die was afgestemd op tijden van vrede. Als deze situatie op lange termijn aanhoudt, zal zij het concurrentievermogen van de EDTIB structureel blijven beïnvloeden en verslechteren. Hoewel de toeleveringsketens van de EDTIB zich op een lager niveau doorgaans over de grenzen uitstrekken, zijn die toeleveringsketens op de hogere niveaus nog steeds structureel verdeeld volgens nationale lijnen. Dit is het gevolg van de vraag van de EU-lidstaten naar defensiematerieel, die ondanks de recente toename nog steeds fundamenteel versnipperd is, waardoor de EDTIB de voordelen van een werkelijk goed functionerende defensiemarkt van de EU misloopt. De lidstaten hebben nooit de collectieve benchmark gehaald die zij in 2007 voor zichzelf hebben vastgesteld, namelijk om 35 % van hun totale bestedingen voor de aankoop van defensiematerieel in te zetten in het kader van Europese gezamenlijke aanbestedingen. Hieruit blijkt dat de lidstaten aanzienlijke moeilijkheden ondervinden die hen beletten de gezamenlijke aanbesteding van defensiematerieel uit te breiden. Daarom heeft de Unie de beste positie om maatregelen te nemen om de bundeling en harmonisatie van de vraag van de EU naar defensiematerieel te stimuleren en om samenwerking op lange termijn tussen de lidstaten gedurende de gehele levenscyclus van defensiematerieel te vergemakkelijken;
- ook zou een gebrek aan coördinatie en overconcentratie van de vraag van de lidstaten op hetzelfde soort defensieproducten, binnen hetzelfde tijdsbestek en mogelijk tegen de achtergrond van leveringstekorten, leiden tot snel stijgende prijzen en verdringingseffecten (d.w.z. moeilijkheden voor lidstaten met een beperktere koopkracht om de vereiste defensiemiddelen te bemachtigen). Door mogelijke conflicten tussen parallelle nationale aanbestedingsinspanningen te voorkomen, zullen maatregelen die op Europees niveau worden genomen om de vraag van de EU-lidstaten te bundelen, daarom ook de solidariteit tussen de lidstaten versterken;
- een ongecoördineerde vraag vermindert ook het zicht op markttrends. Het gebrek aan zichtbaarheid en voorspelbaarheid van de Europese vraag belemmert op zijn beurt het vermogen van de industrie om te investeren in een sector die volledig vraaggestuurd is. Onder druk van een nieuw veiligheidsklimaat kan de Unie het zich echter niet veroorloven te wachten totdat de EDTIB de ordervolumes afdoende kan voorspellen om te kunnen investeren in de aanpassing van haar productiecapaciteit. De Europese defensie-industrie moet zich zo snel mogelijk aanpassen aan de nieuwe marktsituatie. Dit betekent dat de investeringen van de industrie in flexibele productiecapaciteit minder risicovol moeten worden gemaakt. Een dergelijk optreden op het niveau van de lidstaten allen zou kunnen leiden tot een onevenwichtige geografische spreiding van investeringen en tot een toename van de versnippering van de toeleveringsketens. Het Europese niveau lijkt ook het meest geschikte niveau om maatregelen te nemen om de risico’s van investeringen in de EDTIB in de hele Unie te verminderen en de sector te helpen bij de ontwikkeling van een flexibel productieapparaat;
- het is ook belangrijk dat het concurrentievermogen van de EDTIB profiteert van de resultaten van het EDF, zowel wat betreft producten of technologieën die voortvloeien uit de projecten van de programma’s, als wat betreft de openstelling van de toeleveringsketens die dankzij deze projecten tot stand zijn gekomen. Verschillende kwesties zouden de gezamenlijke aanbesteding van eindproducten die voortvloeien uit het O&O van het EDF echter in de weg kunnen staan of zelfs afschrikkend kunnen werken. Dit betekent dat de resultaten van EDF-projecten met een nieuwe “commercialiseringskloof” te maken kunnen krijgen in de post-O&O-fase, die niet door de lidstaten alleen kan worden aangepakt. De Unie is het best geplaatst om actie te ondernemen om ervoor te zorgen dat de in het kader van het EDF gestarte samenwerkingsinspanningen ook na de O&O-fase worden voortgezet.
