Overwegingen bij COM(2009)484 - Standpunt van de EG in de Visserijcommissie voor het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2009)484 - Standpunt van de EG in de Visserijcommissie voor het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan. |
---|---|
document | COM(2009)484 |
datum | 21 september 2009 |
(2) Bij Besluit 81/608/EEG[2] heeft de Europese Gemeenschap haar goedkeuring gehecht aan het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan, dat uit 1982 dateert en in 2005 is gewijzigd. Bij dat verdrag is de Visserijcommissie voor het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) opgericht die belast is met het opstellen van passende aanbevelingen inzake visserijactiviteiten die buiten de onder de jurisdictie van de verdragsluitende partijen vallende gebieden plaatsvinden, en die tevens aanbevelingen mag doen inzake visserijactiviteiten binnen een onder de jurisdictie van een verdragsluitende partij vallend gebied, met als doel de instandhouding op lange termijn en het optimale gebruik van visbestanden in het verdragsgebied te garanderen en te zorgen voor uit economisch, ecologisch en sociaal oogpunt duurzame voordelen. Deze aanbevelingen kunnen bindend worden voor de Gemeenschap.
(3) Overeenkomstig artikel 300, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag wordt het standpunt dat de Gemeenschap inneemt in lichamen die in het kader van regionale visserijakkoorden zijn opgezet en die besluiten met rechtsgevolgen dienen te nemen – met uitzondering van besluiten tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van het betrokken akkoord – vastgesteld bij een besluit dat door de Raad op basis van een voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen moet worden genomen.