Toelichting bij COM(2024)607 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2024)607 - .
bron COM(2024)607
datum 19-06-2024
Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

inzake het economisch, sociaal, werkgelegenheids-, structuur- en begrotingsbeleid van Ierland

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EU) 2024/1263 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2024 betreffende de doeltreffende coördinatie van het economisch beleid en betreffende het multilaterale begrotingstoezicht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad1, en met name artikel 3, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

1.

Overwegende hetgeen volgt:


De REPowerEU-verordening2, die op 27 februari 2023 is vastgesteld, heeft tot doel de EU geleidelijk onafhankelijker te maken van de invoer van Russische fossiele brandstoffen. Dit zou moeten bijdragen tot energiezekerheid en de diversificatie van de energievoorziening van de EU en tegelijkertijd het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, de opslagcapaciteit voor energie en de energie-efficiëntie vergroten. Ierland heeft een nieuw REPowerEU-hoofdstuk toegevoegd aan zijn nationale herstel- en veerkrachtplan om belangrijke hervormingen en investeringen te financieren die de REPowerEU-doelstellingen helpen verwezenlijken.

Op 16 maart 2023 heeft de Commissie een mededeling gepubliceerd met de titel “Concurrentievermogen van de EU op lange termijn: blik op de periode na 2030”3, als basis voor beleidsbeslissingen en met als doel te werken aan een groeibevorderend regelgevingskader. De mededeling schetst het concurrentievermogen rond negen elkaar versterkende aanjagers. Deze aanjagers zijn onder meer de toegang tot particulier kapitaal, onderzoek en innovatie, onderwijs en vaardigheden, en de eengemaakte markt als de belangrijkste beleidsprioriteiten voor hervormingen en investeringen om de huidige productiviteitsuitdagingen aan te pakken en het concurrentievermogen van de EU en haar lidstaten op lange termijn op te bouwen. Na deze mededeling kwam de Commissie op 14 februari 2024 met het jaarverslag over de eengemaakte markt en het concurrentievermogen4. In het verslag worden de sterke en zwakke punten van de eengemaakte markt van Europa op het gebied van het concurrentievermogen beschreven. De ontwikkelingen van het jaar worden gevolgd aan de hand van de negen aanjagers van het concurrentievermogen.

Op 21 november 2023 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse duurzamegroeianalyse 20245 en daarmee de aanzet gegeven tot de cyclus 2024 van het Europees Semester voor coördinatie van het economisch beleid. De Europese Raad heeft op 22 maart 2024 zijn goedkeuring gehecht aan de prioriteiten van de analyse rond de vier dimensies van concurrerende duurzaamheid. Op 21 november 2023 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook het waarschuwingsmechanismeverslag 2024 aangenomen, waarin zij Ierland niet heeft genoemd als een van de lidstaten die mogelijk door onevenwichtigheden is geraakt of het risico loopt daardoor geraakt te worden, en waarvoor een diepgaande evaluatie nodig zou zijn. Op dezelfde datum heeft de Commissie ook een advies goedgekeurd over het ontwerpbegrotingsplan 2024 van Ierland. De Commissie heeft ook een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone goedgekeurd, die de Raad op 12 april 2024 heeft aangenomen, alsook het voorstel voor het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid 2024 waarin de uitvoering van de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten wordt geanalyseerd, dat de Raad op 11 maart 2024 heeft aangenomen.