- hoewel voorzieningszekerheid op het gebied van defensie in de eerste plaats op het niveau van de lidstaten is gedefinieerd, aangezien defensie een nationale bevoegdheid is, heeft de voorzieningszekerheid een steeds sterkere Europese dimensie, aangezien industriële toeleveringsketens zich steeds meer over de interne markt van de EU en daarbuiten uitstrekken. Dit geldt met name voor kritieke componenten en grondstoffen met betrekking waartoe de lidstaten ook steeds sterker onderling afhankelijk zijn. Zoals ook blijkt uit het munitieplan hebben de lidstaten weinig zicht op de algemene capaciteiten en de toeleveringsketens van de EDTIB, waardoor zij niet met kennis van zaken beslissingen kunnen nemen. Om een toereikend niveau van voorzieningszekerheid te waarborgen, ook in crisistijd, is het derhalve passend om op het niveau van de Unie te overwegen een EU-brede regeling voor voorzieningszekerheid in het kader van EDIP op te zetten. Een dergelijk kader zal de coördinatie van de respons op voorzieningscrises ten aanzien van defensieproducten en het vertrouwen van de lidstaten in grensoverschrijdende toeleveringsketens verbeteren en de weerbaarheid van de EDTIB versterken, ten behoeve van alle lidstaten, op een doeltreffendere manier dan door een lappendeken van parallelle nationale maatregelen.
- de Oekraïense defensie-industrie is een strategisch belangrijke sector van de Oekraïense economie. Het land streeft ernaar zijn productiecapaciteit in stand te houden en uit te breiden om te voldoen aan de nationale behoeften aan defensiematerieel. De omvang van de door de Russische aanvalsoorlog veroorzaakte schade aan de Oekraïense DTIB-infrastructuur is echter zodanig dat Oekraïne specifieke steun nodig zal hebben die geen enkele lidstaat alleen zou kunnen bieden. De in het kader van het EDIP voorgestelde maatregelen zullen de Oekraïense DTIB rechtstreeks versterken en de industriële samenwerking met de EDTIB intensiveren. Met het EDIP verkeert de EU in een unieke positie om beide DTIB’s tijdig en op de juiste schaal aan te moedigen om zich gezamenlijk in te spannen om tegemoet te komen aan de behoeften van Oekraïne en de lidstaten. De EU is via haar delegatie in Oekraïne aanwezig en kan daarom zorgen voor uitgebreide toegang tot informatie over de ontwikkelingen in het land. De EU is een belangrijke speler op het gebied van militaire bijstand aan Oekraïne en neemt ook deel aan de meeste multilaterale processen die gericht zijn op het aanpakken van de uitdagingen op defensiegebied waarmee Oekraïne wordt geconfronteerd. Hierdoor is de EU voortdurend op de hoogte van nieuwe behoeften ten aanzien van defensiematerieel en de omstandigheden rond de productiecapaciteit van Oekraïne op defensiegebied, en daarom kan zij de steun in nauwe samenwerking met andere nationale of industriële belanghebbenden aan de veranderende behoeften aanpassen. De doelstelling om kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten op het lidmaatschap van de Unie voor te bereiden, kan het best op het niveau van de Unie worden gerealiseerd.
• Evenredigheid
Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: het is immers beperkt tot het minimum dat vereist is om de genoemde doelstellingen op Europees niveau te verwezenlijken en gaat niet verder dan wat daarvoor nodig is.
Gezien de ongekende geopolitieke situatie en de aanzienlijke bedreiging voor de veiligheid van de Unie staat de voorgestelde beleidsaanpak in verhouding tot de omvang en de ernst van de vastgestelde problemen. De noodzaak om de aanpassing van de industrie aan structurele veranderingen te ondersteunen, de voorzieningszekerheid van de EU op het gebied van defensiematerieel te verbeteren en de Oekraïense DTIB te versterken, wordt adequaat aangepakt, binnen de grenzen van een mogelijk optreden van de Unie uit hoofde van de Verdragen. De maatregelen van het EDIP gaan niet verder dan wat strikt noodzakelijk is om de doelstellingen ervan te verwezenlijken, en staan in verhouding tot de schaal en ernst van de met het oog op die doelstellingen vastgestelde problemen. De financiële steun voor diverse acties is erop gericht het concurrentievermogen van de industrie te versterken binnen een systeem van open en concurrerende markten. De steun aan de Oekraïense DTIB is gebaseerd op het doortrekken van de logica van de bestaande steun aan Oekraïne en vormt een gerichte reactie op de specifieke omstandigheden waarin Oekraïne zich bevindt als gevolg van de Russische aanvalsoorlog.
