Toelichting bij COM(2025)41 - Uitvoering van het Stedelijk Europa-initiatief in 2022-2024 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)41 - Uitvoering van het Stedelijk Europa-initiatief in 2022-2024. |
---|---|
bron | COM(2025)41 |
datum | 12-02-2025 |
1. INLEIDING 2
2. UITVOERING 2
2.1. Financiering voor innovatie in steden 3
2.2. Ondersteuning van capaciteiten en kennis in steden 5
2.2.1. Versterking van de capaciteiten van steden 5
2.2.2. Ondersteuning van kennis en beleid in steden 8
2.3. Governance en andere activiteiten 10
3. EERSTE RESULTATEN 10
4. CONCLUSIES 14
1. INLEIDING
Europa staat voor tal van uitdagingen, van economisch herstel en het opbouwen van inclusieve samenlevingen tot het aanpakken van de klimaatverandering, de aantasting van het milieu en demografische veranderingen, en de dubbele groene en digitale transitie. Steden zijn plaatsen waar alle uitdagingen samenkomen en waar nieuwe oplossingen kunnen worden uitgeprobeerd en getest op een wijze die een verschil maakt voor mensen.
Het cohesiebeleid heeft een sterke stedelijke dimensie en ondersteunt een duurzame stedelijke ontwikkeling. Voor de programmeringsperiode 2021-2027 is de ondersteuning versterkt om steden te helpen een actieve rol te spelen bij het ontwerpen en uitvoeren van beleidsmaatregelen in reactie op hun lokale uitdagingen. Bijgevolg investeren de cohesiefondsen meer dan 100 miljard EUR in steden, en steden zijn rechtstreeks verantwoordelijk voor het plannen en uitvoeren van investeringen voor ruim 24 miljard EUR in het kader van de cohesiebeleidsprogramma’s.
Daarnaast is een nieuw Stedelijk Europa-initiatief (EUI)1 opgericht in het kader van de stedelijke dimensie van het cohesiebeleid voor de programmeringsperiode 2021-2027. Met een budget van 395 miljoen EUR2 is het een instrument om steden van elke omvang te ondersteunen, capaciteit en kennis op te bouwen, innovatie te ondersteunen en overdraagbare en schaalbare oplossingen te ontwikkelen voor op EU-niveau relevante stedelijke uitdagingen. De activiteiten worden gecoördineerd met en aangevuld door het Urbact-programma3 en ondersteunen de intergouvernementele werkzaamheden in het kader van de stedelijke agenda voor de EU.
Dit verslag bevat een beschrijving van de activiteiten van het EUI en de uitvoeringsresultaten van 1 september 2022 tot en met 31 augustus 2024.
2. UITVOERING
De uitvoering van het EUI werd toevertrouwd aan de regio Hauts-de-France, in nauwe samenwerking met de Europese Commissie4. Er werd een permanent secretariaat (hierna “het EUI-secretariaat”) opgezet door de regio Hauts-de-France om alle in dit verslag beschreven dagelijkse activiteiten uit te voeren. De werkzaamheden omvatten twee onderdelen, die gericht zijn op: a) het ondersteunen van innovatie, en b) het ondersteunen van capaciteits- en kennisopbouw, territoriale effectbeoordelingen, beleidsontwikkeling en communicatie (figuur 1). Van het budget van 395 miljoen EUR5 is 75 % bestemd voor onderdeel a) en 25 % voor onderdeel b).
Figuur 1: Interventielogica van het Stedelijk Europa-initiatief
2.1. Financiering voor innovatie in steden
Het EUI ondersteunt projecten voor innovatieve acties die gericht zijn op het bevorderen van de transformatieve rol van steden en de toepassing van geteste stedelijke innovaties in de gehele EU. Elk project kan uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) een maximale bijdrage van 5 miljoen EUR ontvangen met een cofinancieringspercentage van 80 % en heeft een maximale looptijd van vier jaar6. Subsidiabele aanvragers zijn stedelijke autoriteiten of groeperingen van stedelijke autoriteiten (d.w.z. steden, voorsteden of gemeenten) met een totale bevolking van ten minste 50 000 inwoners in een van de lidstaten van de EU.
Deze werkstroom is gebaseerd op het proefinitiatief “stedelijke innovatieve acties”7, dat werd uitgevoerd in de programmeringsperiode 2014-2020. Sindsdien is een groot aantal verbeteringen ingevoerd, bijvoorbeeld: i) een sterkere focus op stedelijke innovaties die relevant zijn voor het cohesiebeleid; ii) een verbeterde meetbaarheid van de resultaten ten opzichte van vooraf vastgestelde indicatoren; iii) een grotere nadruk op de operationele gereedheid van projecten, opschalingspotentieel en repliceerbaarheid van geteste oplossingen.
