Toelichting bij COM(2024)219 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2024)219 - .
bron COM(2024)219
datum 28-05-2024
1. ONDERWERP VAN HET VOORSTEL

Dit voorstel betreft een besluit tot vaststelling van het namens de EU in het Wereldforum voor de harmonisatie van reglementen voor voertuigen van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (WP.29) in te nemen standpunt inzake de vaststelling van wijzigingen van bestaande reglementen van de Verenigde Naties (VN‑Reglementen).

2. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

2.1. De herziene overeenkomst van 1958 en de parallelle overeenkomst

Om geharmoniseerde voorschriften te ontwikkelen om technische belemmeringen voor de handel in motorvoertuigen tussen de overeenkomstsluitende partijen van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) op te heffen en ervoor te zorgen dat motorvoertuigen een hoog niveau van veiligheids- en milieubescherming bieden, zijn twee belangrijke overeenkomsten gesloten. Dit zijn:

- de VN/ECE-overeenkomst betreffende het aannemen van eenvormige technische eisen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning van goedkeuringen verleend op basis van deze eisen (de “herziene overeenkomst van 1958”), en

- de overeenkomst betreffende de vaststelling van mondiale technische reglementen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen (de “parallelle overeenkomst”).

De overeenkomsten zijn voor de EU op respectievelijk 24 maart 1998 en 15 februari 2000 in werking getreden. Werkzaamheden in verband met deze overeenkomsten staan onder toezicht van WP.29.

2.2. Het Wereldforum voor de harmonisatie van reglementen voor voertuigen van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties

WP.29 biedt een uniek kader voor wereldwijd geharmoniseerde voorschriften voor voertuigen. WP.29 is een permanente werkgroep in het institutionele kader van de Verenigde Naties met een specifiek mandaat en een specifiek reglement. Deze werkgroep functioneert als een mondiaal forum voor open discussies over regels voor motorvoertuigen en over de uitvoering van de herziene overeenkomst van 1958 en de parallelle overeenkomst. Elke lidstaat van de Verenigde Naties en elke door VN‑lidstaten opgerichte regionale organisatie voor economische integratie kan volledig deelnemen aan de werkzaamheden van WP.29 en partij worden bij de overeenkomsten betreffende voertuigen waarop door WP.29 toezicht wordt gehouden. De EU is partij bij deze overeenkomsten1.

WP.29 vergadert driemaal per jaar, in maart, juni en november. In het licht van de technische vooruitgang kan WP.29 tijdens elke vergadering de volgende zaken aannemen:

nieuwe VN‑reglementen;

nieuwe VN‑resoluties;

nieuwe mondiale technische reglementen van de VN;

wijzigingen van VN‑reglementen en ‑resoluties in het kader van de herziene overeenkomst van 1958, en

wijzigingen van mondiale technische reglementen van de VN en van VN‑resoluties in het kader van de parallelle overeenkomst.

Vóór elke vergadering van WP.29 bespreken specifieke ondersteunende organen van WP.29 deze wijzigingen op technisch niveau.

Vervolgens kan WP.29 voorstellen aannemen:

1.

met gekwalificeerde meerderheid van de aanwezige overeenkomstsluitende partijen die stemmen voor voorstellen in het kader van de herziene overeenkomst van 1958, of


bij consensus van de aanwezige overeenkomstsluitende partijen die stemmen voor voorstellen in het kader van de parallelle overeenkomst.

Vóór elke zitting van WP.29 wordt bij een besluit van de Raad overeenkomstig artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) het standpunt vastgesteld dat namens de EU moet worden ingenomen over:

nieuwe VN‑reglementen, mondiale technische reglementen van de VN en VN‑resoluties, en

wijzigingen, aanvullingen en rectificaties van VN‑reglementen, mondiale technische reglementen van de VN en VN‑resoluties.

2.3. De beoogde handeling van WP.29

Tijdens zijn 193e zitting van 25 tot en met 28 juni 2024 kan WP.29 het volgende aannemen:

voorstellen tot wijziging van de VN‑Reglementen nrs. 13, 13‑H, 22, 30, 41, 49, 51, 54, 63, 78, 79, 83, 85, 96, 100, 101, 108, 109, 117, 120, 129, 134, 138, 150 en 155;

een voorstel voor een nieuw VN‑reglement betreffende prestaties inzake grip op sneeuw en de indeling van tractiebanden voor coverbanden;

2.

voorstellen tot wijziging van Mondiale Technische Reglementen nrs. 9, 13, 21, 22 en 24 van de VN, en


een voorstel tot wijziging van Gemeenschappelijke Resolutie nr. 1.

3. NAMENS DE UNIE IN TE NEMEN STANDPUNT

Het WP.29‑systeem versterkt de internationale harmonisatie van voertuignormen. De herziene overeenkomst van 1958 speelt een sleutelrol bij de verwezenlijking van deze doelstelling. EU‑fabrikanten kunnen gebruikmaken van een gemeenschappelijke reeks typegoedkeuringsreglementen in de wetenschap dat de overeenkomstsluitende partijen hun producten zullen erkennen als zijnde in overeenstemming met hun nationale wetgeving.

Dit heeft mogelijk gemaakt dat bij Verordening (EG) nr. 661/2009 betreffende de algemene veiligheid van motorvoertuigen meer dan 50 EU‑richtlijnen zijn ingetrokken en vervangen door de overeenkomstige reglementen die in het kader van de herziene overeenkomst van 1958 zijn opgesteld.

Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad1 volgt een soortgelijke benadering. Deze bevat administratieve bepalingen en technische voorschriften voor typegoedkeuring en het in de handel brengen van alle nieuwe voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden. Met die verordening zijn de in het kader van de herziene overeenkomst van 1958 vastgestelde reglementen als voorschriften voor typegoedkeuring of als alternatieven voor de wetgeving van de Unie in het EU‑typegoedkeuringssysteem opgenomen.

Zodra WP.29 een voorstel voor een nieuw VN‑reglement of voor wijzigingen van een bestaand VN-reglement heeft aangenomen, stelt de uitvoerend secretaris van de VN/ECE de overeenkomstsluitende partijen in kennis van de desbetreffende handeling. Tenzij een blokkerende minderheid van verdragsluitende partijen binnen zes maanden bezwaar maakt, treedt de handeling in werking. Vervolgens kan elke verdragsluitende partij de handeling omzetten in haar toepasselijke nationale regels. In de EU vormt de bekendmaking van de handeling in het Publicatieblad van de EU de voltooiing van het omzettingsproces.

Het standpunt van de EU moet worden bepaald met betrekking tot de volgende handelingen:

- de voorstellen tot wijziging van de VN-Reglementen nrs. 13, 13‑H, 22, 30, 41, 49, 51, 54, 63, 78, 79, 83, 85, 96, 100, 101, 108, 109, 117, 120, 129, 134, 138, 150 en 155 met het oog op het bijwerken van bepalingen inzake:
- remsystemen van zware voertuigen ‑ de voorgestelde wijzigingen hebben tot doel het reglement aan te passen om de goedkeuring mogelijk te maken van voertuigen die zijn uitgerust met een geautomatiseerd rijsysteem en daarnaast over een handmatige rijmodus beschikken;
- remsystemen van personenvoertuigen ‑ de voorgestelde wijzigingen hebben tot doel het reglement aan te passen om de goedkeuring mogelijk te maken van voertuigen die zijn uitgerust met een geautomatiseerd rijsysteem en daarnaast over een handmatige rijmodus beschikken;
- veiligheidshelmen ‑ de voorgestelde wijzigingen hebben tot doel een alternatief (in de vorm van een starre simulator) voor de huidige testmethode (een vervormbare simulator) in te voeren, waarmee de constructie van de simulator wordt vereenvoudigd en de verificatie goedkoper wordt ten opzichte van de totale kosten van de tests;
- banden voor passagiersvoertuigen ‑ de voorgestelde wijzigingen maken het gebruik van andere technische meetoplossingen voor de totale breedte van de band mogelijk, waarmee ruimte wordt geboden voor technische innovaties;
- geluidsemissies van motorfietsen ‑ met de voorgestelde wijzigingen wordt de verwijzing naar de testbaan van ISO 10844 aangepast aan de actuele stand van de techniek;
- emissies van compressieontstekingsmotoren en elektrische-ontstekingsmotoren op lpg en cng ‑ de voorgestelde wijzigingen hebben tot doel het gebruik van waterstof als brandstof toe te staan bij de typegoedkeuring van de emissies van zware bedrijfsvoertuigen. Met deze wijziging wordt beoogd enkel monofuel waterstofmotoren in het reglement op te nemen;
- geluid van voertuigen van de categorieën M en N ‑ de voorgestelde wijzigingen bevatten correcties en verduidelijkingen met betrekking tot het bepalen van het vermogen, de kalibratie, temperatuurcorrectie en referentiegeluidsbeoordeling, op basis van de opgedane ervaringen sinds de laatste wijzigingen van dit reglement;
- luchtbanden voor bedrijfsvoertuigen en aanhangwagens daarvan — in de voorgestelde wijzigingen wordt gespecificeerd dat de maximale totale breedte van banden van band/velgconfiguratie A, een tolerantie van 4 % omvat. Bovendien wordt bijlage 9 in overeenstemming gebracht met bijlage 1, zodat de typegoedkeuringsinstanties het verband met de desbetreffende verslagen kunnen leggen;
- geluidsemissies van bromfietsen - met de voorgestelde wijzigingen wordt de verwijzing naar de testbaan van ISO 10844 aangepast aan de actuele stand van de techniek;
- remsysteem van motorfietsen - de voorgestelde wijzigingen hebben tot doel een onbedoelde discrepantie tussen de overgangsbepalingen voor de nieuwe wijzigingenreeks 06 van VN‑Reglement nr. 78 en de algemene richtsnoeren voor overgangsbepalingen in VN‑reglementen recht te zetten;
- stuurinrichting - de voorgestelde wijzigingen hebben tot doel de bepalingen voor de automatisch bediende stuurfunctie van categorie A voor op afstand bediend parkeren voor voertuigcombinaties te verduidelijken. In de huidige definitie is een maximale afstand van 6 m tot het motorvoertuig vastgesteld, hetgeen onvoldoende is in situaties waarin de bestuurder van achter de voertuigcombinatie toezicht houdt. Daarnaast heeft het voorstel tot doel het reglement aan te passen om de goedkeuring mogelijk te maken van voertuigen die zijn uitgerust met een geautomatiseerd rijsysteem en daarnaast over een handmatige rijmodus beschikken;
- emissies van voertuigen van de categorieën M1 en N1 ‑ de voorgestelde wijzigingen maken het mogelijk de wegbelastingwaarden te berekenen op basis van de waarden die zijn vastgesteld overeenkomstig Mondiaal Technisch Reglement nr. 15 van de VN (WLTP) en VN‑Reglement nr. 83 af te stemmen op VN‑Reglement nr. 154. Daarnaast hebben de voorgestelde wijzigingen tot doel correcties en verduidelijkingen in te voeren zodat voertuigen die overeenkomstig VN‑Reglement nr. 154 onder één “voertuigtype wat emissies betreft” vallen, nog steeds aan de voorschriften van dit reglement voldoen. Tot slot biedt het voorstel meer duidelijkheid met betrekking tot de vereisten in verband met de verschillende emissieletters EA, EB en EC;
- meting van het nettovermogen en het vermogen gedurende 30 minuten - de voorgestelde wijzigingen zijn bedoeld om bij het testen van het nettovermogen of het vermogen gedurende 30 minuten van elektrische aandrijvingen de vereisten voor de installatie van hulpapparatuur te verduidelijken en te actualiseren. Voorgesteld wordt de eis te schrappen dat de pomp en de thermostaat zich op de testbank in dezelfde relatieve positie bevinden als in het voertuig;
- uniforme bepalingen voor de goedkeuring van motoren voor landbouw- en bosbouwtrekkers en niet voor de weg bestemde mobiele machines wat de emissies van verontreinigende stoffen door de motor betreft - de voorgestelde wijzigingen hebben tot doel om typografische fouten te corrigeren en het gebruik van waterstof als brandstof toe te staan voor de goedkeuring van verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in landbouw- en bosbouwtrekkers en in niet voor de weg bestemde mobiele machines;
- voertuigen met elektrische aandrijflijn - met de voorgestelde wijzigingen wordt een etiketteringssysteem ingevoerd dat de noodhulpdiensten zal helpen te bepalen hoe zij bussen en vrachtwagens met elektrische aandrijving moeten benaderen in geval van brand, met name het REESS van het voertuig, of in geval van beschadiging van het REESS als gevolg van een ongeval;
- CO2‑emissies/brandstofverbruik - de voorgestelde wijzigingen maken een alternatief proces voor de verificatie van het elektriciteitsverbruik in het kader van de conformiteit van de productie mogelijk en wijzigen de eis met betrekking tot de lader en de meetmethode voor de REESS‑stroom voor een hybride elektrische aandrijflijn. Beide wijzigingen zijn in overeenstemming met de werkwijze en de procedures die reeds zijn opgenomen in wijzigingenreeks 02 van VN‑Reglement nr. 154;
- coverbanden voor personenauto’s en aanhangwagens daarvan - de voorgestelde wijzigingen verplaatsen de voorschriften voor de prestaties inzake grip op sneeuw van coverbanden van VN‑Reglement nr. 108 naar een nieuw specifiek VN-reglement inzake de typegoedkeuring van coverbanden van de klassen C1, C2 en C3 wat betreft hun prestaties op het gebied van grip op sneeuw en/of indeling als tractieband. Hiermee worden de moeilijkheden die de loopvlakvernieuwingsbedrijven en de typegoedkeuringsinstanties in de praktijk ondervinden met betrekking tot de goedkeuring van loopvlakvernieuwingsinrichtingen die “banden voor gebruik bij zware sneeuwval” produceren en de controle van de conformiteit van de productie van deze coverbanden, verholpen;
- coverbanden voor bedrijfsvoertuigen en aanhangwagens daarvan - de voorgestelde wijzigingen verplaatsen de voorschriften voor de prestaties inzake grip op sneeuw van coverbanden en de indeling ervan als tractieband van Reglement nr. 109 naar een nieuw specifiek VN‑reglement inzake de typegoedkeuring van coverbanden van de klassen C1, C2 en C3 wat betreft hun prestaties op het gebied van grip op sneeuw en/of indeling als tractieband. Hiermee worden de moeilijkheden die de loopvlakvernieuwingsbedrijven en de typegoedkeuringsinstanties in de praktijk ondervinden met betrekking tot de goedkeuring van loopvlakvernieuwingsinrichtingen die “banden voor gebruik bij zware sneeuwval” produceren en de controle van de conformiteit van de productie van deze coverbanden, verholpen;
- rolweerstand van banden, rolgeluid en natte grip - de voorgestelde wijzigingen verbeteren de reproduceerbaarheid van de testmethode voor grip op sneeuw door de huidige referentiebanden C3 SRTT’s 19,5 en 22,5 te vervangen door de nieuwe referentiebanden C3 SRTT’s 19,5 en 22,5. Naast een aantal redactionele wijzigingen wordt in veel punten de verwijzing naar ISO‑normen bijgewerkt en wordt een nieuwe temperatuurcorrectieformule voor de rolgeluidemissies van banden van de klassen C1 en C2 ingevoerd. Het voorstel bevat ook een nieuwe methode om de slijtage van C1‑banden te meten;
- uniforme voorschriften voor de goedkeuring van verbrandingsmotoren voor landbouw‑ en bosbouwtrekkers en niet voor de weg bestemde mobiele machines wat de emissies van verontreinigende stoffen door de motor betreft - de voorgestelde wijzigingen hebben tot doel om typografische fouten te corrigeren en het gebruik van waterstof als brandstof toe te staan voor de goedkeuring van verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in landbouw- en bosbouwtrekkers en in niet voor de weg bestemde mobiele machines, wat de meting van het nettovermogen, het nettokoppel en het specifieke brandstofverbruik betreft;
