Toelichting bij COM(2024)531 - - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)531 - . |
---|---|
bron | COM(2024)531 |
datum | 13-11-2024 |
• Motivering en doel van het voorstel
Het vrij verrichten van diensten geeft in een lidstaat gevestigde dienstverrichters onder meer het recht om in een andere lidstaat diensten te verrichten en daarheen tijdelijk eigen werknemers te detacheren voor het aldaar verrichten van die diensten. Wanneer de dienstverrichter zijn werknemers detacheert, moet hij duidelijk omschreven arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden in acht nemen, zoals vastgesteld in Richtlijn 96/71/EG1, in de lidstaat waar de detachering plaatsvindt. Dit moet een minimale bescherming van de betrokken ter beschikking gestelde werknemers waarborgen. De lidstaten moeten nauw samenwerken en elkaar wederzijdse bijstand verlenen om het toezicht op de naleving van deze arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden te vergemakkelijken. Het vermijden van onnodige administratieve lasten voor dienstverrichters, het beschermen van ter beschikking gestelde werknemers en het waarborgen van doeltreffend toezicht moeten daarbij hand in hand gaan en bijdragen tot de goede werking van de interne markt.
Zoals bepaald in artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2014/67/EU2 mogen de lidstaten alleen administratieve eisen en controlemaatregelen opleggen die noodzakelijk zijn om te zorgen voor een doeltreffend toezicht op de naleving van de verplichtingen in die richtlijn en in Richtlijn 96/71/EG, op voorwaarde dat de eisen en maatregelen gerechtvaardigd en evenredig zijn overeenkomstig het recht van de Unie. In dit verband kunnen de lidstaten overeenkomstig artikel 9, lid 1, punt a), van Richtlijn 2014/67/EU de verplichting opleggen dat een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter een eenvoudige verklaring aan de verantwoordelijke nationale bevoegde autoriteiten doet toekomen met de voor het uitvoeren van daadwerkelijke controles op de werkplek noodzakelijke informatie.
De Commissie heeft in de actualisering van de nieuwe industriestrategie van 20203 aangekondigd met de lidstaten te zullen samenwerken om een gemeenschappelijk elektronisch formulier voor de verklaring van de detachering van werknemers op te stellen. Deze werkzaamheden mogen geen afbreuk doen aan het bestaande EU-rechtskader voor de detachering van werknemers en de bescherming van werknemers die daarmee wordt gewaarborgd. Deelname is vrijwillig.
In haar mededeling van maart 2024 getiteld “Tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden in de EU: een actieplan”4 kondigde de Commissie aan dat zij de wijdverbreide invoering van een gemeenschappelijk elektronisch formulier voor verklaringen van de detachering van werknemers zal bevorderen, aangevuld met de ontwikkeling van een digitaal meertalig portaal waar bedrijven detacheringsverklaringen kunnen indienen voor alle lidstaten die besluiten gebruik te maken van dit instrument. Dit zal de administratieve lasten helpen verminderen.
De aankondiging volgde op de punten van zorg die tijdens de evaluatie van de uitvoering van Richtlijn 2014/67/EU werden gemeld. In het verslag over de uitvoering van Richtlijn 2014/67/EU5 concludeerde de Commissie dat er mogelijke verbeterpunten zijn die door verschillende belanghebbenden onder haar aandacht waren gebracht. Het gaat hierbij onder meer om het vereenvoudigen van de systemen voor administratieve controle, bijvoorbeeld door het invoeren van een enkel aangiftesysteem voor de hele EU.
Dit voorstel heeft tot doel de administratieve lasten voor bedrijven en nationale bevoegde autoriteiten te verminderen door het vergemakkelijken van enerzijds het indienen van detacheringsverklaringen, indien vereist, op een gebruikersvriendelijke manier, op afstand en langs elektronische weg, en anderzijds de administratieve samenwerking tussen de lidstaten en het doeltreffende toezicht op de naleving van de verplichting uit hoofde van de Richtlijnen 2014/67/EU en 96/71/EG.
Het voorstel zal het voor de lidstaten gemakkelijker maken om op hun grondgebied doeltreffende en adequate inspecties uit te voeren, wat bijdraagt tot de bescherming van gedetacheerde werknemers.
Sinds januari 2023 adviseren de lidstaten de Commissie in de deskundigengroep inzake een gemeenschappelijk elektronisch formulier voor de verklaring van de detachering van werknemers, vooral met betrekking tot de relevante informatie die nodig is om daadwerkelijke controles op de werkplek mogelijk te maken. Met het advies van de deskundigen van de lidstaten is een mogelijke gemeenschappelijke lijst van informatievereisten voor de verklaring van de detachering van werknemers opgesteld. Een eerste groep van negen lidstaten heeft intussen verklaard zich ertoe te verbinden de informatie die zij verlangen van dienstverrichters die werknemers ter beschikking stellen op hun grondgebied, aan te passen aan de informatievereisten die in de gemeenschappelijke lijst van informatievereisten zijn opgenomen6.
Een met het Informatiesysteem interne markt (“IMI”) verbonden openbare interface
Het voorstel voorziet in een meertalige elektronische openbare interface (d.w.z. een beveiligd webportaal voor het gebruik van een gemeenschappelijk elektronisch formaat en dat de automatische doorgifte van gegevens mogelijk maakt) die verbonden is met het Informatiesysteem interne markt (“IMI”), dat is ingesteld bij Verordening (EU) nr. 1024/2012 van het Europees Parlement en de Raad7 (“de openbare interface”), voor vrijwillig gebruik door de lidstaten die gedetacheerde werknemers ontvangen (de “lidstaat van ontvangst”). Deze lidstaten van ontvangst kunnen ervoor kiezen van in andere lidstaten gevestigde dienstverrichters te verlangen dat zij deze interface gebruiken om een eenvoudige verklaring van de detachering van werknemers (een “detacheringsverklaring”) aan hun verantwoordelijke nationale bevoegde autoriteiten te doen toekomen om daadwerkelijke controles op de werkplek mogelijk te maken. Het IMI is een meertalig elektrisch instrument waarmee nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten snel en gemakkelijk met hun collega’s in de EU kunnen communiceren. Een register in het IMI zal de nationale bevoegde autoriteiten in staat stellen de gegevens van door dienstverrichters ingediende detacheringsverklaringen te controleren. Het gebruik van het IMI zal het mogelijk maken bestaande IT-oplossingen te hergebruiken en zo de eenmalige kosten van IT-ontwikkeling te helpen verlagen.
Dienstverrichters zullen de openbare interface gebruiken om een detacheringsverklaring in te dienen bij de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaat van ontvangst. Hiertoe zal de interface voorzien in een standaardformulier. Dit standaardformulier bevat de relevante informatie die nodig kan zijn om daadwerkelijke controles op de werkplek mogelijk te maken, overeenkomstig artikel 9, lid 1, punt a), van Richtlijn 2014/67/EU. Het standaardformulier bevat informatie over de dienstverrichter, de gedetacheerde werknemer, de detacheringsopdracht, de contactpersoon voor de bevoegde autoriteiten en de afnemer van de dienst. De specifieke inhoud van het standaardformulier zal in een uitvoeringshandeling worden vastgesteld. Er zal rekening worden gehouden met het advies van de deskundigengroep van de lidstaten over de relevante informatie die in een dergelijk formulier moet worden opgenomen.
De Commissie moet uitvoeringsbevoegdheden krijgen om het standaardformulier vast te stellen en daarin latere wijzigingen aan te brengen. Indien de lidstaten van mening zijn dat relevante informatie moet worden toegevoegd aan of dat niet-relevante informatie moet worden geschrapt uit het standaardformulier of in of voor het gebruik van de openbare interface, kunnen zij bij de Commissie voorstellen indienen tot wijziging van het standaardformulier en tot opneming van informatievereisten die zij noodzakelijk achten, mits deze gerechtvaardigd en evenredig zijn, om doeltreffende controles op de werkplek uit te voeren.
De lidstaten kunnen besluiten dat bepaalde elementen in het standaardformulier die zij niet relevant achten in het licht van hun nationale context en de wijze waarop zij de daadwerkelijke controles op de werkplek organiseren, niet verplicht zijn voor dienstverrichters die werknemers ter beschikking stellen op hun grondgebied en die het formulier invullen op de openbare interface. In dat geval moeten zij de Commissie daarvan in kennis stellen. In het geval van elementen die voortvloeien uit latere wijzigingen van het standaardformulier, zouden die lidstaten hun nationale wetgeving dan ook niet hoeven aan te passen om dergelijke elementen erin op te nemen.
Het opzetten van de openbare interface met een meertalig standaardformulier voor de verklaring van de detachering van werknemers en het ter beschikking stellen van deze interface door de Europese Commissie aan de nationale bevoegde autoriteiten doet geen afbreuk aan de verantwoordelijkheid van de Europese Commissie voor het toezicht op de correcte uitvoering en toepassing van het Unierecht door de lidstaten, overeenkomstig artikel 17, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, en aan haar bevoegdheden uit hoofde van artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, noch aan de verplichting van de lidstaten om het recht van de Unie na te leven.
Vermindering van de administratieve lasten voor dienstverrichters
Belanghebbenden hebben consequent benadrukt dat de verplichting en de vereisten voor het indienen van een detacheringsverklaring een belangrijke rapportagevereiste vormen voor bedrijven op de eengemaakte markt. Dit wordt beschouwd als een van de grootste administratieve belemmeringen voor grensoverschrijdende dienstverlening op de interne markt.
Het stroomlijnen van de rapportageverplichtingen en de procedure voor het indienen van detacheringsverklaringen zal de administratieve lasten voor bedrijven, met inbegrip van kmo’s, aanzienlijk verminderen en zal het voor de lidstaten gemakkelijker maken om doeltreffende en adequate inspecties uit te voeren.
Dankzij een meertalige openbare interface met een standaardformulier kunnen detacherende ondernemingen hun detacheringsverklaringen op één plaats en met dezelfde reeks gevraagde informatie indienen in alle deelnemende lidstaten, d.w.z. de lidstaten die gebruikmaken van de openbare interface, waar zij werknemers ter beschikking stellen. Zij zullen de detacheringsverklaring in hun eigen taal kunnen opstellen en zo de taalbarrière wegnemen waarmee detacherende ondernemingen (dienstverrichters) regelmatig te maken krijgen wanneer zij detacheringen melden in het meldsysteem van de lidstaat waar zij werknemers ter beschikking stellen.
Het voorstel levert een bijdrage aan de toezegging van de Commissie om de uit de EU-wetgeving voortvloeiende rapportagevereisten te beperken. In haar mededeling “Concurrentievermogen van de EU op lange termijn: blik op de periode na 2030”8 heeft de Commissie gewezen op het belang van een regelgevingssysteem dat ervoor zorgt dat doelstellingen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Daarom wil zij een nieuwe impuls geven aan het rationaliseren en vereenvoudigen van rapportagevereisten, met als uiteindelijk doel dat de daarmee verband houdende administratieve lasten met 25 % worden teruggedrongen zonder dat dit ten koste gaat van de daarmee samenhangende beleidsdoelstellingen. In het steunpakket voor kleine en middelgrote ondernemingen9 is deze actie verder uitgewerkt en is de aandacht gevestigd op de invoering van een elektronisch formaat voor de verklaring van detachering van werknemers als voorbeeld voor het gebruik van digitale technologieën om de lasten te verminderen en de veerkracht te verbeteren.
Bescherming van de rechten van werknemers
Het indienen van detacheringsverklaringen via de openbare interface zal ook een betere en meer uniforme toepassing van Richtlijn 96/71/EG mogelijk maken. Het vergemakkelijken van het melden en beschermen van gedetacheerde werknemers is een ander element in de EU-wetgeving dat eerlijke mobiliteit waarborgt.
Aangezien dienstverrichters niet langer hoeven te voldoen aan de verschillende nationale eisen die zijn opgenomen in de nationale interfaces en de formulieren voor detacheringsverklaringen in de deelnemende lidstaten, zal de openbare interface met behulp van een standaardformulier de gevallen van niet-naleving van de detacheringsregels helpen verminderen. Dit zal ook leiden tot meer transparantie bij detachering.
In dit verband maakt het initiatief het voor de lidstaten gemakkelijker om doeltreffende, adequate en gerichte inspecties uit te voeren, hetgeen bijdraagt tot de bescherming van de rechten van gedetacheerde werknemers en tot eerlijke mobiliteit als geheel.
Bovendien zal de mogelijkheid om een kopie van de verklaring aan de gedetacheerde werknemer toe te zenden, de gedetacheerde werknemers informeren tijdens de procedure en hen helpen hun rechten uit te oefenen. Deze mogelijkheid bestaat momenteel niet in de nationale meldsystemen.
Vermindering van de administratieve lasten voor de autoriteiten van de lidstaten en vergemakkelijking van de administratieve samenwerking
Bij Richtlijn 2014/67/EU zijn regels ingevoerd voor de administratieve samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de naleving van de regels inzake de terbeschikkingstelling van werknemers. Deze administratieve samenwerking vindt plaats via het IMI. Het IMI speelt derhalve een belangrijke rol bij de ondersteuning van de versterkte administratieve samenwerking die ten grondslag ligt aan de richtlijn.
De module Informatieverzoeken voor de detachering voor werknemers is de belangrijkste module in het IMI voor administratieve samenwerking in het kader van Richtlijn 2014/67/EU en Richtlijn 96/71/EG. De module ondersteunt wederzijdse bijstand door een instantie in een lidstaat in staat te stellen om informatie of bijstand te vragen aan een instantie in een andere lidstaat.
Vandaag de dag hebben nationale bevoegde autoriteiten die om wederzijdse bijstand van andere lidstaten verzoeken, te kampen met aanzienlijke administratieve lasten bij het indienen van een verzoek om informatie in het IMI. Momenteel moet informatie over een specifieke detachering die aanleiding geeft tot een verzoek om wederzijdse bijstand in het IMI, door de bevoegde autoriteiten in de lidstaten handmatig in het IMI worden ingevoerd voordat het verzoek om bijstand kan worden ingediend. De reden hiervoor is dat de verklaringen worden ontvangen in systemen van lidstaten die niet met het IMI zijn verbonden. Om de administratieve samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten te vergemakkelijken en verzoeken om wederzijdse bijstand te vereenvoudigen, moet de informatie die in detacheringsverklaringen wordt verstrekt, rechtstreeks in het IMI beschikbaar worden gesteld. Dit is momenteel het geval voor de wegvervoersector, waar de Commissie bij Richtlijn (EU) 2020/1057 van het Europees Parlement en de Raad10 is opgedragen een meertalige openbare interface voor ondernemers te ontwikkelen, waarmee zij informatie over detachering kunnen opnemen en bijwerken, en indien nodig andere relevante documenten in het IMI kunnen uploaden. De lidstaten moeten dan gegevens en informatie uitwisselen, administratieve samenwerking aangaan en wederzijdse bijstand verlenen via het IMI.
Het afstemmen van de administratieve procedure voor het melden van gedetacheerde werknemers in andere sectoren, voor gevallen waarin een dergelijke meldplicht gerechtvaardigd en evenredig zou zijn, op de procedure voor de detachering van bestuurders in de wegvervoersector zou de administratieve lasten voor overheidsdiensten verminderen. Momenteel moeten de bevoegde autoriteiten twee verschillende systemen voor hun toezichthoudende taken beheren en exploiteren, waarbij het IMI wordt gebruikt voor de verklaring van de detachering van bestuurders in de wegvervoersector en nationale meldsystemen worden gebruikt voor detachering in andere sectoren. Door de twee systemen op elkaar af te stemmen, kan het gebruik van databanken en interne administratieve procedures voor de nationale bevoegde autoriteiten worden gestroomlijnd en kan worden voorzien in een efficiënter mechanisme voor de nationale bevoegde autoriteiten om de naleving van de toepasselijke detacheringsregels te monitoren en te controleren.
Deelnemende lidstaten profiteren van tijds- en kostenbesparingen. Door gebruik te maken van het IMI-systeem, kunnen de lidstaten desgewenst hun op zichzelf staande nationale meldsystemen stopzetten, waardoor zij de kosten voor de exploitatie en het onderhoud van deze systemen besparen. Enkele lidstaten die nog geen digitale oplossingen gebruiken voor hun meldplichten, kunnen het IMI-systeem gebruiken zonder tijd en middelen te hoeven investeren in de ontwikkeling van een elektronisch nationaal meldsysteem. De lidstaten die hun nationale databanken behouden, zouden de mogelijkheid krijgen om deze met de openbare interface te verbinden.
Het IMI-systeem maakt het ook mogelijk statistieken te genereren, de nationale beleidsvorming te ondersteunen en een solide basis te bieden voor de werkzaamheden van de arbeidsinspectiediensten, onder meer voor hun risicoanalyse.
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
Het vrij verrichten van diensten is een in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) neergelegd grondbeginsel van de interne markt van de Europese Unie.
Richtlijn 96/71/EG geeft uitvoering aan dit beginsel inzake de terbeschikkingstelling van werknemers met als doel een gelijk speelveld voor bedrijven en de eerbiediging van de rechten van werknemers te waarborgen. Artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG bevat een kern van duidelijk omschreven arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die de dienstverrichter in de lidstaat waar de detachering plaatsvindt, in acht moet nemen om de minimale bescherming van de betrokken gedetacheerde werknemers te waarborgen.
Richtlijn 2014/67/EU heeft tot doel het vrij verrichten van diensten en de werking van de interne markt te vergemakkelijken en de eerbiediging te waarborgen van een passend niveau van bescherming van de rechten van gedetacheerde werknemers voor het grensoverschrijdend verrichten van diensten, met name wat betreft de handhaving van de kernarbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die van toepassing zijn in de lidstaat waar de dienst moet worden verricht overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 96/71/EG. In dit verband wordt in Richtlijn 2014/67/EU een gemeenschappelijk kader vastgesteld voor een reeks passende bepalingen, maatregelen en controlemechanismen voor een betere en meer uniforme implementatie, toepassing en handhaving van Richtlijn 96/71/EG in de praktijk.
Om een juiste toepassing van en toezicht op de naleving van de materiële regels inzake de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden voor gedetacheerde werknemers mogelijk te maken, voorziet Richtlijn 2014/67/EU in de mogelijkheid voor de lidstaten om bepaalde administratieve formaliteiten en controlemaatregelen op te leggen aan dienstverrichters die werknemers detacheren om diensten te verrichten, op voorwaarde dat de formaliteiten en maatregelen gerechtvaardigd en evenredig zijn overeenkomstig het recht van de Unie. In dit verband staat artikel 9, lid 1, punt a), van Richtlijn 2014/67/EU de lidstaten toe de verplichting op te leggen dat een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter een eenvoudige verklaring aan de verantwoordelijke nationale bevoegde autoriteiten doet toekomen met de voor het uitvoeren van daadwerkelijke controles op de werkplek noodzakelijke informatie.
Het voorstel is in overeenstemming met deze bepalingen, aangezien het wettelijke kader voor de detachering van werknemers, zoals vastgesteld bij de Richtlijnen 2014/67/EU en 96/71/EG, niet wordt gewijzigd en het daarmee gepaard gaande niveau van bescherming van werknemers niet in gevaar wordt gebracht. Het voorstel vergemakkelijkt het indienen van detacheringsverklaringen, indien vereist, overeenkomstig artikel 9, lid 1, punt a), van Richtlijn 2014/67/EU en de procedure van artikel 9, lid 4, van die richtlijn, alsook de administratieve samenwerking tussen de lidstaten en een doeltreffend toezicht op de naleving van de verplichtingen van Richtlijn 2014/67/EU en Richtlijn 96/71/EG.
Het voorstel vormt een aanvulling op de regels inzake de detachering van bestuurders in de wegvervoersector. De nieuwe regels inzake de detachering van bestuurders in het wegvervoer, zoals vastgesteld bij Richtlijn (EU) 2020/1057, zijn in juli 2021 vastgesteld in het kader van het mobiliteitspakket en zijn sinds 2 februari 2022 van toepassing. De Commissie beheert een meertalig portaal dat is verbonden met het IMI voor wegvervoerondernemers, die deze nieuwe regels moeten naleven. Het portaal biedt wegvervoerondernemers de mogelijkheid om via het IMI detacheringsverklaringen toe doen toekomen aan de lidstaten waar hun bestuurders zullen worden gedetacheerd. In het voorstel wordt de administratieve procedure voor het melden van gedetacheerde werknemers in andere sectoren gespiegeld aan de procedure voor de detachering van bestuurders in de wegvervoersector.
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
Het voorstel draagt bij tot twee van de prioriteiten van deze Commissie, namelijk het tot stand brengen van “een diepere, billijkere interne markt” en het stimuleren van werkgelegenheid en investeringen door het regelgevingskader te vereenvoudigen en de rapportagevereisten te rationaliseren.
Het voorstel vormt een aanvulling op de inspanningen van de taskforce voor de handhaving van de eengemaakte markt om de administratieve lasten voor het detacheren van werknemers te verminderen. De Commissie en de lidstaten werken samen in de taskforce voor de handhaving van de eengemaakte markt om de administratieve vereisten inzake de detachering van werknemers te vergemakkelijken, ook met betrekking tot de meldplichten. Bij de ontwikkeling van de openbare interface zal rekening worden gehouden met de beste praktijken die in de taskforce voor de handhaving van de eengemaakte markt zijn vastgesteld.
In oktober 2023 riep de Europese Raad alle betrokken instellingen op zich te blijven inspannen voor het vereenvoudigen van de regelgeving en het verminderen van de onnodige administratieve lasten11. In april 2024 verzocht de Europese Raad de Commissie ook om de administratieve lasten en de regeldruk voor bedrijven en nationale autoriteiten aanzienlijk te verminderen in het kader van een beter en slimmer regelgevingskader12.
In zijn resolutie van 17 februari 2022 over het aanpakken van niet-tarifaire en niet-fiscale belemmeringen op de eengemaakte markt13 drong het Europees Parlement er bij de Commissie op aan een digitaal formulier in te voeren voor de verklaring van de detachering van werknemers, en daarbij een eenvoudig, gebruiksvriendelijk en interoperabel digitaal formulier vast te stellen dat aansluit bij de behoeften van Europese bedrijven, met name kmo’s.
Het voorstel beantwoordt bovendien aan de doelstelling van de verordening Interoperabel Europa, die tot doel heeft de grensoverschrijdende interoperabiliteit en samenwerking in de overheidssector in de hele EU te versterken. Om grensoverschrijdende interoperabiliteit mogelijk te maken, worden de technische specificaties en eisen van de openbare interface onderworpen aan een interoperabiliteitsbeoordeling en wordt het hergebruik van gemeenschappelijke interoperabiliteitsoplossingen overwogen.
Tot slot zijn het initiatief en de uitvoering van het digitale formulier voor de verklaring van de detachering van werknemers in de EU in overeenstemming met de lopende ontwikkelingen op het gebied van het Europees kader voor digitale identiteit en de Europese portemonnee voor digitale identiteit14. Dienstverrichters zouden bijvoorbeeld gebruik kunnen maken van de Europese portemonnee voor digitale identiteit, zodra deze beschikbaar is, als een middel om zichzelf te identificeren, en gedetacheerde werknemers zouden een kopie van een detacheringsverklaring in hun portemonnee kunnen ontvangen.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
De rechtsgrondslag voor het voorstel is, net als voor de IMI-verordening, artikel 114 VWEU. Het voorstel heeft tot doel de werking van de interne markt te ondersteunen (artikel 26 VWEU). Hoewel de lidstaten niet verplicht zijn te voorzien in het gebruik van de bij het voorstel opgezette openbare interface, zal de door de lidstaten beoogde toepassing ertoe bijdragen dat de procedure en de vereisten voor de verklaring van de detachering van werknemers nader tot elkaar worden gebracht in de deelnemende lidstaten. Wanneer de lidstaten besluiten gebruik te maken van de openbare interface, moeten zij er bovendien voor zorgen dat dienstverrichters hun verplichting om een detacheringsverklaring af te leggen, kunnen nakomen door gebruik te maken van die gemeenschappelijke interface. De openbare interface als het centrale meldportaal en het standaardformulier creëren soortgelijke voorwaarden voor detacheringsverklaringen in de lidstaten die ervoor kiezen de openbare interface te gebruiken.
• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
Het voorstel is in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. De doelstelling van deze verordening, namelijk het instellen van een meertalige elektronische met het IMI verbonden openbare interface om de administratieve lasten te verminderen voor dienstverrichters die werknemers detacheren naar een deelnemende lidstaat, en tegelijkertijd een betere en meer uniforme toepassing en handhaving van Richtlijn 96/71/EG bevorderen, kan niet voldoende door de lidstaten alleen worden verwezenlijkt en kan vanwege de omvang en de gevolgen ervan daarom beter op het niveau van de Unie worden verwezenlijkt.
• Evenredigheid
Het voorstel heeft tot doel bij te dragen tot de goede werking van de interne markt door het verminderen van de administratieve belemmeringen voor het vrij verrichten van diensten, het vergemakkelijken van het doeltreffende toezicht door de lidstaten op de naleving van de EU-wetgeving die voorziet in de bescherming van gedetacheerde werknemers, en het ondersteunen van de daarmee verband houdende administratieve samenwerking tussen de nationale bevoegde autoriteiten in de lidstaten.
De voorgestelde actie is een geschikte manier om de doelstelling te verwezenlijken. Het vaststellen van soortgelijke procedures voor detacheringsverklaringen in de lidstaten die ervoor kiezen gebruik te maken van de openbare interface, vermindert de administratieve lasten, vergemakkelijkt doeltreffend toezicht en ondersteunt de daarmee verband houdende administratieve samenwerking. Hoewel de openbare interface vrijwillig door de lidstaten kan worden gebruikt, moet de doelstelling ervan worden bereikt door de beoogde toepassing door de lidstaten, waaruit blijkt dat het realiseren van de voordelen van de eengemaakte markt een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Commissie en de lidstaten is.
Tegelijkertijd gaat het voorstel, gezien het vrijwillige karakter ervan, niet verder dan wat nodig is om de doelstelling te verwezenlijken en doet het geen afbreuk aan de bevoegdheden van de lidstaten op het gebied van de detachering van werknemers. De lidstaten kunnen van dienstverrichters verlangen dat zij deze interface gebruiken om een eenvoudige verklaring van de detachering van werknemers aan de bevoegde autoriteiten te doen toekomen.
Aangezien het voorstel een afspiegeling zou zijn van de reeds vastgestelde administratieve en technische procedure voor de detachering van bestuurders in de wegvervoersector, zijn de financiële en administratieve kosten voor de Unie beperkt en evenredig met het doel van het initiatief.
• Keuze van het instrument
Het voorstel omvat een wijziging van de bijlage bij de IMI-verordening. Derhalve is het meest geschikte instrument een verordening. De indiening, bewaring en verwerking van de verklaring in de openbare interface door de Commissie en de informatie-uitwisseling in het kader van een doeltreffende administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand tussen de lidstaten moeten in overeenstemming zijn met de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens, die zijn vervat in de Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad, en worden neergelegd in het recht van de Unie.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
• Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
In het verslag over de toepassing van Richtlijn 2014/67/EU concludeerde de Commissie dat verschillende belanghebbenden een aantal gebieden met verbeterpunten onder de aandacht van de Commissie hebben gebracht. Het gaat hierbij onder meer om de vereenvoudiging van de administratieve-controlesystemen door, bijvoorbeeld, het invoeren van een enkel EU-breed meldsysteem.
• Raadpleging van belanghebbenden
Er zijn raadplegingen van belanghebbenden gehouden bij de voorbereiding van een gemeenschappelijk formulier, in elektronische vorm, voor de verklaring van de detachering van werknemers.
De volgende relevante groepen belanghebbenden hebben aan de raadpleging meegewerkt: nationale autoriteiten, handhavingsautoriteiten, bedrijfsverenigingen. Met name de Europese sociale partners zijn geraadpleegd. In het kader van een externe studie werden verschillende open en gerichte raadplegingsmethoden en -instrumenten gebruikt, die onder meer gericht waren op: het vaststellen van de mogelijke reikwijdte, de vorm, de structuur en de uitvoeringsopties voor de elektronische verklaring en het raadplegen van de lidstaten en relevante belanghebbenden over het concept (d.w.z. de reikwijdte, de vorm en de structuur) en de uitvoeringsopties:
- een webinar in samenwerking met de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) op 17 februari 2022 om de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de sociale partners over het project te informeren en hun feedback te verzamelen;
- vergaderingen en interviews met de autoriteiten van belangstellende lidstaten en relevante belanghebbenden tussen februari en april 2022;
- een workshop over gebruikerservaringen op 27 april 2022 met dienstverrichters die door de sociale partners zijn aangewezen om informatie te verzamelen over de administratieve ervaring met het detacheren van werknemers;
- een technische workshop met relevante vertegenwoordigers van de autoriteiten van de lidstaten op 28 april 2022 om de uitvoeringsopties te bespreken;
- bijeenkomsten met de sociale partners op 30 november 2021, 8 december 2021, 8 februari 2022, 2 juni 2022 en 11 mei 2023;
- een technisch onderzoek voor de lidstaten tussen 9 juni en 6 juli 2022;
- een onlinehoorzitting met de sociale partners op 29 april 2024 over de elektronische verklaring van de detachering van werknemers.
Het project betreffende een elektronische verklaring van de detachering van werknemers is ook besproken met de lidstaten en de sociale partners tijdens het ELA-forum over de detachering van werknemers op 13 maart 2023 en 11 april 2024.
• Bijeenbrengen en gebruik van expertise
Dit voorstel is tot stand gekomen na een interne doorlichting van bestaande rapportageverplichtingen en op basis van de ervaring die is opgedaan met de uitvoering van de desbetreffende wetgeving. Het gaat om een stap in het proces van permanente toetsing van rapportagevereisten die voortvloeien uit EU-wetgeving. De doorlichting van dergelijke lasten en van de gevolgen ervan voor belanghebbenden loopt na deze stap dus gewoon door.
De Commissie heeft input ontvangen van de deskundigengroep inzake een gemeenschappelijk elektronisch formulier voor de verklaring van de detachering van werknemers, waarin de Commissie wordt geadviseerd over de gezamenlijke ontwikkeling en uitvoering van een gemeenschappelijk elektronisch formulier voor de verklaring van de detachering van werknemers. De werkzaamheden van de groep worden uitgevoerd met volledige inachtneming van Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU.
• Effectbeoordeling — lastenvermindering
De Commissie heeft voor dit gerichte initiatief geen effectbeoordeling uitgevoerd. De Commissie heeft echter wel een analyse uitgevoerd om het bestaande niveau van administratieve lasten voor het melden van gedetacheerde werknemers in de 27 EU-lidstaten te meten, wat heeft geleid tot een gedetailleerde kostenmodellering van de verschillende meldprocedures. In de analyse, zoals uiteengezet in het werkdocument van de diensten van de Commissie, werd ook gekeken naar de potentiële besparingen op het gebied van tijd en middelen als gevolg van de invoering van een standaardformulier voor de verklaring van werknemers die in het kader van verschillende uitvoeringsopties moeten worden gedetacheerd, waaronder een meertalige elektronische met het IMI verbonden interface, rekening houdend met de verschillende maten van deelname door de lidstaten. Op het niveau van de EU blijkt uit de analyse dat het effect van een gemeenschappelijk systeem voor het melden van gedetacheerde werknemers wordt beïnvloed door het ontwerp van het gemeenschappelijke systeem en door het aantal detacheringsverklaringen dat onder het nieuwe systeem zal vallen.
De gemiddelde verkorting van de tijd die nodig is voor het invullen van een detacheringsverklaring met gebruikmaking van het standaardformulier, wordt geschat op ongeveer 73 % ten opzichte van de gemiddelde tijd die momenteel in de hele EU nodig is. De lastenvermindering varieert naargelang de toepassing van het standaardformulier door de lidstaten.
De gemiddelde lastenvermindering (totale kosten) voor dienstverrichters die werknemers op hun grondgebied detacheren, wordt geraamd op 58 % ten opzichte van de huidige situatie, met deelname van de eerste groep van negen lidstaten die zich tot dusver bereid hebben verklaard. Indien alle 27 lidstaten zouden besluiten zich bij dit initiatief aan te sluiten, zou de lastenvermindering op EU-niveau verder toenemen tot 81 % ten opzichte van het huidige referentiescenario.
Het voorstel heeft betrekking op beperkte en gerichte wijzigingen van de bestaande administratieve praktijk, voor lidstaten die er vrijwillig voor kiezen, en van de bestaande wetgeving, namelijk Verordening (EU) nr. 1024/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Informatiesysteem interne markt (“IMI”). Het voorstel heeft tot doel te voorzien in een meertalige elektronische, met het IMI verbonden openbare interface voor het melden van gedetacheerde werknemers, zoals reeds is gedaan in de wegvervoersector, voor andere economische sectoren, teneinde de uitvoering te vergemakkelijken van Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU, die ongewijzigd blijven.
De voorgestelde wijzigingen hebben geen gevolgen voor het EU-beleid, maar rechtvaardigen slechts de ontwikkeling van een vrijwillige technische oplossing (openbare interface) voor het indienen van verklaringen van de detachering van werknemers, met gebruikmaking van een standaardformulier, en het vergemakkelijken van de uitwisseling van gegevens tussen nationale overheden. Bij de opstelling van dit voorstel is rekening gehouden met de door de deskundigengroep inzake een gemeenschappelijk elektronisch formulier voor de verklaring van de detachering van werknemers verzamelde uitwisselingen en bewijzen. Het voorstel zal helpen de administratieve lasten voor de bevoegde nationale autoriteiten en bedrijven te verminderen door de toegankelijkheid en uitwisseling van gegevens over gedetacheerde werknemers te verbeteren.
Concluderend was er geen effectbeoordeling nodig, aangezien de wijziging een beperkte reikwijdte heeft, gericht is en technische wijzigingen van de bestaande wetgeving behelst.
• Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
Dit is een Refit-voorstel om de lasten voor de overheidsdiensten en het bedrijfsleven van de lidstaten te verminderen.
De rapportagevereisten voor de detachering van werknemers hebben betrekking op een groot aantal bedrijven. Uit de gegevens van 2022 van de instrumenten voor voorafgaande melding, de meest recente beschikbare gegevens, blijkt dat er in de EU ongeveer 1,9 miljoen gedetacheerde werknemers, 2,3 miljoen detacheringsverklaringen en 4,7 miljoen detacheringen waren. Wat de ontwikkeling van het aantal detacheringen en gedetacheerde werknemers betreft, met uitzondering van het goederenvervoer over de weg, waarvoor verklaringen nu moeten worden ingediend via een centraal EU-portaal voor wegvervoerondernemers, wijzen de beschikbare gegevens op een groei van 14 % ten opzichte van het aantal tussen 2021 en 2022 gemelde detacheringen15.
Alle 27 lidstaten hebben een instrument voor voorafgaande melding ingevoerd voor dienstverrichters die werknemers detacheren naar een andere lidstaat. De systemen van de lidstaten verschillen echter wat het ontwerp en de vereisten betreft en zijn niet met elkaar verbonden. De naleving van de vereiste administratieve meldprocedures brengt derhalve aanzienlijke administratieve lasten met zich mee voor de ter beschikking stellende ondernemingen. De daaruit voortvloeiende stijging van de transactiekosten kan, onder bepaalde voorwaarden, de grensoverschrijdende verrichting van diensten aanzienlijk belemmeren of beperken, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s).
Uit een conjunctuurenquête over de toestand van de eengemaakte markt in 2024 bleek dat 46,1 % van de meer dan 1 000 ondervraagde bedrijven van mening was dat de problemen/onzekerheden bij het tijdelijk detacheren van werknemers naar een ander land aanzienlijk waren16. De geschatte tijd die nodig is om een detachering te registreren, varieert van 21 minuten in Estland en Slowakije tot 87 minuten in Griekenland. Voor Italië bedraagt de benodigde tijd 61 minuten. In een recent onderzoek naar de invloed van administratieve lasten op de grensoverschrijdende detachering van werknemers door kmo’s in grensregio’s, noemden alle respondenten het gebrek aan rationalisering van de nationale detacheringsprocedures in de EU als een van de grootste lasten17.