Er zijn vier oproepen voor de innovatieve acties van het EUI gepland, waarvan er twee reeds hebben plaatsgevonden, één oproep nog loopt en één oproep is voorzien voor 2026 (tabel 1). De eerste drie oproepen hebben tot doel innovatie te stimuleren op bepaalde thematische gebieden die belangrijk zijn voor het EU-beleid, terwijl de vierde oproep is gepland om steden te ondersteunen die minder ervaring met innovatie hebben.
Tabel 1: Oproepen van het EUI voor innovatieve acties
Oproep | Gepubliceerd (jaar), onderwerp(en) | Aanvragen | Geselecteerde projecten, totale EFRO-bijdrage (EUR) | Succespercentage aanvragen |
1 | 2022, één onderwerp: Nieuw Europees Bauhaus | 99 aanvragen uit 21 lidstaten | 14 projecten uit 12 lidstaten, 65,2 miljoen EUR | 14 % |
2 | 2023, drie onderwerpen: vergroening van steden, duurzaam toerisme, benutting van talent in krimpende steden | 112 aanvragen uit 21 lidstaten | 22 projecten uit 12 lidstaten, 98 miljoen EUR | 20 % |
3 | 2024, twee onderwerpen: energietransitie, technologie in de stad | Sluitingsdatum oproepen in oktober 2024 | Gepland budget 90 miljoen EUR | - |
4 | Gepland voor 2026 | - | - | - |
In het kader van de twee oproepen zijn 36 projecten uit 16 lidstaten geselecteerd (figuur 2). Om de geografische dekking te verbeteren en steden te helpen aanvragen van goede kwaliteit op te stellen, zijn verschillende maatregelen genomen, bv. het organiseren van workshops voor aanvragers in de Centraal- en Oost-Europese lidstaten en het oprichten van een netwerk van nationale stedelijke contactpunten dat de oproepen in de lidstaten bevordert.
Figuur 2: Geografische locaties van de geselecteerde
Inhoudsopgave
(oproep 1: paars, oproep 2: groen)
Wat betreft de bevolkingsomvang van de centra van de steden waarvan de autoriteiten deelnemen aan de projecten die in het kader van de twee oproepen zijn geselecteerd, is meer dan twee derde van de steden klein of middelgroot (figuur 3) en evenzo is meer dan twee derde een “artikel 11-stad”8.
Figuur 3: Aandeel van de stedelijke autoriteiten naar bevolkingsomvang in de geselecteerde projecten voor innovatieve acties
Nieuw is dat een deel van de EFRO-subsidie voor elk project voor innovatieve acties bestemd is voor de financiering van transnationale overdrachtspartnerschappen tussen de leidende stedelijke autoriteiten en drie andere steden in de EU, waarvan er twee afkomstig moeten zijn uit minder ontwikkelde of overgangsregio’s9. De methode berust op het proefoverdrachtsmechanisme voor stedelijke innovatieve acties, dat in de periode 2021-2022 werd uitgevoerd door middel van Urbact III en dat is gericht op het doorgeven van de ervaring met geteste innovatieve oplossingen en het onderzoeken van mogelijkheden om deze oplossingen te repliceren in andere stedelijke contexten. Het doel is ook om investeringen in het kader van cohesiebeleidsprogramma’s te stimuleren en innovatiecapaciteiten van steden te bevorderen die verder gaan dan de voornaamste projecten van de steden op het gebied van innovatieve acties.
2.2. Ondersteuning van capaciteiten en kennis in steden
2.2.1. Versterking van de capaciteiten van steden
In 2023 zijn activiteiten van het EUI op het gebied van capaciteitsopbouw uitgerold, die tot eind 2024 als proefacties worden uitgevoerd10. Deze activiteiten omvatten drie soorten acties: uitwisselingen tussen steden, peerreviews en evenementen voor capaciteitsopbouw. De activiteiten zijn gericht op het verbeteren van de capaciteiten van steden bij het op een geïntegreerde en participatieve wijze ontwerpen en uitvoeren van strategieën, beleidsmaatregelen en praktijken op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling. De activiteiten hebben ook een complementaire en coördinerende functie ten aanzien van Urbact IV11.
Een uitwisseling tussen steden12 is een bottom-up- en vraaggestuurde activiteit en is gebaseerd op een permanente oproep. In het kader van de uitwisseling wordt een aanvragende stedelijke autoriteit die met een specifieke uitdaging wordt geconfronteerd, voor een kort bezoek samengebracht met een andere stedelijke autoriteit uit een andere lidstaat die over de deskundigheid beschikt om deze uitdaging aan te pakken. De uitwisseling is een krachtige “peer learning”-activiteit.
De deelname van stedelijke autoriteiten aan de uitwisselingen tussen steden neemt in de loop der tijd toe. Op 31 augustus 2024 waren er 60 aanvragen ontvangen van steden in 22 lidstaten. Steden uit Italië, Spanje, Portugal en Finland hebben de meeste aanvragen ingediend. Er zijn 40 uitwisselingen13 gaande of reeds afgerond, waarbij in totaal 88 stedelijke autoriteiten zijn gemobiliseerd (figuren 4 en 5). Een grote meerderheid (88 %) van de betrokken steden is klein of middelgroot, en deze steden zijn vrijwel gelijkelijk verdeeld over minder ontwikkelde, meer ontwikkelde en overgangsregio’s. Meer dan 60 % is een “artikel 11-stad”.
Figuur 4: Stedelijke autoriteiten die bij uitwisselingen tussen steden betrokken zijn als “steden met een uitdaging”
Figuur 5: Stedelijke autoriteiten die bij uitwisselingen tussen steden betrokken zijn als “peers”
Daarnaast worden peerreviews14 waarbij groepen steden betrokken zijn, ondersteund om hun strategieën voor geïntegreerde stedelijke ontwikkeling, die de basis vormen voor duurzame stedelijke ontwikkeling15, te benchmarken. Het doel is om het ontwerp en de uitvoering van de strategie te verbeteren. Elke peerreview bestaat uit maximaal vier “onderzochte steden” en in het kader daarvan wordt samengewerkt met personen uit maximaal zes steden die als “peerreviewers” optreden om een vastgestelde uitdaging aan te pakken16. Jaarlijks worden er oproepen gericht aan “artikel 11-steden” om zich aan te melden als “onderzochte steden”, en andere steden uit de gehele Europese Unie worden uitgenodigd als “peerreviewers”.
Figuur 6: Geografische dekking van peerreviews
(onderzochte steden: paars; steden als peerreviewers:
Op 31 augustus 2024 waren er drie peerreviews uitgevoerd, waarbij Thessaloniki (EL), Coimbra (PT) en Kalisz (PL) evenementen op locatie organiseerden. Aan de peerreviews werd meegewerkt door ongeveer 150 deelnemers, die 12 lidstaten vertegenwoordigden. 54 deelnemers waren stedelijke autoriteiten, die fungeerden als “onderzochte steden” (10) of als “peerreviewers” (44) (figuur 6). Bij 80 % van de betrokken stedelijke autoriteiten ging het om kleine en middelgrote steden (figuur 7) en ongeveer de helft was afkomstig uit minder ontwikkelde regio’s. De meeste “onderzochte steden” waren klein of middelgroot en waren afkomstig uit minder ontwikkelde of overgangsregio’s.
Figuur 7: Aandeel van de stedelijke autoriteiten (naar bevolkingsomvang)
Bij evenementen voor capaciteitsopbouw17 worden stedelijke autoriteiten, beheersautoriteiten, de Commissie en andere belangrijke actoren samengebracht voor het uitwisselen van informatie en het presenteren van synergieën tussen de instrumenten en programma’s van het cohesiebeleid en de stedelijke agenda voor de EU. De evenementen dragen bij aan de totstandbrenging van een “gemeenschap van stedelijke beroepsbeoefenaren”. Het proces omvat jaarlijkse oproepen aan beheersautoriteiten om blijken van belangstelling in te dienen voor het organiseren van evenementen samen met de regio Hauts-de-France.
Op 31 augustus 2024 waren er acht evenementen of sessies voor capaciteitsopbouw georganiseerd in Turijn (IT), Timisoara (RO), Ljubljana (SI), Zadar (HR), Tourcoing (FR), Boedapest (HU), Tampere (FI) en Brussel (BE). Deze evenementen werden bijgewoond door ongeveer 500 deelnemers, waarvan er 160 stedelijke autoriteiten waren.
2.2.2. Ondersteuning van kennis en beleid in steden
Verschillende EUI-werkstromen ondersteunen de capaciteiten van steden op het gebied van kennis- en beleidsontwikkeling. In de lidstaten is een netwerk van stedelijke contactpunten opgericht18. In de door dit verslag bestreken periode werden 25 stedelijke contactpunten aangewezen19. De meeste stedelijke contactpunten fungeren ook als nationale Urbact-punten, en de coördinatie is gewaarborgd indien de twee verschillende contactpunten niet in dezelfde entiteit zijn gevestigd.
Er is een nieuw kennisplatform opgezet: Portico20. Het platform heeft tot doel de schat aan bestaande stedelijke kennis te consolideren en de fragmentatie van kennisbronnen aan te pakken om stedelijke beroepsbeoefenaren op alle niveaus te ondersteunen. Een van de onderdelen van het platform is het stedelijk panorama (“Urban Panorama”), dat tot doel heeft gebruikers door stedelijke initiatieven, programma’s en organisaties van de EU te leiden. Dit instrument zal stapsgewijs worden opgezet, en de eerste versie ervan is reeds beschikbaar21.
De eerste editie van een EU-brede toekomstgerichte enquête werd in 2024 uitgevoerd. Deze enquête wordt om de twee jaar gehouden om stedelijke autoriteiten en stedelijke beroepsbeoefenaren te ondervragen over de belangrijkste trends, uitdagingen, kennishiaten en ondersteuningsbehoeften op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling. De resultaten verschaffen de regio Hauts-de-France informatie over opkomende dynamieken en behoeften van de stedelijke gemeenschap. Wat de eerste editie betreft, werden er 364 antwoorden ontvangen uit 25 EU-lidstaten, waarbij meer dan 70 % van de antwoorden afkomstig was van stedelijke autoriteiten22.
Binnenkort zal er een reeks kapitalisatieactiviteiten23 worden opgestart in de vorm van “EUI-beleidslaboratoria” en andere kennisproducten. Het doel is om stedelijke autoriteiten en beroepsbeoefenaren te ondersteunen bij een empirisch onderbouwde beleidsvorming en bij het waarborgen van de kwaliteit van overheidsinvesteringen, met name in het kader van het cohesiebeleid. Er zullen speciale inspanningen worden geleverd om kleine en middelgrote steden te bereiken die nog niet voldoende capaciteiten hebben om toegang te krijgen tot de bestaande kennis en ervaring.
De stedelijke agenda voor de EU — de samenwerking op het gebied van bestuur op verschillende niveaus (“multilevel governance”) die in 2016 werd ingesteld bij het Pact van Amsterdam24 — wordt ondersteund door het EUI25. Er is een dienstenpakket ontworpen en uitgerold om thematische partnerschappen te helpen hun actieplannen uit te voeren en er wordt bijstand verleend voor het oprichten van nieuwe partnerschappen. Het EUI kan ook intergouvernementele samenwerking in stedelijke aangelegenheden ondersteunen26, indien om een dergelijke ondersteuning wordt verzocht door een of meer lidstaten en indien daarover overeenstemming wordt bereikt met de Commissie.
Er zijn verschillende communicatiecampagnes gevoerd over oproepen voor innovatieve acties, oproepen voor activiteiten op het gebied van capaciteitsopbouw, de oprichting van Portico, en oproepen voor de leden van het partnerschap van de stedelijke agenda voor de EU. De EUI-website werd ontworpen en de EUI-nieuwsbrief werd opgesteld. Deze nieuwsbrief heeft al meer dan 5 000 abonnees.
2.3. Governance en andere activiteiten
De governance van het EUI27 moet ervoor zorgen dat alle activiteitenstromen op een doeltreffende en inclusieve manier worden aangestuurd en daadwerkelijk worden uitgevoerd. De governance voorziet in een mechanisme dat synergieën tussen activiteiten en een participatief proces van strategische begeleiding mogelijk maakt waarbij alle relevante belanghebbenden betrokken zijn en dat bestaat uit een toezichthoudend orgaan en een stuurgroep.
Onder de leden van het toezichthoudend orgaan bevinden zich vertegenwoordigers van de Commissie, de regio Hauts-de-France en het EUI-secretariaat. Het orgaan houdt toezicht op de uitvoering, de vooruitgang die is geboekt bij de verwezenlijking van de doelstellingen, de ontwikkeling en uitvoering van de activiteiten in het kader van elk onderdeel, de monitoring van de resultaten, en de financiële uitvoering. Het zorgt ervoor dat het strategisch advies van de stuurgroep in voorkomend geval wordt geïntegreerd in de operationele activiteiten.
De stuurgroep functioneert als een raadgevend orgaan. De groep wordt op de hoogte gebracht van en geeft advies over de strategische uitvoering van het EUI, met name over de samenhang tussen de activiteiten en over de prioriteiten. De stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de Commissie, de regio Hauts-de-France en het EUI-secretariaat, de lidstaten van elk EU-voorzitterschapstrio, de beheersautoriteit en het secretariaat van Urbact, het Comité van de Regio’s en twee verenigingen van Europese steden: de Raad der Europese Gemeenten en Regio’s en Eurocities.
In de door dit verslag bestreken periode werden drie bijeenkomsten van beide governance-organen georganiseerd. De correlatie en consistentie met de governanceprocessen van het Urbact IV-programma en de stedelijke agenda voor de EU werden gewaarborgd via wederzijdse deelname en informatie-uitwisseling.
Wat de financiële uitvoering van het EUI betreft, werd een belangrijk deel — meer dan de helft van het budget van 395 miljoen EUR28 — toegewezen aan de activiteiten. Een eerste versie van het monitoringsysteem29 werd voltooid en binnenkort zal een dashboard worden opgezet dat de vooruitgang aangeeft.
Er werd een nauwe samenwerking met het Urbact IV-programma tot stand gebracht om een algehele coördinatie, synergieën en complementariteiten te bewerkstelligen, met name tussen activiteiten van de twee instrumenten op het gebied van capaciteits- en kennisopbouw30. Via het samenwerkingsverband Urbact heeft het EUI ook bijgedragen aan de uitvoering van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Agenda 2030 van de Verenigde Naties.
3. EERSTE RESULTATEN
Het EUI is samen met de voornaamste actoren31 opgezet ter ondersteuning van het strategie- en beleidsontwerp, de geïntegreerde en participatieve uitvoering, en de stedelijke innovatie.
Na de eerste twee jaar van uitvoering levert het EUI zijn eerste resultaten op. Het initiatief biedt een geïntegreerd dienstenpakket dat steden van elke omvang ondersteunt. Er zijn activiteiten uitgerold waarbij interacties tussen de onderdelen van het EUI zijn gerealiseerd en coördinatie en complementariteiten met Urbact IV tot stand zijn gebracht. Bovendien combineert het EUI activiteiten en inputs van de stedelijke agenda voor de EU en zorgt het voor synergieën met andere belangrijke EU-initiatieven.
Wat betreft de geografische oorsprong van de 444 stedelijke autoriteiten die in de door dit verslag bestreken periode door het EUI werden ondersteund, is twee derde afkomstig uit minder ontwikkelde en overgangsregio’s. De meeste begunstigden (73 %) zijn kleine en middelgrote steden en 70 % is een “artikel 11-stad”. Van de ondersteunde steden neemt 25 % ook deel aan Urbact, waarmee de versterkte koppelingen tussen het EUI en andere instrumenten van het cohesiebeleid worden bevestigd.
Twee oproepen voor innovatieve acties uit 2022 en 2023 zijn afgerond, wat heeft geleid tot 36 projecten in 16 lidstaten met een EFRO-bijdrage van meer dan 163 miljoen EUR. Dankzij de transnationale overdrachtspartnerschappen kan een netwerk van 85 steden innoveren, ervaringen uitwisselen en inspireren tot cohesiebeleidsmaatregelen op het gebied van het Nieuw Europees Bauhaus, vergroening van steden, duurzaam toerisme en benutting van talent in krimpende steden. Dit netwerk zal binnenkort worden aangevuld met aanvullende projecten op het gebied van energietransitie en technologie in steden. In het kader van de oproepen zijn synergieën met de EU-missies, met name met de missie voor klimaatneutrale en slimme steden, en andere belangrijke EU-initiatieven gestimuleerd.
Fuenlabrada (ES) experimenteert met een nieuw huisvestingsmodel dat gebaseerd is op intergenerationele solidariteit en de beginselen van het Nieuw Europees Bauhaus. Het model draagt bij aan de revitalisering van het stadscentrum, dat kampt met een verslechterde huisvestingskwaliteit, een hoge leegstand van zowel woonruimten als bedrijfsruimten en een vergrijzende bevolking. Boedapest (HU) wordt geconfronteerd met een huisvestingscrisis als gevolg van hoge energieprijzen en test momenteel een geïntegreerd model voor betaalbare huisvestingsdiensten, waarin de beginselen van het Nieuw Europees Bauhaus zijn verwerkt en in het kader waarvan een reeks diensten wordt ontwikkeld die gericht zijn op zowel de openbare als de particuliere woningvoorraad.
Bologna (IT) combineert informatietechnologieën, op de natuur gebaseerde oplossingen en “burgerwetenschappers”32 om in de wijken van de stad in contact te komen met de natuur, teneinde een methode van “adaptieve groene cellen” te ontwikkelen waarmee het stedelijk warmte-eilandeffect wordt aangepakt. Brugge (BE) test momenteel blauwe en groene infrastructuuroplossingen om het risico van overstroming en droogte te beperken en om de waterkwaliteit te verbeteren, mede door gebruik te maken van het historische ondergrondse waternetwerk van de stad.
Stalowa Wola (PL) experimenteert met het scheppen van voorwaarden voor talenten uit de ruimtevaartindustrie door multidimensionele specialisatie voor de stad te ontwikkelen met een ruimtelaboratorium, een academie en een cluster die een viervoudige helix vertegenwoordigt. Haskovo (BG) test momenteel een innovatieve “MedTechHub” die de medische en de digitale sector mobiliseert, diensten verleent en onderwijskansen biedt, met name aan jonge talenten, alsook de transitie naar een duurzame lokale economie ondersteunt.
Kopenhagen (DK) introduceert een datagedreven en op de gemeenschap gericht toeristisch beheer voor zijn gemeenschappen en toeristen door een participatieve photovoice-app te ontwikkelen om gegevens van gebruikers over hun ervaring te verzamelen, te gebruiken en te analyseren. Coimbra (PT) voert momenteel een proef uit met een duurzaam toeristisch webportaal dat gebaseerd is op grote taalmodellen, verrijkt met werkelijke gegevens over de bestemming en gepersonaliseerde routes voor toeristen.
Auteursrechten: afbeelding 1 ©Gettyimages.be/zak00; afbeelding 2 ©Gettyimages.be/DrAfter123; afbeelding 3 ©Gettyimages.be/guoya; afbeelding 4 ©Gettyimages.be/Annika McFarlane.
De activiteiten voor capaciteitsopbouw worden uitgevoerd met de specifieke ambitie om steden te ondersteunen, waarmee het investeringsaandeel van ruim 24 miljard EUR van het EFRO wordt uitgevoerd dat bestemd is voor duurzame stedelijke ontwikkeling33. Hoewel de activiteiten zich nog in de proeffase bevinden, hebben zij volgens de deelnemers al effect34. Aan deze activiteiten is deelgenomen door 485 stedelijke beroepsbeoefenaren, waarvan bijna 60 % een stedelijke autoriteit was en twee derde een “artikel 11-stad”. Activiteiten voor capaciteitsopbouw ondersteunen met name kleinere steden, aangezien 76 % van de steden die aan deze activiteiten deelnemen, minder dan 250 000 inwoners heeft (figuur 8).
Figuur 8: Aandeel (%) van de stedelijke autoriteiten die deelnemen aan
Als onderdeel van de activiteiten voor capaciteitsopbouw bestrijken de uitwisselingen tussen steden een reeks thema’s, bijvoorbeeld betaalbare huisvesting, sociale inclusie, mobiliteit, aanpassing aan klimaatverandering, digitale transitie, stadsvernieuwing, toerisme en toegang tot financiering. Peerreviews hebben de capaciteiten van steden verbeterd als het gaat om betrokkenheid van belanghebbenden en sectoroverschrijdende samenwerking en om het afstemmen van strategieën op de EU- en de wereldwijde agenda, op plattelandsgebieden en op de financiële steun. Bij de evenementen voor capaciteitsopbouw is ingegaan op een breed scala aan thema’s, bijvoorbeeld geïntegreerd strategisch ontwerp, functionele stedelijke gebieden, geïntegreerde territoriale investeringen en vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling, groene transitie en ecosystemen voor innovatie.
Er is gezorgd voor coördinatie en complementaire acties met Urbact IV. Door Urbact ondersteunde steden fungeren bij de activiteiten van het EUI op het gebied van capaciteitsopbouw als peers. Urbact heeft ook als strategische partner meegewerkt aan de oprichting van het kennisplatform Portico. Het EUI en Urbact moeten nauwe banden met elkaar onderhouden om een gecoördineerde actie en synergieën te waarborgen.
Het netwerk van nationale stedelijke contactpunten is operationeel en versnelt de vraag naar diensten van het EUI in alle lidstaten. Het fungeert als een katalysator voor alle activiteiten van het EUI en ondersteunt stedelijke gemeenschappen, met name kleinere steden en beheersautoriteiten. Het netwerk heeft een horizontale functie bij het bevorderen van alle werkstromen, en de eerste effecten zijn al zichtbaar. De socialemediagemeenschap van het netwerk groeit snel, en er zijn in 2024 al meer dan 400 mediacampagnes georganiseerd of nog gaande. Het netwerk vereist een voortdurende en toegewijde steun om de diensten ervan op effectieve wijze te kunnen leveren, omdat het EUI meerdere activiteiten aanbiedt.
Het kennisplatform Portico biedt stedelijke beroepsbeoefenaren de noodzakelijke toegang tot kennis en informatie over EU-initiatieven. Het platform bevat meer dan 1 600 kennisbronnen en inspireert een gemeenschap van bijna 2 000 stedelijke beroepsbeoefenaren. Ook zal er binnenkort op het platform een onderdeel beschikbaar zijn dat veelbelovende en succesvolle stedelijke praktijken bevat en dat afkomstig is van projecten die door cohesiefondsen in de gehele Europese Unie worden ondersteund. Portico, waarvan het stedelijk panorama nog in ontwikkeling is, heeft tot doel geleidelijk een instrument te creëren dat gebruikers op basis van hun behoeften in contact brengt met passende Europese initiatieven en actoren. De inspanningen om het platform, en met name het panorama-instrument ervan, uit te breiden, moeten worden voortgezet om het momentum vast te houden en de ontwikkeling in de richting van de toegangspoort van de EU tot stedelijke kennis te bevorderen.
De eerste kapitalisatieactiviteiten in de vorm van beleidslaboratoria zijn reeds opgestart, en in de initiële fase organiseerde de regio Hauts-de-France samen met Urbact IV met succes een reeks “stadslaboratoria” op het gebied van energietransitie en lokale voedselsystemen. Wat de territoriale effectbeoordelingen betreft, onderzoekt de regio Hauts-de-France momenteel de soorten ondersteunende activiteiten. Gezien de belangrijke rol van steden bij de uitvoering van EU- en nationaal beleid, is regelgeving waarin de uiteenlopende behoeften van de gebieden worden erkend, van essentieel belang voor duurzame stedelijke ontwikkeling. Aangezien er door belangrijke Europese actoren ter plaatse35 een reeks instrumenten en methoden voor territoriale effectbeoordelingen is ontwikkeld, is het doel voort te bouwen op bestaande instrumenten en begin 2025 activiteiten uit te rollen om tegemoet te komen aan de behoeften van steden.
De ondersteuning van de stedelijke agenda voor de EU levert resultaten op in de vorm van nieuwe partnerschappen, die reeds zijn opgericht of nog worden opgericht. Sinds 2022 heeft het EUI de oprichting ondersteund van vier thematische partnerschappen op het gebied van “vergroening van steden”, “duurzaam toerisme”, “gelijkheid in steden” en “voeding”. Eind 2024 moeten er twee aanvullende partnerschappen operationeel zijn: “watergevoelige stad” en “decarbonisatie van gebouwen, geïntegreerde renovatieprogramma’s, lokale verwarmings- en koelingsplannen”. Het verwachte effect van de ondersteuning van de stedelijke agenda voor de EU is de verhoogde capaciteit van alle betrokken actoren om te werken in het kader van samenwerking op het gebied van bestuur op verschillende niveaus.
Er is een reeks communicatieactiviteiten in gang gezet. Het EUI heeft via verschillende socialemediaplatforms al meer dan 28 000 volgers bereikt. In de door dit verslag bestreken periode waren er in totaal meer dan 3 000 geregistreerde deelnemers aan de evenementen van het EUI. Er werden aanzienlijke inspanningen geleverd met het oog op de promotie van de vijfde editie van het stedenforum die in 2023 in Turijn werd gehouden, waar het EUI officieel werd opgericht, alsook op de voorbereidingen voor het komende zesde stedenforum in juni 2025 in Krakau.
4. CONCLUSIES
Europa kan zijn doelstellingen niet verwezenlijken zonder zijn steden. De Europese Commissie zal met stedelijke autoriteiten blijven samenwerken om steun te verlenen aan steden. Het EUI fungeert in dit verband als een geïntegreerd instrument en ondersteuningsmechanisme voor steden van elke omvang in de gehele EU. Het ondersteunt steden met concrete acties, zoals het aanbieden van peer learning, kennis en ervaring, en financiering voor innovatie om de doelstellingen van het cohesiebeleid te helpen verwezenlijken. In dit verband helpt het steden om in te spelen op de vele uitdagingen waarmee zij worden geconfronteerd.
De uitvoering van het EUI zal worden voortgezet met de vraaggestuurde aanpak, waarbij de behoeften van steden een centrale plaats blijven innemen in het licht van strategische en operationele keuzes en waarbij ernaar wordt gestreefd de meest relevante steun aan de begunstigden van het EUI te verlenen. Er wordt voortdurend aandacht besteed aan het waarborgen van een effectieve feedbackloop met steden en stedelijke beroepsbeoefenaren via het netwerk van nationale stedelijke contactpunten en interacties binnen de werkstromen van het initiatief.
Het EUI zal nauw blijven samenwerken met belangrijke organisaties en netwerken in de stedelijke omgeving en zal de synergieën met andere belangrijke EU-initiatieven versterken. Er zullen maximale inspanningen worden geleverd om de aanvaarding van zijn dienstenaanbod door steden van elke omvang in de lidstaten te bevorderen. In 2025 zal feedback van de begunstigden worden verzameld via de tussentijdse beoordeling. Het EUI zet zich in voor versterkte en samenhangende beleidsmaatregelen in de EU, onder meer door bij te dragen aan de komende Europese beleidsagenda voor steden.
1Artikel 12 van Verordening (EU) 2021/1058 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds.
2Het oorspronkelijke budget van 400 miljoen EUR (in prijzen van 2018) werd verlaagd tot 395 miljoen EUR (in lopende prijzen) naar aanleiding van de herziening van het meerjarig financieel kader in 2024.
3Artikel 3 van Verordening (EU) 2021/1059 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 betreffende specifieke bepalingen voor de doelstelling “Europese territoriale samenwerking” (Interreg) ondersteund door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en door externe financieringsinstrumenten. Urbact financiert netwerken van steden om steden te ondersteunen bij de ontwikkeling van geïntegreerde praktijken.
4Op basis van artikel 12 van Verordening (EU) 2021/1058 werd de uitvoering van het EUI via indirect beheer toevertrouwd aan de regio Hauts-de-France. De oproep tot het indienen van blijken van belangstelling betreffende het indirecte beheer van het EUI werd in mei 2021 gepubliceerd en resulteerde in de selectie van de regio Hauts-de-France in juli 2021. De overeenkomst tussen de Commissie en de regio Hauts-de-France werd in augustus 2022 ondertekend.
5 In lopende prijzen.
6 www.urban-initiative.eu/sites/default/files%20GUIDANCE_24IV2024.pdf">EUI — richtsnoeren voor innovatieve acties.
7 www.uia-initiative.eu/en">UIA — stedelijke innovatieve acties.
8“Artikel 11-steden” zijn steden die door de lidstaten zijn geselecteerd om krachtens Verordening (EU) 2021/1058 een duurzame stedelijke ontwikkeling uit te voeren.
9 www.urban-initiative.eu/sites/default/files%20GUIDANCE_24IV2024.pdf">Richtsnoeren voor aanvragers inzake innovatieve acties van het EUI.
10In het werkprogramma 2023-2024 van het financieringsbesluit van het EUI is de proeffase voor activiteiten op het gebied van capaciteitsopbouw beschreven.
11 De uitvoeringsperiode van Urbact IV is 2021-2027.
12 www.urban-initiative.eu/sites/default/files%20for%20City%20to%20City%20Exchanges.pdf">Richtsnoeren voor aanvragers inzake uitwisselingen tussen steden in het kader van het EUI.
13 Het succespercentage van de aanvragen bedroeg meer dan 85 %.
14 www.urban-initiative.eu/sites/default/files%20Review%20guidance%20for%20applicants%20October%202024.pdf">Richtsnoeren voor aanvragers inzake peerreviews in het kader van het EUI.
15 Zoals gedefinieerd in artikel 11 van Verordening (EU) 2021/1058.
16 Gebaseerd op de methode en de instrumenten van JRC-DG REGIO voor het uitvoeren van peerreviews.
17Gebaseerd op het netwerk voor stedelijke ontwikkeling van het cohesiebeleid in de programmeringsperiode 2014-2020, dat de uitwisseling van informatie ondersteunde tussen steden die geïntegreerde strategieën uitvoeren in het kader van het onderdeel duurzame stedelijke ontwikkeling van het cohesiebeleid en tussen steden die een voortrekkersrol spelen bij de stedelijke innovatieve acties.
18 Mandaat voor de stedelijke contactpunten van het EUI.
19Frankrijk en Luxemburg hebben een gezamenlijk stedelijk contactpunt, terwijl de aanwijzing van Italië in behandeling is.
20 Portico.
21 Urban Panorama Portico.
22 Het enquêteverslag zal eind 2024 worden gepubliceerd.
23Activiteiten en/of processen waarbij gebruik wordt gemaakt van kennis die voortvloeit uit activiteiten van het EUI, met inbegrip van projecten voor innovatieve acties, activiteiten voor capaciteitsopbouw, uitgevoerde kennisacties enz. Kapitalisatieactiviteiten zullen ook fora voor de ontwikkeling van synergie met andere EU-initiatieven en -programma’s opleveren.
24 Pact van Amsterdam 2016.
25Zoals gespecificeerd in de door de EU-ministers goedgekeurde overeenkomst van Ljubljana van 2021 en het bijhorende meerjarige werkprogramma.
26Artikel 12 van Verordening (EU) 2021/1058. De steun kan technische en/of thematische expertise omvatten. In de door dit verslag bestreken periode werd er geen steun aangevraagd.
27 Artikel 12 van Verordening (EU) 2021/1058.
28 In lopende prijzen.
29Het monitoringsysteem zal geleidelijk worden uitgebreid en zal, via zijn kernprestatie-indicatoren, de output, resultaten en effecten van het EUI ten opzichte van zijn doelstellingen registreren.
30Het EUI en Urbact vullen elkaar op verschillende manieren aan. Zo ondersteunt het EUI kortlopende uitwisselingen tussen steden, terwijl Urbact langlopende stedelijke netwerken financiert. Deze instrumenten organiseren ook gezamenlijke evenementen, en het kennisplatform van het EUI bevat een reeks Urbact-kennisbronnen.
31Het Comité van de Regio’s, Europese stedelijke netwerken en raadplegingen van lidstaten en andere stedelijke belanghebbenden.
32 Het begrip “burgerwetenschappers” verwijst naar leden van het publiek.
33 Gebaseerd op meer dan 1 100 strategieën voor geïntegreerde stedelijke ontwikkeling.
34 Gebaseerd op de feedback die is ontvangen van deelnemers aan activiteiten voor capaciteitsopbouw.
35 Bv. Espon, het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de EU en intergouvernementele actoren.
NL NL