Toelichting bij COM(2024)295 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2024)295 - .
bron COM(2024)295
datum 12-07-2024
1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De Commissie stelt voor om te onderhandelen over een nieuw protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij met de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe1 dat voldoet aan de behoeften van de vloot van de Unie en in overeenstemming is met Verordening (EU) nr. 1380/20132 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). De Commissie is van mening dat de huidige partnerschapsovereenkomst inzake visserij van 2007 van toepassing zou kunnen blijven en zou kunnen worden uitgevoerd door middel van een eventueel nieuw protocol dat de nodige aanpassingen bevat om aan Verordening (EU) nr. 1380/2013 te voldoen. Daarmee zou de continuïteit van de betrekkingen met dit land gewaarborgd zijn. Indien de partner echter in het kader van de onderhandelingen over een nieuw protocol zou verlangen dat de overeenkomst zelf wordt gewijzigd of dat over een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij wordt onderhandeld, dan zou dat mogelijk moeten zijn.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

De huidige partnerschapsovereenkomst inzake visserij (POV) tussen de Europese Unie en Sao Tomé en Principe werd op 30 oktober 2007 ondertekend en trad op 29 augustus 2011 in werking. Het vigerende vijfjarige uitvoeringsprotocol3 bij de POV werd op 19 december 2019 van toepassing en verstrijkt op 18 december 2024. In dat protocol zijn de vangstmogelijkheden voor de vloot van de Unie en de overeenkomstige financiële tegenprestatie van de Unie en de reders vastgelegd. De jaarlijkse financiële tegenprestatie van de Unie voor Sao Tomé en Principe bedraagt voor het laatste toepassingsjaar 840 000 EUR, waarvan 440 000 EUR bestemd is voor sectorale steun.

De POV met Sao Tomé en Principe voorziet in vangstmogelijkheden voor tonijn en over grote afstanden trekkende soorten voor Unievaartuigen uit drie lidstaten (Spanje, Frankrijk en Portugal). De Europese Unie beschikt al over een uitgebreid netwerk van bilaterale partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV’s) in West- en Centraal-Afrika, namelijk met Mauritanië, Kaapverdië, Senegal, Gambia, Guinee-Bissau, Ivoorkust en Gabon.

PODV’s bevorderen de doelstellingen van het GVB op internationaal niveau door ervoor te zorgen dat de visserijactiviteiten van de Unie buiten de wateren van de Unie gebaseerd zijn op dezelfde beginselen en normen als die welke gelden uit hoofde van het recht van de Unie. Voorts versterken PODV’s de positie van de Europese Unie in internationale en regionale visserijorganisaties, met name in de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (Iccat), het orgaan dat krachtens het internationaal recht is opgericht met het oog op de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende soorten in de regio. Tot slot zijn PODV’s gebaseerd op het beste beschikbare wetenschappelijke advies en zorgen ze voor een betere naleving van internationale maatregelen, waaronder die ter bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij).

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De onderhandelingen over een nieuw protocol bij de POV met Sao Tomé en Principe zijn in overeenstemming met het externe optreden van de Unie ten aanzien van de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), en met name met de doelstellingen van de Unie met betrekking tot de eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten.

De bevordering van waardig werk wordt gewaarborgd door de verwachte onderhandelingen over een sociale clausule in overeenstemming met IAO-verdrag C188 voor werknemers uit het partnerland die in dienst zijn van vaartuigen van de Unie.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag is het vijfde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) “Extern optreden van de Unie”, titel V “Internationale overeenkomsten”, artikel 218, waarin de procedure is vastgelegd voor het onderhandelen over en het sluiten van overeenkomsten tussen de Unie en derde landen.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Niet van toepassing. Exclusieve bevoegdheid.

Evenredigheid

Het voorstel is evenredig met de in artikel 31 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid vastgelegde doelstelling om een juridisch, ecologisch, economisch en sociaal bestuurskader voor visserijactiviteiten van vaartuigen van de Unie in wateren van derde landen tot stand te brengen.

Keuze van het instrument

Het instrument is gekozen op grond van artikel 218, leden 3 en 4, VWEU.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

De Commissie heeft een ex-postevaluatie verricht van het vigerende protocol bij de POV met Sao Tomé en Principe, alsmede een ex-ante-evaluatie van een eventueel nieuw protocol. Het verslag van die evaluatie is openbaar4.

