Toelichting bij COM(2024)391 - - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)391 - . |
---|---|
bron | COM(2024)391 |
datum | 03-09-2024 |
Dit voorstel betreft het besluit van de Raad waarbij het standpunt wordt vastgesteld dat namens de Unie moet worden ingenomen op de vergadering van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart (Cesni) op 17 oktober 2024 en op de plenaire vergadering van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) op 5 december 2024 in verband met de geplande goedkeuring van de Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen (ES-TRIN 2025/1) en de Europese standaard voor de rivierinformatiediensten (ES-RIS 2025/1).
2. Achtergrond van het voorstel
2.1. De CCR en het Cesni
De CCR is een internationale organisatie met regelgevende bevoegdheden op het gebied van binnenvaartkwesties met betrekking tot de Rijn. Vier lidstaten (België, Frankrijk, Duitsland en Nederland) en Zwitserland zijn partij bij de CCR.
In de Herziene Rijnvaartakte, die op 17 oktober 1868 in Mannheim is ondertekend en op 14 april 1967 is gewijzigd, is het rechtskader vastgesteld voor het gebruik van de Rijn als binnenvaartwater en zijn de taken van de CCR bepaald (Akte van Mannheim). Zij zet de Rijnregeling voort die in 1815 door het Congres van Wenen is ingesteld. Voor de besluitvorming komen de CCR-lidstaten tweemaal per jaar bijeen in plenaire vergaderingen. Elke lidstaat heeft één stem. Besluiten worden unaniem vastgesteld en zijn wettelijk bindend. De EU is geen lid van de CCR.
In 2015 heeft de CCR een besluit aangenomen tot oprichting van het Cesni1. Dat comité moet onder meer technische standaarden voor de binnenvaart vaststellen, vooral met betrekking tot schepen, informatietechnologie en bemanningen, zorgen voor de uniforme uitleg van die standaarden en van de overeenkomstige procedures, en overleggen over de veiligheid van de scheepvaart, de bescherming van het milieu en andere scheepvaartaspecten.
Het Cesni bestaat uit deskundigen van de lidstaten van de EU en de CCR. Deze hebben stemrecht op basis van één stem per staat. Maar het Cesni betrekt ook de EU en internationale instellingen bij zijn werkzaamheden en doet een beroep op externe deskundigheid. De EU kan altijd zonder stemrecht deelnemen aan de werkzaamheden van het Cesni, samen met internationale organisaties waarvan de missie betrekking heeft op de gebieden waarvoor het Cesni bevoegd is. Voorts kan het Cesni een beroep doen op externe deskundigheid (individuele deskundigen, classificatieverenigingen enz.). De plenaire vergadering van het Cesni legt de laatste hand aan de standaarden die op deskundigenniveau zijn overeengekomen.
De EU en de CCR stellen regels vast in het kader van technische voorschriften voor binnenschepen, namelijk Richtlijn (EU) 2016/16292 en het Reglement Onderzoek schepen op de Rijn (ROSR), alsmede voor rivierinformatiediensten (RIS), zoals gedefinieerd in Richtlijn 2005/44/EG3 en het ROSR. Wat de technische voorschriften voor binnenschepen betreft, verwijzen beide wettelijke regelingen naar de standaarden van het Cesni - Europese standaarden tot vaststelling van technische voorschriften voor binnenvaartschepen (ES-TRIN).
Wat RIS betreft, zal de Europese standaard voor de rivierinformatiediensten (ES-RIS) in het EU-recht worden opgenomen. In het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2005/44/EG betreffende geharmoniseerde River Information Services (RIS) op de binnenwateren in de Gemeenschap (vastgesteld door de Commissie in januari 2024) wordt ES-RIS genoemd als standaard die in de EU van toepassing is. Dit is bevestigd tijdens de vergadering van de Raad TTE van 18 juni 2024. Een verwijzing naar de meest recente versie van ES-RIS is ook opgenomen in het desbetreffende Rijnreglement.
2.2. De beoogde handelingen van het Cesni en de CCR
Op de vergadering van 17 oktober 2024 zal het Cesni een nieuwe versie goedkeuren van de Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen (ES-TRIN 2025/1) en van de Europese standaard voor de rivierinformatiediensten (ES-RIS 2025/1).
ES-TRIN
De eerste versie van ES-TRIN (ES-TRIN 2015/1) is opgesteld tijdens de vergadering van het Cesni van 28 september 2015. Die versie is formeel goedgekeurd op de vergadering van 26 november 2015. Het Cesni heeft de volgende wijzigingen van ES-TRIN aangenomen:
Inhoudsopgave
ES-TRIN wordt regelmatig bijgewerkt, waarbij rekening wordt gehouden met de activiteiten van de werkgroepen van het Cesni.
Het is noodzakelijk ES-TRIN regelmatig bij te werken om:
- - het hoge veiligheidsniveau in de binnenvaart te handhaven;
- - de technische ontwikkeling te volgen (bv. brandblusinstallaties, navigatieapparatuur);
- - de verenigbaarheid met het rechtskader van de EU te waarborgen.
In 2023 en 2024 hebben deskundigen van het Cesni de meest recente versie van ES-TRIN, namelijk ES-TRIN 2025/1, opgesteld.
ES-TRIN 2025/1 omvat diverse wijzigingen, met name op de volgende gebieden:
• Brandstoffen met een laag vlampunt, met name de opslag en het gebruik van methanol,
• Markering van gevaarlijke zones en etikettering van brandstoffen,
• Elektrische voortstuwingssystemen,
• Lithiumionaccumulatoren,
• Gebruik van aluminium of met glasvezel versterkte kunststof voor de bouw van passagiersschepen,
• Niet-toepassing van het motorparameterprotocol,
• Erkenning van de vrijstelling van praktijktests voor motoren,
• Vulaansluitingen en passende kleurcodes,
• Navigatie- en informatieapparatuur, met name AIS-apparatuur voor de binnenvaart,
• Installaties voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater,
• In de hoogte verstelbare stuurhuizen en overgangsbepalingen voor overzakbare stuurhuizen,
• Automatische sprinklersystemen met water onder druk,
• Verbindingsstukken tussen anker en ketting,
• Slaapcabines,
• Actualisering van de verwijzingen naar het Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn, naar ES-RIS 2025/1 en naar andere internationale normen.
Op de vergadering van 11 april 2024 heeft het Cesni besloten de goedkeuring van ES-TRIN 2025/1 op de agenda van de vergadering van 17 oktober 2024 te plaatsen. Naar verwachting zullen voorafgaand aan de vergadering van 17 oktober 2024 slechts formele en kleine wijzigingen aan de standaard worden aangebracht. ES-TRIN 2025/1 wordt gepubliceerd op een specifieke website (cesni.eu). Alle EU-lidstaten hebben (beveiligde) toegang tot de bovengenoemde ontwerpstandaarden.
Overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/1629 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen, tot wijziging van Richtlijn 2009/100/EG en tot intrekking van Richtlijn 2006/87/EG4 moet ES-TRIN 2025/1 worden opgenomen in het EU-recht.
Verwijzingen naar de door het Cesni goedgekeurde standaard worden opgenomen in bijlage II bij Richtlijn (EU) 2016/1629. Volgens artikel 31, lid 1, van die richtlijn is de Commissie gemachtigd gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanpassing van bijlage II, teneinde zonder onnodige vertraging de verwijzing naar de recentste versie van ES-TRIN bij te werken en de datum van toepassing daarvan vast te stellen.
Momenteel verwijst de genoemde richtlijn naar ES-TRIN 2023/1. Volgens artikel 9 van het reglement van orde van het Cesni mogen standaarden pas worden vastgesteld nadat een besluit overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU is genomen.
De CCR zal ook een besluit aannemen tot wijziging van haar Rijnreglement (met name het ROSR). Dit omvat een verwijzing naar de bijgewerkte ES-TRIN 2025/1.
In zowel de EU-wetgeving als de CCR-reglementen wordt vanaf 1 januari 2026 verwezen naar ES-TRIN 2025/1.
ES-RIS
De eerste versie van ES-RIS (ES-RIS 2021/1) is formeel door het Cesni vastgesteld tijdens zijn plenaire zitting van 15 april 2021. De gewijzigde standaard ES-RIS 2023/1 is op 13 oktober 2022 door het Cesni vastgesteld.
In 2023 en 2024 hebben deskundigen van het Cesni een nieuwe versie, namelijk ES-RIS 2025/1, opgesteld.
In ES-RIS 2025/1 werd de opmaak gewijzigd en werden de lay-out, de algemene structuur en de bijlagen gestandaardiseerd. De nummering van de artikelen, hoofdstukken, tabellen, diagrammen en grafieken werd herzien. Er zijn diverse verbeteringen aangebracht in de interne consistentie en samenhang tussen de verschillende onderdelen van de standaard.
ES-RIS 2025/1 omvat diverse wijzigingen, met name op de volgende gebieden:
- opstelling van deel 0, met afkortingen, definities, verwijzingen naar externe documenten
- opstelling van normen voor navigatiehulpmiddelen en wijziging van relevante delen van ES-RIS
- hernummering van de bijlagen, met name in de afdelingen betreffende:
- de standaard voor het systeem voor elektronische weergave van binnenvaartkaarten en de daaraan verbonden informatie
- de standaard voor tracking en tracing van schepen in de binnenvaart
- de standaard voor het elektronisch melden van schepen in de binnenvaart
- de standaard voor berichten aan de scheepvaart
- het verstrekken van correcties en verduidelijkingen, maar zonder inhoudelijke wijzigingen.
Op de vergadering van 11 april 2024 heeft het Cesni besloten de goedkeuring van ES-RIS 2025/1 op de agenda van de vergadering van 17 oktober 2024 te plaatsen. Naar verwachting zullen vóór de vergadering van 17 oktober 2024 alleen kleine wijzigingen in de ontwerpstandaard worden aangebracht. ES-RIS 2025/1 wordt gepubliceerd op een specifieke website (cesni.eu). Alle EU-lidstaten hebben (beveiligde) toegang tot de bovengenoemde ontwerpstandaarden.
In het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2005/44/EG betreffende geharmoniseerde River Information Services (RIS) op de binnenwateren in de Gemeenschap (vastgesteld door de Commissie in januari 2024) wordt ES-RIS genoemd als standaard die in de EU van toepassing is voor rivierinformatiediensten. De goedkeuring door de medewetgevers wordt verwacht tegen midden 2025. ES-RIS 2025/1 moet dus worden vastgesteld, zodat deze als meest actuele versie van de standaard kan worden opgenomen in Richtlijn 2005/44/EG.
De CCR zal een besluit tot wijziging van de CCR-reglementen goedkeuren teneinde daarin een verwijzing naar ES-RIS 2025/1 op te nemen.
Aangezien ES-TRIN 2025/1 verwijzingen naar ES-RIS 2025/1 bevat, is het belangrijk dat het Cesni beide standaarden aanneemt op zijn vergadering van 17 oktober 2024.
3. Namens de Unie in te nemen standpunt
Er is een besluit tot vaststelling van het standpunt van de Unie nodig omdat de aan te nemen handelingen rechtsgevolgen hebben in de zin van artikel 218, lid 9, VWEU, en met name gevolgen voor een terrein van het EU-recht dat krachtens artikel 3, lid 2, VWEU onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt.
De actualisering van de technische standaarden ES-TRIN en ES-RIS zijn intensief voorbereid door deskundigen van het Cesni. Er werden talrijke deskundigen uit de publieke en private sector geraadpleegd. Het Cesni heeft technische vergadering georganiseerd met het oog op de opstelling van de standaarden.
Tijdens die vergaderingen zijn de deskundigen het eens geworden over de standaarden voor de binnenvaart.
Het voorgestelde standpunt van de Unie is om ES-TRIN 2025/1 en ES-RIS 2025/1 goed te keuren, aangezien zij het hoogste veiligheidsniveau in de binnenvaart garanderen, ervoor zorgen dat de technische ontwikkelingen in de sector worden gevolgd, en de verenigbaarheid van de voorschriften voor schepen en van rivierinformatiediensten in Europa waarborgen,
4. Rechtsgrondslag
4.1. Procedurele rechtsgrondslag
4.1.1. Beginselen
Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van het akkoord”.
Artikel 218, lid 9, VWEU is van toepassing ongeacht of de Unie lid is van het betrokken lichaam dan wel partij is bij de betrokken overeenkomst5.
Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt”6.
4.1.2. Toepassing op het onderhavige geval
Hoewel de door het Cesni goedgekeurde standaarden niet per se bindend zijn, worden ze bindend voor CCR-leden zodra de CCR haar wetgevingskader (Reglement Onderzoek schepen op de Rijn (ROSR), Rijnvaartpolitiereglement (RPR)) aanpast om te kunnen verwijzen naar de door het Cesni goedgekeurde standaarden en die standaarden verplicht heeft gesteld in het kader van de toepassing van de Herziene Rijnvaartakte. Het bindende karakter van dergelijke reglementering voor CCR-leden is immers vastgelegd in de Akte van Mannheim.