• Keuze van het instrument
De Commissie stelt een verordening van het Europees Parlement en de Raad voor. Dit is het meest geschikte rechtsinstrument, aangezien alleen een verordening, met uniforme toepassing, bindend karakter en rechtstreekse toepasbaarheid, de noodzakelijke mate van uniformiteit kan bieden die nodig is om de paraatheid van de defensie-industrie in heel Europa te versterken en de voorzieningszekerheid op het gebied van defensieproducten in Europa te waarborgen. Bovendien is dit in overeenstemming met de artikelen 114, 173 en 212 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, die alle verwijzen naar de gewone wetgevingsprocedure voor de vaststelling van maatregelen op hun respectieve toepassingsgebieden.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
• Raadpleging van belanghebbenden
Er kon geen formele raadpleging van belanghebbenden plaatsvinden vanwege de spoed waarmee het voorstel moest worden opgesteld, zodat het tijdig door de medewetgevers kan worden aangenomen en vanaf begin 2025 operationeel kan worden, wanneer aan nieuwe behoeften moet worden voldaan in verband met de geopolitieke situatie en met het herstel en de wederopbouw van de Oekraïense industriële defensiebasis.
De Commissie heeft, in nauwe samenwerking met de hoge vertegenwoordiger, uitgebreid overleg gepleegd met de lidstaten, de industrie, de financiële sector en denktanks om input te verkrijgen ten behoeve van de werkzaamheden in verband met de strategie voor de Europese defensie-industrie. De raadpleging was gebaseerd op bijdragen van belanghebbenden tijdens evenementen (workshops, vergaderingen) en op schriftelijke bijdragen. Voorafgaand aan deze workshops heeft de Commissie discussienota’s (gepubliceerd op de website van de Europese Commissie) gedeeld, met name over thema’s met betrekking tot de EDIP-maatregelen, als basis voor de discussie tijdens de evenementen. Diezelfde discussienota’s dienden ook als basis voor de schriftelijke bijdragen die door de geraadpleegde belanghebbenden met de Commissie en de hoge vertegenwoordiger werden gedeeld. Elke EU-burger die aan de raadpleging wilde deelnemen, werd verzocht een schriftelijke bijdrage te sturen naar een speciaal e-mailadres. In totaal zijn meer dan 270 schriftelijke bijdragen van meer dan 90 verschillende belanghebbenden naar de Commissie en de hoge vertegenwoordiger gestuurd, die zijn geanalyseerd om als input voor de voorbereidende werkzaamheden voor de strategie voor de Europese defensie-industrie te dienen. Er is ook een bijeenkomst met vertegenwoordigers van Oekraïne georganiseerd en deze hebben ook schriftelijke bijdragen geleverd om hun mening te geven over de verwachte strategie voor de Europese defensie-industrie.