In de evaluatie wordt geconcludeerd dat de tonijnvisserijsector van de Unie sterk geïnteresseerd is in voortzetting van zijn visserijactiviteiten in Sao Tomé en Principe en dat een nieuw protocol zou zorgen voor versterking van de monitoring-, controle- en bewakingscapaciteit en voor verbetering van de governance van de visserij in de regio.

Raadpleging van belanghebbenden

In het kader van de evaluatie is overlegd met de lidstaten, vertegenwoordigers van de sector, internationale middenveldorganisaties en met de visserijautoriteiten en het maatschappelijk middenveld in de Unie en Sao Tomé en Principe. Er heeft ook overleg plaatsgevonden in het kader van de adviesraad voor de volle zee.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Bij de uitgevoerde evaluaties is een beroep gedaan op onafhankelijke deskundigen.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

In de onderhandelingsrichtsnoeren in de bijlage bij het voorstel tot besluit wordt aanbevolen een clausule op te nemen over de gevolgen van schendingen van de mensenrechten en van de democratische beginselen.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Een nieuw protocol heeft gevolgen voor de begroting. Er wordt namelijk een financiële tegenprestatie aan Sao Tomé en Principe betaald. De jaarlijkse bedragen aan vastleggings- en betalingskredieten worden vastgelegd in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure overeenkomstig het meerjarig financieel kader voor 2021-2027, waaronder in reservelijn 30.020200 voor voorstellen die aan het begin van het jaar nog niet in werking zijn getreden5.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De onderhandelingen moeten in het derde kwartaal van 2024 van start gaan om de onderbreking van de visserijactiviteiten na het aflopen van het huidige uitvoeringsprotocol bij de POV op 19 december 2024 te beperken.

Artikelsgewijze toelichting

2.

De Commissie beveelt aan dat:


— de Raad haar machtigt om onderhandelingen te openen en te voeren die moeten resulteren in de sluiting van een nieuw protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij met Sao Tomé en Principe, met de mogelijkheid om te onderhandelen over wijzigingen in de overeenkomst zelf of over een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij die de bestaande overeenkomst vervangt;

— de Commissie in dit verband wordt aangewezen als onderhandelaar van de Unie;

— de Commissie de onderhandelingen voert in overleg met het speciaal comité overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

— de Raad de bij deze aanbeveling gevoegde onderhandelingsrichtsnoeren goedkeurt.

1.

Aanbeveling voor een


BESLUIT VAN DE RAAD

tot machtiging tot het openen van onderhandelingen namens de Europese Unie over een nieuw uitvoeringsprotocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij met de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe en over eventuele wijzigingen in de partnerschapsovereenkomst inzake visserij of over een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij


DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

3.

Overwegende hetgeen volgt:


Er moeten onderhandelingen worden geopend met het oog op de sluiting van een nieuw uitvoeringsprotocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij met Sao Tomé en Principe.

Er moeten ook onderhandelingen worden geopend met het oog op de wijziging van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij of over een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij, indien zulks nodig zou blijken voor de succesvolle afronding van de onderhandelingen,

4.

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:


Artikel 1

De Commissie wordt gemachtigd om namens de Unie te onderhandelen over een nieuw uitvoeringsprotocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij met de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe6.

De Commissie wordt tevens gemachtigd om namens de Unie te onderhandelen over wijzigingen in de huidige partnerschapsovereenkomst of over een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij met de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe, indien zulks nodig zou blijken voor de succesvolle afronding van de onderhandelingen.

Artikel 2

De onderhandelingsrichtsnoeren zijn opgenomen in de bijlage.

Artikel 3

De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met de Groep visserijbeleid van de Raad.

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

1PB L 205 van 7.8.2007, blz. 35.

2Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

3PB L 333 van 27.12.2019, blz. 1.

4 https://op.europa.eu/fr/publication-detail/-/publication/55fcd1d2-132e-11ef-a251-01aa75ed71a1.

5Zie punt 20 van het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 28).

6PB L 205 van 7.8.2007, blz. 35.

NL NL