Op 30 april 2024 is het nieuwe EU-kader voor economische governance in werking getreden. Het kader omvat de nieuwe Verordening (EU) 2024/1263 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de doeltreffende coördinatie van het economisch beleid en het multilaterale begrotingstoezicht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad. Het bevat ook de gewijzigde Verordening (EG) nr. 1467/97 over de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten en de gewijzigde Richtlijn 2011/85/EU over de begrotingskaders van de lidstaten6. Het nieuwe kader beoogt het houdbaarder maken van de overheidsschuld en duurzame en inclusieve groei door middel van geleidelijke begrotingsconsolidatie en hervormingen en investeringen. Het bevordert de nationale verantwoordelijkheid en heeft een grotere focus op de middellange termijn, in combinatie met een meer doeltreffende en coherentere handhaving. Elke lidstaat moet bij de Raad en de Commissie een nationaal budgettair-structureel plan voor de middellange termijn indienen. De nationale budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn bevatten de budgettaire, hervormings- en investeringsverbintenissen van een lidstaat, die een planningsperiode van vier of vijf jaar bestrijken, afhankelijk van de normale duur van de nationale zittingsperiode. Het netto-uitgaventraject7 in de nationale budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn moet voldoen aan de vereisten van Verordening (EU) 2024/1263, met inbegrip van de vereisten om de overheidsschuld uiterlijk aan het einde van de aanpassingsperiode op een plausibel neerwaarts pad te brengen of te houden, of om op een prudent niveau onder 60 % van het bbp te blijven, en om het overheidstekort op middellange termijn onder de referentiewaarde van 3 % van het bbp te brengen en/of te handhaven. Wanneer een lidstaat zich overeenkomstig de criteria van Verordening (EU) 2024/1263 verbindt tot een relevante reeks hervormingen en investeringen, kan de aanpassingsperiode met ten hoogste drie jaar worden verlengd. Ter ondersteuning van de voorbereiding van die plannen moet de Commissie de lidstaten op [21 juni] 2024 richtsnoeren verstrekken over de inhoud van de plannen en de daaropvolgende jaarlijkse voortgangsverslagen die zij moeten indienen, en zal zij hun overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) 2024/1263 technische richtsnoeren over de begrotingsaanpassingen toezenden (referentietrajecten en technische informatie indien van toepassing). Lidstaten moeten hun budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn uiterlijk op 20 september 2024 indienen, tenzij de lidstaat en de Commissie een redelijke verlenging van de termijn overeenkomen. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat hun nationale parlementen hierbij worden betrokken en dat onafhankelijke begrotingsinstellingen, sociale partners en andere nationale belanghebbenden worden geraadpleegd, naargelang het geval.

In 2024 blijft het Europees Semester voor coördinatie van het economisch beleid evolueren in overeenstemming met de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. De volledige uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen blijft essentieel voor de verwezenlijking van de beleidsprioriteiten in het kader van het Europees Semester, aangezien de plannen daadwerkelijk helpen bij het aanpakken van alle of een aanzienlijk deel van de problemen die zijn aangehaald in de relevante landspecifieke aanbevelingen die in de afgelopen jaren zijn gedaan. De landspecifieke aanbevelingen 2019, 2020, 2022 en 2023 blijven ook relevant voor herstel- en veerkrachtplannen die worden herzien, bijgewerkt of gewijzigd overeenkomstig de artikelen 14, 18 en 21 van Verordening (EU) 2021/241.

Op 28 mei 2021 heeft Ierland zijn nationale herstel- en veerkrachtplan bij de Commissie ingediend, overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241. Krachtens artikel 19 van Verordening (EU) 2021/241 heeft de Commissie de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het herstel- en veerkrachtplan beoordeeld overeenkomstig de beoordelingsrichtsnoeren van bijlage V bij die verordening. Op 8 september 2021 heeft de Raad zijn besluit betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Ierland aangenomen8, dat werd gewijzigd op 8 december 2023 overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 om de maximale financiële bijdrage voor niet-terugbetaalbare financiële steun bij te werken. De vrijgave van tranches is afhankelijk van een besluit van de Commissie overeenkomstig artikel 24, lid 5, van Verordening (EU) 2021/241 houdende dat Ierland de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen die in het uitvoeringsbesluit van de Raad zijn vastgelegd, op bevredigende wijze heeft verwezenlijkt. Onder bevredigende verwezenlijking wordt begrepen dat de verwezenlijking van eerdere mijlpalen en streefdoelen niet is teruggedraaid.

Ierland heeft op 30 april 2024 zijn nationaal hervormingsprogramma 2024 ingediend, en op 10 mei 2024 zijn stabiliteitsprogramma 2024, overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1466/97. Overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EU) 2021/241 weerspiegelt het nationale hervormingsprogramma 2024 ook de halfjaarlijkse verslaglegging van Ierland over de vorderingen bij de verwezenlijking van zijn herstel- en veerkrachtplan.