Tweemaal per jaar wordt een plenaire vergadering gehouden, die wordt bijgewoond door afgevaardigden van de lidstaten van de CCR. De plenaire vergadering is het besluitvormend orgaan van de CCR, waar de besluiten van de CCR worden vastgesteld. Elk land heeft één stem. Besluiten worden unaniem genomen en zijn wettelijk bindend.
Overeenkomstig de artikelen 22 en 23 van de Akte van Mannheim heeft de CCR de bevoegdheid om bindende technische voorschriften voor binnenschepen op te stellen. Het door de CCR goed te keuren besluit waarbij de CCR-reglementen worden gewijzigd teneinde daarin een verwijzing naar ES-TRIN 2025/1 op te nemen, zal derhalve een juridisch bindende handeling zijn ten aanzien van de partijen bij de CCR.
Anderzijds kan de CCR overeenkomstig artikel 1 van de Akte van Mannheim haar regelgevingskader met betrekking tot rivierinformatiediensten (RIS) wijzigen om de technische specificaties voor RIS in overeenstemming te brengen met ES-RIS 2025/1. Het door de CCR goed te keuren besluit waarbij de CCR-reglementen worden gewijzigd teneinde daarin een verwijzing naar ES-RIS 2025/1 op te nemen, zal een juridisch bindende handeling zijn ten aanzien van de partijen bij de CCR. Het zal het institutionele kader van de Akte van Mannheim echter niet aanvullen of wijzigen.
Derhalve zullen de beoogde handelingen overeenkomstig de artikelen 1 en 22 van de Akte van Mannheim bindend zijn uit hoofde van het volkenrecht.
Bovendien zijn ES-TRIN 2025/1 en ES-RIS 2025/1 handelingen met rechtsgevolgen voor de toepassing van artikel 218, lid 9, VWEU, aangezien zij een beslissende invloed kunnen hebben op de inhoud van het EU-recht, namelijk: Richtlijn (EU) 2016/1629 en Richtlijn 2005/44/EG.
Wat de ES-TRIN-standaard betreft, is dit omdat in het kader van Richtlijn (EU) 2016/1629 rekening moet worden gehouden met het kader van de Akte van Mannheim: documenten die in het kader van het rechtskader voor de Rijn zijn afgegeven, worden erkend overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn (EU) 2016/1629. Bovendien zijn de door het Cesni goedgekeurde technische standaarden opgenomen in bijlage II van Richtlijn (EU) 2016/1629 en moeten zij worden bijgewerkt door middel van gedelegeerde handelingen.
Wat rivierinformatiediensten betreft, is de Commissie volgens artikel 5 van Richtlijn 2005/44/EG bevoegd om technische richtsnoeren en specificaties vast te stellen om RIS te ondersteunen en de interoperabiliteit van die diensten te garanderen. In overweging 3 van die richtlijn wordt gesteld dat om veiligheidsredenen en in het belang van een pan-Europese harmonisatie, de inhoud van dergelijke gemeenschappelijke voorschriften en technische specificaties gebaseerd moet zijn op de werkzaamheden op dit gebied van relevante internationale organisaties, zoals de CCR en de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE). ES-RIS 2025/1 zal technische specificaties bevatten die moeten worden goedgekeurd in het kader van artikel 5 van Richtlijn 2005/44/EG. Dit goedkeuringsproces zal worden afgestemd op het lopende goedkeuringsproces van een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2005/44/EG, waarin rechtstreeks naar ES-RIS wordt verwezen als toepasselijke standaard. Met het oog op een geharmoniseerde regeling voor de scheepvaart op de Rijn moet het besluit over ES-RIS in de CCR eveneens inhouden dat ES-RIS 2025/1 wordt goedgekeurd.
Daarom moet het standpunt worden bepaald dat namens de Unie in het Cesni en de CCR moet worden ingenomen met het oog op de goedkeuring van standaarden voor technische voorschriften voor binnenschepen en standaarden voor geharmoniseerde rivierinformatiediensten.
De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.
4.2. Materiële rechtsgrondslag
4.2.1. Beginselen
De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt moet worden ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.
4.2.2. Toepassing op het onderhavige geval
De doelstelling en inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op het gemeenschappelijk vervoersbeleid.
De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 91, lid 1, VWEU.
4.3. Conclusie
De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 91, lid 1, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.