Toelichting bij COM(2025)49 - Standpunt EU in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, opgericht bij de Associatieovereenkomst met Oekraïne met betrekking tot de wijziging van aanhangsel XVII-3 (Regels ten aanzien van telecommunicatiediensten) van bijlage XVII bij die overeenkomst - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)49 - Standpunt EU in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, opgericht bij de Associatieovereenkomst ... |
---|---|
bron | COM(2025)49 |
datum | 10-02-2025 |
Dit voorstel betreft het besluit van de Raad tot vaststelling van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken (“het Handelscomité”) in verband met de voorgenomen vaststelling van een besluit tot wijziging van aanhangsel XVII-3 (Regels ten aanzien van telecommunicatiediensten) van bijlage XVII bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (“de Overeenkomst”), over de onderlinge aanpassing van de regelgeving. Op basis van regelmatige beoordelingen en monitoring overeenkomstig aanhangsel XVII-6 en de lopende beoordeling uit hoofde van artikel 4, lid 2, van bijlage XVII bij de Overeenkomst, en rekening houdend met de gevolgen van de aanhoudende Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, zijn de voorgestelde wijzigingen bedoeld om i) het toepassingsgebied van het acquis van de Unie op het gebied van roaming te verduidelijken, ii) Oekraïne extra tijd te geven om drie bepalingen van Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad0 volledig om te zetten, iii) een nieuw tijdschema te bieden voor de omzetting door Oekraïne van Richtlijn (EU) 2018/1972, iv) te voorzien in de toepassing van wederkerigheid voor nieuwe gemiddelde wholesaleroamingtarieven of -afgiftetarieven in de Unie die zijn vastgesteld na een eventueel besluit tot toekenning van een internemarktbehandeling voor roaming aan Oekraïne, en v) ervoor te zorgen dat de verordeningsteksten van de Unie prevaleren boven de handeling(en) waarbij deze in de Oekraïense rechtsorde worden opgenomen, gezien de tekstuele discrepanties.
2. Achtergrond van het voorstel
2.1. De Associatieovereenkomst
De Overeenkomst heeft als doel de voorwaarden voor versterkte economische en handelsrelaties te creëren met het oog op de geleidelijke integratie van Oekraïne in de interne markt van de Unie – onder meer door een diepe en brede vrijhandelsruimte tot stand te brengen overeenkomstig titel IV (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van de Overeenkomst – en de inspanningen van Oekraïne te ondersteunen om de overgang naar een goed functionerende markteconomie te voltooien door onder meer de Oekraïense wetgeving geleidelijk op de wetgeving van de Unie af te stemmen. De Overeenkomst is op 1 september 2017 in werking getreden. Sinds die datum heeft Oekraïne verzocht om verdere integratie met de roamingsector in de Europese Unie, met name door internemarktbehandeling voor roamingdiensten. Om voor internemarktbehandeling in aanmerking te komen, is aanpassing aan het acquis van de Unie op het gebied van roaming en een volledige inwerkingtreding en uitvoering daarvan in de Oekraïense wetgeving vereist.
2.2. Het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken
Overeenkomstig artikel 465, lid 4, van de Overeenkomst worden alle vraagstukken in verband met titel IV (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van de Overeenkomst behandeld in het Handelscomité. Op grond van artikel 11 van bijlage XVII bij de Overeenkomst kan dit comité een besluit nemen tot wijziging van bijlage XVII. Op grond van artikel 465, lid 3, zijn deze besluiten bindend voor de Partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan. Het Handelscomité stelt besluiten vast in onderlinge overeenstemming tussen de Partijen.
2.3. De beoogde handeling van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken
Het Handelscomité moet een besluit vaststellen tot wijziging van aanhangsel XVII-3 (Regels ten aanzien van telecommunicatiediensten) van bijlage XVII inzake aanpassing van de regelgeving (“de beoogde handeling”).