Rapportagevereisten zijn van essentieel belang voor een correcte handhaving en goede monitoring van wetgeving. Rapportagevereisten kunnen echter ook onevenredige lasten betekenen voor belanghebbenden, en met name kmo’s en micro-ondernemingen treffen. De cumulatie ervan in de loop van de tijd kan leiden tot overbodige of overlappende verplichtingen of ontoereikende verzamelmethoden.
Daarom geniet het stroomlijnen van rapportageverplichtingen en het terugdringen van administratieve lasten prioriteit. Met het voorstel zullen de rapportageverplichtingen worden gerationaliseerd aan de hand van een combinatie van maatregelen:
- consolidatie van de rapportage die momenteel in verschillende systemen en met uiteenlopende vereisten wordt uitgevoerd;
- digitalisering van de uitwisseling van informatie.
• Grondrechten
De voorgestelde verordening heeft betrekking op de verwerking van persoonsgegevens. Voor de verwerking van persoonsgegevens moet volledige naleving worden gewaarborgd van de grondrechten die zijn verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name het recht op de bescherming van persoonsgegevens in artikel 8 van het Handvest van de grondrechten. Dit voorstel houdt ten volle rekening met deze wettelijke vereisten.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Het voorstel heeft beperkte gevolgen voor de begroting van de Commissie. Gezien de aanvankelijke periode van vijf jaar van volledige uitvoering en onderhoud van de openbare interface, zijn de gevolgen voor de begroting voornamelijk het gevolg van de volgende werkzaamheden:
- ontwikkeling van de oplossing, 1,3 miljoen EUR;
- onderhoud van de oplossing, 0,7 miljoen EUR;
- ondersteuning, 0,7 miljoen EUR;
- opleiding, 0,2 miljoen EUR;
- infrastructuur, 0,1 miljoen EUR;
in totaal ongeveer 3 miljoen EUR voor vijf jaar. De exploitatiekosten na volledige uitvoering worden geraamd op 0,5 miljoen EUR per jaar.
Wat de personeelsbehoeften betreft, zullen voor de volledige uitvoering van de openbare interface 1,5 voltijdequivalenten en voor permanent onderhoud 0,5 voltijdequivalenten nodig zijn.
5. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en verslaglegging
n.v.t.
• Toelichtende stukken (bij richtlijnen)
n.v.t.
• Artikelsgewijze toelichting van het voorstel
Artikel 1 — Met het Informatiesysteem interne markt verbonden openbare interface
Het artikel voorziet in de opzet van een meertalige met het IMI verbonden openbare interface voor de verklaring van de detachering van werknemers (“de openbare interface”).
De openbare interface is voornamelijk bedoeld om de administratieve lasten voor de autoriteiten van de lidstaten en voor bedrijven te verminderen door nationale wetten en procedures op elkaar af te stemmen, en om de samenwerking tussen de lidstaten te versterken bij het toezicht op de naleving van bepaalde administratieve vereisten voor de detachering van werknemers via het IMI.
De openbare interface stelt dienstverrichters in staat te voldoen aan gerechtvaardigde en evenredige verplichtingen om de detachering van werknemers te melden, overeenkomstig artikel 9, leden 1 en 2, van Richtlijn 2014/67/EU, wanneer de lidstaten ervoor hebben gekozen gebruik te maken van deze openbare interface.
Artikel 2 — Functionaliteiten van de openbare interface
In het artikel worden de belangrijkste functionaliteiten van de openbare interface opgesomd.
Artikel 3 — Gebruik van de openbare interface
Het artikel bevat de procedure voor de lidstaten om gebruik te maken van de openbare interface.
Artikel 4 — Standaardformulier
Het artikel bevat de belangrijkste elementen van de relevante informatie in het standaardformulier dat dienstverrichters zullen gebruiken om via de openbare interface een detacheringsverklaring in te dienen bij de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaat van ontvangst. Het verleent de Commissie uitvoeringsbevoegdheden om het standaardformulier vast te stellen en voorziet in een procedure voor mogelijke wijzigingen van het standaardformulier.
Artikel 5 — Verwerking en bewaring van persoonsgegevens
In het artikel wordt het doel van de verwerking van persoonsgegevens omschreven, alsmede de gegevenscategorieën en betrokkenen. Voorts worden de verantwoordelijkheden verduidelijkt voor de verwerking van persoonsgegevens die via de openbare interface worden ingediend.
Artikel 6 — Verwerking van ingediende informatie via het IMI
In dit artikel wordt beschreven hoe de administratieve samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten kan worden vergemakkelijkt en hoe verzoeken om wederzijdse bijstand kunnen worden vereenvoudigd, en dat de informatie die in detacheringsverklaringen wordt verstrekt, rechtstreeks in het IMI beschikbaar moet worden gesteld voor de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten van ontvangst.
Artikel 7 — Wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012
Het artikel bevat een lijst van de handelingen van de Unie die het gebruik van het IMI omvatten voor administratieve samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, zoals vermeld in de bijlage bij de IMI-verordening, overeenkomstig artikel 3, lid 1, van de IMI-verordening.
Artikel 8 — Comitéprocedure
In dit artikel wordt de comitéprocedure vastgesteld die moet worden gevolgd voor het opstellen van het standaardformulier.
Artikel 9 — Evaluatie
In dit artikel wordt de Commissie opgedragen de verordening vijf jaar na de inwerkingtreding ervan te evalueren en verslag uit te brengen over de ervaring die is opgedaan met de toepassing ervan en over de verwezenlijking van de doelstellingen ervan.