De Commissie heeft op 19 juni 2024 het landverslag 2024 voor Ierland9 gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Ierland heeft geboekt bij de uitvoering van de desbetreffende landspecifieke aanbevelingen die de Raad tussen 2019 en 2023 heeft aangenomen en werd de balans opgemaakt van de uitvoering door Ierland van het herstel- en veerkrachtplan. Op basis van deze analyse werden in het landverslag lacunes vastgesteld met betrekking tot de uitdagingen die niet of slechts gedeeltelijk worden aangepakt in het herstel- en veerkrachtplan, alsook nieuwe en opkomende uitdagingen. Ook werd de vooruitgang beoordeeld die Ierland heeft geboekt bij de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten en bij de verwezenlijking van de kerndoelen van de EU inzake werkgelegenheid, vaardigheden en armoedebestrijding, alsook bij de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN.

Volgens door Eurostat gevalideerde gegevens10 bleef het overheidsoverschot van Ierland stabiel op 1,7 % van het bbp in 2023, terwijl de overheidsschuld van 44,4 % van het bbp eind 2022 afnam tot 43,7 % eind 2023.

Op 12 juli 2022 heeft de Raad aanbevolen11 dat Ierland actie onderneemt om er in 2023 voor te zorgen dat de groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven in overeenstemming is met een algemeen neutrale beleidskoers12, rekening houdend met de aanhoudende tijdelijke en gerichte steun aan huishoudens en bedrijven die het kwetsbaarst zijn voor stijgingen van de energieprijzen, en aan mensen die Oekraïne ontvluchten. Tegelijkertijd werd Ierland aanbevolen klaar te staan om de lopende uitgaven aan te passen aan de veranderende situatie. Ierland werd ook aanbevolen de overheidsinvesteringen voor de groene en de digitale transitie en voor energiezekerheid uit te breiden, met inachtneming van het REPowerEU-initiatief, onder meer door gebruik te maken van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere fondsen van de Unie. Volgens ramingen van de Commissie was de begrotingskoers13 in 2023 expansief, met 0,9 % van het bbp, tegen een achtergrond van hoge inflatie. De groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven (ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde) in 2023 leverde een expansieve bijdrage aan de begrotingskoers van 0,8 % van het bbp. Daarin is meegerekend de afname van de kosten van de gerichte noodsteunmaatregelen voor huishoudens en bedrijven die het kwetsbaarst zijn voor energieprijsstijgingen (0,1 % van het bbp). Dit omvat ook hogere kosten voor het bieden van tijdelijke bescherming aan ontheemden uit Oekraïne (ten belope van 0,1 % van het bbp). De expansieve bijdrage van nationaal gefinancierde netto primaire lopende uitgaven in 2023 was dus niet het gevolg van de gerichte noodsteun aan huishoudens en bedrijven die het kwetsbaarst zijn voor energieprijsstijgingen, en slechts deels het gevolg van steun aan mensen die Oekraïne ontvluchten. De expansieve groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven (ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde) was ook het gevolg van permanente stijgingen van de lonen in de overheidssector en van de sociale uitkeringen en hogere uitgaven voor gezondheidszorg. Samengevat was de groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven in 2023 niet in overeenstemming met de aanbeveling van de Raad. In 2023 bedroegen de met subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen gefinancierde uitgaven 0,1 % van het bbp. De nationaal gefinancierde investeringen bedroegen 2,3 % van het bbp in 2023, een stijging van 0,2 procentpunt ten opzichte van 2022. Ierland financierde aanvullende investeringen via de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen. Ierland heeft overheidsinvesteringen gedaan in de groene en de digitale transitie en in energiezekerheid, zoals de elektrificatie van regionale spoorlijnen en een programma om scholen te voorzien van digitale infrastructuur, die gedeeltelijk worden gefinancierd door de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen.

De belangrijkste prognoses van het stabiliteitsprogramma 2024 kunnen als volgt worden samengevat. Het macro-economische scenario dat aan de begrotingsprognoses ten grondslag ligt, gaat uit van een reële bbp-groei van 2,6 % in 2024 en 3,9 % in 2025, terwijl wordt uitgegaan van een GICP-inflatie van 2,1 % in zowel 2024 als 2025. Het overheidsoverschot neemt af tot 1,6 % van het bbp in 2024 en stijgt tot 1,7 % van het bbp in 2025, terwijl de overheidsschuldquote afneemt tot 41,5 % eind 2024 en 39,5 % eind 2025. Het overheidsoverschot neemt na 2025 af tot 1,5 % van het bbp in 2026, en neemt toe tot 1,7 % in 2027. Het overheidssaldo blijft dus gedurende de looptijd van het programma onder de referentiewaarde van 3 % van het bbp. Op zijn beurt daalt de overheidsschuldquote na 2025 geleidelijk tot 37,8 % in 2026 en 36,7 % in 2027.

Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie neemt het reële bbp toe met 1,2 % in 2024 en 3,6 % in 2025 en komt de GICP-inflatie uit op 1,9 % in 2024 en 1,8 % in 2025.

Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zal het overheidsoverschot in 2024 1,3 % van het bbp bedragen, terwijl de overheidsschuldquote tegen eind 2024 zal dalen tot 42,5 %. De lagere overschotten zijn het gevolg van een voorzichtige aanpak in verband met de mogelijk aanhoudende sterke uitgavengroei in 2024 en 2025. De daling van de schuldquote in 2024 is voornamelijk het gevolg van het overheidsoverschot en zou sterker zijn als er geen aanzienlijke stock-flow adjustments waren. Op basis van de ramingen van de Commissie is de begrotingskoers in 2024 grotendeels neutraal (-0,1 % van het bbp).

Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zullen in 2024 uitgaven ten belope van minder dan 0,1 % van het bbp worden gefinancierd met niet-terugbetaalbare steun (“subsidies”) uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit, net zoals in 2023. Met subsidies van de herstel- en veerkrachtfaciliteit gefinancierde uitgaven zullen hoogwaardige investeringen en productiviteitsverhogende hervormingen mogelijk maken zonder rechtstreekse gevolgen voor het overheidssaldo en de overheidsschuld van Ierland.

Op 14 juli 2023 heeft de Raad Ierland aanbevolen14 in 2024 een gezonde begrotingssituatie te handhaven. De lidstaten is verzocht er bij het uitvoeren van hun begroting 2023 en het opstellen van hun ontwerpbegrotingsplannen voor 2024 rekening mee te houden dat de Commissie aan de Raad zou voorstellen om buitensporigtekortprocedures in te stellen op basis van de begrotingsresultaten voor 2023. Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie bedraagt het structurele saldo van Ierland 1,8 % van het bbp in 2024, tegenover 1,0 % in 2023, zodat het boven het niveau blijft van de begrotingsdoelstelling van het land op middellange termijn (MTD) van een structureel saldo van -0,5 % van het bbp. Dit is in overeenstemming met wat de Raad heeft aanbevolen.

Voorts heeft de Raad Ierland aanbevolen maatregelen te nemen om de van kracht zijnde noodsteunmaatregelen voor energie zo snel mogelijk af te bouwen in 2023 en 2024. De Raad heeft verder aangegeven dat indien nieuwe energieprijsstijgingen zouden nopen tot nieuwe of voortgezette steunmaatregelen, Ierland ervoor moet zorgen dat deze gericht zijn op de bescherming van kwetsbare huishoudens en bedrijven, budgettair haalbaar zijn en stimulansen voor energiebesparing behouden. Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie bedragen de netto begrotingskosten15 van de noodsteunmaatregelen voor energie naar raming 0,4 % van het bbp in 2023, 0,1 % in 2024 en 0,0 % in 2025. De noodsteunmaatregelen voor energie worden in de prognoses zo snel mogelijk afgebouwd in 2023 en 2024. Dit is in overeenstemming met wat de Raad heeft aanbevolen.

Daarnaast heeft de Raad Ierland ook aanbevolen nationaal gefinancierde overheidsinvesteringen in stand te houden en te zorgen voor een doeltreffende absorptie van subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen, met name om de groene en de digitale transitie te bevorderen. Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie nemen de nationaal gefinancierde overheidsinvesteringen toe tot 2,5 % van het bbp in 2024 (tegenover 2,3 % van het bbp in 2023). Dit is in overeenstemming met wat de Raad heeft aanbevolen. De overheidsuitgaven die worden gefinancierd met inkomsten uit EU-fondsen, met inbegrip van subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit, blijven stabiel op 0,1 % van het bbp in 2024.

Op basis van de beleidsmaatregelen die op de afsluitdatum van de voorjaarsprognose 2024 van de Commissie bekend waren en de aanname van ongewijzigd beleid, wordt in 2025 een overheidsoverschot van 1,2 % van het bbp verwacht. De overheidsschuldquote daalt volgens het plan tot 41,3 % eind 2025. De daling van de schuldquote in 2025 is voornamelijk het gevolg van het overheidsoverschot en zou sterker zijn als er geen aanzienlijke stock-flow adjustments waren.

(19) Er bestaat bezorgdheid over het effect van de kosteneffectiviteit van het gezondheidszorgstelsel op de houdbaarheid van de begroting. Ierland is het enige EU-land zonder universele eerstelijnszorg, waardoor ziekenhuizen meer onder druk staan. De vergrijzing van de bevolking zet naar verwachting het gezondheidszorgstelsel onder druk: aangenomen wordt dat de overheidsuitgaven voor gezondheidszorg in Ierland tegen 2070 zullen stijgen met 1,5 procentpunt van het bbp – ruim boven de verwachte stijging van 0,4 procentpunt voor de EU.

Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt b), van en criterium 2.2 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241 bevat het herstel- en veerkrachtplan een uitgebreide reeks elkaar versterkende hervormingen en investeringen die uiterlijk in 2026 moeten zijn uitgevoerd. Daarvan wordt verwacht dat zij helpen bij het doeltreffend aanpakken van alle of een aanzienlijk deel van de uitdagingen die in de desbetreffende landspecifieke aanbevelingen (LSA’s) zijn vastgesteld. Om het concurrentievermogen van Ierland op lange termijn te stimuleren door middel van de groene en de digitale transitie, en tegelijk sociale rechtvaardigheid te waarborgen, is het van essentieel belang om binnen deze krappe termijn snel werk te maken van de doeltreffende uitvoering van het plan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk zodra dat is goedgekeurd. Om de verbintenissen van het plan uiterlijk in augustus 2026 na te komen, is het voor Ierland cruciaal de hervormingen voort te zetten en de investeringen te versnellen door nieuwe vertragingen aan te pakken en tegelijk te zorgen voor een sterke bestuurlijke capaciteit. Dit omvat de tijdige indiening van de komende betalingsverzoeken. De systematische betrokkenheid van lokale en regionale autoriteiten, sociale partners, het maatschappelijk middenveld en andere relevante belanghebbenden blijft belangrijk om te zorgen voor een breed draagvlak voor de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan.

In het kader van de tussentijdse evaluatie van de cohesiebeleidsfondsen moet Ierland overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) 2021/1060 elk programma uiterlijk in maart 2025 toetsen aan onder meer de uitdagingen zoals benoemd in de landspecifieke aanbevelingen 2024, en met zijn nationale energie- en klimaatplan. Deze toetsing vormt de basis voor de definitieve toewijzing van de EU-financiering die in elk programma is opgenomen. Ierland heeft vooruitgang geboekt met de uitvoering van het cohesiebeleid en de Europese pijler van sociale rechten, maar er zijn nog een aantal problemen. In Ierland is nog steeds sprake van belangrijke economische en sociale verschillen tussen grootstedelijke gebieden en andere gebieden in het land, met name in de regio Noord-West. Er zijn aanzienlijke tekortkomingen op het vlak van integratie op de arbeidsmarkt van kansarme groepen, die te kampen hebben met een onevenredig hoog risico op armoede en sociale uitsluiting. Hoewel de in de programma’s overeengekomen prioriteiten relevant blijven, is het belangrijk dat de uitvoering ervan wordt versneld. De doelstelling om innovatie-ecosystemen op regionaal niveau te versterken, is nog steeds van belang. Hieronder valt ook het doel om de innovatiekloof tussen de regio Noord-West en de twee andere regio’s te verkleinen. Het blijft belangrijk de toegang tot sociale diensten te vergemakkelijken en gerichte maatregelen op het gebied van vaardigheden te ontwikkelen voor de meest kansarme groepen om tekorten aan arbeidskrachten, armoede en sociale uitsluiting aan te pakken. Ierland kan het platform voor strategische technologieën voor Europa benutten om investeringen in digitalisering en digitale transformatie in kleine en middelgrote ondernemingen en onderzoek naar schone-energietechnologieën te stimuleren, in overeenstemming met de strategie voor slimme specialisatie, de “Vision of Ireland’s Industry 4.0 Strategy 2020-2025” en de oprichting van Future Manufacturing Ireland.