De beoogde handeling heeft tot doel het bovengenoemde aanhangsel van bijlage XVII bij de Overeenkomst te wijzigen teneinde: i) het toepassingsgebied van het acquis van de Unie op het gebied van roaming te verduidelijken, ii) Oekraïne extra tijd te geven om drie bepalingen van Richtlijn (EU) 2018/1972, die deel uitmaken van het acquis van de Unie op het gebied van roaming, volledig om te zetten, iii) een nieuw tijdschema te verstrekken voor de omzetting door Oekraïne van Richtlijn (EU) 2018/1972, iv) te zorgen voor de toepassing van wederkerigheid voor nieuwe gemiddelde wholesaleroamingtarieven of -afgiftetarieven in de Unie die zijn vastgesteld na een eventueel besluit tot toekenning van een internemarktbehandeling voor roaming aan Oekraïne, en v) ervoor te zorgen dat de verordeningsteksten van de Unie prevaleren boven de handeling(en) waarin deze in de Oekraïense rechtsorde worden opgenomen, gezien de tekstuele discrepanties. Dit strookt met de doelstelling van geleidelijke aanpassing van de Oekraïense regelgeving aan het acquis van de Unie, zoals vastgelegd in de preambule van de Overeenkomst en artikel 124 van de Overeenkomst, dat specifiek betrekking heeft op de aanpassing van de regelgeving op het gebied van elektronische communicatie.
De beoogde handeling zal voor de partijen bindend zijn overeenkomstig artikel 11 van bijlage XVII bij de Overeenkomst, waarin het volgende is bepaald: “Wanneer het Handelscomité dit nodig acht, kan het besluiten de bepalingen van deze bijlage XVII te wijzigen.”. Voorts bepaalt artikel 465, lid 3, van de Overeenkomst het volgende: “Het Associatiecomité is bevoegd om besluiten vast te stellen in de in deze overeenkomst genoemde gevallen en op de terreinen waarvoor de Associatieraad bevoegdheden heeft overgedragen aan het Associatiecomité. Deze besluiten zijn bindend voor de Partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan. Het Associatiecomité stelt besluiten vast in onderlinge overeenstemming tussen de partijen”.
3. Namens de Unie in te nemen standpunt
Het namens de Unie in te nemen standpunt is dat de vaststelling van de beoogde handeling door het Handelscomité wordt gesteund.
Bijlage XVII bij de Overeenkomst voorziet in regelmatige onderlinge aanpassing tussen de Partijen in verschillende sectoren, waaronder telecommunicatiediensten. Zodra de aanpassing geleidelijk is uitgebreid tot alle elementen van het in aanhangsel XVII-3 bedoelde acquis van de Unie, kan de aanpassing leiden tot de geleidelijke integratie van Oekraïne in de interne markt van de Unie, door wederzijdse toekenning van internemarktbehandeling overeenkomstig artikel 4, lid 3, van bijlage XVII bij de Overeenkomst. Oekraïne heeft verzocht om verdere integratie op het gebied van roaming. Bij Besluit 1/2023 van het Associatiecomité EU-Oekraïne in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken is aanhangsel XVII-3 bij de Overeenkomst aangevuld met de relevante handelingen met betrekking tot roaming. Op 7 november 2024 heeft Oekraïne de Unie ervan in kennis gesteld dat aan de voorwaarden voor de vaststelling en het uitvoering geven aan het acquis van de Unie was voldaan en heeft het verzocht om een alomvattende beoordeling. Op basis van regelmatige beoordelingen en monitoring en de lopende beoordeling uit hoofde van artikel 4, lid 2, van bijlage XVII bij de Overeenkomst en rekening houdend met de gevolgen van de aanhoudende agressie van Rusland tegen Oekraïne, is het passend bepaalde aanvullende specifieke aanpassingen van deel A van aanhangsel XVII-3 in te voeren en Oekraïne extra tijd te geven om uitvoering te geven aan sommige bepalingen, zonder dat de mogelijkheid van een eventueel besluit van het Handelscomité om een internemarktbehandeling voor roaming toe te kennen overeenkomstig artikel 4, lid 3, van bijlage XVII bij de Overeenkomst wordt uitgesteld, en om rechtszekerheid voor bepaalde specifieke bepalingen te waarborgen en een nieuw tijdschema voor de omzetting van Richtlijn (EU) 2018/1972 vast te stellen.
Tegen deze achtergrond is het noodzakelijk aanhangsel XVII-3 (Regels ten aanzien van telecommunicatiediensten) te wijzigen om het toepassingsgebied van het acquis van de Unie op het gebied van roaming te verduidelijken. Sommige bepalingen van de handelingen van de Unie die het acquis van de Unie op het gebied van roaming0 vormen, zijn niet relevant voor een besluit om een internemarktbehandeling voor roaming toe te kennen, omdat zij bijvoorbeeld bepalingen zijn die geen verband houden met roaming, of omdat zij uitsluitend verplichtingen voor de Europese Commissie behelzen. Daarom moeten deze bepalingen van het toepassingsgebied van de omzetting worden uitgesloten met het oog op een eventueel besluit over de internemarktbehandeling voor roaming. Het is belangrijk te vermelden dat de volledige tekst van Richtlijn (EU) 2018/1972, gelet op het afgezien van de roamingsector algemene toepassingsgebied ervan, met het oog op een eventueel besluit over de internemarktbehandeling voor de telecommunicatiesector relevant blijft voor omzetting.