- betere kinderbeveiligingssystemen - de voorgestelde wijzigingen hebben tot doel om op de bank in de dynamische frontale test de installatie van een beschermingsinrichting voor de dummy met een universeel verhogingskussen mogelijk te maken zonder de nek van de dummy te beschadigen;
- motorvoertuigen op waterstof en brandstofcellen - de voorgestelde wijzigingen corrigeren verwijzingen die tijdens de omzetting van GTR 13, fase 1, in de oorspronkelijke wijzigingenreeks van VN‑Reglement nr. 134 zijn opgenomen en zijn overgenomen in wijzigingenreeks 01 van VN‑Reglement nr. 134;
- stille wegvoertuigen - de voorgestelde wijzigingen verkleinen de meetonzekerheden tijdens de meting van het geluidsniveau van een derde-octaafband en verkleinen de bestaande grijze gebieden in het kader van de afgifte van goedkeuringen. Bovendien wordt het gedrag van het akoestische voertuigwaarschuwingssysteem (AVAS) boven een voertuigsnelheid van 20 km/h en bij achteruitrijden bestreken, zodat een goede interactie wordt gewaarborgd tussen dit reglement en de voorschriften in andere reglementen op het gebied van het maximaal toelaatbare geluidsniveau in het snelheidsbereik van AVAS en de aanvullende bepalingen inzake geluidsemissie (ASEP) of aanvullende geluidsemissievoorschriften onder reële rijomstandigheden;
- retroflecterende voorzieningen - de voorgestelde wijzigingen stemmen de procedure af die moet worden gevolgd bij een oppervlaktereflectie op de retroflector wat betreft zowel de lichtsterktecoëfficiënt als de kleurmeting. Momenteel is de meetprocedure anders en dit kan ertoe leiden dat de kleurcoördinaten in verschillende laboratoria verschillend worden gemeten, en
- cyberveiligheids‑ en cyberbeveiligingsbeheersysteem - het voorstel strekt ertoe het toepassingsgebied van VN‑Reglement nr. 155 uit te breiden tot alle voertuigen van categorie L;
- een voorstel voor een nieuw VN‑reglement betreffende prestaties inzake grip op sneeuw en de indeling van tractiebanden voor coverbanden - met dit nieuwe voorgestelde VN‑reglement wordt getracht de moeilijkheden die de loopvlakvernieuwingsbedrijven en de typegoedkeuringsinstanties in de praktijk ondervinden met de bestaande vereisten inzake goedkeuring van loopvlakvernieuwingsinrichtingen die “banden voor gebruik bij zware sneeuwval” produceren en de controle van de conformiteit van de productie van deze coverbanden, te verhelpen. Dit voorstel gaat parallel met de voorstellen om de voorschriften voor de grip op sneeuw van coverbanden uit de VN‑Reglementen nrs. 108 en 109 te schrappen, en
- voorstellen tot wijziging van de Mondiale Technische Reglementen nrs. 9, 13, 21, 22 en 24 om bepalingen bij te werken op het gebied van:
- voetgangersveiligheid - de voorgestelde wijzigingen hebben betrekking op de ontwikkeling van testbepalingen voor voertuigen die zijn uitgerust met inzetbare systemen ter bescherming van voetgangers, met inbegrip van de randvoorwaarden, zonder dat de hoofd-botslichamen en de bijbehorende parameters voor tests op de bovenkant van de motorkap worden gewijzigd;
- motorvoertuigen op waterstof en brandstofcellen - de voorgestelde wijzigingen corrigeren redactionele fouten in de tekst van amendement 1 van Mondiaal Technisch Reglement nr. 13 van de VN;
- bepaling van het vermogen van elektrische voertuigen - de voorgestelde wijzigingen verbeteren de definities, de specificaties en introduceren een familieconcept en voorzien in een aanvullende methode voor de ISO‑testprocedure (TP1), om sterk geïntegreerde aandrijflijnen in aanmerking te kunnen nemen, waarbij gebruik wordt gemaakt van de verhouding tussen de verdeling van het vermogen tussen twee takken van de aandrijflijn, overeenkomstig de signalering aan boord;
- duurzaamheid van batterijen in geëlektrificeerde lichte voertuigen - met de voorgestelde wijzigingen worden vereisten ingevoerd voor de verificatie van de door de fabrikant gerapporteerde virtuele afstand, en
- laboratoriummeting van de rememissies van lichte voertuigen - met de voorgestelde wijzigingen wordt de procedure ingevoerd om voertuigspecifieke wrijvingsremcoëfficiënten vast te stellen voor gebruik met het mondiaal technisch reglement voor het meten van deeltjes bij slijtage van remmen en deeltjesaantalemissies van remmen die worden gebruikt op lichte voertuigen tot 3,5 ton.