Naast de economische en sociale problemen die in het herstel- en veerkrachtplan en via andere EU-fondsen worden aangepakt, wordt Ierland geconfronteerd met diverse problemen in verband met de drinkwatervoorziening, de behandeling van afvalwater en het afvalbeheersysteem. Daarnaast blijven er problemen bestaan met betrekking tot het elektriciteitssysteem, energie-infrastructuur en slimme-netwerktechnologieën, en energie-efficiëntie.

Er is nog steeds sprake van aanzienlijke tekortkomingen in de sectoren water en afvalwater die van invloed zijn op de waterkwaliteit, die worden verergerd door aanhoudend hoge lekkagepercentages in het waterleidingsysteem. Ierland presteert ondermaats wat betreft de normen van de richtlijn stedelijk afvalwater, aangezien een significante hoeveelheid stedelijk afvalwater nog altijd niet wordt behandeld of opgevangen, grotendeels als gevolg van verouderde infrastructuur. Een aanzienlijk deel van de Ierse bevolking is nog niet aangesloten op ten minste secundair afvalwater. Wateronttrekking en veranderingen in waterlichamen worden onvoldoende gecontroleerd wegens gebrek aan een passend wettelijk kader. Het ontbreken van adequate infrastructuur voor de drinkwatervoorziening en voor de opvang en behandeling van afvalwater kan de bouw van woningen of de industrie in bepaalde gebieden belemmeren, waardoor het concurrentievermogen wordt aangetast.

Het Ierse energiesysteem bleef in 2023 tekenen van kwetsbaarheid vertonen, omdat de detailhandelsprijzen voor elektriciteit hoger bleven dan het EU-gemiddelde. In de tweede helft van 2023 waren de elektriciteitsprijzen voor huishoudelijke verbruikers in Ierland de hoogste in de EU, en deze prijzen zijn nog altijd hoog. Ierland heeft ambitieuze streefcijfers vastgesteld voor het aandeel hernieuwbare elektriciteitsproductie en is begonnen met de uitrol van aanvullende hernieuwbare energiebronnen, waardoor het elektriciteitssysteem onder druk komt te staan door grotere volumes variabele opwekking. Er is behoefte aan extra netcapaciteit op zowel transmissie- als distributieniveau, inclusief nieuwe grensoverschrijdende projecten. Doordat er onvoldoende netcapaciteit is, wordt ook het concurrentievermogen aangetast, met name als het gaat om het aantrekken en behouden van bedrijven. Capaciteitsknelpunten leiden bovendien tot hogere productiekosten, hetgeen bedrijven kan ontmoedigen. De nationale regelgevende instantie is belast met het opstellen van een plan voor flexibiliteit aan de vraagzijde, zodat het Ierse energiesysteem efficiënt kan werken met een groot aandeel hernieuwbare elektriciteit. Flexibiliteit aan de vraagzijde en significante verbeteringen van de transmissie-, distributie- en opslaginfrastructuur zijn van cruciaal belang om Ierland in staat te stellen het streefcijfer van 80 % hernieuwbare elektriciteit – zoals vastgesteld in zijn klimaatactieplan – te halen, de inperking van de huidige opwekking van hernieuwbare energie te verminderen en de geplande 5 GW aan offshore-windenergie tegen 2030 te integreren. Verdere maatregelen ter bevordering van flexibiliteit aan de vraagzijde en de deelname van consumenten aan decentrale energieproductie zijn nodig om de consument een sterkere positie te geven en tegelijk het energiesysteem flexibeler te maken. Dit omvat de deelname van consumenten aan balancerings- en flexibiliteitsdiensten.