Om objectieve redenen die van invloed zijn op het vermogen van Oekraïne om onder normale omstandigheden wetgevingsprocedures te ondergaan, moet Oekraïne extra tijd krijgen om drie bepalingen van Richtlijn (EU) 2018/1972, die deel uitmaken van het acquis van de Unie op het gebied van roaming, volledig om te zetten. Daarbij gaat het om artikel 7, lid 2, artikel 8, lid 1, en artikel 30, lid 6, van Richtlijn (EU) 2018/1972. Het uitstel van de omzetting van deze bepalingen doet geen afbreuk aan de doelstellingen die worden nagestreefd door een eventueel besluit over internemarktbehandeling van roaming.
Er moet ook een nieuw tijdschema worden vastgesteld voor de omzetting door Oekraïne van Richtlijn (EU) 2018/1972, aangezien het vorige op 31 december 2024 is vervallen.
Bovendien moet worden gezorgd voor de toepassing van wederkerigheid voor elk nieuw gemiddeld wholesaleroamingtarief of -afgiftetarief in de Unie dat wordt vastgesteld na een eventueel besluit om Oekraïne een internemarktbehandeling toe te kennen voor roaming. Dit is bedoeld om te zorgen voor een gelijk speelveld tussen in de Unie en in Oekraïne gevestigde ondernemingen die gereguleerde internationale roamingdiensten aanbieden.
Tot slot heeft de door Oekraïne gevolgde aanpak bij het uitvoering geven aan verordeningen van de Unie in het kader van deel A van aanhangsel XVII-3 geleid tot bepaalde tekstuele discrepanties tussen de verordeningen van de Unie en de handelingen waarin deze zijn opgenomen. Daarom moet ervoor worden gezorgd dat de verordeningsteksten van de Unie prevaleren boven de handeling(en) waarbij deze in de Oekraïense rechtsorde worden opgenomen.
Met dit besluit wordt overeenkomstig de bepalingen van de bovengenoemde Associatieovereenkomst uitvoering gegeven aan de gemeenschappelijke handelspolitiek van de Unie ten aanzien van een oostelijk partnerland en kandidaat-partnerland. Het strookt met de doelstelling van de geleidelijke aanpassing van de Oekraïense regelgeving aan het acquis van de Unie, zoals vastgesteld in de preambule van de Overeenkomst.
4. Rechtsgrondslag
4.1. Procedurele rechtsgrondslag
4.1.1. Beginselen
Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.”
Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt”0.
4.1.2. Toepassing op het onderhavige geval
Het Handelscomité is een lichaam dat is opgericht krachtens de Associatieovereenkomst. Het door het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken vast te stellen besluit is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling zal overeenkomstig artikel 465, lid 3, van de Overeenkomst volkenrechtelijk bindend zijn. De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de Overeenkomst. Derhalve is de procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit van de Raad artikel 218, lid 9, VWEU.
4.2. Materiële rechtsgrondslag
4.2.1. Beginselen
De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt moet worden ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.
4.2.2. Toepassing op het onderhavige geval
Artikel 207 VWEU vormt de rechtsgrondslag voor de gemeenschappelijke handelspolitiek van de Unie. Met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, VWEU voorziet in de rechtsgrondslag voor de handel in diensten, met uitzondering van vervoersdiensten, met betrekking tot derde landen, met inbegrip van bepalingen over het regelgevingskader voor het verlenen van dergelijke diensten.
De hoofddoelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op de gemeenschappelijke handelspolitiek van de Unie, omdat de handeling betrekking heeft op de handel in telecommunicatiediensten met Oekraïne. De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit van de Raad is derhalve artikel 207 VWEU.
4.3. Conclusie
De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit van de Raad is artikel 207 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.
5. Bekendmaking van de beoogde handeling
Aangezien het besluit van het Associatiecomité de Overeenkomst zal wijzigen, is het passend het na de vaststelling ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken.