Toelichting bij COM(2024)495 - - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)495 - . |
---|---|
bron | COM(2024)495 |
datum | 21-10-2024 |
- Motivering en doel van het voorstel
De recente natuurrampen in Midden- en Oost-Europa en in Zuid-Europa hebben verwoestende gevolgen gehad voor de bevolking die in deze regio’s woont en werkt. Veel landbouw- en bosbouwproductiepotentieel is vernield, met enorme inkomstenverliezen tot gevolg. Om snel de kwetsbaarheden aan te pakken waarmee het voedselsysteem en plattelandsgemeenschappen in Europa als gevolg van deze rampen worden geconfronteerd, moet Europa snel doeltreffende steun kunnen verlenen via de programma’s voor plattelandsontwikkeling, in aanvulling op middelen die beschikbaar zijn in het kader van andere Europese fondsen.
Het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) voorziet reeds in steun voor investeringen in het herstel van landbouw- en bosbouwpotentieel en inkomenssteun. Deze steunmaatregelen zijn mogelijk echter ondergefinancierd in het licht van de behoeften van landbouwers en bosbouwers in door natuurrampen getroffen landen.
Om door natuurrampen getroffen lidstaten extra bijstand en meer flexibiliteit te bieden, stelt de Commissie een nieuwe maatregel en meer flexibiliteit met betrekking tot de non-regressiedrempel voor ter verhoging van de begroting voor investeringen in het herstel van landbouwpotentieel en ter financiering van de nieuwe maatregel.
De nieuwe maatregel, die uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) wordt gefinancierd en in het kader van plattelandsontwikkelingsprogramma’s wordt uitgevoerd, stelt de lidstaten in staat gerichte liquiditeitssteun te verlenen aan landbouwers, boseigenaren en kmo’s actief op het gebied van de verwerking, afzet of ontwikkeling van landbouw- of bosbouwproducten die zijn getroffen door sinds 1 januari 2024 opgetreden natuurrampen.
Door de cashflowproblemen van de getroffen bedrijven rechtstreeks en vlug aan te pakken, zal de steun in het kader van de nieuwe maatregel bijdragen tot voedselzekerheid en anticiperen op de potentiële marktverstoring als gevolg van de impact van natuurrampen. Om deze doelstellingen te bereiken en tegelijkertijd te voorzien in een redelijk eenvoudig beheer dat een snelle uitrol mogelijk maakt, zal de steun de vorm aannemen van een eenmalig forfaitair bedrag voor landbouwers, boseigenaren en kmo’s.
Daarnaast moeten investeringen in het herstel van landbouwpotentieel worden versterkt door meer budgettaire flexibiliteit te bieden met betrekking tot de non-regressiedrempel bij het gebruik van Elfpo-middelen.
In dit verband is het, terwijl wordt voorzien in budgettaire flexibiliteit met betrekking tot de non-regressiedrempel, belangrijk om de geplande investeringen en acties op het gebied van rampenpreventie en -paraatheid en klimaatadaptatie voort te zetten en te versterken teneinde de impact van de steeds frequentere door het klimaat veroorzaakte rampen te beperken. Herstelinspanningen en liquiditeitsbetalingen moeten zoveel mogelijk worden afgestemd op de noodzaak om de momenteel geplande investeringen en acties op het gebied van rampenpreventie en -paraatheid voort te zetten.
Voorts moeten de lidstaten, om te waarborgen dat de middelen die in het kader van bestaande plattelandsontwikkelingsprogramma’s beschikbaar zijn, zo efficiënt mogelijk worden aangewend, aantonen dat de nieuwe steunmaatregel gericht is op degenen die het zwaarst zijn getroffen, op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria. Daarnaast moet een maximumaandeel van de bijdrage van de Unie aan deze nieuwe maatregel worden vastgesteld.
Wat de procedure betreft, zouden de lidstaten de nieuwe maatregel of de geplande reallocatie van de middelen via een programmawijziging in de plattelandsontwikkelingsprogramma’s moeten opnemen. Deze indiening van de programmawijziging kan plaatsvinden na de inwerkingtreding van dit voorstel.
- Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
Het voorstel is verenigbaar met het algehele juridische kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen) en beperkt zich tot een gerichte wijziging van Verordening (EU) 2020/2220. Het voorstel vormt een aanvulling op alle andere maatregelen van de Unie om de huidige situatie het hoofd te bieden, en met name op de maatregelen gericht op het verschaffen van liquiditeit.
- Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
Het voorstel beperkt zich tot gerichte wijzigingen van Verordening (EU) 2020/2220 en is verenigbaar met de andere beleidsterreinen van de Unie.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
- Rechtsgrondslag
Het voorstel is gebaseerd op artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
- Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
In het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is bepaald dat de bevoegdheid voor landbouw moet wordt gedeeld door de Unie en de lidstaten en dat een gemeenschappelijk landbouwbeleid met gemeenschappelijke doelstellingen en een gemeenschappelijke uitvoering moet worden opgezet. Het voorstel bevat een nieuwe plattelandsontwikkelingsmaatregel met gemeenschappelijke doelstellingen en een gemeenschappelijke uitvoering ervan.
- Evenredigheid
Het voorstel bevat beperkte en gerichte wijzigingen die niet verder gaan dan nodig is om het beoogde doel te bereiken, namelijk dat uitzonderlijke, tijdelijke ondersteuning wordt geboden aan landbouwers, boseigenaren en kmo’s actief op het gebied van de verwerking, afzet of ontwikkeling van landbouw- of bosbouwproducten die bijzonder zwaar zijn getroffen door natuurrampen.
- Keuze van het instrument
Een verordening is het geschikte instrument om de aanvullende maatregel in te voeren die nodig is in deze ongekende omstandigheden.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
- Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
N.v.t.
- Raadpleging van belanghebbenden
Gezien het technische, beperkte en dringende karakter van de voorgestelde wijzigingen is het wetgevingsvoorstel niet geschikt voor een brede openbare raadpleging. Deze toelichting zal echter samen met de begeleidende handeling aan de andere instellingen worden toegezonden en via EUR-Lex voor het publiek toegankelijk zijn.
- Bijeenbrengen en gebruik van expertise
N.v.t.
- Effectbeoordeling
In het kader van het voorstel voor Verordening (EU) nr. 1305/2013 is een effectbeoordeling uitgevoerd. Voor de voorgestelde beperkte wijzigingen is geen aparte effectbeoordeling vereist.
- Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
N.v.t.
- Grondrechten
N.v.t.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Het voorstel heeft betrekking op de Elfpo-programma’s voor plattelandsontwikkeling voor de periode 2014-2022 en wijzigt de bestaande begrotingsvastleggingen niet. De wijziging beperkt zich tot de totale middelen voor de periode 2014-2022 en heeft dus geen gevolgen voor de begroting.
De totale jaarlijkse verdeling van de vastleggingskredieten in het kader van het Elfpo blijft ongewijzigd. De betalingen worden voor 31 december 2025 aan de begunstigden gedaan en zullen derhalve in het kader van de begroting van 2025, 2026 en 2027 worden gefinancierd. De betalingskredieten die nodig zijn voor de financiering van deze maatregel, lopen via het Elfpo-begrotingsonderdeel van de aanstaande ontwerpbegroting 2025 van de Commissie en zullen worden gecompenseerd door een overeenkomstige daling van de behoefte aan betalingskredieten in de daaropvolgende jaren.
De voorgestelde wijziging verandert niets aan de jaarlijkse maxima van het meerjarig financieel kader voor vastleggingen en betalingen als bedoeld in bijlage I bij Verordening (EU) 2020/2093.
5. OVERIGE ELEMENTEN
- Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
In het kader van de algemene rapportagemechanismen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en Verordening (EU) nr. 1305/2013 zal worden toegezien op en gerapporteerd over de uitvoering van de maatregelen.
- Toelichtende stukken (bij richtlijnen)
N.v.t.
- Artikelsgewijze toelichting
Om door natuurrampen getroffen lidstaten aanvullende bijstand en meer flexibiliteit met betrekking tot de non-regressiedrempel te bieden, wordt voorgesteld Verordening (EU) 2020/2220 te wijzigen om:
- een nieuwe maatregel in te voeren om de lidstaten in staat te stellen liquiditeitssteun te verlenen aan landbouwers, boseigenaren en kmo’s actief op het gebied van de verwerking van landbouw- en bosbouwproducten die zijn getroffen door sinds 1 januari 2024 opgetreden natuurrampen. De steun wordt betaald in de vorm van een forfaitair bedrag. De nieuwe maatregel kan tot 100 % worden medegefinancierd via het Elfpo en het maximumaandeel van de bijdrage van de Unie bedraagt 10 % van de totale Elfpo-bijdrage aan het plattelandsontwikkelingsprogramma voor de jaren 2021-2022;
- te voorzien in beperkte flexibiliteit met betrekking tot de non-regressieclausule bij het realloceren van middelen naar de nieuwe maatregel of naar maatregelen om productiepotentieel te herstellen;
- de lidstaten de mogelijkheid te bieden om de procedures te vereenvoudigen door bij het aanvragen van “overmacht” het hele gebied als zwaar door een natuurramp getroffen te beschouwen.
- de lidstaten in staat te stellen concrete acties die fysiek zijn voltooid of volledig zijn uitgevoerd vóór de financieringsaanvraag, voor steun te selecteren, indien ze verband houden met betalingen ten behoeve van herstel of liquiditeitsbetalingen.