Toelichting bij COM(2025)97 - Routekaart voor vrouwenrechten - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)97 - Routekaart voor vrouwenrechten. |
---|---|
bron | COM(2025)97 ![]() |
datum | 07-03-2025 |
Gelijkheid van vrouwen en mannen is sinds het Verdrag van Rome van 1957 als grondrecht en fundamentele waarde in het EU-recht verankerd. De Europese Unie is er trots op deze kernwaarde te verdedigen en talrijke mijlpalen op het gebied van vrouwenrechten en gendergelijkheid te hebben bereikt. Bepaalde EU-lidstaten zijn wereldwijde koplopers op het gebied van gendergelijkheid en belichamen zo een mondiale standaard voor gelijkheid en inclusie.
Het streven naar gendergelijkheid binnen het Europese project is in de loop van de decennia uitgegroeid tot een hoeksteen van het sociaal en economisch beleid van de EU. Zo wordt onder meer aandacht besteed aan genderongelijkheid met betrekking tot de arbeidsmarkt, sociale zekerheid, toegang tot goederen en diensten, en beloning1. Tegelijkertijd bevordert de EU een beter evenwicht tussen werk en privéleven, gelijke vertegenwoordiging van vrouwen bij de besluitvorming in het bedrijfsleven en op het gebied van ondernemerschap en onderzoek. Ook bestrijdt zij geweld tegen vrouwen2. De EU heeft ook belangrijke stappen gezet om de zorgeconomie te versterken en zo de participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt te bevorderen, door de toegang van kinderen tot hoogwaardige voor- en vroegschoolse educatie en opvang te ondersteunen en door de toegang tot betaalbare en hoogwaardige langdurige zorg te verbeteren3.
Dankzij de strategie voor gendergelijkheid 2020-20254, die ten doel heeft bij te dragen tot een Unie van gelijkheid, die alle vrouwen en meisjes, mannen en jongens in staat stelt zich vrij te ontwikkelen, leidinggevende posities te bekleden en hun leven te leiden zonder voor geweld te hoeven te vrezen, heeft een aantal belangrijke beleidsmaatregelen gestalte gekregen. De Commissie heeft haar inspanningen op het gebied van gendermainstreaming opgevoerd via de taskforce Gelijkheid. Het doel is genderoverwegingen op alle beleidsterreinen in aanmerking te nemen.
Tegelijkertijd benut de EU haar invloed op het wereldtoneel om vrouwenrechten te verdedigen en ervoor te zorgen dat deze kwestie integraal deel blijft uitmaken van de mondiale ontwikkelingsagenda. Zij heeft bewezen een centrale rol te spelen in het wereldwijde streven naar gendergelijkheid en inclusieve, rechtvaardige samenlevingen. Overeenkomstig haar internationale verbintenissen werkt de EU onafgebroken aan de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s), en met name aan SDG 5 inzake het bereiken van gendergelijkheid en het versterken van de positie van alle vrouwen en meisjes.
Uit de gendergelijkheidsindex 20245, waarbij de EU 71 op 100 punten scoorde (7,9 punt meer dan in 2010), blijkt dat haar optreden van belang is en dat de EU gestage, zij het bescheiden, vooruitgang boekt bij de totstandbrenging van een samenleving met meer gendergelijkheid.
Aan het begin van het nieuwe mandaat en in het licht van de politieke prioriteiten die voorzitter Von der Leyen in haar politieke beleidslijnen voor 2024−20296 heeft geformuleerd, vestigt de Commissie eens te meer de aandacht op haar waarden, aanpak en niet-aflatende strijd wat betreft de bevordering van vrouwenrechten. Gendergelijkheid en vrouwenrechten zorgen voor en dragen bij tot sociale rechtvaardigheid, sterke democratieën, robuuste concurrerende economieën en veiligheid voor iedereen. Het gaat erom het potentieel te benutten van de hele bevolking, ten behoeve van de hele samenleving.
