Toelichting bij COM(2024)229 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2024)229 - .
bron COM(2024)229
datum 03-06-2024
1. INLEIDING

Richtlijn 2009/128/EG1 voorziet in een gemeenschappelijk regelgevingskader om tot een duurzaam gebruik van pesticiden te komen, uitgaande van een op voorzorg en preventie gebaseerde benadering. Deze richtlijn werd in 2009 aangenomen en moest uiterlijk op 26 november 2011 in nationale wetgeving van de lidstaten zijn omgezet.

Bij deze richtlijn wordt een kader vastgesteld om de effecten van het pesticidengebruik op de menselijke gezondheid en het milieu te verminderen en het gebruik van geïntegreerde plaagbestrijding en alternatieve benaderingswijzen of technieken te bevorderen.

Krachtens de richtlijn is de Commissie bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen en verplicht om verslag uit te brengen aan de medewetgevers over de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheden waarin de richtlijn voorziet.

2. RECHTSGRONDSLAG

De opstelling van dit verslag is verplicht op grond van artikel 20 bis, lid 2, van Richtlijn 2009/128/EG. Overeenkomstig die bepaling wordt de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de daarin genoemde aangelegenheden aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 26 juli 2019 en moet de Commissie uiterlijk negen maanden vóór het einde van de termijn van vijf jaar een verslag over de bevoegdheidsdelegatie opstellen.

Zoals bepaald in artikel 20 bis, lid 2, is de Commissie bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen als bedoeld in artikel 5, lid 3, artikel 8, lid 7, artikel 14, lid 4, en artikel 15, lid 1, van Richtlijn 2009/128/EG.

In artikel 20 bis, lid 2, van die richtlijn is bepaald dat de bevoegdheidsdelegatie stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur wordt verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet, terwijl in artikel 20 bis, lid 3, is bepaald dat het Europees Parlement of de Raad de bevoegdheidsdelegatie bedoeld in artikel 5, lid 3, artikel 8, lid 7, artikel 14, lid 4, en artikel 15, lid 1, van Richtlijn nr. 2009/128/EG te allen tijde kan intrekken.

3. UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEIDSDELEGATIE

Tijdens de verslagperiode heeft de Commissie geen bevoegdheden uitgeoefend uit hoofde van artikel 5, lid 3, artikel 8, lid 7, artikel 14, lid 4, en artikel 15, lid 1, als bedoeld in artikel 20 bis, lid 2, van Richtlijn 2009/128/EG. Deze periode viel samen met de voorbereiding van en de onderhandelingen over een voorstel voor een verordening inzake het duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen2. Op het moment dat dit verslag moest worden ingediend, kon de Commissie geen definitieve conclusies trekken over de vraag of de gedelegeerde bevoegdheden uit hoofde van Richtlijn 2009/128/EG moeten worden verlengd, aangezien dit niet nodig zou zijn geweest indien de richtlijn was ingetrokken.

Op 27 maart 2024 heeft de Commissie de intrekking van het voorstel goedgekeurd, en is het voorstel opgenomen op de lijst van ingetrokken voorstellen die op 6 mei 2024 is bekendgemaakt3.


4. CONCLUSIE

Met dit verslag voldoet de Commissie aan haar rapportageverplichting uit hoofde van artikel 20 bis, lid 2, van Richtlijn 2009/128/EG. De uitvoering van Richtlijn 2009/128/EG vordert en de wetenschappelijke en technische vooruitgang blijft zich ontwikkelen, waardoor in de toekomst verdere gedelegeerde handelingen moeten worden vastgesteld om het rechtskader actueel te houden. De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad kennis te nemen van dit verslag.

1 Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 71, ELI: data.europa.eu/eli/dir/2009/128/oj).

2 COM(2022) 305 final.

3 Intrekking van voorstellen van de Commissie (PB C, C/2024/3117, 6.5.2024, ELI: data.europa.eu/eli/C/2024/3117/oj).

NL NL