WP.29 is voornemens over deze voorstellen te stemmen tijdens zijn vergadering van 25 tot en met 28 juni 2024.

Daarnaast moet het standpunt van de EU worden bepaald inzake:

- een voorstel voor wijziging 4 van Gemeenschappelijke Resolutie nr. 1 - met de voorgestelde wijzigingen worden specificaties ingevoerd voor de kwalificatie van modellen voor het menselijk lichaam voor het bepalen van het botsingsmoment voor het hoofd van voetgangers, als vereiste voor inzetbare systemen ter bescherming van voetgangers overeenkomstig de voorschriften van Mondiaal Technisch Reglement nr. 9 van de VN;
- een voorstel voor een wijziging van het interpretatiedocument voor VN‑Reglement nr. 155 - het voorstel heeft tot doel het interpretatiedocument in overeenstemming te brengen met het gelijktijdige voorstel tot wijziging van VN‑Reglement nr. 155, waarbij het toepassingsgebied van de verordening wordt uitgebreid tot alle voertuigen van categorie L;
- een voorstel voor richtsnoeren en aanbevelingen voor veiligheidseisen, beoordelingen en testmethoden voor systemen voor geautomatiseerd rijden, ter onderbouwing voor de ontwikkeling van de regelgeving, en

- een voorstel tot wijziging van de algemene richtsnoeren voor de regelgevingsprocedures van de Verenigde Naties en overgangsbepalingen in VN‑reglementen - het voorstel biedt verdere verduidelijking van de toepassing van overgangsbepalingen in VN‑reglementen.

De EU moet de bovengenoemde handelingen ondersteunen, aangezien zij in overeenstemming zijn met het internemarktbeleid van de Unie voor de automobielindustrie op het gebied van veiligheid, automatisering en emissies, alsook met het vervoers-, klimaat- en energiebeleid van de Unie.

Al deze handelingen hebben een zeer positief effect op het concurrentievermogen van de automobielindustrie in de EU en op de internationale handel. Door voor deze handelingen te stemmen zal technologische vooruitgang worden bevorderd, zullen schaalvoordelen worden geboden, zal versnippering van de interne markt worden voorkomen en zullen gelijke normen voor auto’s in de hele EU worden gewaarborgd.

Externe expertise is voor dit voorstel niet relevant. Het technisch comité motorvoertuigen heeft dit voorstel echter geëvalueerd.

4. RECHTSGRONDSLAG

4.1. Procedurele rechtsgrondslag

4.1.1. Beginselen

Artikel 218, lid 9, VWEU voorziet in de vaststelling door de Raad van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” vallen ook instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die een “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt”1.

4.1.2. Toepassing op het onderhavige geval

WP.29 is een orgaan waarin de overeenkomstsluitende partijen van de VN/ECE de uitvoering van de herziene overeenkomst van 1958 en de parallelle overeenkomst bespreken.

De door WP.29 vast te stellen handelingen zijn handelingen met rechtsgevolgen.

De VN‑reglementen in de beoogde handeling zullen voor de EU bindend zijn. Samen met de VN‑resolutie en de mondiale technische reglementen van de VN zullen zij een beslissende invloed kunnen hebben op de inhoud van de EU‑wetgeving op het gebied van typegoedkeuring van voertuigen.

De beoogde handelingen strekken niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2. Materiële rechtsgrondslag

3.

4.2.1. Beginselen


De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen.

Een beoogde handeling kan een tweeledige doelstelling hebben of bestaan uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is. In dit geval moet het op grond van artikel 218, lid 9, VWEU genomen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk op die grondslag die het hoofddoel of de overwegende doelstelling of component betreft.

4.

4.2.2. Toepassing op het onderhavige geval


De doelstelling en inhoud van de beoogde handeling bestaan in de eerste plaats in de onderlinge aanpassing van wettelijke bepalingen. De materiële rechtsgrondslag van het voorgestelde besluit is derhalve artikel 114 VWEU.

4.3. Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 114 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.