In de hele wereld tekenen zich zorgwekkende trends op het gebied van vrouwenrechten af. Daarbij wordt getornd aan de bestaande wetgeving inzake gendergelijkheid en bedienen politici zich al te vaak van seksisme en genderstereotypen.
We moeten dan ook dringend onze steun voor gendergelijkheid en vrouwenrechten opnieuw uitspreken, bevestigen en versterken. In de verklaring bij deze mededeling spreekt de Commissie eens te meer uit dat zij vastbesloten is op dit gebied vooruitgang te boeken. Deze verklaring bevat beginselen en doelstellingen inzake vrouwenrechten die als leidraad zullen dienen voor toekomstige strategieën en acties, met name met betrekking tot de strategie voor gendergelijkheid na 2025. De verklaring heeft tot doel de beleidsagenda voor gendergelijkheid op langere termijn te stimuleren en aan te sturen, die moet uitgroeien tot het leidende beleidskader van de EU voor meer gendergelijkheid in alle aspecten van de samenleving en de economie.
De Commissie roept de andere Europese instellingen, en met name het Europees Parlement en de Raad, alsook de lidstaten, de sociale partners, maatschappelijke organisaties en andere relevante belanghebbenden op om dit streven te onderschrijven. Belanghebbenden wordt verzocht om medewerking bij het ontwikkelen van de maatregelen die op het passende niveau, waaronder dat van de EU en de lidstaten, moeten worden voorgesteld om de beginselen en doelstellingen van deze routekaart te verwezenlijken.
Dertig jaar geleden werden de verklaring van Peking en het bijbehorende actieprogramma7 aangenomen - een goede gelegenheid voor de EU om kenbaar te maken dat zij dit belangrijke kader nog altijd onderschrijft. Gelijkheid van vrouwen en mannen is al lange tijd een fundamentele waarde van de EU; zij behoort tot het wezen van Europese levenswijze.
GENDERGELIJKHEID: ONONTBEERLIJK VOOR CONCURRENTIEVERMOGEN, DEMOCRATIE EN SOCIALE RECHTVAARDIGHEID
De kracht van de EU, namelijk haar concurrentievermogen, democratie en sociale rechtvaardigheid, schuilt in haar bevolking, die voor de helft uit vrouwen bestaat. Voor de groei en stabiliteit van de EU is het van essentieel belang om het potentieel van alle vrouwen als werknemers, ondernemers en leiders te erkennen en benutten. Ervoor zorgen dat vrouwen sterker staan en ten volle deelnemen aan de arbeidsmarkt en besluitvormingsprocessen, stimuleert de economische groei, bevordert innovatie en verbetert de levenskwaliteit van alle burgers.
Uit prognoses blijkt dat verbeterde gendergelijkheid het bbp per hoofd van de bevolking van de EU tegen 2050 met 6,1 tot 9,6 % zou kunnen verhogen, wat neerkomt op maar liefst 1,95 tot 3,15 biljoen euro8. Het bevorderen van vrouwenrechten is dus niet alleen een morele plicht, maar ook een strategische investering in de economische groei en het concurrentievermogen van de EU.
Instaan voor de volledige, gelijkwaardige en betekenisvolle participatie van vrouwen, alsmede voor hun vertegenwoordiging en leiderschap, zorgt ook voor stabielere en veerkrachtigere democratieën. Democratieën die de rechten van vrouwen bevorderen, integreren in de besluitvorming een ruimer scala aan perspectieven en ervaringen, wat leidt tot beleid dat breder van opzet is en is afgestemd op de behoeften van alle burgers. In het bedrijfsleven vormt gendergelijkheid een concurrentievoordeel. Bedrijven boeken hogere winsten en doen het beter op de aandelenmarkt wanneer vrouwen leidinggevende functies bekleden9.
De bevordering van gendergelijkheid kan helpen om dringende uitdagingen aan te pakken, waaronder tekorten aan arbeidskrachten, de demografische transitie, ongelijkheid en armoede, klimaatverandering, hybride dreigingen en veiligheidsproblemen. Gendergelijkheid komt onze gezondheid en welvaart ten goede. Ze maakt onze samenlevingen eerlijker, democratischer, stabieler, gezonder en hechter, en onze economieën mondiaal gezien innovatiever en concurrerender.
De bevindingen van het verslag van 2024 over gendergelijkheid in de EU zijn echter duidelijk10: ondanks de vele verwezenlijkingen op het gebied van de bevordering van gendergelijkheid en de geleidelijke versterking van het desbetreffende beleidskader van de EU, resten er aanzienlijke uitdagingen uit het oogpunt van geweld, gezondheid, tijd, geld, werk, onderwijs en kennis, macht en institutionele mechanismen, zoals blijkt uit de gendergelijkheidsindex. Zonder krachtiger optreden zou het nog eens 60 jaar duren om volledige gendergelijkheid in de EU tot stand te brengen11.
Een op de drie vrouwen in de EU heeft te maken gehad met fysiek en/of seksueel geweld, een op de vijf met fysiek of seksueel geweld van hun partner of een familielid, en één op de acht met seksueel geweld12. Tegelijkertijd zijn vooral vrouwen het doelwit van nieuwe vormen van geweld die specifiek zijn voor de digitale omgeving13. De kosten van geweld tegen vrouwen in de EU worden geraamd op 289 miljard EUR per jaar14.
Wat gezondheid betreft, krijgen vrouwen en mannen te maken met genderspecifieke ziekten en andere risico’s15. Vrouwen in de EU worden ook nog steeds geconfronteerd met een gebrek aan uitgebreide informatie over en toegankelijkheid van gezondheidsdiensten en -producten die verband houden met seksuele en reproductieve gezondheid, voor zover de nationale wetgeving daarin voorziet.
Hoewel de arbeidsparticipatie- en loonkloof tussen mannen en vrouwen smaller wordt (respectievelijk 10,2 procentpunt16 en 12 %17), verloopt de vooruitgang traag en zijn er nog steeds structurele belemmeringen, zoals discriminerende sociale normen. De vooruitgang die vrouwen hebben geboekt op belangrijke gebieden, zoals onderwijs (10,9 procentpunt meer vrouwen dan mannen hebben tertiair onderwijs voltooid18), komt niet volledig tot uiting in de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt en in besluitvormingsorganen en -processen. Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in laagbetaalde en ondergewaardeerde (zij het essentiële) banen19. Ook is de kans groter dat zij wegens bedreigingen en geweld minder actief aan het openbare leven deelnemen: slechts 33 %20 van de zetels in het parlement en 34,8 % van de zetels van lokale overheden wordt bezet door een vrouw. Meer vrouwen dan mannen krijgen op hogere leeftijd te maken met armoede, doordat de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen 25,4 % bedraagt21.
Vrouwen in de EU hebben nog steeds minder tijd voor zichzelf dan mannen, aangezien zij een onevenredig deel van de huishoudelijke taken en zorgtaken op zich nemen. Daar komt nog bij dat vaders weinig verlof om gezinsredenen nemen, de flexibiliteit op het werk dikwijls beperkt is en het niet eenvoudig is om toegang te krijgen tot goede zorgdiensten.
De gendersegregatie in onderwijs en opleiding in de EU blijkt duidelijk uit de ondervertegenwoordiging van vrouwen in wetenschap, technologie, bouwkunde en wiskunde en de ondervertegenwoordiging van mannen in sectoren als onderwijs, gezondheid en welzijn. Slechts 19,4 % van de ICT-specialisten is vrouw22 en slechts zo’n 15 % van de leerkrachten in het basisonderwijs is man23.
Bovendien hadden recente crises zoals de COVID-19-pandemie, oorlog in de nabuurschap van de EU en stijgende energiekosten negatieve gevolgen voor vrouwen. Dit komt doordat vrouwen vaak een lager inkomen hebben, vaker alleenstaande ouders zijn, meer huishoudelijke en zorgtaken op zich nemen dan mannen, en meer worden blootgesteld aan gendergerelateerd en huiselijk geweld.
Deze uitdagingen vereisen voortdurende aandacht en inzet van alle relevante actoren voor gendergelijkheidsmaatregelen op alle niveaus, in de hele Unie en daarbuiten.
DE ROUTEKAART VOOR VROUWENRECHTEN: ZORGEN VOOR MEER GENDERGELIJKHEID
De aan deze mededeling gehechte routekaart is bedoeld als kader voor toekomstige inspanningen om ervoor te zorgen dat vrouwenrechten en gendergelijkheid centraal staan bij het beleid en de acties van de EU. De routekaart houdt rekening met wat op het gebied van gendergelijkheid reeds is bereikt en blikt vooruit op de uitdagingen in de komende jaren. Er wordt nogmaals in gepleit voor een tweeledige aanpak: het integreren van een genderperspectief in alle beleidsmaatregelen enerzijds en het voorkomen en wegnemen van genderongelijkheden anderzijds. Het weerspiegelt de bijdragen die tijdens de voorbereidingen zijn ontvangen, onder meer van de lidstaten, de sociale partners, het maatschappelijk middenveld en internationale organisaties.
De routekaart is gebaseerd op grondrechten en waarden, die ofwel reeds zijn vastgelegd in de EU-Verdragen en -wetgeving, ofwel verdere maatregelen op het bevoegde niveau vereisen om volledig toepasselijk te zijn. Ze moet dan ook worden gelezen in samenhang met bestaande rechtshandelingen en -instrumenten van de EU en doet daaraan geen afbreuk. De doeltreffende uitvoering van onlangs aangenomen wetgeving zal van essentieel belang zijn om de beginselen en doelstellingen van de routekaart te verwezenlijken.
De routekaart bevat beleidsdoelstellingen op lange termijn voor de handhaving en bevordering van de volgende kernbeginselen van vrouwenrechten en gendergelijkheid: 1) het uitbannen van gendergerelateerd geweld; 2) de hoogste gezondheidsnormen; 3) gelijke beloning en economische empowerment; 4) evenwicht tussen werk, privéleven en zorgtaken; 5) gelijke arbeidskansen en passende arbeidsvoorwaarden; 6) hoogwaardig en inclusief onderwijs; 7) politieke participatie en gelijke vertegenwoordiging; 8) institutionele mechanismen voor de uitvoering van vrouwenrechten.
Deze beginselen hebben betrekking op de belangrijke uitdagingen waarvan nog sprake is uit het oogpunt van gendergelijkheid op het gebied van geweld, gezondheid, tijd, geld, werk, onderwijs en kennis, macht en institutionele mechanismen. De toekomstige strategie voor gendergelijkheid na 2025 zal concrete beleidsmaatregelen bevatten om deze uitdagingen aan te pakken. In het voorjaar van 2025 zal een daarmee verband houdende openbare raadpleging van start gaan. Alle belanghebbenden zullen worden opgeroepen om actief mee te denken over en input te leveren voor het ontwerp van acties die in die strategie zullen worden gepresenteerd. Tegelijkertijd draagt de verdere uitvoering van de strategie voor gendergelijkheid 2020-2025 bij tot de bevordering van de rechten van vrouwen in de EU.
De Commissie verbindt zich ertoe de genderdimensie in al haar beleidsmaatregelen en acties te blijven integreren. Daarbij gaat het ook om het mainstreamen van gender in de EU-begroting en het afstemmen van relevante toekomstige beleidsinitiatieven op de doelstellingen van de routekaart. Om het concurrentievermogen te bevorderen en het arbeidspotentieel van vrouwen verder te benutten, stelt de Commissie bijvoorbeeld voor om bijzondere aandacht aan gendergelijkheid te besteden bij initiatieven als de routekaart voor hoogwaardige banen, het platform voor vrouwen in de landbouw en de EU-strategie voor start-ups en opschaling. De routekaart voor vrouwenrechten wordt tegelijk vastgesteld met de vaardigheidsunie en bevat maatregelen ter ondersteuning van onderwijs en opleiding en van bij- en omscholing vanuit genderbewust perspectief. Bovendien zal bijzondere aandacht aan vrouwen worden besteed bij de ontwikkeling van een strategie voor financiële geletterdheid. Deze strategie moet ervoor zorgen dat retailbeleggers met kennis van zaken financiële beslissingen kunnen nemen en hun deelname aan de kapitaalmarkten onder billijker voorwaarden kunnen vergroten.
De Commissie zal streven naar gendermainstreaming bij initiatieven als de EU-strategie ter bestrijding van armoede, het Europees plan voor betaalbare huisvesting, de AI-toepassingsstrategie en het EU-brede onderzoek naar de ruimere gevolgen van sociale media voor het welzijn. Deze initiatieven zullen helpen sociale rechtvaardigheid te bevorderen en de sociale ongelijkheden aan te pakken waarmee vrouwen en meisjes te maken hebben. De Commissie zal ook voorstellen indienen voor gendermainstreaming bij de herziening van de aanbeveling van de Raad van 2013 over gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging in de verschillende sectoren en bij de versterking van het Europese sportmodel.
Aangezien gendergelijkheid ook van cruciaal belang is voor democratische participatie en maatschappelijke veerkracht, is de Commissie van plan een genderdimensie te integreren in de strategie voor een paraatheidsunie en het actieplan tegen cyberpesten. Bovendien zal het Europees schild voor de democratie vrouwelijke politici sterker doen staan en ondersteunen, met specifieke maatregelen voor de veiligheid van politieke kandidaten en gekozen vertegenwoordigers.
EEN LEIDRAAD VOOR HET EXTERNE OPTREDEN VAN DE EU
Met deze routekaart, die niet alleen betrekking heeft op haar interne optreden, maakt de EU ter gelegenheid van het dertigjarig bestaan van de verklaring en het actieprogramma van Peking eens te meer duidelijk dat zij vrouwenrechten hoog in het vaandel heeft – in 2025, maar ook daarna.
Om te zorgen voor samenhang tussen het interne en externe beleid worden in de routekaart de beginselen, doelstellingen en streefdoelen van het EU-genderactieplan (GAP III) bevestigd voor de bevordering van gendergelijkheid en voor de empowerment van vrouwen en meisjes bij het externe optreden van de EU, waaronder humanitaire interventies. Daarbij gaat het onder meer om multilaterale en multistakeholderinitiatieven en -partnerschappen, politieke dialoog en financiële steun, onder meer via mondiale investeringen, zoals Global Gateway24. Ook wordt de strategische aanpak van de EU inzake vrouwen, vrede en veiligheid (VVV) in de routekaart eens te meer gepresenteerd als kader voor leiderschap, rechten en zeggenschap van vrouwen op alle gebieden die betrekking hebben op vrede en veiligheid. Daarbij worden genderperspectieven geïntegreerd in de EU-beleidsmaatregelen en -acties ter voorkoming van conflicten. De EU heeft ook het vaste voornemen bij haar humanitaire werk verbetering te brengen in de specifieke situatie van vrouwen en meisjes. Daartoe past zij bij haar humanitaire respons een genderbewuste aanpak toe, waaronder strategieën ter bescherming tegen seksueel en gendergerelateerd geweld.
Door middel van een op mensenrechten gebaseerde aanpak werkt de EU via de Europese Dienst voor extern optreden en de 145 EU-delegaties samen met partners wereldwijd, om de onderliggende oorzaken van genderongelijkheden aan te pakken, die geworteld zijn in discriminerende sociale structuren, instellingen, wettelijke normen en praktijken. De routekaart zal als leidraad voor externe initiatieven dienen en de weg effenen voor het volgende EU-genderactieplan in de externe betrekkingen (2028-2034).