Aangezien het EDIP tot doel heeft een begin te maken met de uitvoering van de in de strategie voor de Europese defensie-industrie ontwikkelde visie en met het in de praktijk brengen van de in die strategie aangekondigde acties, is de input die in het kader van de strategie voor de Europese defensie-industrie is ontvangen, grotendeels in aanmerking genomen bij het ontwerpen van de EDIP-maatregelen. In grote lijnen kan de ontvangen input in verband met de belangrijkste acties van het EDIP als volgt worden beschreven:
- wat de steun voor de aanpassing van de EDTIB aan de structurele veranderingen als gevolg van de nieuwe veiligheidssituatie betreft, steunden de meeste belanghebbenden het idee. De uitbreiding van de interventielogica van ASAP en Edirpa en de noodzaak om de resultaten van het EDF te benutten, werden vaak positief beoordeeld. Deze grotendeels convergerende posities zijn door de Commissie in overweging genomen, zoals onder meer blijkt uit het voorstel voor maatregelen om de logica van ASAP en Edirpa uit te breiden en de marktintroductie van EDF-producten te waarborgen;
- wat de voorzieningszekerheid betreft, onderstreepten de meeste belanghebbenden het belang van deze kwestie op EU-niveau. In de meeste bijdragen werd ook benadrukt dat er een bevredigend evenwicht moet worden gevonden tussen de noodzaak om de voorzieningszekerheid op EU-niveau te verbeteren en de eerbiediging van de soevereiniteit en prerogatieven van de lidstaten op het gebied van defensie. Met het oog op een dergelijk evenwicht stelt de Commissie met name een geleidelijke en evenredige regeling voor de voorzieningszekerheid voor, waarbij de lidstaten volledig en voortdurend worden betrokken en de economische belangen van de industrie naar behoren in aanmerking worden genomen en evenredig worden beschermd;
- wat de integratie van een cultuur van paraatheid van de defensie-industrie betreft, erkenden de meeste belanghebbenden de noodzaak om te zorgen voor voldoende toegang tot financiering voor de defensiesector en met name voor kmo’s die actief zijn in de EDTIB. De Commissie besteedde bijzondere aandacht aan de standpunten die in dit verband naar voren zijn gebracht, met name door het fonds voor de versnelde transformatie van defensietoeleveringsketens (FAST) voor te stellen, dat zo is ontworpen dat het ten goede zal komen aan kmo’s en kleine midcaps;
- Wat de samenwerking met Oekraïne op het gebied van aangelegenheden met betrekking tot de defensie-industrie betreft, stonden de meeste belanghebbenden welwillend tegenover het idee. De Commissie heeft rekening gehouden met de inbreng van belanghebbenden en met de standpunten van Oekraïne om specifieke acties in het kader van het EDIP op de meest geschikte wijze af te stemmen.
De EU zal zorgen voor passende communicatie en zichtbaarheid rond de doelstellingen en acties die in het kader van deze verordening worden uitgevoerd, binnen de Unie, in Oekraïne en elders.
• Bijeenbrengen en gebruik van expertise
Dankzij de uitgebreide raadpleging met betrekking tot de strategie voor de Europese defensie-industrie hebben de Commissie en de hoge vertegenwoordiger een groot aantal bijdragen ontvangen van verschillende soorten deskundigen (bv. deskundigen van de nationale overheden, deskundigen uit de defensie-industrie, deskundigen uit de financiële sector, deskundigen van denktanks, academici). De deskundigheid die de Commissie en de hoge vertegenwoordiger in het kader van de strategie voor de Europese defensie-industrie hebben bijeengebracht, is gebruikt om de in het kader van het EDIP voorgestelde maatregelen te ontwikkelen.
• Effectbeoordeling
Gezien de urgentie van het voorstel, dat bedoeld is om de snelle aanpassing van de Europese defensie-industrie aan het nieuwe geopolitieke klimaat te ondersteunen en bijstand te verlenen aan een land dat begin 2024 in staat van oorlog verkeerde, kon geen effectbeoordeling worden uitgevoerd.
De geopolitieke context, en met name de aanhoudende militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne, heeft de Commissie ertoe gebracht snel over te gaan van de vaststelling van onmiddellijke noodmaatregelen in juli 2023 (d.w.z. ASAP) en oktober 2023 (d.w.z. Edirpa) naar een meer structurele aanpak om de langetermijngevolgen waarmee de EDTIB wordt geconfronteerd, aan te pakken en Oekraïne te blijven steunen.
Daarnaast heeft de Europese Raad er in zijn conclusies van 14 en 15 december 2023 toe opgeroepen om “snel” een voorstel voor het EDIP te presenteren en heeft hij in zijn conclusies van 1 februari 2024 aangegeven dat hij “tijdens zijn volgende bijeenkomst in maart 2024 [zal] terugkomen op het onderwerp veiligheid en defensie, onder meer op de noodzaak voor Europa om zijn algehele defensieparaatheid te verhogen en zijn technologische en industriële defensiebasis verder te versterken, teneinde overeenstemming te bereiken over verdere stappen om de Europese defensie-industrie veerkrachtiger, innovatiever en concurrerender te maken”.