Ondanks de geboekte vooruitgang bij de uitvoering van initiatieven ter verbetering van de energie-efficiëntie, zijn er nog altijd verdere maatregelen nodig om het energieverbruik te verminderen en het gebouwenbestand koolstofvrij te maken, met name energieverbeteringen in woningen, aanpassingen in bestaande woningen en een versnelde overgang naar duurzame verwarming. Ierland is er nog steeds niet in geslaagd het energieverbruik te beteugelen; volgens het Ierse verslag over de nationale energieprognoses zal dat tussen nu en 2030 toenemen en de sectorale emissieplafonds voor de sector bebouwde omgeving overschrijden. Hoewel het werkelijke aantal diepgaande renovaties in bestaande gebouwen beperkt blijft, is Ierland begonnen met de uitvoering van de ambitieuze doelstellingen van zijn klimaatactieplan. In de staatsbegroting 2024 is meer dan 400 miljoen EUR toegewezen aan energie-efficiëntie in gebouwen. De uitvoering van de uitgebreide energiebesparingsprogramma’s voor de overheidssector kan de energieprestaties van het openbare gebouwenbestand verbeteren. Er zijn ook verdere inspanningen nodig om het energieverbruik in de vervoerssector en de industrie aan te pakken door regionale spoorlijnen verder te elektrificeren en systemen voor energiemonitoring en -controle te bevorderen.

Aangezien de economieën van de lidstaten van de eurozone in hoge mate met elkaar zijn verweven en zij collectief bijdragen tot de werking van de economische en monetaire unie, heeft de Raad in 2024 de lidstaten van de eurozone aanbevolen actie te ondernemen, onder meer via hun herstel- en veerkrachtplannen, teneinde uitvoering te geven aan de aanbeveling over het economisch beleid van de eurozone. Voor Ierland dragen de aanbevelingen 1, 2, 3 en 4 bij tot de uitvoering van de eerste, tweede en vierde aanbeveling voor de eurozone,

2.

BEVEELT AAN dat Ierland in 2024 en 2025 de volgende actie onderneemt:


1. het budgettair-structurele plan voor de middellange termijn tijdig in te dienen; de verwachte toename van leeftijdsgerelateerde uitgaven aan te pakken door het gezondheidszorgsysteem kosteneffectiever te maken;

2. beginnende vertragingen aan te pakken om een voortdurende, snelle en doeltreffende uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan mogelijk te maken, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk zodra dat is goedgekeurd, en ervoor te zorgen dat de hervormingen en investeringen uiterlijk in augustus 2026 worden voltooid; de uitvoering van de cohesiebeleidsprogramma’s te versnellen; in het kader van de tussentijdse evaluatie daarvan gericht te blijven op de overeengekomen prioriteiten, daarbij de mogelijkheden die het platform voor strategische technologieën voor Europa biedt om het concurrentievermogen te verbeteren, in overweging nemend;

3. meer te investeren in drinkwater- en afvalwaterinfrastructuur om de waterkwaliteit te verbeteren en lekkages te verminderen;

4. de inspanningen ter verbetering van de flexibiliteit van het elektriciteitssysteem op te voeren en de netcapaciteit te moderniseren en uit te breiden; een strategie ter bevordering van vraagsturing te ontwikkelen en uit te voeren en de planning en vergunningverlening voor opslagfaciliteiten en netaansluitingen te stroomlijnen; de inspanningen ter verbetering van de energieprestaties van particuliere gebouwen op te voeren om de energierekeningen en de kosten van het energiesysteem te verlagen.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

1Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad, waarbij de herstel- en veerkrachtfaciliteit werd ingesteld, is op 19 februari 2021 in werking getreden. De herstel- en veerkrachtfaciliteit biedt de lidstaten financiële ondersteuning voor de uitvoering van hervormingen en investeringen, die worden gerealiseerd met budgettaire stimulansen door de EU. In overeenstemming met de prioriteiten van het Europees Semester draagt zij bij tot het economisch en sociaal herstel en de uitvoering van duurzame hervormingen en investeringen, met name om de groene en de digitale transitie te bevorderen en de economieën van de lidstaten veerkrachtiger te maken. Zij helpt ook de overheidsfinanciën te versterken en de groei en werkgelegenheid op middellange en lange termijn te stimuleren, de territoriale cohesie binnen de EU te verbeteren en de verdere uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten te ondersteunen.

2Verordening (EU) 2023/435 van het Europees Parlement en de Raad van 27 februari 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2021/241 wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1303/2013, (EU) 2021/1060 en (EU) 2021/1755 en Richtlijn 2003/87/EG (PB L 63 van 28.2.2023, blz.

1), data.europa.eu/eli/reg/2023/435/oj.

3COM(2023) 168 final.

4COM(2024) 77 final.

5COM(2023) 901 final.

6Verordening (EU) 2024/1264 van de Raad van 29 april 2024 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/97 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L, 2024/1264, 30.4.2024, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2024/1264/oj) en Richtlijn (EU) 2024/1265 van de Raad van 29 april 2024 tot wijziging van Richtlijn 2011/85/EU tot vaststelling van voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten (PB L, 2024/1265, 30.4.2024, ELI: data.europa.eu/eli/dir/2024/1265/oj).

7Netto-uitgaven zoals gedefinieerd in artikel 2 van Verordening (EU) 2024/1263 van de Raad van 29 april 2024 (PB L 2024/1263, 30.4.2024, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2024/1263/oj). Netto-uitgaven zijn de overheidsuitgaven ongerekend i) rente-uitgaven, ii) discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde, iii) uitgaven voor programma’s van de Unie die volledig met inkomsten uit Uniefondsen worden gefinancierd, iv) nationale uitgaven voor medefinanciering van door de Unie gefinancierde programma’s, v) cyclische elementen van de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen en vi) eenmalige en andere tijdelijke maatregelen.

8Uitvoeringsbesluit van de Raad van 8 december 2023 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Ierland (15965/2023).

9SWD(2024) 607 final.

10Eurostat-Euro Indicators, 22.4.2024

11Aanbeveling van de Raad van 12 juli 2022 over het nationale hervormingsprogramma 2022 van Ierland en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2022 van Ierland, PB C 334 van 1.9.2022, blz. 52.

12Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie bedraagt de potentiële-outputgroei op middellange termijn van Ierland in 2023, die wordt gebruikt als maatstaf voor de begrotingskoers, nominaal 9,2 %, op basis van de gemiddelde reële potentiële groei over tien jaar en de bbp-deflator van 2023.

13De begrotingskoers wordt afgemeten aan de jaarlijkse verandering in de onderliggende begrotingssituatie van de overheid. Op basis daarvan wordt de economische impuls beoordeeld die uitgaat van het begrotingsbeleid – zowel het op nationaal niveau gefinancierde beleid als het beleid dat uit de EU-begroting wordt gefinancierd. De begrotingskoers wordt gemeten als het verschil tussen i) de potentiële groei op middellange termijn en ii) de verandering in de primaire uitgaven ongerekend de discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde (en exclusief de tijdelijke COVID-19-crisismaatregelen), maar met inbegrip van uitgaven gefinancierd met niet-terugvorderbare steun (subsidies) uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen.

14Aanbeveling van de Raad van 14 juli 2023 over het nationale hervormingsprogramma 2023 van Ierland en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2023 van Ierland, PB C 312 van 1.9.2023, blz. 58.

15Aanbeveling van de Raad van 14 juli 2023 over het nationale hervormingsprogramma 2023 van Ierland en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2023 van Ierland, PB C 312 van 1.9.2023, blz. 58.

NL NL