De algemene doelstelling is het bestaande EU- en internationale acquis inzake gendergelijkheid, vrouwen, vrede en veiligheid te bevestigen, te bevorderen en ten volle te bestendigen, en alle vrouwen en meisjes in staat te stellen hun mensenrechten daadwerkelijk uit te oefenen en hen sterk te doen staan. Dit vereist sterke politieke wil, leiderschap en prioritering van gendergelijkheid op de hoogste niveaus, onder meer in het kader van de handhaving van een op regels gebaseerde wereldorde met multilateralisme als kernbeginsel en de Verenigde Naties als spil.
Er kan geen sprake van zijn dat de vooruitgang die we de afgelopen 30 jaar hebben geboekt, ongedaan wordt gemaakt. De Commissie zal zich krachtig verzetten tegen maatregelen of voorstellen die erop gericht zijn de bestaande internationale verbintenissen en normen te ondermijnen, en zij zal ernaar streven deze waar mogelijk verder te versterken.
DE VOLGENDE STAPPEN: SAMENWERKING EN INSTITUTIONELE BEHOEFTEN
Het succes van de routekaart hangt af van de inzet en de bijdrage van alle relevante actoren. De Commissie verzoekt alle belanghebbende partijen, met name het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, de sociale partners, actoren uit het maatschappelijk middenveld en andere relevante organisaties, zich in de loop van 2025 uit te spreken voor de verklaring over vrouwenrechten die bij deze mededeling is gevoegd.
Ook nodigt de Commissie alle belanghebbende partijen uit een actieve rol te spelen bij de verwezenlijking van de doelstellingen van de routekaart. Deze doelstellingen zullen als leidraad dienen voor de ontwikkeling van de nieuwe strategie voor gendergelijkheid na 2025.
Wil de routekaart doeltreffend zijn, dan moet zij worden geschraagd door versterkte institutionele mechanismen en strategieën ter bevordering van gendergelijkheid. Binnen de Commissie omvat dit de werkzaamheden van de taskforce Gelijkheid, die de mainstreaming van gelijkheid, met inbegrip van gendermainstreaming, op alle beleidsterreinen en binnen alle diensten van de Commissie bevordert via een netwerk van gelijkheidscoördinatoren. De Commissie zal ook het goede voorbeeld blijven geven door te streven naar gendergelijkheid op leidinggevend niveau, de impact uit het oogpunt van gendergelijkheid vast te stellen en te beoordelen via effectbeoordelingen en evaluaties binnen het kader voor betere regelgeving, en gendergelijkheid te bevorderen door middel van haar eigen overheidsopdrachten.
De EU-begroting zal gendergelijkheid blijven ondersteunen. Het Financieel Reglement van de EU (herschikking)25 bepaalt dat alle begrotingsprogramma’s en -activiteiten van de EU, waar mogelijk en passend volgens de desbetreffende sectorspecifieke regels, moeten worden uitgevoerd met inachtneming van het beginsel van gendergelijkheid, overeenkomstig een passende methode voor gendermainstreaming. Daarnaast worden de voor indicatoren verzamelde gegevens in voorkomend geval uitgesplitst naar gender.
De volledige verwezenlijking van de ambities van deze routekaart gaat verder dan de bevoegdheden van de EU en vergt optreden op nationaal niveau. Dit kan alleen gebeuren als de juiste structuren voor handen zijn en deze over voldoende middelen beschikken om hun capaciteit te waarborgen.
Het welslagen van de routekaart vereist ook een versterkte samenwerking en een nauwer partnerschap met de lidstaten, bijvoorbeeld in het kader van het Europees Semester (het proces van economische en werkgelegenheidscoördinatie van de EU), en met alle relevante actoren.
Bovendien verzoekt de Commissie de andere EU-instellingen, de lidstaten en belanghebbenden, waaronder de sociale partners en het maatschappelijk middenveld, om met de routekaart in de bijlage bij deze mededeling rekening te houden bij de verdere ontwikkeling van EU-, internationaal, nationaal, regionaal en sectoraal beleid.