Daarom was het niet mogelijk om binnen het beschikbare tijdsbestek een effectbeoordeling uit te voeren om tijdig een EDIP-voorstel in te dienen voor de bespreking tijdens de Europese Raad van maart 2024. Het EDIP-voorstel is echter gebaseerd op de werkzaamheden die in het kader van de taskforce voor gezamenlijke aanbestedingen op defensiegebied zijn verricht en op de eerste lessen die zijn getrokken uit de uitvoering van ASAP en Edirpa, en bouwt voort op het uitgebreide raadplegingsproces dat in het kader van de strategie voor de Europese defensie-industrie is uitgevoerd. Binnen drie maanden na de publicatie van dit voorstel voor een verordening zal de Commissie een werkdocument van de diensten van de Commissie publiceren waarin de rechtvaardiging voor dit wetgevende EU-optreden wordt uiteengezet en wordt toegelicht waarom het passend is om de vastgestelde beleidsdoelstellingen te verwezenlijken.
• Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
Er wordt niet verwacht dat het EDIP tot een toename van de administratieve lasten zal leiden. De voorgestelde prestatiegerichte aanpak voor subsidiabele acties, waarbij wordt uitgegaan van de conditionaliteit tussen de uitbetaling van betalingen en de verwezenlijking van mijlpalen en streefdoelen door het consortium, vormt ook een element van vereenvoudiging in de uitvoering van het instrument.
• Grondrechten
Het vergroten van de veiligheid van EU-burgers kan bijdragen tot de bescherming van hun grondrechten.
Ook zijn acties voor de gemeenschappelijke aanschaf van goederen of diensten op defensiegebied die op grond van het toepasselijke internationale recht verboden zijn, niet subsidiabel uit hoofde van het programma. Bovendien zullen acties voor de gemeenschappelijke aanschaf van dodelijke autonome wapens zonder de mogelijkheid van betekenisvolle menselijke controle op beslissingen over selectie en betrokkenheid bij aanvallen op mensen, niet subsidiabel zijn uit hoofde van het EDIP.
Daarnaast voorziet artikel 16 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: “het Handvest”) in de vrijheid van ondernemerschap. Niettemin kunnen sommige maatregelen van pijler drie die nodig zijn om de voorzieningszekerheid op het gebied van defensiematerieel in de Unie te waarborgen, tijdelijk de vrijheid van ondernemerschap en de contractvrijheid, die worden beschermd door artikel 16 van het Handvest, en het recht op eigendom, dat wordt beschermd door artikel 17 van het Handvest, beperken. Elke beperking van die rechten in dit voorstel zal, overeenkomstig artikel 52, lid 1, van het Handvest, bij wet worden gesteld, de wezenlijke inhoud van die rechten en vrijheden eerbiedigen en in overeenstemming zijn met het evenredigheidsbeginsel.
- Ten eerste voorziet het EDIP in bepalingen inzake verzoeken om informatie en prioriteringsmechanismen (als prioritair aangemerkte bestellingen en als prioritair aangemerkte verzoeken), die strikt afhankelijk zijn van de activering van de meest geschikte crisismodus door middel van de vaststelling van een uitvoeringshandeling van de Raad wanneer sprake is van een voorzieningscrisismodus en wanneer sprake is van een veiligheidsgerelateerde voorzieningscrisismodus.