1 Richtlijn 79/7/EEG van de Raad van 19 december 1978, Richtlijn 2004/113/EG van 13 december 2004, Richtlijn (EU) 2023/970 van 10 mei 2023.
2 Richtlijn (EU) 2019/1158 van 20 juni 2019, Richtlijn (EU) 2022/2381 van 23 november 2022, Verordening (EU) 2021/695 van 28 april 2021, Richtlijn (EU) 2024/1385 van 14 mei 2024. Zie ook de toetreding van de EU tot het Verdrag van Istanbul (PB L 143I van 2.6.2023).
3 PB C 484 van 20.12.2022, blz. 1; PB C 476 van 15.12.2022, blz. 1.
4 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Een Unie van gelijkheid: strategie voor gendergelijkheid 2020-2025 (COM(2020) 152 final).
5 Zie de online het Europees.
6 Europese Commissie: Directoraat-generaal Communicatie en Leyen, U. von der, De keuze van Europa − Politieke beleidslijnen voor de volgende Europese Commissie 2024-2029, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2024. Online beschikbaar.
7 Online beschikbaar: Verklaring van Peking en het actieprogramma van Peking.
8 Economic Benefits of Gender Equality in the European Union, Europees Instituut voor gendergelijkheid.
9 Zie bv. S&P Global, (2020), www.spglobal.com/content/dam/spglobal/corporate">When Women Lead, Firms Win: www.spglobal.com/content/dam/spglobal/corporate">How Gender Diversity in the C-suite and Boardroom Drives Financial Performance.
10 Voor meer achtergrondinformatie en verwijzingen naar de onderwerpen en cijfers in deze mededeling, zie het jaarverslag, SWD(2025) 67 final.
11 Zie ook: Gender equality benefits everyone – but it’s still 60 years away, Europees Instituut voor gendergelijkheid.
12 Zie: geweld, Europees.
13 Zie: Cyber violence against women ,Europees Instituut voor gendergelijkheid.
14 Zie: Costs of gender-based violence in the European Union, Europees Instituut voor gendergelijkheid.
15 Franklin, P., Mambra, C. en Albani, V. (2021), Gender equality and health in the EU. Online beschikbaar op: www.saage-network.eu/sites/default/files/media">www.saage-network.eu/sites/default/files/media">DS0320880ENN-en.pdfwww.saage-network.eu/sites/default/files/media">.
16 Employment and activity by sex and age - annual data [LFSI_EMP_A].
17 Gender pay gap statistics - Statistics Explained.
18 De indicator “percentage personen met een diploma van het tertiair onderwijs” wordt gedefinieerd als het aandeel mannen in de leeftijdsgroep van 30-34 jaar dat tertiair onderwijs heeft voltooid, verminderd met het aandeel vrouwen. In 2023 bedroeg deze genderkoof in de EU -10,9 procentpunt. Zie: Population by educational attainment level, sex and age (%) – main indicators [edat_lfse_03].
19 Internationale Arbeidsorganisatie (2018), The gender gap in employment: What’s holding women back? - InfoStories.
20 Indicator: nationale parlementen – voorzitters en leden, database genderstatistieken van het Europees Instituut voor gendergelijkheid.
21 Genderpensioenkloof naar leeftijdsgroep [ilc_pnp13].
22 Werkzame ICT-specialisten uitgesplitst naar geslacht. Werkzame ICT-specialisten uitgesplitst naar geslacht, statistieken: Eurostat.
23 Leerkrachten en academisch personeel in de klas naar onderwijsniveau, programmaoriëntatie, geslacht en leeftijdsgroep [educ_uoe_perp01].
24 https://commission.europa.eu/strategy-and-policy/priorities-2019-2024/stronger-europe-world/global-gateway_nl.
25 PB L, 2024/2509, 26.9.2024.
NL NL