- Ten tweede, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, eerbiedigt de verplichting om specifieke informatie aan de Commissie mee te delen de wezenlijke inhoud van de vrijheid van ondernemerschap (artikel 16 van het Handvest) en zal die vrijheid niet onevenredig worden aangetast. Elk verzoek om informatie dient de doelstelling van algemeen belang van de Unie om het mogelijk te maken informatie te vergaren over de productievermogens, productiecapaciteit en voornaamste verstoringen, alsook over potentiële verzachtende maatregelen in het geval van tekorten die van invloed zijn op de productie van in een crisis relevante producten of defensieproducten. Die verzoeken zijn passend en doeltreffend om het doel te bereiken omdat de strikt noodzakelijke informatie wordt verstrekt om de crisis te beoordelen. In beginsel verzoekt de Commissie alleen om de gewenste informatie van representatieve organisaties en kan zij uitsluitend verzoeken tot individuele ondernemingen richten indien dat noodzakelijk is ter aanvulling. Aangezien informatie over de leveringssituatie niet op een andere wijze kan worden verkregen, bestaat er geen even doeltreffende maatregel voor het verkrijgen van de nodige informatie aan de hand waarvan de Europese besluitvormers verzachtende maatregelen kunnen treffen. In het licht van de ernstige geopolitieke en veiligheidsgevolgen van tekorten aan defensieproducten en het belang van verzachtende maatregelen, staan verzoeken om informatie in verhouding tot het beoogde doel. Bovendien wordt de beperking van de vrijheid van ondernemerschap en van het recht op eigendom gecompenseerd door passende waarborgen. Verzoeken om informatie mogen alleen worden ingediend voor in een crisis relevante defensieproducten, grondstoffen of componenten daarvan die specifiek door de Commissie in een uitvoeringshandeling zijn geïdentificeerd en die worden getroffen door verstoringen of potentiële verstoringen die tot aanzienlijke tekorten leiden.
- Ten derde eerbiedigt de verplichting om als prioritair aangemerkte bestellingen te aanvaarden en daaraan voorrang te geven, de wezenlijke inhoud van de vrijheid van ondernemerschap, de contractvrijheid (artikel 16 van het Handvest) en het recht op eigendom (artikel 17 van het Handvest), en tast die niet onevenredig aan. Deze verplichting dient de doelstelling van algemeen belang van de Unie om verstoringen van de levering van in een crisis relevante producten aan te pakken. De verplichting is passend en doeltreffend voor de verwezenlijking van deze doelstelling, doordat daarmee wordt gewaarborgd dat de beschikbare middelen bij voorkeur worden gebruikt voor de productie van die relevante defensieproducten. Geen enkele andere maatregel is even doeltreffend. Wanneer het gaat om in een crisis relevante producten waarvan is vastgesteld dat zij worden getroffen door een voorzieningscrisis, is het evenredig om ondernemingen die betrokken zijn bij de toeleveringsketen van die producten te verplichten bepaalde bestellingen te aanvaarden en daaraan voorrang te geven. Passende waarborgen garanderen dat eventuele negatieve gevolgen van de prioriteringsverplichting voor de vrijheid van ondernemerschap, de contractvrijheid en het recht op eigendom, geen schending van deze rechten vormen. Verplichtingen om voorrang te geven aan bepaalde bestellingen mogen alleen worden opgelegd voor in een crisis relevante producten die specifiek, door de Commissie en middels een uitvoeringshandeling, zijn geïdentificeerd en die worden getroffen door verstoringen of potentiële verstoringen die tot aanzienlijke tekorten leiden. De betrokken onderneming kan de Commissie verzoeken de als prioritair aangemerkte bestelling te herzien als zij niet bij machte is de bestelling uit te voeren of als de bestelling een onredelijke economische last en bijzondere problemen met zich meebrengt. Bovendien is het voorwerp van de verplichting vrijgesteld van elke aansprakelijkheid voor schade wegens schending van contractuele verplichtingen die voortvloeien uit het nakomen van de verplichting.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
De financiële middelen voor de uitvoering van de verordening voor de periode vanaf XX XX XXXX tot en met 31.12.2027 bedragen 1 500 miljoen EUR in lopende prijzen.
De gevolgen voor de periode van het meerjarig financieel kader met betrekking tot de vereiste begroting en de vereiste personele middelen zijn nader uitgewerkt in het bij dit voorstel gevoegde financieel memorandum.
5. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
De Commissie moet een evaluatieverslag voor het programma opstellen en dit uiterlijk op 30 juni 2027 aan het Europees Parlement en de Raad doen toekomen. In dat verslag wordt met name de geboekte vooruitgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen van dit voorstel beoordeeld. Ook kan de Commissie, rekening houdend met het evaluatieverslag, voorstellen voor passende wijzigingen van deze verordening indienen, met name teneinde eventuele aanhoudende risico’s die de paraatheid van de defensie-industrie van de EU belemmeren of die betrekking hebben op de voorzieningszekerheid op het gebied van defensieproducten, te blijven aanpakken.